NL1018581C2 - Houder voor een plant. - Google Patents

Description

Houder voor een plant.

De uitvinding heeft betrekking op een houder voor een plant of bloem met een enkele steel en een verdikt deel, bijvoorbeeld de bloem, waarbij de houder een zijwaartse opneemopening voor de plant of bloem omvat.

5 Uit het Amerikaanse octrooischrift 3.659.709 is een inrichting bekend voor het sorteren van bloemen. De bekende inrichting omvat een aantal langs een baan beweegbare opnemers waarbij het uiteinde van elke. opnemer is voorzien van een U-vormige opneemopening begrensd door een 10 paar benen. Om te sorteren wordt telkens een bloem in de opneemopening van een opnemer geplaatst waarbij de bloem afsteunt op de benen van de opneemopening. De opneemopening opent hierbij (doorgaans) in een richting loodrecht op de transportrichting. Een probleem dat bij de bekende 15 inrichting kan optreden is dat een bloem, bijvoorbeeld tijdens transport, uit de opneemopening valt. Met name bij start en stop van het transport kan dit probleem optreden, maar ook bijvoorbeeld bij versnelling,· vertraging of kromlijnige beweging van de opnemer. Een oplossing is 20 daarvoor bedacht door de benen in het eindgedeelte iets omhoog te laten lopen. Dat heeft echter het nadeel van mogelijke beschadiging van de plant.

De uitvinding heeft tot doel een houder te verschaffen waarbij tenminste dit probleem wordt opgelost. 25 Hiertoe wordt de houder van de in de aanhef 101 858 la 2 vermelde soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de houder is voorzien van een afsluitmiddel voor het afsluiten van de opneemopening. Een plant kan zo in elk geval niet zijwaarts uit de opneemopening vallen zelfs wanneer 5 de benen in het eindgedeelte niet omhoog lopen. Bijkomend voordeel is dat grote versnellingen en/of vertragingen van de houder nu mogelijk zijn, waarbij de opneemopening bijvoorbeeld opent in een richting tegengesteld aan de transportrichting, zonder dat de plant uit de opneemope-10 ning valt. Ook relatief snel uitgevoerde kromlijnige bewegingen zijn nu mogelijk onder behoud van het bovenvermelde voordeel.

Op voordelige wijze is het afsluitmiddel aan de houder bevestigd en verplaatsbaar tussen een open stand en 15 een gesloten stand. Hierdoor wordt het mogelijk de plant zijwaarts gericht in de opneemopening van de houder te plaatsen en daarna de opneemopening af te sluiten.

Bij voorkeur is de opneemopening voorzien van een invoeropening waarbij het afsluitmiddel werkzaam is 20 bij het overgangsgebied tussen de opneemopening en de invoeropening. De invoeropening kan bijvoorbeeld door zijn geometrie het (zijwaarts) invoeren van een plant in de opneemopening vergemakkelijken waarbij vervolgens de eigenlijke opneemopening afgesloten wordt door het af-25 sluitmiddel.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de opneemopening van de houder U-vormig, waarbij de opneemopening begrensd wordt door een paar benen en het afsluitmiddel is aangebracht ter plaatse van de uiteinden van de benen. Een 30 zodanige plaatsing van het afsluitmiddel biedt het voordeel dat de opneemopening waarin een plant is opgenomen kan worden afgesloten met een relatief geringe kans dat de steel van de plant geraakt wordt door het afsluitmiddel.

Bij voorkeur is de houder als een arm vervaar-35 digd uit een metalen strip waarbij de opneemopening aan een uiteinde van de arm voorzien is. De houder kan bijvoorbeeld relatief eenvoudig worden vervaardigd met een 1 01 858 1 "· 3 gietproces of een stansproces.

In een voordelige uitvoeringsvorm wordt het afsluitmiddel gevormd door een sluitpen waarbij de sluit-pen de zuigerstang vormt van een cilinder. Door een druk 5 uit te oefenen op de zuiger van de cilinder kan de sluitpen dan van de gesloten stand naar de open stand bewogen worden en vice versa. Hierbij is het voordelig wanneer openingen zijn aangebracht in de respectieve uiteinden van de benen waarbij de sluitpen in de gesloten stand aanligt 10 in de openingen. Er wordt dan een zekere afsluiting verkregen met een relatief eenvoudige constructie.

Op voordelige wijze is de cilinder voorzien van houdmiddelen voor het vastzetten van de sluitpen in de open stand of de gesloten stand. Tijdens transport van 15 bloemen kan dan voorkomen worden dat de opneemopening onbedoeld vrij komt te liggen.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal hierna bij wijze van voorbeeld aan de hand van de figuren beschreven worden.

20 Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een houder volgens de uitvinding met open opneemopening.

Figuur 2 toont het aanzicht van figuur 1, echter nu met een afgesloten opneemopening.

Figuur 1 toont een houder 1 vervaardigd van een 25 vlakke strip metaal, met een arm 2, een zijwaartse opneemopening 7 begrensd door benen 3a,3b en met een uiteinde 4 voor bevestiging aan een transportinrichting. Het bevesti-gingsuiteinde 4 omvat een opening 5 voor montage op een as van de transportinrichting en openingen 6a,b,c,d voor 30 doorvoer van bouten om de houder 1 aan de transportinrichting te bevestigen. In het bijzonder kan de houder 1 aan een draaicilinder van de transportinrichting bevestigd zijn om de houder 1 te roteren.

