NL9400067A - Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen. - Google Patents

Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen. Download PDF

Info

Publication number
NL9400067A
NL9400067A NL9400067A NL9400067A NL9400067A NL 9400067 A NL9400067 A NL 9400067A NL 9400067 A NL9400067 A NL 9400067A NL 9400067 A NL9400067 A NL 9400067A NL 9400067 A NL9400067 A NL 9400067A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flowers
conveyor belt
coupled
bundling
members
Prior art date
Application number
NL9400067A
Other languages
English (en)
Inventor
Wilhelmus Henricus Joh Janssen
Original Assignee
Janssen Wilhelmus H J
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Janssen Wilhelmus H J filed Critical Janssen Wilhelmus H J
Priority to NL9400067A priority Critical patent/NL9400067A/nl
Priority to DE69532930T priority patent/DE69532930D1/de
Priority to DE69530238T priority patent/DE69530238T2/de
Priority to EP95200065A priority patent/EP0672341B1/en
Priority to EP99200913A priority patent/EP0931450B1/en
Priority to AT95200065T priority patent/ATE192015T1/de
Priority to AT99200913T priority patent/ATE264608T1/de
Priority to AT99200912T priority patent/ATE235803T1/de
Priority to DE69516447T priority patent/DE69516447T2/de
Priority to EP99200912A priority patent/EP0930002B1/en
Publication of NL9400067A publication Critical patent/NL9400067A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling
    • A01G5/02Apparatus for binding bouquets or wreaths
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G5/00Floral handling

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Basic Packing Technique (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)
  • Sorting Of Articles (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Peptides Or Proteins (AREA)
  • Packaging Of Special Articles (AREA)
  • Cultivation Of Plants (AREA)

