NL9420006A - Inrichting en werkwijze voor het ledigen van de tanks van tankschepen die in zeenood verkeren. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het ledigen van de tanks van tankschepen die in zeenood verkeren. Download PDF

Info

Publication number
NL9420006A
NL9420006A NL9420006A NL9420006A NL9420006A NL 9420006 A NL9420006 A NL 9420006A NL 9420006 A NL9420006 A NL 9420006A NL 9420006 A NL9420006 A NL 9420006A NL 9420006 A NL9420006 A NL 9420006A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
tanks
hoses
hose
ship
tanker
Prior art date
Application number
NL9420006A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194038C (nl
NL194038B (nl
Original Assignee
Heiko Reichert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Heiko Reichert filed Critical Heiko Reichert
Publication of NL9420006A publication Critical patent/NL9420006A/nl
Publication of NL194038B publication Critical patent/NL194038B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194038C publication Critical patent/NL194038C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63CLAUNCHING, HAULING-OUT, OR DRY-DOCKING OF VESSELS; LIFE-SAVING IN WATER; EQUIPMENT FOR DWELLING OR WORKING UNDER WATER; MEANS FOR SALVAGING OR SEARCHING FOR UNDERWATER OBJECTS
    • B63C7/00Salvaging of disabled, stranded, or sunken vessels; Salvaging of vessel parts or furnishings, e.g. of safes; Salvaging of other underwater objects
    • B63C7/006Emptying the contents of sunken, stranded, or disabled vessels, e.g. by engaging the vessel; Underwater collecting of buoyant contents, such as liquid, particulate or gaseous contents, escaping from sunken vessels, e.g. using funnels, or tents for recovery of escaping hydrocarbons
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/32Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for for collecting pollution from open water
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B25/00Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby
    • B63B25/02Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby for bulk goods
    • B63B25/08Load-accommodating arrangements, e.g. stowing, trimming; Vessels characterised thereby for bulk goods fluid
    • B63B25/082Arrangements for minimizing pollution by accidents

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Loading And Unloading Of Fuel Tanks Or Ships (AREA)
  • Emergency Lowering Means (AREA)
  • Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)
  • Fire-Extinguishing By Fire Departments, And Fire-Extinguishing Equipment And Control Thereof (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)

