NL9401392A - Werkwijze voor het vervaardigen van een van een dekfolie voorzien kunststof blad, alsmede met die werkwijze verkregen blad. - Google Patents

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een van een dekfolie voorzien kunststof blad, alsmede met die werkwijze verkregen blad.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof blad, waarop een dekfolie is aangebracht.

Doel van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk blad, alsmede het blad zelf, zodanig dat het dekfolie zich niet alleen op het oppervlak daarvan bevindt, maar zich tevens om de omtreksrand van het blad uitstrekt, zodanig dat tijdens normaal gebruik, bijvoorbeeld als tafelblad, de omtreksrand van het folie onzichtbaar is.

Daartoe verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een van een dekfolie voorzien kunststof blad, welke werkwijze de volgende, in geschikte volgorde uit te voeren stappen omvat: (1) het verschaffen van een spuitgiet-inrichting met een kunststof-plastificeer- en -injectie-inrichting en een matrijs, die ten minste twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare matrijsdelen omvat, welke matrijsdelen in een gesloten eerste uiterste stand een aan de plastificeer- en injectie-eenheid aansluitende vormholte met een aan de vorm van het te vervaardigen blad aangepaste vorm begrenzen, en in een open tweede uiterste stand een gevormde plaat vrijgeven om te worden uitgenomen; (2) het vervaardigen van een dekfolie-preform met een ondersneden omtreksrand-vorm, die is aangepast aan de vorm van het te vervaardigen blad, zodanig dat het dekfolie zich om de omtreksrand van het te vervaardigen blad kan uitstrekken,· (3) het tegen de van de met de kunststof plastificeer- en injectie-inrichting verbonden kunststof toevoeropening afgewende wand van de geopende vormholte brengen van de preform en het door middel van vasthoudmiddelen daarin in positie houden; (4) het sluiten van de vormholte en bekrachtigen van de plastificeer- en injectie-eenheid voor het in de vormholte injecteren van geplastificeerde kunststof, die met de preform kan hechten; (5) het ontdoen van bekrachtiging van de plastificeer- en injectie-eenheid; (6) het in de richting van de tweede uiterste stand bewegen van de matrijsdelen; en (7) het tot een gekozen temperatuur doen afkoelen van het gevormde blad met daaraan gehecht dekfolie, het volledig openen van de vormholte en het uitnemen van het vervaardigde blad.

Bij voorkeur wordt een werkwijze toegepast, omvattende het uitvoeren van stap (4) met polypropeen (PP) als te injecteren kunststof. Met een dergelijke werkwijze kan een superieur blad verkregen worden, terwijl polyvinylchloride (PVC) als kunststof wordt vermeden.

In een verdere uitvoering van de laatstomschreven werkwijze omvat de werkwijze de stappen (9) het uitvoeren van stap (8) en (10) het zodanig uitvoeren van stap (4), dat de vervaardigde plaat een dikte van ten minste 6 mm, bij voorkeur (20 ± 10) mm bezit, welk blad een sandwich-achtige structuur met een schuimkem en gesloten huidplaten omvat.

Deze laatste werkwijze kan bij voorkeur worden uitgevoerd door gebruikmaking van stap (11) het uitvoeren van stap (10) met gebruikmaking van de voorschriften volgens de niet-vóórgepubliceerde Nederlandse Octrooiaanvrage NL-94 01055. Hiermee kan een kwalitatief superieur blad worden vervaardigd met een zeer glad en vlak oppervlak, een grote stijfheid en e<. n zeer geringe gemiddelde dichtheid.

De werkwijze volgens de uitvinding kan met voordeel worden uitgevoerd door toepassing van stap (12) het uitvoeren van stap (2) door het, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een membraanpers, een vacuüm-dieptrekinrichting, of andere geschikte middelen van kunststof-folie vervaardigen van een algemeen omega-vormige basis-preform en het vervolgens, bijvoorbeeld door snijden, verwijderen van een randzone daarvan ter verkrijging van de gewenste ondersneden vorm van de dekfolie-perform.

In een specifieke uitvoering wordt gebruik gemaakt van stap (13) het uitvoeren van stap (4) met compatibele of gelijke kunststoffen voor folie en te injecteren kunststof.

Als alternatief kan gebruik worden gemaakt van stap (14) het uitvoeren van (4) door gebruikmaking van een folie met een daarop aanwezige, naar de vormholte te richten hechtlaag, bijvoorbeeld een warmte-activeerbare kunststof laag, zoals polyetheen (PE).

De dekfolie-preform behoeft niet noodzakelijkerwijze nauwkeurig te passen in de vormholte. Tijdens het injecteren van de verwarmde, geplastificeerde kunststof in de vormholte kan de preform een verweking en een bijbehorende vormverandering ondergaan. In verband daarmee kan de werkwijze volgens de uitvinding plaatsvinden met toepassing van stap (15) het zodanig uitvoeren van stap (2) dat de preform bij de kunststof-injectie in zijn randzone een expansie ondergaat, bijvoorbeeld zodanig dat de ondersnijding wordt vergroot.