Description

Korte aanduiding : Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen voorzien van een gestel en een in het gestel aangebrachte, tijdens bedrijf in een in hoofdzaak horizontaal vlak rondlopende transportband, waaraan steunorganen zijn gekoppeld voor het ondersteunen van de bloenen en waarbij de steunorganen ten opzichte van de transportband in het in hoofdzaak horizontale vlak heen en weer beweegbaar zijn voor het af geven van de bloemen aan een van enkele achter elkaar opgestelde bundel stations.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0449386. Bij deze bekende inrichting zijn de steunorganen tegen de werking van met de steunorganen gekoppelde veren in telescopisch verschuifbaar ten opzichte van aan de transportband bevestigde dragers. Daarbij zijn wissels en geleidingsplaten aangebracht, die samenwerken met aan de steunorganen aangebrachte nokken om de steunorganen op gewenste plaatsen ten opzichte van de transportband in een van de transportband afgekeerde richting te kunnen verschuiven. Na het passeren van een geleidingsplaat met behulp waarvan een steunorgaan ten opzichte van de transportband is verschoven zal het steunorgaan met behulp van de met het steunorgaan verbonden veer weer worden teruggetrokken in de richting van de transportband. Deze bekende constructie is gecompliceerd van opbouw, terwijl grote schade kan ontstaan, indien een ten opzichte van de transportband naar buiten verplaatst steunorgaan tengevolge van een of andere storing aanloopt tegen een ander deel van de inrichting.
Een verder nadeel van deze bekende inrichting is, dat het steunorgaan na het passeren van een desbetreffende geleidingsplaat door de veer snel wordt teruggetrokken, waardoor het steunorgaan op ruwe wijze langs de bloemsteel en de onderkant van de bloem schuift, hetgeen tot ongewenste beschadiging van de bloemen kan leiden.
Volgens de uitvinding zijn nu de steunorganen voor het ondersteunen van de bloemen met de transportband gekoppeld met behulp van paral!elogrammechanismes, met ieder waarvan een stuurarm is verbonden, die kan samenwerken met ter hoogte van de bundel stations opgestelde aanslagen, die ieder instelbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de desbetreffende aanslag in de baan van de stuurarm is gelegen en een tweede stand, waarin de desbetreffende aanslag buiten de baan van de stuurarm is gelegen.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een eenvoudige opbouw van de inrichting worden verkregen, waarbij het een steunorgaan met de transportband verbindend mechanisme zonder veer en zonder eventuele buffer om een snelle terugtrekbeweging te dempen, kan worden uitgevoerd. Verder is er voor het ten opzichte van de transportband naar buiten bewegen van de steunorganen slechts weinig energie benodigd, daar geen veren behoeven te worden gespannen. Verder zal het steunorgaan, indien dit in een ten opzichte van de transportband naar buiten verplaatste stand met een of ander onderdeel van de inrichting in aanraking komt zonder meer weer kunnen terugzwenken naar een nabij de transportband gelegen stand.
Bij een inrichting volgens bovengenoemde soort, waarbij bij een bundel station een in een in hoofdzaak verticaal vlak rondlopende transportband is aangebracht waaraan een aantal vorkvormige organen om horizontale draaiingsassen zijn gekoppeld zijn volgens de uitvinding aan de draaibare vorkorganen gewichten gekoppeld, zodanig, dat deze gewichten trachten de vorkorganen in een horizontale stand te houden.
Bij toepassing van een dergelijke constructie zijn er geen mechanische geleidingsmiddelen noodzakelijk om de vorkvormige organen in een horizontale stand te houden, hetgeen de opbouw van de inrichting volgens de uitvinding ten opzichte van de bekende inrichtingen aanzienlijk vereenvoudigd.
Volgens een verder aspect heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het bundelen van bloemen, voorzien van middelen met behulp waarvan een aantal bloemen nabij elkaar kunnen worden opgesteld alsmede van middelen voor het aanbrengen van bindmiddelen om de stelen van de bloemen voor het vormen van een samenhangende bos bloemen.
Veelal worden bij de bekende inrichtingen bindinrichtingen toegepast met behulp waarvan elastiek om de stelen van de bloemen wordt gewikkeld. Deze elastiek verwerkende bindinrichtingen zijn echter groot in omvang, waardoor veel ruimte benodigd is. Verder is het knoopmechanisme van deze bekende inrichtingen gevoelig voor vervuiling door bladresten en dergelijke, zodat bij gebruik van dergelijke bindinrichtingen veel storingen optreden. Een verder nadeel is nog, dat het gebruik maken van elastiek milieu vervuilend werkt.
Volgens de uitvinding is nu de inrichting voorzien van toevoer-organen voor het toevoeren van een tweetal binddraden, alsmede van een tweetal naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare meeneemorganen van de draad met behulp waarvan de beide binddraden naar elkaar toe kunnen worden bewogen, terwijl een van deze meeneemorganen een draaibare schijf ondersteunt, die is voorzien van doortochten waardoor de binddraad kan worden gevoerd.
Bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan gebruik worden gemaakt van binddraden, waarvan delen kunnen worden ingebracht in de in de draaibare schijf aangebrachte doortochten, waarna deze delen van de binddraad door draaiing van de schijf om elkaar kunnen worden gedraaid voor het krijgen-van een hechte verbinding tussen de draden onderling en een goede aantrekking van de draden om de stelen van de bloemen voor het in een bos bijeenhouden van de bloemen. Daarbij kan het zo gerealiseerde bindmechanisme een beknopte opbouw hebben.
Volgens een verder aspect van de uitvinding is een inrichting voor het bundelen van bloemen voorzien van een grijporgaan voor het grijpen van een bos bloemen, welk grijporgaan zowel om een althans nagenoeg loodrecht staande draaiingsas als om een althans nagenoeg horizontaal verlopende draaiingsas verzwenkbaar is. Met behulp van een dergelijk grijporgaan kan een gebundelde bos bloemen, waarvan de stelen zich in hoogte-richting uitstrekken, worden gegrepen en horizontaal worden afgelegd op bijvoorbeeld een transportband of dergelijke, zodat een gelijkmatige en de bloemen sparende afvoer van de gebundelde bloembossen kan worden bewerkstelligd.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van schematisch in bijgaande figuren weergegeven onderdelen van de inrichting volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een bovenaanzicht op een deel van een rondlopende transportband met daaraan gekoppelde steunorganen voor bloemen.
Figuur 2 toont een zijaanzicht op figuur 1.
Figuur 3 toont een bovenaanzicht op de transportband ter plaatse van een omleidwiel voor de transportband in de nabijheid waarvan middelen zijn aangebracht voor het meten van de dikte van de steel alsmede voor het meten van de lengte van de steel.
Figuur 4 toont een zijaanzicht op figuur 3.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht op een deel van de transportband in de nabijheid van een bundel station waar een in een in hoofdzaak verticaal vlak bewegende, vorkvormige organen ondersteunende transportband is opgesteld.
Figuur 6 toont een zijaanzicht op een eindloze transportband met door de transportband ondersteunde vorkvormige organen.
Figuur 7 toont een bovenaanzicht op figuur 6.
Figuur 8 toont schematisch een fase van het tot een bundel samenvoegen van een aantal bloemen.
Figuur 9 toont een zijaanzicht op figuur 8.
Figuren 10 en 11 tonen een tweetal verdere fasen van het tot een bos samenbundelen van een aantal bloemen.
Figuur 12 toont een aanzicht op een draaibare schijf voor het samendraaien van een tweetal binddraden met aandrijfmiddelen voor deze schijf.
Figuur 13 toont het mechanisme voor het toevoeren en naar elkaar toebewegen van binddraden.
Figuur 14 toont een zijaanzicht op figuur 13.
Figuur 15 toont schematisch een bovenaanzicht op delen van figuur 13.
Figuur 15 toont schematisch de in figuur 15 weergegeven onderdelen in de stand tijdens het bundelen van een aantal bloemen.
Figuur 17 toont een aanzicht op enige delen van het in figuur 13 weergegeven mechanisme.
Figuur 18 toont schematisch het grijpen van een tot een bos gebundeld aantal bloemen door een grijporgaan.
Figuur 19 toont schematisch een bovenaanzicht op het grijporgaan met middelen voor het verstellen van het grijporgaan.
Figuur 20 toont een met figuur 19 overeenkomend bovenaanzicht waarin de verschillende onderdelen een andere stand innemen.
Figuur 21 toont een zijaanzicht op figuur 20.