Description

Titel: Inrichting en werkwijze voor het ledigen van de tanks van tankschepen die in zeenood verkeren
De uitvinding heeft betrekking op vaartuigen, in hetbijzonder de bijbehorende uitrusting en in dit opzicht eeninrichting en werkwijze voor het ledigen van tankers bij eenaverij, waarbij de scheepswand in de nabijheid van de tanksvan het schip is voorzien van openingen en slangverbindingen,waardoor in geval van nood een transportgoed, een gevaarlijkevloeistof, met name ruwe olie, brandstof en chemische produk-ten uit de in zeenood geraakte tanker wordt afgevoerd.
Het is algemeen bekend, dat volgens de huidige kennis enstand van de techniek de noodzakelijke evacuatie en hetledigen van tankers in geval van nood afhankelijk is vantenminste één van de hiernavolgende voorwaarden: - Het beschadigde schip moet minstens nog beperktmanoeuvreerbaar zijn.
- Op het schip moet een bemanning aanwezig zijn die denoodzakelijke maatregelen kan nemen.
- Het schip moet nog over aandrijfenergie beschikken voorde aggregaten die zich aan boord bevinden, zoals bijvoorbeeldpompen, boorapparatuur, kraangieken respectievelijk-inrichtingen of lieren, bovendien moeten laatstgenoemdeaggregaten na de averij nog in bruikbare toestand zijn.
Het Duitse "Gebrauchsmuster" DE G 9010 090.5 ül beschrijfteen inrichting voor het aanboren van tankerwanden voor hetledigen van tankers in geval van nood bij een verminderdexplosiegevaar. Hiervoor is het noodzakelijk dat een hulptan-ker met dezelfde inhoudscapaciteit langs de tanker aanlegt,waarbij via buffers en afstandshouders alsmede een sjorringbeide schepen met elkaar moeten worden verbonden. Het aanborenvan de scheepswanden is te omslachtig, vooral met het oog opde tijd die er bij een dergelijke averij ter beschikkingstaat. Deze tijdsdruk speelt vaak de beslissende rol waardoorde bovengenoemde technische oplossing niet uitvoerbaar is.Bovendien kan een dergelijke tankerverbinding maar heel zelden tot stand komen, omdat de kans dat het beschadigde schip nogin de noodzakelijke stabiele positie aangetroffen wordt mini¬maal is. Valt de energievoorziening van het schip met averijuit, dan is het moeilijk voorstelbaar dat de slangen met eengroot volume nog te vullen zijn, uitgaande van het feit dateen slangverbinding tussen beide schepen inderdaad tot standis gekomen.
In het DE OS 29 16 489 Al wordt een inrichting beschrevenvoor het opnemen van olie om in zeenood geraakte tankerslichter te maken, welke inrichting is voorzien van een grootaantal slangen, die elk een vulleiding en een tui- resp.sleepkabel omvatten, en van een vulaggregaat. Deze slangenmoeten samen met hun vulleidingen en tuikabels in samengeroldetoestand op daarvoor bestemde platformen op het dek geïnstal¬leerd worden. In geval van averij moeten deze slangen uitge¬rold, nat gemaakt en met olie gevuld worden. Afgezien van degrote hoeveelheid tijd die noodzakelijk is om de vereistehoeveelheden olie in de uit te rollen slangen af te pompen, iser ook nog heel veel ruimte nodig om deze inrichtingen op hetscheepsdek aan te brengen. Bovendien kan deze technischeoplossing niet meer functioneren zodra in de loop van deaverij op het tankschip alle energiebronnen geheel uitvallen.Het DE OS 30 26 836 Al beschrijft een inrichting voor hetoverbrengen van vloeistoffen naar of van tankers, welkeinrichting met flexibele slangen werkt en als stationaireinstallatie op land is geplaatst. Dergelijke technische oplos¬singen, zoals overigens ook door DE G 78 03 631 UI beschreven,zijn niet geschikt voor het ledigen van tankers op zee bijaverij. Een omhulling van onbuigzame pijpleidingen of stijvepijpstukken die flexibel verbonden zijn wordt inDE OS 37 25 307 Al voorgesteld. Deze publicatie heeft echterbetrekking op onbuigzame onderwater-pipelines die alsbeveiliging tegen lekkage bedoeld zijn.
De uitvinding heeft tot doel een inrichting en werkwijzete verschaffen waarmee een beschadigde tanker op elk moment ingeval van nood kan worden geledigd zonder dat personen hetbeschadigde vaartuig moeten betreden en/of hulptankers, hulp- vlotten of hulpinrichtingen van om het even welke soort bijhet beschadigde schip moeten aanleggen of in de onmiddellijkenabijheid ervan moeten komen.