Van belang is, dat de preform in de vormholte in positie wordt gehouden. Essentieel is dit in het geval, waarin de betreffende eindwand van de geopende vormholte zich bijvoorbeeld in een verticaal vlak uitstrekt. Gebruik kan in dit verband worden gemaakt van stap (16) het uitvoeren van stap (3) met zuigmiddelen, elektrostatische middelen en/of mechanische middelen als vasthoudmiddelen.

Teneinde de gewenste dimensionering van het eindprodukt met goede nauwkeurigheid te kunnen garanderen, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van stap (17) het dimensioneren van de vormholte volgens stap (1), rekening houdend met de afkoelingskrimp van de geïnjecteerde kunststof. Deze afkoelingskrimp kan bijvoorbeeld in de orde van grootte van 1,6 % bedragen.

Minder kritisch, maar niettemin praktisch is die uitvoering die gebruik maakt van stap (18) het uitvoeren van stap (2) met gebruikmaking van een van een mal deel uitmakend vormvlak, rekening houdend met de afkoelingskrimp van het toegepaste foliemateriaal. Deze afkoelingskrimp kan in de orde van grootte van 1,3 % liggen.

De uitvinding richt zich verder op een kunststof blad, waarop een kunststof dekfolie is aangebracht, welk blad is vervaardigd onder toepassing van de werkwijze volgens één der conclusies 1-11, welke dekfolie zich uitstrekt over een oppervlak van een blad en om de omtreksrand daarvan.

De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Hierin tonen:

Figuur 1, schematische een mal voor het vormen van een basis-preform in dwarsdoorsnede; figuur 2, een dwarsdoorsnede door de randzone van de basis-preform, voorafgaand aan de snijdbewerking in dwarsdoorsnede ,· figuur 3, een met figuur 2 corresponderend aanzicht van de situatie na de snijdbewerking; figuur 4, een sterk geschematiseerde dwarsdoorsnede door spuitgietinrichting; en figuur 5 een dwarsdoorsnede door een blad volgens de uitvinding, dat is vervaardigd met de spuitgietinrichting volgens figuur 4.

Figuur 1 toont schematisch een gekoelde aluminium mal 1 met een vormvlak 2 voor het van een folie 3 vormen van een basis-preform. Daartoe wordt de folie 3 volgens pijlen 4 over het vormvlak 2 gebracht om daar door vacuüm-vormen of andere geschikte techniek in de getoonde vorm te worden gebracht.

Deze basis-preform is het verwijzingsgetal 5 aangeduid.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat de folie niet in verhouding tot zijn werkelijke diepte is getekend. Dit geldt ook voor de verdere figuren.

De preform kan na afkoeling van de mal l onder uitoefening van een betrekkelijk geringe kracht van het ondersneden vormvlak 2 worden verwijderd. Op een geschikt moment, hetzij in de fase waarin de basis-preform nog op het vormvlak 2 bevindt, dan wel in de fase waarin het daarvan als is verwijderd, kan conform figuur 2 door middel van een mes 6 een doorsnijdingsbewerking op de in de doorsnede S-vormige randzone worden uitgevoerd. Zoals figuur 1 toont, is de doorsnede van de basis-preform 5 algemeen omega-vormig. Voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding dient de eind-randzone 8 te worden afgesneden, zodanig dat de in figuur 3 getoonde randzone 9 van de verkregen preform de getoonde, gewenst ondersneden vorm bezit. De eind-randzone wordt volgens pijl 11 afgevoerd. In de figuren 2 en 3 zijn de betreffende bewegingen van het mes 6 met respectievelijk pijlen 12 en 13 aangeduid.

Figuur 4 toont een spuitgietinrichting 14. Deze omvat een kunststof-plastificeer- en -injectieinrichting, waarvan slechts de spuitkop 15 is getoond. Deze spuitkop is via een holte 16, die op zijn beurt aansluit aan een injectiekanaal 17 in matrijshelft 18, aansluitbaar aan de vormholte 19 die mede wordt begrensd door de andere matrijshelft 20. De preform 10 is tegen het oppervlak 21 van de vormholte 19 gebracht en wordt daar in positie gehouden door zuigmiddelen die bestaan uit een aantal geperforeerde of poreuze zones 22, die via leidingen 23 in verbinding staan met een niet-getekende zuigkop.

De scheiding tussen de matrijshelften 18 en 20 kan naar keuze op verschillende niveaus plaatsvinden. Drie mogelijkheden zijn getekend. Deze zijn aangeduid met respectievelijk 24, 25 en 26. De lokatie 24 heeft het nadeel, dat deze zich zichtbaar kan aftekenen in het eindprodukt. In mindere mate is dit met de scheiding 25 het geval. De scheiding 26 zal onzichtbaar zijn, maar heeft weer het nadeel, dat de mogelijke diepte van de ondersnijding beperkt is.

Verder wordt er op gewezen, dat de scheiding 26 het nadeel kan bezitten, dat relatief lang gewacht moet worden totdat de afkoelingskrimp voldoende groot is om het gevormde produkt uit de geopende matrijs te kunnen uitnemen.