Figuur 22 toont schematisch het mechanisme met behulp waarvan het grijporgaan om zowel een horizontale als een verticale as verzwenkbaar is.
Figuur 23 toont een zijaanzicht op figuur 22.
De inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen omvat een niet nader weergegeven gestel waarin enige om verticale draaiingsassen 1 (figuur 3) draaibare omleidwielen 2 zijn gelegerd. De omleidwielen 2 dienen voor het geleiden van een in een horizontaal vlak rondlopende transportband 3. De transportband 3 kan daarbij worden gevormd door een eenvoudige gladde, bijvoorbeeld uit kunststof of rubber of dergelijk materiaal vervaardigde band 3, hetgeen leidt tot een geruisarme constructie.
Op regelmatige afstand van elkaar zijn aan de transportband 3 steunen 4 bevestigd. Aan de steunen 4 zijn met behulp van zich verticaal uitstrekkende scharnierassen 5 en 6 de uiteinden gekoppeld van een tweetal armen 7 en 8. De van de scharnierassen 5 en 6 afgekeerde uiteinden van de armen 7 en 8 zijn met behulp van zich evenwijdig aan de scharnierassen 5 en 6 uitstrekkende scharnierassen 9 resp. 10 gekoppeld met een steunorgaan 11 waarin een aan een einde open sleufgat 12 is aangebracht. De scharnierassen 5, 6 en 9, 10 zijn gelegen in de hoekpunten van een parallelogram zoals in het bijzonder uit de figuren 1 en 3 duidelijk zal zijn. Zoals verder in het bijzonder uit figuren 2-4 duidelijk zal zijn zijn de steunorganen 11 bestemd voor het ondersteunen van bloemen 13, waarbij iedere bloem 13 met de hand aan een steunorgaan 11 kan worden opgehangen door de steel van de bloem 13 in het sleufgat 12 te schuiven, zodanig, dat de knop van de bloem 13 bovenop het steunorgaan komt te rusten.
Aan iedere scharni eras 5 zijn nog een tweetal een stompe hoek met elkaar insluitende stuurarmen 14 en 15 bevestigd, waarvan het doel hieronder nog nader zal worden uiteengezet.
Tijdens bedrijf wordt de eindloze transportband 3 aangedreven in de richting volgens pijl A. De bloemen 13 worden daarbij tijdens bedrijf in de steunorganen 11 opgehangen in een punt bovenstrooms van de omleidschijf 2, dus gezien in figuur 3 aan die steunorganen 11, die zijn gelegen bij het bovenste part van de transportband 3.
Ter hoogte van het omleidwiel 2 is een zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan de draaiingsas 1 van het omleidwiel 2 opgestelde as 16 aangebracht, die nabij zijn boveneinden zodanig is ondersteund door een met het gestel van de inrichting verbonden kantelbaar leger 17, dat de as 16 ter hoogte van dit leger 17 om een denkbeeldige horizontale as 18 verzwenk-baar is. Verder is de as 16 nabij zijn ondereinde gelegerd in een kantel- baar leger 19, zodanig, dat ook hier de as 16 om een denkbeeldige horizontale as 20 ten opzichte van het leger 19 verzwenkbaar is.
Tussen de uiteinden van de as 16 is aan de as 16 riemschijf 21 bevestigd, die met behulp van een gekruiste riem 22 is gekoppeld met een aan de as 1 bevestigde riemschijf 23, die dus samen met de omleidschijf 2 ronddraait tijdens bedrijf.
Aan het ondereinde van de as 16 is een wiel 24 bevestigd. In hetzelfde vlak met het wiel 24 is een verder om een zich omhoog uitstrekkende draaiingsas draaibaar wiel 25 opgesteld, dat wordt ondersteund door een aan het gestel bevestigde arm 26.
Het zal duidelijk zijn, dat het wiel 24 door de snaar 22 in de richting van het wiel 25 wordt getrokken.
Aan de legers 17 en 19 zijn uitstekende armen 27 bevestigd. Tussen de van de legers 17 en 19 afgekeerde uiteinden van de armen 27 is een verbindingsorgaan 28 gekoppeld, dat ten opzichte van de armen 27 verzwenkbaar is om zich evenwijdig aan de assen 18 en 19 uitstrekkende assen 29 en 30, die met de assen 18 en 19 in de hoekpunten van een parallelogram zijn gelegen.
Aan het uiteinde van de onderste arm 27 is een meetvaan 31 bevestigd, die tegenover een vast met het gestel verbonden sensor 32 is gelegen.
Tijdens transport van de door de steunorganen 11 ondersteunde bloemen zullen de stelen van de bloemen tussen de beiden in een vlak gelegen wielen 24 en 25 doorbewegen, waardoor het wiel 24, afhankelijk van de dikte van de steel over een zekere afstand van de schijf 25 zal worden weggedrukt. Het zal duidelijk zijn, dat hierdoor ook de afstand tussen de meetvaan 31 en de sensor 32 wordt gewijzigd, tengevolge waarvan door de sensor een signaal wordt afgegeven in overeenstemming met de dikte van de steel.
Verder zijn ter hoogte van het omleidwiel 2 een aantal boven elkaar opgestelde sensors 33 aangebracht met behulp waarvan op op zichzelf bekende wijze de lengte van de steel van een bloem 13 wordt gemeten. De gemeten dikte en/of lengte van de steel wordt gebruikt voor het zodanig programmeren van een besturingsmechanisme van de inrichting, dat iedere bloem wordt afgegeven in een gewenst bundel station van een aantal, benedenstrooms van het omleidwiel 2 langs de transportband 3 achter elkaar opge stelde bundel stations.
Zoals in het bijzonder is weergegeven in de figuren 5-7 is bij ieder bundelstation een in een verticaal vlak rondlopende eindloze transportband 34 opgesteld, die is geleid om een tweetal omleidwielen 35, die om horizontale assen 36 draaibaar zijn. De assen 36 strekken zich althans nagenoeg evenwijdig aan de lengterichting van de transportband 3 uit, waarbij de transportband 34 zich loodrecht op de lengterichting van de transportband 3 uitstrekt.
Aan de transportband 34 zijn op regelmatige afstand van elkaar dragers 38 bevestigd. In de van de transportband 34 afgekeerde uiteinde van de dragers 38 zijn zich horizontaal uitstrekkende assen 39, die zich evenwijdig aan de assen 36 uitstrekken, vrij draaibaar gelegerd. Aan een uiteinde van iedere as 39 is een vorkvormig orgaan 40 bevestigd, dat is opgebouwd uit een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende tanden 41 waarvan de vrije, van de as 39 afgekeerde uiteinden enigszins in een van elkaar afgekeerde richting zijn afgebogen.
Aan het andere uiteinden van iedere as 39 is een gewicht 42 bevestigd. Tijdens bedrijf zal de transportband 34 zodanig worden aangedreven, dat gezien in figuur 6 het bovenpart van de transportband beweegt in een richting volgens de pijl B. Het zal duidelijk zijn, dat bij de door de aandrijving van de eindloze transportband 34 bewerkstelligde verplaatsing van de vorkvormige organen 40 deze vorkvormige organen 40 steeds in de in figuur 6 weergegeven horizontale stand zullen worden gehouden door de aan de assen 39 bevestigde, onder de assen 39 uitstekende gewichten 42.
Gerekend in de verpl aatsingsrichting van de eindloze transportband 3 in de richting volgens pijl A is op enige afstand bovenstrooms van iedere, deel van een bundelstation uitmakende transportband 34 een in hoogterichting verstelbare aanslag of sorteerpen 43 opgesteld (figuur 2). Daarbij is de sorteerpen 43 verstelbaar tussen een eerste in figuur 2 weergegeven stand, waarin de sorteerpen ligt in de baan van de stuurarm 15, en een tweede stand, waarin de sorteerpen 43 buiten de baan van de stuurarm 15 is gelegen.
Verder zijn ter hoogte van iedere transportband 34 nabij de transportband 3 een aantal verdere in hoogterichting verstelbare aanslagen of sorteerstiften 44, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld vier, op regelmatige afstand van elkaar opgesteld. Stroomafwaarts van deze vier in hoogterichting verstelbare sorteerstiften 44 is nog een vast opgestelde sorteerstift 45 aangebracht. De afstand tussen deze sorteerstift 45 en de het dichtst bij deze sorteerstift 45 gelegen sorteerstift 44 is gelijk aan de onderlinge afstand tussen de sorteerstiften 44.
Op enige afstand stroomafwaarts van de vast opgestelde sorteerstift 45 is nog een geleidingswiel 46 opgesteld.
Indien een met behulp van de transportband 3 verplaatste bloem in een bepaald bundel station moet worden afgegeven zal de bij dit bundel-station behorende sorteerstift 43 of aanslag met behulp van het be-sturingsmechanisme van de inrichting vanuit een buiten de baan van de stuurarm 15 gelegen stand worden verplaatst naar de in figuur 2 weergegeven, in de baan van de stuurarm 15 gelegen stand. Dientengevolge zal de stuurarm 15 aanlopen tegen de desbetreffende sorteerstift 43 en met behulp van de sorteerstift 43 vanuit de in het midden van figuur 1 in gestippelde lijnen weergegeven stand worden verzwenkt naar de hier met getrokken lijnen weergegeven stand. Dientengevolge zal het de desbetreffende bloem dragende steunorgaan met behulp van het parallelogrammechanisme 5-10 worden verzwenkt vanuit een stand, waarin het steunorgaan dicht bij de transportband 3 is gelegen naar een stand waarin het steunorgaan op enige afstand van de transportband 1 is gelegen, terwijl daarbij de armen 7 en 8 zich althans nagenoeg loodrecht op de transportband 3 uitstrekken (figuur 1).