De uitvinding beoogt hiervoor een oplossing te bieden envoorziet daartoe in een inrichting van voornoemde soort, methet kenmerk, dat alle tanks in het schip met persgasflessenuitgerust en via pijpleidingen met elkaar verbonden zijn endat in de verbindingspijpen op afstand bedienbare ventielenzijn aangebracht, dat er op de scheepswanden in de nabijheidvan elke tank, bij voorkeur onder de kiellijn, telkens eenonder normale omstandigheden met een deksel waterdicht afge¬sloten luik is aangebracht, waarvan het deksel een door middelvan een afstandsbediening bestuurbare ontgrendelingsbout eneen excentrisch aangebrachte draaischarnier bezit, dat in debinnenruimte tussen de tanks en de luikdeksels, eventueel ooktussen de tanks zelf, op trommels gerolde of in zig-zaglagengeplaatst slangen zijn aangebracht, waarbij telkens één van deslangen vast met één tank is verbonden en is voorzien van eenkoppelinrichting, een slangaandrijving, een airbag aan hetandere uiteinde van de slang en van een over de gehele lengtevan de slang parallel verlopende vanglijn, dat alternatief devanglijnen afzonderlijk zijn opgerold, dat alleventielaandrijf-, luikontgrendelings- alsmede slang- envanglijnaandrijfinrichtingen met externe, onafhankelijk vanelkaar bestaande, bij normaal gebruik van het schip door hetscheepsenergiesysteem steeds volledig geladen energiebronnen,in verbinding staan, dat aan elke afzonderlijke functie van deverschillende aandrijfinrichtingen een slechts een keer tegebruiken, aparte, gecodeerde radiofrequentie is toegekend;dat in een parallele bedrading met een centraal ontvangst¬station aan boord voor het overbrengen van alle radiocommandosaan de afzonderlijke aandrijvingen is voorzien, dat katapul-teerbare bijboten met lieren, pompen, compressors als averij¬en reddingsvlotten en opblaasbare, elastische, vast veranker-bare en naar boven te ontluchten drijvende tanks of ballons ophet tankschip zijn aangebracht. De tanks zijn voorzien vanverwarmingssystemen, bij voorkeur op inductieve basis, welk systeem door middel van elektromagnetische golven in het hogefrequentiegebied microgolven opwekt, waarbij deze verwarmings-inrichtingen via accumulatoren of generatoren worden bediend.Hiermee laat zich het transportgoed op een goede manier inrelatief korte tijd transporteren. De ventielen van depijpleidingen naar de tankverbinding en de op afstand bedien-bare ontgrendelingsbouten van de luiken zijn voorzien vanelektromagnetische, elektropneumatische, elektrohydraulischeen/of pyrotechnische aandrijf- respectievelijk springinrich-tingen. De slangen bestaan uit een elastisch en daarom aan hetvolume en de diameter aanpasbaar materiaal en hebben bovendiendubbele wanden waartussen, om het transportgoed vervoerbaar tehouden, een draadweefsel/-vlechtwerk/-net voor het verwarmenvan het transportgoed door middel van microgolven is aange¬bracht en zijn ca. 300 m lang. Beide slangomhulsels van dedubbelwandige slangen zijn zowel naar buiten als naar binnentoe voorzien van een warmtereflecterende/-isolerende laag, dieeveneens voor het behoud van de vervoerbaarheid van het trans¬portgoed dienen. De vanglijnen van de slangen zijn eveneensca. 300 m lang en bestaan uit een stevig materiaal, bij voor¬keur nylon, of uit een dunne staalkabel. Het uiteinde daarvanis een door middel van een gaspatroon aangedreven projectielen een door middel van een afstandsbediening activeerbareairbag aangebracht. De externe energiebronnen voor deventielaandrijf- en luikontgrendelingsinrichtingen bestaanuit elektroaccumulatoren of gaspatronen en voor de slang- envanglijnaandrijvingen uit gaspatronen waarbij in het geval vaneen voorziening via accumulatoren de aandrijfinrichtingen zelfen de radiosignaalontvangers met de aandrijfinrichtingen viaeen afzonderlijk bedradingsnet zijn verbonden.