De houder 1 omvat verder een invoeropening 8 35 welke begrensd wordt door inloopvlakken 9a,9b van de respectieve benen 3a,3b. Wanneer een plant in de opneemopening 7 geplaatst is zal de plant met zijn verdikte deel, 101 858 1 * 4 in het algemeen de bloem, afsteunen op de benen 3a,3b van de houder 1. De steel van de plant hangt dan neerwaarts. De inloopvlakken 9a,9b hebben ten doel het invoeren van een plant in de opneemopening 7 te vergemakkelijken en 5 zijn daartoe in uitwaartse richting van de opneemopening 7 verwijdend uitgevoerd.

Verder is voorzien een cilinder 20 waarbij een sluitpen 21 de zuigerstang van de cilinder 20 vormt. De sluitpen 21 bevindt zich in de in figuur 1 getekende stand 10 in een ingetrokken stand ten opzichte van de cilinder 20 en is met streeplijnen weergegeven. In de benen 3a,3b zijn respectieve openingen 10a,10b (in streeplijnen getoond) voorzien voor het onderbrengen van een sluitpen 21. De opneemopening 7 ligt vrij en er kan een plant zijwaarts in 15 de opneemopening 7 gebracht worden. De cilinder 20 is met een uiteinde 22 geschroefd in been 3b. Het andere uiteinde van de cilinder 2 0 is voorzien van een aansluitstuk 23 voor een slang om de sluitpen 21 pneumatisch in en uit de cilinder 20 te kunnen schuiven. Alternatief kan de sluit-20 pen 21 hydraulisch, elektrisch of handmatig worden aangedreven .

Figuur 2 toont het aanzicht van figuur 1, echter nu met afgesloten opneemopening 7. De sluitpen 21 is hierbij opgenomen in de openingen 10a,10b. De houder 1 kan 25 nu met een grote hoekfrequentie (A) geroteerd worden om een as door opening 5 zonder dat gevaar bestaat dat de plant zijwaarts uit de opneemopening 7 valt. Ook een translerende beweging (B) met een versnelling in de richting (B) is nu goed mogelijk zonder dat de plant uit de 30 opneemopening 7 valt. Eveneens zijn translerende bewegingen (C) nu mogelijk met het hierboven vermelde voordeel.

Opgemerkt wordt nog dat de cilinder 20 kan zijn ingericht met middelen voor het of in de gesloten stand of in de open stand houden van de sluitpen 21. De middelen 35 kunnen bijvoorbeeld gevormd worden door een veer en door het gas wat in de pneumatische cilinder 20 gebruikt wordt.

1ü1 858 1«

Claims (16)

1. Houder voor een plant of bloem met een enkele steel en een verdikt deel, bijvoorbeeld de bloem, waarbij de houder een zijwaartse opneemopening voor de plant of bloem omvat, met het kenmerk, dat de houder is voorzien 5 van een afsluitmiddel voor het afsluiten van de opneemopening.

2. Houder volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afsluitmiddel aan de houder bevestigbaar is en verplaatsbaar is tussen een open stand en een gesloten 10 stand.

3. Houder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de opneemopening is voorzien van een invoer-opening waarbij het afsluitmiddel werkzaam is bij het overgangsgebied tussen de opneemopening en de invoerope- 15 ning.

4. Houder volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat de opneemopening van de houder U-vormig is en dat de opneemopening begrensd wordt door een paar benen.

5. Houder volgens conclusie 4, met het kenmerk, 20 dat het af sluitmiddel is aangebracht ter plaatse van de uiteinden van de benen.

6. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder als een arm vervaardigd is uit een metalen strip.

7. Houder volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de opneemopening aan een uiteinde van de arm voorzien is.

8. Houder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het af sluitmiddel gevormd wordt door 30 een sluitpen.

9. Houder volgens conclusie 8, met het kenmerk, 101 858 U; dat de sluitpen in de gesloten stand aanligt in openingen aangebracht in de houder.

10. Houder volgens conclusie 9 wanneer afhankelijk van conclusie 4, met het kenmerk, dat de openingen 5 zijn aangebracht in de respectieve uiteinden van de benen.

11. Houder volgens conclusie 8, 9 of 10, met het kenmerk, dat de sluitpen de zuigerstang vormt van een cilinder.

12. Houder volgens conclusie 11, met het ken-10 merk, dat de cilinder is voorzien van verplaatsmiddelen voor het verplaatsen van de sluitpen tussen de open stand en de gesloten stand.

13. Houder volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat de cilinder is voorzien van houdmiddelen voor 15 het houden van de sluitpen in de open stand of de gesloten stand.

14. Houder volgens conclusie 11, 12 of 13 wan neer afhankelijk van conclusie 4, met het kenmerk, dat de cilinder is bevestigd aan één van de benen.

15. Houder volgens een der conclusies 11-14, met het kenmerk, dat de zuigerstang van de cilinder pneumatisch of hydraulisch wordt bediend.

16. Inrichting voor het overbrengen van planten van de ene locatie naar de andere locatie, welke inrich-25 ting is voorzien van een houder volgens een der voorgaande conclusies. 101 858 1·