De door een zo uitgestoken steunorgaan 11 ondersteunde bloem 13 wordt dan verplaatst in een baan, die in het verlengde ligt van de opening tussen de benen 41 van een vorkvormig orgaan 40, dat het dichtst bij de transportband 3 is gelegen, dus ongeveer in een vlak door de beide assen 36 van de eindloze transportband 34, zoals weergegeven in figuur 6.
Het steunorgaan 11 wordt daarbij, zoals in het bijzonder uit het rechter gedeelte van figuur 2 blijkt, aanvankelijk over de benen 41 van het desbetreffende vorkvormige orgaan 40 verplaatst, zodat de steel van de desbetreffende bloem 13 in de spieetvormige, door de benen 41 van het vorkvormige steunorgaan begrensde opening wordt geschoven.
Indien het gaat om een eerste in het desbetreffende vorkvormige steunorgaan gebrachte bloem zullen alle stiften 44 in een teruggetrokken stand zijn gehouden zodat deze stiften niet in de bewegingsbaan van de stuurarm 14 zullen zijn gelegen. De stuurarm zal dan op een gegeven moment in aanraking komen met de vaste aanslag 45, welke een zekere verzwenking bewerkstelligt van het het steunorgaan 11 ondersteunende parallelogrammechanisme, een en ander zodanig, dat het steunorgaan onder de desbetreffende bloem wordt uitgetrokken en de bloem komt te rusten op de benen 41 van het vorkvormige steunorgaan 40.
Vervolgens zal de stuur arm 14 in aanraking komen met het ge-leidingswiel 46, met behulp waarvan wordt bewerkstelligd, dat de armen 7 en 8 van het het steunorgaan 11 ondersteunende parallelogrammechanisme weer tegen de verplaatsingsrichting van de transportband 3 worden terugverzwenkt naar een stand, waarin de armen 7 en 8 zich althans nagenoeg evenwijdig aan de lengterichting van de transportband uitstrekken.
Indien een volgende bloem moet worden afgegeven aan het vorkvormige steunorgaan 40 zal de bovenbeschreven werking praktisch identiek zijn, met dit verschil, dat dan de het dichtst bij de vast opgestelde aanslagstift 45 gelegen sorteerstift 44 wordt verplaatst in een stand, waarin deze sorteerstift 44 in de bewegingsbaan van de stuurarm 14 is gelegen, zodat het desbetreffende steunorgaan 11, dat de tweede bloem ondersteunt, eerder uit een boven het vorkvormige orgaan 40 gelegen stand wordt teruggetrokken dan het steunorgaan, dat de eerste bloem in het vorkvormige orgaan 40 heeft gebracht. Dit gaat zo door totdat een vijftal bloemen in het vorkvormige orgaan 40 (of meer of minder indien gewenst) zijn geplaatst.
In de praktijk is gebleken, dat geen veren of dergelijke nodig zijn om het het steunorgaan 11 ondersteunende parallelogrammechanisme in de ene of de andere gewenste stand te houden.
Daar het parallelogrammechanisme verder zodanig is uitgevoerd, dat de armen vanuit de uitgestoken stand van het steunorgaan 11 ten opzichte van de band in een richting tegengesteld aan de verplaatsingsrichting van de band tijdens bedrijf kunnen worden verzwenkt kan het steunorgaan gemakkelijk uitwijken, indien dit steunorgaan in de uitgestoken stand met een of ander obstakel in aanraking zal komen, zodat een gevaar van vastlopen en/of beschadigen van onderdelen van de machine wordt vermeden.
Indien een gewenst aantal bloemen aan een vorkvormig orgaan is afgegeven zal de transportband 34 over een stap in de richting volgens pijl B worden verplaatst, zodat het met bloemen beladen vorkvormige orgaan uit de bewegingsbaan van door uitgestoken ondersteuningsorganen 11 ondersteunde bloemen wordt gebracht en in deze bewegingsbaan een leeg vorkvormig orgaan wordt opgesteld om opnieuw met bloemen te worden gevuld.
Voor het bundelen van door een aantal naast elkaar gelegen vorkvormige organen 40 ondersteunde bloemen 13 wordt gebruikt gemaakt van een tweetal binddraden 47 en 47', die in tegengestelde richtingen (figuur 8) volgens pijl C resp. D kunnen worden verplaatst met behulp van rollen 48 en 48', waarbij althans een van de rollen 48 en een van de rollen 48' aan te drijven is met behulp van een omkeerbare motor 48'1 (figuur 13). Zoals verder uit figuur 8 duidelijk zal zijn zijn de naar elkaar toegekeerde einden van de draden 47 en 47' met elkaar verbonden doordat deze uiteinden een aantal slagen om elkaar zijn gewikkeld.
Verder zal uit figuren 5, 8, 10 en 11 duidelijk zijn, dat de met elkaar gekoppelde uiteinden van de draden 47 en 47' geleidelijk door de met behulp van de vorkvormige organen 40 ondersteunde bloemen zullen worden meegenomen in de verplaatsingsrichting van de vorkvormige organen volgens pijl B.
Indien een gewenst aantal door een aantal vorkvormige organen toegevoerde bloemen tussen de meegenomen uiteinden van de binddraden 47 en 47' zijn gelegen, in het weergegeven geval de door een viertal vorkvormige organen ondersteunde bloemen, worden de binddraden 47 en 47' aan de van de met elkaar verbonden einden van de binddraden afgekeerde zijde van de bos bloemen naar elkaar toebewogen met behulp van meeneemorganen 49 en 49' en daar weer met elkaar verbonden door de zo bij elkaar gebrachte delen van de binddraden 47 en 47‘een aantal slagen om elkaar te draaien met behulp van een hieronder nader te omschrijven mechanisme, dat een draaibare schijf 50 omvat (figuur 12).
Zoals nader in figuur 13 is weergegeven zijn de beide meeneemorganen 48 en 49 bevestigd aan de boveneinden van armen 51 resp. 52, die nabij hun ondereinden met behulp van horizontale scharnierassen 53 resp. 54 scharnierend zijn bevestigd aan een gesteldeel 55. Daarbij zijn de armen 51 en 52 om de scharnierassen 53 en 54 met behulp van een verstel cylinder 56 naar elkaar toe en van elkaar af verzwenkbaar, zoals aangeduid met behulp van pijlen E en F.
Het gesteldeel 55 is met behulp van een horizontale en zich loodrecht op de scharnierassen 53 en 54 uitstrekkende scharnieras 57 verzwenkbaar met het gestel van de inrichting verbonden. Daarbij kan het gestel deel 55 ten opzichte van het gestel van de inrichting om de scharnieras 57 worden verzwenkt met behulp van een verstel cylinder 58, zoals in het bijzonder schematisch in figuur 14 is weergegeven.
In het meeneemorgaan 49 is de draaibare schijf 50 gelegerd, zodanig, dat deze schijf om zijn zich evenwijdig aan de assen 53 en 54 uitstrekkende hartlijn ten opzichte van het meeneemorgaan verdraaibaar is. Zoals in het bijzonder uit figuur 12 blijkt is in de schijf 50 een S-vormige doortocht 59 aangebracht, die via een intrede-opening 60 vanaf de buitenzijde van de schijf 50 toegankelijk is.
De schijf 50 is aan zijn buitenomtrek voorzien van een ver-tanding, die in ingrijping is met een langs een deel van de omtrek van de schijf 50 geleide ketting 61. De ketting 61 is verder geleid langs een tweetal door het meeneemorgaan 48 ondersteunde geleidingswielen 62 en verder gevoerd om een om de as 54 draaibaar kettingwiel 63.
De ketting 61 kan heen en weer worden bewogen, zoals aangeduid met behulp van pijl G, met behulp van een tussen de ketting 61 en de arm 52 aangebrachte verstel cylinder 64. De uitvoering is daarbij zodanig, dat bij de uitgaande slag van de verstelcylinder 64 de schijf 50, gezien in figuur 13 over een aantal omwentelingen tegengesteld aan de wijzers van de klok om zijn draaiingsas zal worden verdraaid, terwijl bij de ingaande slag van de verstelcylinder 64 de schijf 50 over hetzelfde aantal omwentelingen in de richting van de wijzers van de klok zal worden verdraaid.
Aan het meeneemorgaan 48 is met behulp van een zich evenwijdig aan de draaiingsas van de schijf 50 uitstrekkende as 65 een hefboom 66 gekoppeld. Het nabij de schijf 50 gelegen uiteinde van de hefboom 66 is voorzien van een meskant 67. Het andere uiteinde van de hefboom 66 is gekoppeld met een uiteinde van een koppelstang 68, die in zijn lengterichting verschuifbaar is opgenomen in een aan de arm 52 bevestigd leger 69. Aan de koppelstang 69 is met behulp van een wrijvingskoppeling een om een zich evenwijdig aan de scharnieras 54 uitstrekkende draaiingsas 70 draaibaar kettingwiel 71 bevestigd.
Indien met behulp van de vorkvormige organen bloemen worden verplaatst in de richting volgens pijl B zullen de met elkaar verbonden uiteinden van de stapsgewijs met behulp van de rollen 48 en 48' verplaatste binddraden 47 en 47' worden meegenomen, waarbij de binddraad 47' via de opening 60 in de S-vormige doortocht 59 wordt geduwd. De binddraad 47 wordt geduwd in V-vormige inkepingen 72, die zijn gevormd door een tweetal deel van het meeneemorgaan 49 uitmakende zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende platen 73 waartussen bij het naar elkaar toe bewegen van de meeneem-organen 49 en 49' het meeneemorgaan 49 althans gedeeltelijk kan worden opgenomen. Indien een gewenst aantal bloemen is aangevoerd kunnen de beide meeneemorganen 49 en 49' met de door deze meeneemorganen ondersteunde rollen 48 en 48' en de schijf 50 naar elkaar toe worden bewogen. De be-wegingsbaan van de meeneemorganen 49 en 49' kan daarbij aangepast worden aan de grootte van de te vervaardigen bos bloemen. Door verzwenking van de de meeneemorganen 49 en 49' ondersteunende armen 51 en 52 om de scharnieras 57.