Volgens de werkwijze wordt het probleem daardoor opgelost,dat door het geven van een radiosignaal de luiken, die zich opeen voor dit doel gunstige positie bevinden, geopend wordendoordat de luikontgrendelingsinrichting van de ontgrendelings¬bouten geactiveerd wordt. Na het openen van de luiken wordende slangen samen met de vanglijnen of enkel de vanglijneneveneens via een radiosignaal door hun slangenaandrijfinrich- ting of met gaspatronen naar open zee gedreven en van huntrommel op het schip afgerold. Nadat ze voldoende afstand vande scheepsromp hebben bereikt worden de airbags aan hetuiteinde van de slangen en/of de vanglijnen opnieuw viaafstandsbediening met gas gevuld. Daardoor worden de uiteindenvan de slangen met hun koppelinrichtingen of de vanglijnenalleen naar het wateroppervlak gebracht. De slangen wordendoor middel van hun vanglijnen door bergingsteams van hethulptankschip, een hulpplatform of hulpvlot, of van om heteven welke hulpinrichting opgenomen en op tanks of op tussen-depots zoals bijvoorbeeld drijvende tanks of ballonnen, indientanks niet onmiddellijk ter beschikking staan, aangesloten. Dedubbelwandige slangen worden via op bergingseenheden aange¬brachte compressoren met perslucht in de buitenste slangkameropgeblazen en zo op de vereiste diameter gebracht. Door eenverder radiosignaal worden de ventielen, die overeenkomstig depositie van de beschadigde tanker een optimaal ledigen van hetaldus verbonden tankreservoir mogelijk maken, in de pijplei¬dingen door middel van hun ventielaandrijving geopend. Metbehulp van de compressoren op de bergingseenheden wordt via debuitenste slangkamers perslucht in de tanks gedrukt en alter¬natief daarmee, via de aan iedere tank bevestigde persgasflesgas in de tank geperst. Op die manier kan met behulp van drie-wegventielen en pompen van de bergingseenheden de verwarmdetankinhoud door de binnenste slangkamers van de slangen naarde reddingstanks of tussendepots stromen. Tijdens het geheleafpompproces worden de induikdiepte van de slangen in hetwater afhankelijk van de zeegang door regelen van de verhou¬ding tussen het gewicht van de met de tankinhoud gevuldebinnenkamer van de slang en de opwaartse druk van de met pers¬lucht gevulde en doorstroomde buitenkamer van de slang inge¬steld en het transportgoed door microgolfwerking op hetgeschikte temperatuurniveau gehouden.
De oplossing volgens de uitvinding biedt de hiernavolgende voordelen. Bij een tanker met averij vallen vaak demachine- en energievoorzieningssystemen uit. Dankzij de innormale omstandigheden continu in geladen toestand gehouden energiereservoirs aan de spring- en aandrijfinrichtingenvolgens de uitvinding en van de radio-ontvangstapparatuur iseen op afstand manipuleren aan de tanker en het aanbrengen vanverbindings- en overgangssystemen van de beschadigde tankernaar de hulpinrichting mogelijk, welke verbindings- enovergangssystemen daar dan gemakkelijk kunnen wordenopgenomen, aangesloten en voor het afpompen van de tanker, metinbegrip van hun stabilisering tijdens het afpompen, gebruiktworden. Daardoor kan men ervan afzien afzonderlijke personen,bemanning of technische apparatuur op het beschadigde schip tebrengen voordat er met de berging daarvan, en met name deberging van de gevaarlijke vloeibare lading, begonnen kanworden. Een daling van het risico voor het bergingspersoneelgaat gepaard met een besparing van loonkosten. Doch in hoofd¬zaak zijn hier de ecologische voordelen uitermate belangrijk,aangezien deze uitvinding een oplossing biedt die milieuver¬ontreiniging in grote omvang, met name de gevolgen van in zeeuitgelopen olie en de beschadiging van fauna en flora verre¬gaand vermijdt, en waardoor bovendien de scheepslading behou¬den blijft, de natuurlijke ressourcen beter toegepast engespaard worden. Dure opruimingsmaatregelen op zee, aan dekusten en voor de redding van dieren vallen weg. Daaruitresulteert een hele keten aan uitwerkingen die aanzienlijkekostenbesparingen tot gevolg heeft: door het wegvallen vanschadevergoeding aan verzekerden, wat vervolgens tot eendaling van de verzekeringspremies en dus tot kostenbesparingvoor de scheepseigenaar moet leiden. Ook een daling van detransportkosten kan daaruit resulteren. Meestal zal dank zijeen doelmatige gewichtsontlasting en -verplaatsing, waardoorhet schip makkelijker te stabiliseren en te bergen zal zijn,ook het behoud van het schip tot de positieve resultaten gere¬kend mogen worden. Ook de gebruikte systemen kunnen opnieuwingezet worden en een daling van de kosten om de tanker weergebruiksklaar te maken is gegeven. Het schip wordt ook nietbeschadigd door het grootscheeps opboren van de scheepswanden,zoals het bijvoorbeeld in een welbekend schriftstuk aanbevolenwordt.