Bij het volgens pijlen 27 injecteren van geplastificeerde kunststof, in het bijzonder PP, zal de preform 10 opwarmen en een verwerking ondergaan. Daardoor kan onder invloed van de druk van de geïnjecteerde kunststof de randzone 7 volgens pijlen 28 tegen de omtrekswand van de vormholte 19 worden gedrukt.

Figuur 5 ten slotte toont en gereed blad 28, omvattende een PP basisblad 29, waarop een dekfolie 30 is aangebracht, zodanig dat zich om de omtreksrand 30 daarvan uitstrekt.

De aandacht wordt er op gevestigd, dat de hechting tussen de geïnjecteerde kunststof en de folie op verschillende wijzen verzekerd kan zijn. Bijvoorbeeld kan gebruik worden gemaakt van folie met een daaraan aanwezige hechtlaag, of een warmte-activeerbare lijm.

Claims (12)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een van een dekfolie voorzien kunststof blad, welke werkwijze de volgende, in geschikte volgorde uit te voeren stappen omvat: (1) het verschaffen van een spuitgiet-inrichting met een kunststof-plastificeer- en -injectie-inrichting en een matrijs, die ten minste twee ten opzichte van elkaar verplaatsbare matrijsdelen omvat, welke matrijsdelen in een gesloten eerste uiterste stand een aan de plastificeer- en injectie-eenheid aansluitende vormholte met een aan de vorm van het te vervaardigen blad aangepaste vorm begrenzen, en in een open tweede uiterste stand een gevormde plaat vrijgeven om te worden uitgenomen; (2) het vervaardigen van een dekfolie-preform met een ondersneden omtreksrand-vorm, die is aangepast aan de vorm van het te vervaardigen blad, zodanig dat het dekfolie zich om de omtreksrand van het te vervaardigen blad kan uitstrekken,· (3) het tegen de van de met de kunststof plastificeer- en injectie-inrichting verbonden kunststof toevoeropening afgewende wand van de geopende vormholte brengen van de preform en het door middel van vasthoudmiddelen daarin in positie houden; (4) het sluiten van de vormholte en bekrachtigen van de plastificeer- en injectie-eenheid voor het in de vormholte injecteren van geplastificeerde kunststof, die met de preform kan hechten; (5) het ontdoen van bekrachtiging van de plastificeer- en injectie-eenheid; (6) het in de richting van de tweede uiterste stand bewegen van de matrijsdelen; en (7) het tot een gekozen temperatuur doen afkoelen van het gevormde blad met daaraan gehecht dekfolie, het volledig openen van de vormholte en het uitnemen van het vervaardigde blad.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende stap: (8) het uitvoeren van stap (4) met polypropeen (PP) als te injecteren kunststof.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende de stappen: (9) het uitvoeren van stap (8) en (10) het zodanig uitvoeren van stap (4), dat de vervaardigde plaat een dikte van ten minste 6 mm, bij voorkeur (20 +) 10 mm bezit, welk blad een sandwich-achtige structuur met een schuimkera en gesloten huidplaten omvat.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, omvattende (11) het uitvoeren van stap (10) met gebruikmaking van de voorschriften volgens de niet-voorgepubliceerde Nederlandse Octrooiaanvrage NL-94 01055.

5. Werkwijze volgens conclusie l, omvattende: (12) het uitvoeren van stap (2) door het, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een membraanpers, een vacuüm-dieptrekinrichting, of andere geschikte middelen, van kunststof-folie vervaardigen van een algemeen omega-vormige basis-preform en het vervolgens, bijvoorbeeld door snijden, verwijderen van een randzone daarvan ter verkrijging van de gewenste ondersneden vorm van de dekfolie-perform.

6. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende: (13) het uitvoeren van stap (4) met compatibele of gelijke kunststoffen voor folie en te injecteren kunststof.

7. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende: (14) het uitvoeren van stap (4) door gebruikmaking van een folie met een daarop aanwezige, naar de vormholte te richten hechtlaag, bijvoorbeeld een warmte-activeerbare kunststof laag, zoals polyetheen (PB).

8. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende (15) het zodanig uitvoeren van stap (?' dat de preform bij de kunststof-injectie in zijn randzone een expansie ondergaat, bijvoorbeeld zodanig dat de ondersnijding wordt vergroot.

9. Werkwijze volgens conclusie l, omvattende de stap: (16) het uitvoeren van stap (3) met zuigmiddelen, elektrostatische middelen en/of mechanische middelen als vasthoudmiddelen.

10. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stap: (17) het dimensioneren van de vormholte volgens stap (1), rekening houdend met de afkoelingskrimp van de geïnjecteerde kunststof.

11. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stap: (18) het uitvoeren van stap (2) met gebruikmaking van een van een mal deel uitmakend vormvlak, rekening houdend met de afkoelingskrimp van het toegepaste foliemateriaal.

12. Kunststof blad, waarop een kunststof dekfolie is aangebracht, welk blad is vervaardigd onder toepassing van de werkwijze volgens één der conclusies l-ll, welke dekfolie zich uitstrekt over een oppervlak van een blad en om de omtreksrand daarvan.