Bij het naar elkaar toe bewegen van de meeneemorganen 49 en 49' zal ook de binddraad 47 via de opening 60 in de S-vormige doortocht 59 worden geschoven, zoals is aangeduid in de figuur 12. Daarna kunnen de binddraden strak worden getrokken om de stelen van de samen te bundelen bloemen door de aangedreven rollen 48 en 48' zodanig aan te drijven, dat de binddraden worden verplaatst in een richting volgens pijl K resp. L (figuur 11).
Indien de binddraden voldoende strak getrokken zijn kan de verstel cylinder 64 in werking worden gesteld, waardoor de schijf 50 in draaiing wordt gebracht en de bij deze schijf 50, in de S-vormige doortocht 59 gelegen delen van de binddraden om elkaar worden gedraaid voor het aan elkaar hechten van deze binddraden.
Bij de verplaatsing van de ketting 61 met behulp van de verstel-cylinder 64 zal op een gegeven moment een aan de ketting 61 bevestigd kettingstuk 74 in aanraking komen met het kettingwiel 71. Aanvankelijk zal dit een verplaatsing van de stang 68 in de richting volgens de pijl M bewerkstelligen. Dientengevolge wordt ook de een mes vormende hefboom 66, gezien in figuur 13 in de richting van de wijzers van de klok om de as 65 verzwenkt, waardoor de meskant 67 in de richting wordt verzwenkt van de delen van de binddraden 47 en 47', die met behulp van de schijf 50 om elkaar worden gedraaid. Dientengevolge wordt tijdens een laatste omwenteling van de schijf 50 voor het om elkaar draaien van de draaddelen een doorsnijden van de met elkaar verbonden delen van de binddraden 43 en 44 bewerkstelligd, terwijl daarbij tengevolge van de ondervonden weerstand de stang 68 niet verder omhoog in de richting volgens pijl M kan worden verplaatst en het kettingstuk 73 onder het in werking stellen van de desbetreffende wrijvingskoppeling het kettingwiel 71 verdraaid ten einde het kettingwiel te kunnen passeren zoals aangeduid in figuur 17.
Na het zo met elkaar verbinden van de binddraden 47 en 47' en het doormidden snijden van de tot stand gebrachte verbinding zal de verstel cylinder 64 de ketting 61 weer terugbewegen naar de in figuur 13 weergegeven beginstand. Daarbij wordt ook de schijf 50 teruggedraaid naar de in figuur 13 weergegeven beginstand. Verder neemt hierbij het kettingstuk 74 eerst het kettingwiel 71 en de daarmede verbonden stang 68 mee terug naar de in figuur 13 weergegeven beginstand, terwijl na het bereiken van deze beginstand het kettingstuk 73 het kettingwiel 71 zal passeren waarbij het kettingwiel 71 tegen de werking van de hiermee samenhangende wrijvingskoppeling zal worden verdraaid.
Tevens worden de armen 51 en 52 vanuit de naar elkaar toe gezwenkte stand weer teruggezwenkt naar de in figuur 13 weergegeven stand.
Zoals schematisch in figuur 18 is weergegeven kan nu een zo gebundelde bos bloemen voor afvoer worden gegrepen door een grijporgaan 75. De uitvoering van dit grijporgaan is nader schematisch weergegeven in de figuren 19-21.
Het grijporgaan omvat een tweetal boven elkaar gelegen bekken 76 en 77 en een tweetal boven elkaar gelegen bekken 78 en 79. De bekken 76 en 77 zijn met behulp van een verticaal staande as 80 scharnierend gekoppeld met een uiteinde van een drager 81. De bekken 78 en 79 zijn met behulp van een verticaal staande scharnieras 82 scharnierend gekoppeld met een ander uiteinde van de drager 81. De drager 81 is verbonden met een zuigerstang 83 die met een uiteinde is bevestigd aan een zuiger 84, die is gelegen in een cylinderhuis 85 van een horizontaal opgestelde verstel cylinder 86.
Op afstand van de scharnierassen 80 en 82 zijn met de bekken 76 en 77 resp. 78 en 79 de uiteinden van koppelstangen 87 resp. 88 scharnierend gekoppeld. De andere uiteinden van de koppelstangen 87 en 88 zijn scharnierend gekoppeld met een schuifstuk 89. Het schuifstuk 89 is verschuifbaar langs een de verstelcylinder 86 ondersteunend gesteldeel 90, dat bevestigd is aan een zich horizontaal uitstrekkende as 91, die is gelegerd in een bus 92. De bus 92 is bevestigd aan een verticaal staande, draaibaar in het gestel gelegerde as 93. De uitvoering van de ondersteuning van het gesteldeel 90 met behulp van een tweetal assen 91 en 93 zal hieronder nog nader worden uiteengezet aan de hand van de figuren 22 en 23.
Aan het van de as 91 afgekeerde uiteinde van het gesteldeel 90 zijn een tweetal boven elkaar gelegen, zich loodrecht op de lengterichting van de verstel cylinder 86 uitstrekkende duwstangen 94 en 95 gelegen.
Bij het uitschuiven van de verstel cylinder 86, dat wil zeggen bij het gezien in de figuren 19-21 naar links verplaatsen van de zuiger-stang 83 vanuit de in figuur 20 weergegeven stand zal op een gegeven moment het schuifstuk 89 aankomen tegen een aanslagorgaan 96, dat in de ver-plaatsingsrichting van het schuifstuk 89 ten opzichte van het gesteldeel 90 verschuifbaar en in een gewenste stand vastzetbaar is. Indien het schuifstuk 89 tegen de aanslag 96 aankomt zal bij verdere verplaatsing van de zuigerstang, gezien in de figuren 19-21 naar links, een verzwenking van de klauwen 76, 77 en 78, 79 naar elkaar toe plaatsvinden vanuit de in figuur 20 weergegeven stand naar de in figuur 19 weergegeven stand, zodat de klauwen onder de bloemkoppen om de stelen van een gebundelde bos bloemen grijpen. Door instellen van de aanslag 96 kunnen de klauwen meer of minder naar elkaar toe gezwenkt worden, dit in overeenstemming met de dikte van de te verwerken bossen.
Bij het intrekken van de zuigerstang zullen de bekken 76, 77 en 78, 79 vanuit de in figuur 19 weergegeven gesloten stand open worden gezwenkt naar de in figuur 20 weergegeven stand waarbij de bekken tevens gelijktijdig ten opzichte van de duwstangen 94 en 95 worden teruggetrokken, zodat de gebundelde bos bloemen vrijkomt van de bekken, zoals weergegeven in figuur 20.
Zoals nader is weergegeven in de figuren 22 en 23 is aan de as 93 een kettingwiel 96 bevestigd. Het kettingwiel 96 is met behulp van een ketting 97 gekoppeld met een verder kettingwiel 98, dat draaibaar is om een aan het gestel van de inrichting bevestigde as 99. Aan het kettingwiel 98 is een arm 100 bevestigd. In plaats van een kettingoverbrenging kan bijvoorbeeld ook een tandriemoverbrenging worden toegepast. Met het vrije uiteinde van de arm 100 is een zuigerstang 101 van een aan het gestel van de inrichting bevestigde verstel cylinder 102 gekoppeld. Het zal duidelijk zijn, dat door in werking stellen van de verstel cylinder 102 het kettingwiel 98 en daarmede het kettingwiel 96 met de as 93 en de met behulp van deze as ondersteunde grijper 75 heen en weer kan worden gedraaid, in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld over een hoek van 180°.
Bij het verzwenken van het grijporgaan 75 vanuit de met getrokken lijnen weergegeven stand in de richting volgens pijl P (figuur 22) worden de in een bos gebundelde bloemen van de de bloemen ondersteunende vorkvormige organen 40 geschoven. Deze vorkvormige organen 40 kunnen zich daarbij door verdraaiing om de assen 39 vrij instellen, hetgeen beschadiging van de bloemen voorkomt.
Verder is aan de as 91 een zich dwars op de as 91 uitstrekkende pen 103 bevestigd, die samenwerkt met een aan het gestel bevestigde geleidingsplaat 104.
Aanvankelijk loopt het vrije uiteinde van de pen 103 langs een zich concentrisch om de hartlijn van de as 93 uitstrekkend deel van de geleidingspl aat 104. Kort voor het bereiken van de rechts in de figuren 22 en 23 gestippeld weergegeven eindstand van het grijporgaan 75 loopt het vrije uiteinde van de pen 103 in een in de geleidingsplaat 104 aangebrachte opening 105, die zodanig is uitgevoerd, dat bij verdere verzwenking van het grijporgaan 75 naar zijn rechts in de figuren 22 en 23 weergegeven eindstand de pen 103 en daarmede de met de pen 103 verbonden as 91 om zijn hartlijn wordt verdraaid in de bus 92 over een hoek van 90°. De door het grijporgaan 75 in verticale stand vastgegrepen bos bloemen wordt dus in een horizontale stand gebracht, bijvoorbeeld boven een afvoertransporteur 106 of dergelijke. Door vervolgens het grijporgaan op bovenbeschreven wijze te openen kan de bos bloemen worden afgelegd op de afvoertransporteur en worden afgevoerd.