De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden toe¬gelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld onder verwij¬zing naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een zijaanzicht van de tanker met in het bijzonderde opstelling van de luiken met de luikdeksels met betrekkingtot de positie van de tanks en van de kiellijn, alsook depositie van de verbindingspijpleidingen tussen de tanksalsmede de positie van de ventiel- en slangenaandrijfinrich-t ingen; fig. 2 geeft een bovenaanzicht van de opstelling'van deafzonderlijke componenten volgens de uitvinding; fig. 3 een in de scheepswand van de tanker aangebrachtluik in gesloten toestand met projectiel en airbag alsook metslangenaandrijfinrichting en slangenpakket; en fig. 4 een zij- en vooraanzicht van een geopend luik tezien met een in werking gestelde ontgrendeling.
Een tankschip met een willekeurige tonnage geraakt in denabijheid van de kust in zeenood en loopt in een klippengebiedin de buurt van een natuurreservaat vast, waardoor het nietmeer bestuurbaar is. Ten gevolge van het ongeluk valt eengroot deel van de bemanning van het tankschip uit en ook demachines hebben het totaal opgegeven. Tevens komt het op hetdek tot een beperkte brand, die echter niet met eigen middelengeblust kan worden. Het scheepspersoneel is gedwongen vanboord te gaan. Nadat ze een voldoende grote en veilige afstandvan het schip hebben bereikt, wordt door een nog inzetbaar enbevoegd lid van de bemanning met behulp van de gecodeerderadiocommando's de middelen van deze uitvinding als volgtingezet:
Een of meerdere luiken 8 worden door middel van een bout 9ontgrendeld en bewegen zich door de voorziene zwaartepuntlig-ging rond een excentrische draadgeleiding 10 naar onderen.Nadat de voorruimte volgelopen is wordt een projectiel 25 inbeweging gezet en wordt een vanglijn 16 naar de open zeegetrokken. Nadat de voorbestemde afstand bereikt is, wordt eenairbag 26 van het projectiel in werking gesteld. De vanglijn16 wordt door de bemanning opgenomen. Tegelijkertijd worden overboord gecatapulteerde drijvende tanks 23 verankerd. Doormiddel van een lier en/of met menselijke spierkracht wordt metde vanglijn 16 de dubbelwandige slang 12, die eventueel ookmet een eigen aandrijving 14 zoals de vanglijn vanaf het schipnaar de open zee in beweging gezet kan worden, naderbijgetrokken en via haar koppelinrichting 13 met de drijvendetank 23 verbonden. En eveneens via radiobevel worden de desbe¬treffende ventielen 4, en indien nodig de overeenkomstigepersgasflessen 27, geopend. Door het zich in de geselecteerdeen voordien door inwerking van microgolven verwarmde·tanksuitbreidende persgas, en eventueel door de in de buitensteslangkamer van de dubbelwandige slang 12 in de richting vanhet tankschip geperste perslucht of exotherm reagerend gas,wordt de tankinhoud in de dubbelwandige slangen in de binnen¬ste slangkamer van de dubbelwandige slang 12, naar buiten goedtegen warmteafgifte geïsoleerd, eventueel door inwerking vanmicrogolven continu verwarmd, tot tegen de drijvende tanksgedrukt, d.w.z. de tankinhoud van de tanker vloeit nagenoegzelfstandig af. Indien nodig, wordt via het pijpleidingssys-teem tussen de afzonderlijke tanks, eveneens met afstandsbe¬diening, de tankinhoud door de eigen persgasflessen naar reedsgeledigde tanks geleid en vandaar uit het tankschip afgepompt.Het spreekt voor zich dat meerdere tanks tegelijkertijd via deeigen ledigingsinrichting in geval van nood geëvacueerd kunnenworden, indien de situatie dat toelaat. Als eerste wordt dietank geledigd, die door de brand het meest gevaar loopt. Allestappen van deze werkwijze kunnen later door de intussen aan¬gekomen reddingsteams voor de nog resterende, niet geledigdetanks toegepast worden. Alle noodzakelijke radiocommando'skunnen eveneens via parallele afstandsbediening uitgaande vanhelicopters, hulpschepen en andere hulpmiddelen gestart enuitgevoerd worden.
De uitvinding heeft dus betrekking op een inrichting incombinatie met het toepassen van een werkwijze, waardoor demogelijkheid bestaat om een tanker met averij als noodmaatre¬gel op afstand te ledigen zonder dat de bemanning, afzonder¬lijke personen of technische apparatuur in de gevaarlijke zone moeten worden gebracht, een probleem waarvoor tot dusver noggeen bevredigende oplossing voor de betrokkenen kon wordengevonden. Deze technische oplossing is zowel voor met nameoudere tankers die al in gebruik zijn bedoeld, maar dan alsbijkomende uitrusting, als voor nieuwe nog te bouwen tankers,waar het dan om een nieuwe uitrusting gaat.

Claims (9)

1. Inrichting voor het ledigen van de tanks van tankschepenin geval van nood, waarbij de scheepswand in de nabijheid vande tanks van het schip is voorzien van openingen en slangver-bindingen, waardoor in geval van nood een transportgoed, eengevaarlijke vloeistof, met name ruwe olie, brandstof en chemi¬sche produkten uit de in zeenood geraakte tanker wordt afge¬voerd, met het kenmerk, dat alle tanks (1) in het schip (2)met persgasflessen (27) uitgerust en via pijpleidingen (3) metelkaar verbonden zijn en dat in de verbindingspijpen (3) opafstand bedienbare ventielen (4) zijn aangebracht, dat er opde scheepswanden (5) in de nabijheid van elke tank (1), bijvoorkeur onder de kiellijn (6), telkens een onder normaleomstandigheden met een deksel (7) waterdicht afgesloten luik(8) is aangebracht, waarvan het deksel (7) een door middel vaneen afstandsbediening bestuurbare ontgrendelingsbout (9) eneen excentrisch aangebrachte draaischarnier (10) bezit, dat inde binnenruimte (11) tussen de tanks (1) en de luikdeksels(8), eventueel ook tussen de tanks (1) zelf, op trommelsgerolde of in zig-zaglagen geplaatst slangen (12) zijn aange¬bracht, waarbij telkens één van de slangen (12) vast met ééntank (1) is verbonden en is voorzien van een koppelinrichting(13), een slangaandrijving (14), een airbag (26) aan hetandere uiteinde van de slang (15) en van een over de gehelelengte van de slang parallel verlopende vanglijn (16), datalternatief de vanglijnen (16) afzonderlijk zijn opgerold; datalle ventielaandrijf- (17), luikontgrendelings- (18) alsmedeslang- en vanglijnaandrijfinrichtingen (14) met externe,onafhankelijk van elkaar bestaande, bij normaal gebruik vanhet schip door het scheepsenergiesysteem steeds vollediggeladen energiebronnen (19), in verbinding staan; dat aan elkeafzonderlijke functie van de verschillende aandrijfinrichtin¬gen (14, 17, 18) een slechts een keer te gebruiken, aparte,gecodeerde radiofrequentie is toegekend; dat in een parallelebedrading (20) met een centraal ontvangststation (21) aanboord voor het overbrengen van alle radiocommandos aan de afzonderlijke aandrijvingen is voorzien, dat katapulteerbarebijboten (22) met lieren, pompen, compressors als averij- enreddingsvlotten en opblaasbare, elastische, vast verankerbareen naar boven te ontluchten drijvende tanks (23) of ballons (24) op het tankschip (2) zijn aangebracht.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat detanks zijn voorzien van een verwarmingssysteem, bij voorkeurop inductieve basis, welk systeem door middel van elektromag¬netische golven in het hoge freguentiegebied microgolvenopwekt, waarbij deze verwarmingsinrichtingen via accumulatorenof generatoren zouden worden bediend.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deventielen (4) van de pijpleidingen (3) naar de tankverbindingen de op afstand bedienbare ontgrendelingsbouten (9) van deluiken (8) zijn voorzien van elektromagnetische, elektropneu-matische, elektrohydraulische en/of pyrotechnische aandrijf-respectievelijk springinrichtingen (17), (18).
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deslangen (12) bestaan uit een elastisch en daarom aan hetvolume en de diameter aanpasbaar materiaal, dubbelwandig enca. 300 m lang zijn.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat debinnenste slangen van de dubbelwandige slangen zijn voorzienvan een draadweefsel/-vlechtwerk/-net waar via geschikteverbindingen een spanning die microgolven opwekt aanlegbaaris.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, datbeide slangomhulsels van de dubbelwandige slangen zowel naarbuiten als naar binnen toe zijn voorzien van een warmtereflec-terende/-isolerende laag.
7. Inrichting volgens conclusie 1, met het Kenmerk, dat devanglijnen (16) van de slangen (12) eveneens ca. 300 m langzijn en bestaan uit een stevig materiaal, bij voorkeur nylon,of uit een dunne staalkabel en dat het uiteinde daarvan eendoor middel van een gaspatroon (14) aangedreven projectiel (25) en een door middel van een afstandsbediening activeerbareairbag (26) bezit.
8. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deexterne energiebronnen (20) voor de ventielaandrijf- (17) enluikontgrendelingsinrichtingen (18) uit elektroaccumulatorenof gaspatronen en voor de slang- en vanglijnaandrijvingen (19)uit gaspatronen bestaan en dat in het geval van een voorzie¬ning via accumulatoren, de aandrijfinrichtingen zelf en deradiosignaalontvangers met de aandrijfinrichtingen via eenafzonderlijk bedradingsnet zijn verbonden.
9. Werkwijze voor het ledigen van de tanks van tankschepenin geval van nood, waarbij de scheepswand in de nabijheid vande tanks van het schip geopend is en het transportgoed, degevaarlijke vloeistof, met name ruwe olie, brandstof, chemi¬sche produkten via een slangverbinding wordt afgevoerd, met het kenmerk, dat door middel van een radiosignaal deluiken (8), die doelmatig in de meest voordelige positie zijngeplaatst, worden geopend, doordat de luikontgrendelings-inrichting (18) van de ontgrendelingsbouten (9) wordt bediend,dat de slangen (12) met de vanglijnen (16) of enkel de vang¬lijnen (16) na het openen van de luiken eveneens door middelvan het zenden van een radiosignaal door hun slangaandrijf-inrichting (14) resp. met gaspatronen in de open zee wordengedreven en daarbij worden afgerold van hun trommel in hetschip, dat nadat een voldoende grote afstand tot descheepsromp is bereikt, opnieuw door radiobesturing de airbags (26) aan het uiteinde van de slangen en de vanglijnen (15) metgas gevuld worden, zodat de uiteinden van de slangen met hunkoppelinrichtingen (13) of de vanglijnen (16) alleen naar hetwateroppervlak getransporteerd worden, dat de slangen (12) metbehulp van hun vanglijnen (16) door bergingsteams van hethulptankschip, van een hulpplatform of -vlot resp. van om heteven welke hulpinrichting opgenomen en aan tanks of tussen-depots, zoals bijvoorbeeld drijvende tanks (23) of ballonnen(24) indien tanks niet direct ter beschikking staan, wordenaangesloten, dat de dubbelwandige slangen (12) door middel vancompressoren, die op bergingseenheden aanwezig zijn, doormiddel van perslucht in de buitenste slangkamer opgeblazen enop de vooraf bepaalde diameter worden gebracht, dat door middel van een verder radiosignaal de ventielen (4), dieovereenkomstig de positie van de beschadigde tanker eenoptimaal ledigen van de aldus gekoppelde tanks (1) mogelijkmaken, in de pijpleidingen (3) door middel van hun ventielaan-drijfinrichting (17) worden geopend, dat door middel van op debergingseenheden aangebrachte compressoren perslucht via debuitenste slangkamers van de slangen (12) in de tanks, alter¬natief gas door middel van de persgasfles (27) die aan iederetank bevestigd is, in de tanks wordt geperst, welke pers¬lucht /welk gas op haar/zijn beurt en in samenwerking, met drie-wegventielen en pompen van de bergingseenheden de tankinhouddoor de binnenste slangkamers van de slangen (12) in dereddingstanks of tussendepots doet stromen, dat tijdens hetafpompproces de induikdiepte van de slangen (12) in het waterdoor het regelen van de verhouding tussen het gewicht van demet de tankinhoud doorstroomde binnenkamer van de slang en deopwaartse druk van de met perslucht gevulde en doorstroomdebuitenkamer van de slang wordt ingesteld.
NL9420006A 1993-06-23 1994-06-14 Inrichting voor het lossen van een op zee in nood verkerend tankschip. NL194038C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4321526 1993-06-23
DE4321526A DE4321526B4 (de) 1993-06-23 1993-06-23 Anordnung und Verfahren zur Tankernotentleerung von in Seenot geratenen Tankschiffen

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9420006A true NL9420006A (nl) 1995-06-01
NL194038B NL194038B (nl) 2001-01-02
NL194038C NL194038C (nl) 2001-05-03

Family

ID=6491459

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9420006A NL194038C (nl) 1993-06-23 1994-06-14 Inrichting voor het lossen van een op zee in nood verkerend tankschip.

Country Status (10)

Country Link
EP (1) EP0655040B1 (nl)
JP (1) JP3539731B2 (nl)
KR (1) KR100302239B1 (nl)
CA (1) CA2140860C (nl)
DE (2) DE4321526B4 (nl)
GR (1) GR3024912T3 (nl)
NL (1) NL194038C (nl)
PL (1) PL174300B1 (nl)
RU (1) RU2143370C1 (nl)
WO (1) WO1995000388A1 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE517018C2 (sv) 2000-06-19 2002-04-02 Cold Cut Systems Svenska Ab Anordning och förfarande för att ta hål i en vägg hos en behållare innehållande farliga gaser
FR2844769A1 (fr) * 2002-09-25 2004-03-26 Environment Technological Grou Installation pour la recuperation d'un fluide polluant contenu dans les cuves d'un navire coule
SG127685A1 (en) * 2002-10-10 2006-12-29 Singapore Technologies Marine A method and apparatus for a replenishment at sea system
DE10323556B4 (de) 2003-05-26 2008-03-20 Thomas Schwalb Verfahren und Anordnung zum Auffangen von unter Wasser austretenden Medien
FR2915729B1 (fr) * 2007-05-04 2009-07-10 Jlmd Ecologic Group Sarl Engin flotant tel qu'un navire equipe de moyens de recuperation de fluide polluant en cas de sinistre, et procede de recuperation de ce fluide
FR2975072B1 (fr) * 2011-05-13 2014-08-08 Jlmd Ecologic Group Procede d'evacuation du liquide d'une cuve d'un navire sinistre
JP6535360B2 (ja) * 2017-04-13 2019-06-26 株式会社シー・オー・シー 艦船用バルブコントロールシステム
CN111071405B (zh) * 2019-12-31 2022-03-04 中国船舶重工集团有限公司第七一0研究所 一种用于水下探测平台回收的放绳机构
CN112339915B (zh) * 2020-10-10 2021-10-19 武汉理工大学 一种海上应急救援过驳系统

Family Cites Families (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB837145A (en) * 1957-10-29 1960-06-09 Schermuly Pistol Rocket App Rocket comprising an inflatable article
US3026545A (en) * 1958-07-31 1962-03-27 Braincon Corp Retrieving vessel and launcher therefor
US3311132A (en) * 1963-10-31 1967-03-28 North British Rubber Co Ltd Liquid conveying pipes
US3286675A (en) * 1964-08-03 1966-11-22 Exxon Research Engineering Co System for unloading tankers
US3417942A (en) * 1965-10-04 1968-12-24 North American Rockwell Projectable structure
US3530868A (en) * 1968-08-12 1970-09-29 Kidde & Co Walter Dynamic pressure sensitive selector
US3530866A (en) * 1969-01-14 1970-09-29 Kidde & Co Walter Expulsion of fluids from containers
DE2013599A1 (de) * 1970-03-21 1971-09-30 Pahl Gummi Asbest Schwimm und Absenkschlauch zum For dem flussiger Medien
US3886612A (en) * 1974-08-29 1975-06-03 Us Navy Man overboard package
GB1592073A (en) * 1977-02-08 1981-07-01 Fmc Corp Fluid loading systems
FR2406605A1 (fr) * 1977-10-21 1979-05-18 Banet Rivet Pierre Procede et dispositif de recuperation d'un fluide contenu dans une enceinte submergee
DE2832211C3 (de) * 1978-07-21 1981-06-11 Gustav Trelenberg KG Schiffahrts-Industriebedarf, 2070 Ahrensburg Vorrichtung zum Abpumpen von Medien zwischen einem Medienträger und einen Wasserfahrzeug
DE2916489A1 (de) * 1979-04-24 1980-11-06 Reinhard Proetzig Anordnung zur aufnahme von oel
DE3026836A1 (de) * 1980-07-16 1982-02-11 LGA Gastechnik GmbH, 5480 Remagen System zur uebergabe von fluessigkeiten auf ein tankschiff oder von einem tankschiff
GB8530592D0 (en) * 1985-12-12 1986-01-22 British Aerospace Open sea transfer of fluids
DE3725307A1 (de) * 1987-07-30 1989-02-09 Siemens Ag Flexible pipeline fuer gasfoermige oder fluessige medien, insbesondere zur verbindung einer unterwasserpipeline mit einer plattform
FR2646826A1 (fr) * 1989-05-11 1990-11-16 Brongniart Pascal Systeme electronique de sauvetage de naufrage tombe accidentellement d'un bateau
NO318172B1 (no) * 1990-01-30 2005-02-14 Advanced Prod & Loading As Lastearrangement for lasting av fluider i et fartoy til havs
US5425323A (en) * 1990-02-19 1995-06-20 Amundsen; Viggo Equipment for recovery of liquid tank cargo from a vessel
DE9010090U1 (de) * 1990-07-03 1990-10-25 Köhler, Fritz, Ing.(grad.), 21493 Schwarzenbek Tankernotentleerung bei verringerter Explosionsgefahr
NO170843C (no) * 1990-10-01 1992-12-23 Odd Sigmund Aalgaard Anordning saerlig for gjenvinning av hydrokarboner eller andre kjemikalier fra tanker i et sunket skip
US5174384A (en) * 1990-10-02 1992-12-29 Herman Walter W Transport unit for fluid or solid materials or devices, and method
US5138964A (en) * 1991-06-03 1992-08-18 William Langford Oil spill control for an oil tanker and method of using same

Also Published As

Publication number Publication date
KR100302239B1 (ko) 2001-11-22
EP0655040A1 (de) 1995-05-31
RU2143370C1 (ru) 1999-12-27
JPH08500794A (ja) 1996-01-30
DE4321526A1 (de) 1995-01-05
RU95108256A (ru) 1997-01-27
NL194038C (nl) 2001-05-03
EP0655040B1 (de) 1997-07-02
GR3024912T3 (en) 1998-01-30
KR950702488A (ko) 1995-07-29
JP3539731B2 (ja) 2004-07-07
PL307436A1 (en) 1995-05-29
DE4321526B4 (de) 2005-08-18
CA2140860C (en) 2005-07-19
DE9490174U1 (de) 1995-04-20
NL194038B (nl) 2001-01-02
WO1995000388A1 (de) 1995-01-05
CA2140860A1 (en) 1995-01-05
PL174300B1 (pl) 1998-07-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3724662A (en) Control of oil pollution at sea, apparatus and method
EP0648176B1 (en) Improvement of life rafts on ships
EP0653994B1 (en) A method of raising objects form the sea bed
KR100397362B1 (ko) 근해구역으로부터탄화수소의생산및/또는로딩/언로딩과운송및또는유정작업을실행하기위한배
NL9420006A (nl) Inrichting en werkwijze voor het ledigen van de tanks van tankschepen die in zeenood verkeren.
EP0469141A1 (en) Shipboard environmental barrier system and method
US6508189B2 (en) Apparatus for providing resistance to cargo spills and terrorism at sea
WO2006100660A1 (en) Submergible storage container and platform
US3146750A (en) Submarine rescue apparatus
RU2134210C1 (ru) Способ подъема судна с донного грунта и его транспортировки
RU2027632C1 (ru) Устройство для транспортировки жидких грузов
BE1022588B1 (nl) Werkwijze en systeem voor het overbrengen van een fluïdum uit een onderwatercontainer
RU2125947C1 (ru) Способ транспортировки груза в водной среде
RU2135389C1 (ru) Способ подъема судна с донного грунта
RU62888U1 (ru) Танкер-химовоз
CA2151880A1 (en) Environmental hazard containment assembly
EP0845064A1 (en) Process for packing of oil booms and boom bag for practising the process
GB2308402A (en) Retaining polluting fluid in damaged containers
PL42129B1 (nl)

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20080101