Claims (19)

1. Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen voorzien van een gestel en een in het gestel aangebrachte, tijdens bedrijf in een in hoofdzaak horizontaal vlak rondlopende transportband, waaraan steunorganen zijn gekoppeld voor het ondersteunen van de bloemen, en waarbij de steunorganen ten opzichte van de transportband in het in hoofdzaak horizontale vlak heen en weer beweegbaar zijn voor het afgeven van de bloemen aan een van enkele achter elkaar opgestelde bundel stations, met het kenmerk, dat de steunorganen voor het ondersteunen van de bloemen met de transportband zijn gekoppeld met behulp van een parallelogrammechanisme, met ieder waarvan een stuurarm is verbonden, die kan samenwerken met ter hoogte van de bundel-stations opgestelde aanslagen, die ieder instelbaar zijn tussen een eerste stand, waarin de desbetreffende aanslag in de baan van de stuurarm is gelegen en een tweede stand, waarin de desbetreffende aanslag buiten de baan van de stuurarm is gelegen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat nabij ieder bundelstation verdere instelbare aanslagen zijn aangebracht, die opeenvolgend in de baan van een met het parallelogrammechanisme verbonden stuurarm kunnen worden gebracht.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat gezien in de verplaatsingsrichting van de bloemen tijdens bedrijf stroomafwaarts van de verdere instelbare aanslagen een vast opgestelde aanslag is aangebracht.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat stroomafwaarts van het punt waarin aan een bundelstation bloemen worden afgegeven een vast opgesteld geleidingsorgaan is aangebracht met behulp waarvan een parallelogrammechanisme kan worden terugbewogen in een nabij de transportband gelegen stand.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij een omleidwiel van de transportband een vanaf dit omleidwiel aangedreven, zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende scharnierend opgehangen as is aangebracht, welke een meetwiel ondersteunt, dat samenwerkt met een verder meetwiel, waarbij de meetwielen zodanig zijn opgesteld, dat de stelen van door de transportband verplaatste bloemen tussen de beide meetwielen doorbewegen, terwijl met de scharnierend opgehangen as een meetvaan is gekoppeld, welke samenwerkt met een vast ten opzichte van het gestel opgestelde sensor voor het meten van de dikte van de stelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de scharnierend opgehangen as wordt aangedreven door een riem of snaar,die zodanig op de as aangrijpt, dat met behulp van de riem of snaar het door de as gedragen meetwiel in de richting van het andere meetwiel wordt getrokken.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunorganen voor de bloemen met behulp van de paral lelo-grammechanismes vanuit de stand van de steunorganen voor het overgeven van de bloemen in een bundelstation tegen de verplaatsingsrichting van de transportband in verzwenkbaar zijn.
8. Inrichting, in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies, waarbij bij een bundelstation een in een in hoofdzaak verticaal vlak rondlopende transportband is aangebracht, waaraan een aantal vorkvormige organen om horizontale draaiingsassen draaibaar zijn gekoppeld, met het kenmerk, dat aan de vrij draaibare vorkvormige organen gewichten zijn gekoppeld, zodanig, dat die gewichten trachten de vorkvormige organen in een horizontale stand te houden.
9. Inrichting voor het bundelen van bloemen voorzien van middelen met behulp waarvan een aantal bloemen nabij elkaar kunnen worden opgesteld, alsmede van middelen voor het aanbrengen van bindmiddelen om de stelen van de bloemen voor het vormen van een samenhangende bos bloemen, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een toevoerorgaan voor het toevoeren van een tweetal binddraden, alsmede van een tweetal naar elkaar toe en van elkaar af beweegbare meeneemorganen van de binddraden met behulp waarvan de beide binddraden naar elkaar toe kunnen worden bewogen, terwijl een van deze meeneemorganen een draaibare schijf ondersteunt, die is voorzien van een doortocht waardoor de binddraad kan worden gevoerd.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de draaibare schijf is voorzien van een in hoofdzaak S-vormige doortocht, die in een punt vanaf de buitenzijde van de schijf toegankelijk is.
11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de schijf draaibaar is ondersteund in een meeneemorgaan en aan te drijven is met behulp van een zich gedeeltelijk over de getande omtrek van de schijf uitstrekkende heen en weer beweegbare aandrijfketting.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat met het de schijf ondersteunende meeneemorgaan een verzwenkbaar mes is gekoppeld, dat met behulp van de aandrijfketting verzwenkbaar is.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat op de aandrijfketting een meeneemdeel is aangebracht, dat samenwerkt met een tandwiel, dat via een frictiekoppeling is verbonden met een met het ver-zwenkbare mes gekoppelde koppelstang.
14. Inrichting volgens een der conclusies 9-13, met het kenmerk, dat de meeneemorganen verzwenkbaar en instelbaar zijn in een richting althans nagenoeg evenwijdig aan de richting waarin de bloemen voor het bundelen worden toegevoerd.
15. Inrichting in het bijzonder volgens een der voorgaande conclusies voor het bundelen van bloemen voorzien van een grijporgaan voor het grijpen van een bos bloemen, welk grijporgaan zowel om een althans nagenoeg loodrecht staande draaiingsas als om een althans nagenoeg horizontaal verlopende draaiingsas verzwenkbaar is.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het grijporgaan een tweetal stellen klauwen omvat, die verzwenkbaar zijn gekoppeld met een drager en die verder zijn gekoppeld met een met behulp van een verstel cylinder verschuifbaar schuifstuk, terwijl middelen zijn aangebracht voor het regelen van de slag van het schuifstuk.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat tussen de klauwen duwstangen zijn opgesteld.
18. Inrichting volgens een der conclusies 15-17, met het kenmerk, dat het grijporgaan is verbonden met een zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende as, die draaibaar is gelegerd in een steun, die met behulp van een verticaal staande as verdraaibaar in het gestel van de inrichting is gelegerd.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat met de zich althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende as een uitstekende vinger is verbonden, die samenwerkt met een geleidingsplaat voor het bewerkstelligen van een draaiing van de horizontale as over 90° bij verdraaiing van de verticale as ten opzichte van het gestel.
NL9400067A 1994-01-14 1994-01-14 Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen. NL9400067A (nl)

Priority Applications (10)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400067A NL9400067A (nl) 1994-01-14 1994-01-14 Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen.
DE69532930T DE69532930D1 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum Sortieren und Bündeln von Blumen
DE69530238T DE69530238T2 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum Bündeln von Blumen
EP95200065A EP0672341B1 (en) 1994-01-14 1995-01-12 A device for sorting and bundling flowers
EP99200913A EP0931450B1 (en) 1994-01-14 1995-01-12 A device for sorting and bundling flowers
AT95200065T ATE192015T1 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum sortieren und zusammenbinden von blumen
AT99200913T ATE264608T1 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum sortieren und bündeln von blumen
AT99200912T ATE235803T1 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum bündeln von blumen
DE69516447T DE69516447T2 (de) 1994-01-14 1995-01-12 Vorrichtung zum Sortieren und Zusammenbinden von Blumen
EP99200912A EP0930002B1 (en) 1994-01-14 1995-01-12 A device for bundling flowers

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9400067A NL9400067A (nl) 1994-01-14 1994-01-14 Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen.
NL9400067 1994-01-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400067A true NL9400067A (nl) 1995-08-01

Family

ID=19863706

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400067A NL9400067A (nl) 1994-01-14 1994-01-14 Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen.

Country Status (4)

Country Link
EP (3) EP0931450B1 (nl)
AT (3) ATE264608T1 (nl)
DE (3) DE69530238T2 (nl)
NL (1) NL9400067A (nl)

Families Citing this family (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1006029C2 (nl) * 1997-05-12 1998-11-13 Brinkman Bv Transportstelsel voor het transporteren van rozen naar een sorteermachine.
NL1006435C2 (nl) * 1997-06-30 1999-01-04 Stichting Tuinbouwontwikkeling Sorteerinrichting.
NL1007280C2 (nl) * 1997-10-15 1999-04-19 Jamafa Agricultural Machinery Inrichting voor het sorteren van bloemen.
NL1009464C2 (nl) * 1998-06-22 1999-12-27 Hietkamp Advies B V Groeperen van snijbloemen.
DE60116709D1 (de) 2000-10-25 2006-04-06 Food Processing Systems Vorrichtung und Verfahren zum Transport und Sortieren von Blumen
EP1201114B1 (en) * 2000-10-25 2006-01-18 FPS Food Processing Systems B.V. Apparatus and method for transporting and sorting flowers
NL1017452C2 (nl) * 2001-02-26 2002-08-27 Germaco B V Invoerstation voor de verwerking van bolbloemen.
NL1020320C2 (nl) * 2001-05-07 2002-11-19 Havatec B V Werkwijze en inrichting voor het verwerken van bloemen en takken.
NL1018013C2 (nl) * 2001-05-07 2002-11-08 Havatec B V Inrichting voor het verwerken van bloemen en takken.
NL1018581C2 (nl) * 2001-07-19 2003-01-21 Altech Logistiek B V Houder voor een plant.
NL1018965C2 (nl) * 2001-09-17 2003-03-25 Altech Logistiek B V Bloemenoverzetinrichting.
NL1019295C2 (nl) * 2001-11-05 2003-05-07 Havatec B V Gerbera-verpakkingsmethode.
NL1022550C2 (nl) * 2003-01-31 2004-08-05 Havatec B V Inrichting en werkwijze voor het verwerken van bloemen.
NL1022950C2 (nl) * 2003-03-17 2004-04-22 Altech Logistiek B V Bloemenovergeefinrichting.
NL1022951C2 (nl) * 2003-03-17 2004-04-22 Altech Logistiek B V Overbrenginrichting voor bloemen.
WO2012055819A2 (de) 2010-10-27 2012-05-03 Schuessler Tim Verfahren zur automatisierten handhabung von schnittblumen
NL1039064C2 (nl) * 2011-09-22 2013-03-25 P H Ruigrok Kwekerij B V Werkwijze voor het samenstellen van gemengde boeketten alsmede een samenstel daarvoor.
ITTV20120111A1 (it) * 2012-06-11 2013-12-12 Techmek S R L Apparato per eseguire il trasferimento di vegetali da una struttura di prelievo ad una struttura di ricezione
NL2019256B1 (nl) * 2017-07-17 2019-01-30 Havatec B V Werkwijze en inrichting voor het torderen van een bundel plantenstelen in een boeket
CN115416913B (zh) * 2022-09-30 2024-04-12 征图新视(江苏)科技股份有限公司 鲜花扎梗装置

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3659709A (en) * 1970-03-23 1972-05-02 Floral Grading Inc Method and apparatus for sorting flowers
NL7310250A (nl) * 1973-07-23 1975-01-27 George Johannes Ferdinandus Bl Inrichting voor het op lengte sorteren en bundelen van snijbloemen.
WO1991001628A1 (en) * 1989-08-11 1991-02-21 Arie Klapwijk Device for processing cut flowers, particularly roses
EP0449386A1 (en) * 1990-03-28 1991-10-02 Adrianus Wilhelmus Tas A method of and apparatus for sorting and bundling flowers
EP0501535A1 (en) * 1991-01-22 1992-09-02 Aweta B.V. Apparatus for measuring the thickness of flower stems
NL9200894A (nl) * 1992-05-20 1993-12-16 Zuurbier Tech Innovatie B V Bundelinrichting, bundelsamenstel en bundellijn voor stengeldelen.

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1189779B (de) * 1962-03-10 1965-03-25 Werner Fleischhauer Vorrichtung zum Binden von Blumen oder Pflanzen
US3743092A (en) * 1971-08-27 1973-07-03 E Levinstein Apparatus for sorting flowers according to length
US4470241A (en) * 1982-05-21 1984-09-11 Salinas Valley Engineering & Manufacturing, Inc. Apparatus for bunching, trimming, and banding vegetables
IL73653A (en) * 1984-11-27 1985-11-29 Israel State Apparatus for sorting and bunching flowers and other agricultural produce
NL182444C (nl) * 1985-01-29 1988-03-16 Potveer Bv Inrichting voor het verzamelen en naar een bindtoestel voeren van bossen snijbloemen.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3659709A (en) * 1970-03-23 1972-05-02 Floral Grading Inc Method and apparatus for sorting flowers
NL7310250A (nl) * 1973-07-23 1975-01-27 George Johannes Ferdinandus Bl Inrichting voor het op lengte sorteren en bundelen van snijbloemen.
WO1991001628A1 (en) * 1989-08-11 1991-02-21 Arie Klapwijk Device for processing cut flowers, particularly roses
EP0449386A1 (en) * 1990-03-28 1991-10-02 Adrianus Wilhelmus Tas A method of and apparatus for sorting and bundling flowers
EP0501535A1 (en) * 1991-01-22 1992-09-02 Aweta B.V. Apparatus for measuring the thickness of flower stems
NL9200894A (nl) * 1992-05-20 1993-12-16 Zuurbier Tech Innovatie B V Bundelinrichting, bundelsamenstel en bundellijn voor stengeldelen.

Also Published As

Publication number Publication date
DE69532930D1 (de) 2004-05-27
ATE264608T1 (de) 2004-05-15
ATE192015T1 (de) 2000-05-15
EP0930002A3 (en) 2000-06-21
EP0931450B1 (en) 2004-04-21
EP0931450A3 (en) 2000-06-21
EP0930002B1 (en) 2003-04-02
EP0672341A3 (en) 1995-11-29
DE69516447D1 (de) 2000-05-31
DE69530238D1 (de) 2003-05-08
EP0931450A2 (en) 1999-07-28
EP0930002A2 (en) 1999-07-21
EP0672341A2 (en) 1995-09-20
EP0672341B1 (en) 2000-04-26
DE69516447T2 (de) 2000-10-12
ATE235803T1 (de) 2003-04-15
DE69530238T2 (de) 2004-01-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9400067A (nl) Inrichting voor het sorteren en bundelen van bloemen.
US5469688A (en) Method for wrapping silverware in a napkin
JPH0536290B2 (nl)
JP2925666B2 (ja) パン切り機
NL8103567A (nl) Inrichting voor het verpakken van fruit.
US3955455A (en) Ring cutting device
JP6528071B2 (ja) にら等の物品出荷調製装置
NL1012981C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het bossen van bloemen.
FR2563494A1 (fr) Machine d'emballage a files multiples
US5304030A (en) Device for the automatic feeding of stacks of cutouts to a user machine
US4149357A (en) Device on a skein winding machine for applying bands
NL1001892C2 (nl) Verpakkingsinrichting.
NL9200894A (nl) Bundelinrichting, bundelsamenstel en bundellijn voor stengeldelen.
NL1030314C2 (nl) Bundelinrichting voor het samenbinden van een bundel langstelige gewassen.
NL1004347C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een label op een bundel voorwerpen, zoals snijbloemen.
US2603056A (en) Pole supported fruit gatherer
NL1011030C1 (nl) Inrichting voor het in inpakgaas inpakken van kluiten.
US3155098A (en) Apparatus for applying a wrapper leaf on a cigar bunch
DE2225063C3 (de) Beschleunigungsförderer zum Überführen des Fördergutes an einen schnellaufenden Förderer
US959240A (en) Apparatus for separating and combing grass, straw, and the like.
NL1038106C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het sorteren van planten.
US4115979A (en) Device for stepwise feeding a hose for packaging products, in particular fruit and vegetable products
US566540A (en) Parcel-wrapping machine
JPH08197003A (ja) 選花機
US203888A (en) Improvement in newspaper wrapping and pasting machines

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed