NL1018965C2 - Bloemenoverzetinrichting. - Google Patents
Bloemenoverzetinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1018965C2 NL1018965C2 NL1018965A NL1018965A NL1018965C2 NL 1018965 C2 NL1018965 C2 NL 1018965C2 NL 1018965 A NL1018965 A NL 1018965A NL 1018965 A NL1018965 A NL 1018965A NL 1018965 C2 NL1018965 C2 NL 1018965C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flowers
- transfer
- pick
- transferring
- conveyors
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07C—POSTAL SORTING; SORTING INDIVIDUAL ARTICLES, OR BULK MATERIAL FIT TO BE SORTED PIECE-MEAL, e.g. BY PICKING
- B07C5/00—Sorting according to a characteristic or feature of the articles or material being sorted, e.g. by control effected by devices which detect or measure such characteristic or feature; Sorting by manually actuated devices, e.g. switches
- B07C5/02—Measures preceding sorting, e.g. arranging articles in a stream orientating
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G5/00—Floral handling
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Specific Conveyance Elements (AREA)
- Intermediate Stations On Conveyors (AREA)
- Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
- Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
Description
Bloemenoverzetinrichting
De uitvinding heeft betrekking op een bloemendoseerinrichting, in het bijzonder op een bloemen-doseerinrichting voor het gedoseerd overbrengen van in verzamelwagens aangevoerde enkelstelige bloemen of planten 5 naar een transporteur van een sorteermachine.
Dergelijke doseerinrichtingen zijn bekend, maar zijn vaak complex, nemen veel ruimte in en/of zijn storingsgevoelig. Ook komt het vaak voor dat bloemen beschadigd raken. Voorts kan een probleem zijn de afstem-10 ming van de verschillende op elkaar aansluitende, de bloemen houdende onderdelen.
Een doel van de uitvinding is een bloemen doseerinrichting te verschaffen die compact is.
Een verder doel van de uitvinding is een 15 bloemendoseerinrichting te verschaffen die betrouwbaar werkt.
Nog een verder doel van de uitvinding is een bloemendoseerinrichting te verschaffen waarmee bloemen zoveel mogelijk gespaard worden tijdens het proces.
20 Een verder doel van de uitvinding is een bloemendoseerinrichting te verschaffen die op hoge snelheid kan werken.
Een verder doel van de uitvinding is om componenten voor een dergelijke bloemendoseerinrichting te 25 verschaffen.
1 0 1 ftQ R K
2
Tenminste een van deze doelen wordt volgens de uitvinding bereikt met een inrichting voor het overbrengen van verenkelde bloemen of planten van een verzamelhouder naar een sorteermachine, omvattend middelen voor het 5 seriegewijs oppakken van dicht naast elkaar gehouden bloemen van de verzamelhouder, spreidmiddelen voor het uit elkaar voeren van de opgepakte bloemen, middelen voor het overdragen van de uit elkaar gevoerde bloemen aan een serie in hoofdzaak in onderling dezelfde richting lopende 10 overbrengtransporteurs, welke transporteurs opgesteld zijn voor het simultaan overbrengen van de serie bloemen naar een sorteertransporteur, alsmede omvattend middelen voor het overgeven van de bloemen van de respectieve transporteurs aan de sorteertransporteur.
15 Met een dergelijke inrichting kunnen meerdere bloemen tegelijk aangeboden worden aan de sorteertransporteur, net zoveel bloemen als er -per dwarsreeks- afgenomen worden uit de verzamelhouder. De overbrengtransporteurs transporteren de bloemen parallel en apart van elkaar naar 20 de sorteertransporteur, waardoor het overbrengen beheersbaar is en beschadiging van de bloemen wordt voorkomen.
Bij voorkeur zijn de overbrengtransporteurs dwars op de transportrichting van de sorteertransporteur 25 gericht/ geplaatst, zodat het ruimtegebruik beperkt blij ft.
Bij voorkeur zijn de overbrengtransporteurs elk voorzien van een bloemhouder, die op de overbrengtranspor-teur verdraaibaar is van een opneemstand, naar de oppak-30 middelen gericht, naar een afgiftestand voor afgifte van de bloem aan de overgeefmiddelen, zodat de bloemen gemakkelijk kunnen worden opgenomen en worden afgegeven. De opneemstand en de afgiftestand staan bij voorkeur onder een hoek ten opzichte van elkaar van ongeveer 180 graden, 35 waardoor de bloemhouders bij opnemen en afgifte uit de overbrengtransporteurs kunnen reiken, en het bereik optimaal is.
iniöQRK
3
Indien de hoekverdraaiing plaatsvindt ter plaatse van de overgeefmiddelen kan die beweging benut worden voor de overdracht aan de overgeefmiddelen.
Voor bevordering van de gelijkloop in het proces 5 heeft het de voorkeur dat de overbrengtransporteurs parallel zijn.
De inrichting kan verder compact gehouden worden indien de spreidmiddelen werkzaam zijn in een baan evenwijdig aan de sorteertransporteur. Bijzonder compact wordt 10 de inrichting indien de verzamelhouder naast de overbrengtransporteurs geplaatst is.
Vloeiende overdracht aan de sorteertransporteur wordt bevorderd indien de overgeefmiddelen aangebracht zijn voor verplaatsing met de sorteertransporteur mee, en 15 bij voorkeur voor gelijktijdige verplaatsing naar de sorteertransporteur toe, waardoor tijd gewonnen wordt voor het overgeven en een vloeiende overgave mogelijk is.
De overgave van de bloemen wordt verder ver zekerd indien de overgeefmiddelen een vork bezitten voor 2 0 opname van een stengel van de bloem, en voorzien zijn van middelen voor het sluiten of openen van de opneemruimte van de vork.
Bij voorkeur is de sorteertransporteur voorzien van vorkvormige bloemopneemruimtes, die bewogen worden 25 volgens een baan, waarbij de overgeefmiddelen voorts voorzien zijn van meenemers, voor het aangrijpen van en het volgen van de beweging van de bloemopneemruimtes tijdens het overgeven van de bloemen. Hierdoor vindt een tijdelijke koppeling plaats en kan optimale afstemming 30 plaatsvinden tussen de overgeefmiddelen en de voortbewegende opneemruimtes van de sorteertransporteur.
De meenemers zijn daarbij bij voorkeur beweegbaar tussen een in de baan van de bloemopneemruimtes reikende stand en een stand vrij daarvan.
35 Vanuit een ander aspect heeft het de voorkeur dat de oppakmiddelen voorzien zijn van sluitbare grijparmen en naar en van de ver zamel houder beweegbaar zijn, j Λ <1 λα a mm 4 waarbij de bloemen met hun bloemen rustend op een oplegvlak in de verzamelhouder gehouden worden, waarbij de grijparmen op afstand onder het oplegvlak in aangrijping met de stengels beweegbaar zijn, en de oppakmiddelen 5 voorts voorzien zijn van middelen voor het van het oplegvlak heffen van de bloemen. De bloemen kunnen aldus zonder beschadiging uit de houders gehaald worden, en op zekere wijze verder gehouden worden tijdens het spreiden.
De oppakmiddelen kunnen op eenvoudige en 10 betrouwbare wijze elk voorzien zijn van een cilinder voor de heen en weer beweging van de grijparmen naar en van de verzamelhouder en/of naar de overbrengtransporteurs.
Vanuit een verder aspect van de uitvinding omvatten de spreidmiddelen stijve, de oppakmiddelen met 15 elkaar verbindende, uitzetbare-intrekbare verbindingen, bij voorkeur cilindersamenstellen. Hiermee kan de onderlinge afstand tussen de oppakmiddelen gestuurd worden, van een dicht bij elkaar liggende oppakstand naar een gespreide stand voor afgifte aan de overbrengtranspor-20 teurs.
Het spreiden vindt op optimaal beheerste wijze plaats indien de cilindersamenstellen opeenvolgende oppakmiddelen met elkaar verbinden.
Wanneer de naast elkaar gelegen oppakmiddelen 25 voor de scheidbeweging geleid zijn op verschillende rails wordt de stabiliteit verhoogd.
De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voor-beelduitvoering. Getoond wordt in: 30 Figuren IA en 1B respectievelijk een schematisch bovenaanzicht en een vooraanzicht van een voorbeelduitvoe-ring van een installatie volgens de uitvinding; figuur 1C een zij-aanzicht op de installatie van de figuren IA en 1B; 35 figuur 2 een schematisch zij-aanzicht op een opneemeenheid in de installatie van de figuren 1A-C; figuren 3A en 3B een spreidinrichting in de 5 installatie van de voorgaande figuren, in ingeschoven toestand; figuren 3C en 3D de spreidinrichting van figuren 3A en 3B in gespreide toestand; 5 figuren 4A en 4B respectievelijk een bovenaan zicht en een zij-aanzicht van het overgeven van de bloemen van spreidinrichting aan een transporteur; figuren 5A-C respectievelijk een bovenaanzicht, een vooraanzicht en een eindaanzicht op twee toestanden 10 van een overzetinrichting voor overgave van bloemen van de transporteur van figuur 4 aan een sorteertransporteur; en figuur 6 een ander alternatief bovenaanzicht op een verdere voorbeelduitvoering van een installatie volgens de uitvinding.
15 De installatie 1 omvat een uitgebreid gestel 2, waarin de diverse componenten van de installatie 1 opgesteld zijn. Daarbij is een opneemruimte 3 voorzien, waarin een rolcontainer 10 geplaatst is, waarin een verzameling kamvormige houders 14 met openingen 15 voor bloemen onder-20 steund zijn. Slechts één van de houders 14 is weergegeven. Oppakkers of uitneemunits 6, die naar de houder 14 beweegbaar zijn en terugtrekbaar in de richting P (figuur 2) , zijn aangebracht op rails 5, om in de richting B getransporteerd te worden, onder vergroting van de onderlinge 25 afstand van de oppakkers 6. Er zijn evenveel oppakkers 6 als openingen 15.
In de in figuur IA weergegeven, gespreide toestand kunnen de oppakkers 6 verder bediend worden voor beweging in de richting P, om de bloemen af te leveren aan 30 transporteurs 7, die parallel aan elkaar opgesteld zijn, en transport verzorgen in de richting C.
Aan het eind van de serie transporteurs 7 bevindt zich een dwarsgeleiding 40, waarop overzetters 8 (figuur IA) beweegbaar zijn in de richting F, voor overga-35 ve van de bloemen aan een transporteur 9 van een sorteermachine, die de bloemen verder transporteert in opneem-ruimtes in de richting G. De overzeteenheid 8 is voorts 6 voorzien van een beugel 13, die nog nader besproken zal worden.
In figuren 1C en 2 is te zien dat de oppakkers 6 een cilinder 23 omvatten, waarbij aan het eind van de 5 zuigerstang 24 een houder 22 bevestigd is, waaraan gelei-dingspennen 25 bevestigd zijn, die gelegerd zijn in vaste geleidingen 27. De houder 22 is voorzien van een hefcilin-der 19, aan het boveneind waarvan een vorkvormige opneem-ruimte 18 bevestigd is, die gericht is naar de op te nemen 10 bloemen toe. De opneemruimte 18 is bepaald door naar elkaar beweegbare armen 18a.
Bij vergelijking van de figuren 1C en 2 is de mogelijke beweging in de richting P van de oppakkers 6 te zien.
15 De oppakkers 6 zijn via verticale staaf 17 en wagen 26a in de richting B (figuur IA) verrijdbaar aangebracht op rails 16a. Zoals in de figuren IB, 1C en 2 te zien is zijn er drie rails 16a, 16b, 16c boven elkaar geplaatst, en is elke oppakker 6 aan één van die rails 20 16a-c verrijdbaar met wagen 26a, 26b, 26c. In figuur 1B is nog kolom 20 en dwarsstaaf 21 te zien, die beweegbaar is in de richtingen H en I.
In figuren 3B-D is aangegeven dat de overnee-meenheden met elkaar verbonden zijn middels cilinders 30. 25 Hierbij is de cilinder zelf bevestigd op de ene oppakker 6, maar is het uiteinde van de zuigerstang 31 die daarbij behoort bevestigd aan de volgende oppakker 6. Bij bekrachtiging van de cilinders 3 0 worden de oppakkers 6 dan automatisch uit elkaar gedwongen, naar de uiterste positie 30 weergegeven in figuren 3C en 3D. De onderlinge afstand X, is dan gelijk aan de tussenafstand tussen de transporteurs 7.
In figuren 3B en 3D is voorts te zien dat de hoogte van de oppakkers 6 om en om verschilt, om ruimte 35 voor de cilinders 30 te scheppen.
Met de oppakkers 6 worden, zoals in figuur 2 aanschouwelijk is gemaakt, bloemen uit houder 14 in con- A s. ·.*?.· v' ’ 7 7 tainer 10 uitgenomen. De opnemer 18 wordt daartoe in de richting P tot iets onder de houder 14 bewogen, onder de opneemruimte 15 (figuur IA) daarvan, en dan bediend om de armen 18a de stengel te laten omgrijpen, waarna de cilin-5 der 19 wordt bediend om de opnemer 18 in de richting Q iets te heffen, zodat de bloemknop goed vrijkomt van de houder 14. Dan kan de cilinder 23 bediend worden voor het in de richting P terugbewegen van de opnemer 18. Inmiddels is de scheidingsrol 21 terugbewogen in de richting H 10 (figuur 1B), boven de baan in de richting P van de opnemer 18. Bij het terugbewegen van de opnemer 18 van de houder 14 weg wordt de scheidingsrol 21 langs de kolom 2 0 neerwaarts bewogen in de richting I (figuur 1C) , om te zorgen dat de bloemen die aangepakt zijn door de reeks opnemers 15 18 van oppakkers 6 gescheiden worden van de bloemen die zich bevinden in de volgende houder 14 in de container 10.
Na het spreiden van de oppakkers 6 (zie figuur 3D) worden de opnemers 18 in de richting P uitbewogen, tot bij de transportvorken 12 van de transporteurs 7 (zie 20 figuur 4) . De transportvorken 12 zijn voorzien van een opneemruimte 12a, die sluitbaar is met een bedienbare sluitcilinder 12b (zie figuren 4A en 4B).
In de figuren 4A en 4B is te zien dat de oppakkers 6 in de richting P in lijn bewegen met en naar de 25 opneemruimte 12a van de stilgehouden transportvorken 12. De transportvork 12 is bevestigd op meenemer 90, die via steunen 91 en 92 in de richting C beweegbaar is langs transporteur 7 en terug. De transporteurs 7 zijn bevestigd aan gestel 100, dat onder meer staanders 110 en liggers 30 101 omvat. Vanaf de staanders 100 reikt een uithouder 102 (alleen weergegeven in figuur 4B) , waaraan ook een langs-ligger 103 bevestigd is, waaraan bij elke transporteur 7 een stangenstel 104 neerhangend bevestigd is, die met horizontaal omgezette benen 105a, 105b een geleidende 35 toegang vormen voor de bloem die vastgehouden wordt door de opnemers 18. Zoals te zien is in figuur 4B bewegen de opnemers 18 beneden langs de geleiderbenen 105a, 105b, om 8 de bloem aansluitend in de opneemruimte 12a van de trans-portvork 12 te brengen.
Aan de uithouder 102 is een verder niet weergegeven motor bevestigd, met aandrijfas 109, voor aandrij-5 ving van een tandriem 106, waarmee aandrijfwiel 108 wordt aangedreven, om de daaromheen lopende transportketting 107 van de transporteur 7 in twee tegengestelde richtingen aan te kunnen drijven.
De transportvorken 12 zijn over 180° roteerbaar, 10 in de richting D (zie figuur 4A) bevestigd op de meenemer 90. Hierdoor kan de openingsrichting van de transportvork 12 gewijzigd worden van een stand geschikt voor opname van een bloem van de oppakker 6, naar een stand geschikt voor overgave van een bloem door een volgende eenheid, de 15 overzeteenheid 8, weergegeven in figuren 5A-C.
De overzetters 8 weergegeven in figuren 5A-C omvatten elk een drager 44, die ter plaatse van 43 bevestigd is aan een zuigerstang 42 van een cilinder 41 die vast bevestigd is aan montageplaat 95 (figuur 5C) . Monta-20 geplaat 95 is vast bevestigd aan rail 40, die zich doorlopend uitstrekt langs de einden van de transporteurs 7. De houder 44 is voorzien van wielen 60, voor beweging langs de rail 40.
Van de houder 44 hangt af een plaat 46, waaraan 25 door middel van houderplaat 96 een cilinder 54 bevestigd is, aan de zuigerstang 55 waarvan een plaat 97 bevestigd is. Onderaan de plaat 97 bevindt zich een vork 50, die voorzien is van een opneemruimte die gericht is met de bewegingsrichting G (zie figuur 5A) van de transporteur 9 30 mee. Van de transporteur 9 is schematisch één naar de einden van de transporteur 7 gerichte vork 80 met opening 81 weergegeven (figuur 5A rechts onder).
Ook aan neerhangende plaat 46 is bevestigd een motor of draaicilinder 98 (figuur 5C) , waarvan de as 91 35 bevestigd is aan L-vormige plaat 99, waarop staaf 45 en schuifstang 47 van een beugel 13 bevestigd zijn. De schuifstang 47 is in uitstrekking instelbaar ten opzichte 4 π i o ci q ε 9 van de staaf 45, en kan in de gewenste stand vastgezet worden. De schuifstaaf 47 is aan het eind voorzien van een dwars daarop, in de richting G reikende stang 48, die, zoals te zien is in figuur 5B, onder een hoek neerwaarts 5 omgezet is met schuin uiteinde 49. Door de motor 98 is de staaf 48, 49 kantelbaar (K) van een stand waarin staafdeel 48 horizontaal reikt, naar een stand waarin het staafuit- einde 49 verticaal reikt.
Wanneer de transportvorken 12 op de transpor-10 teurs 7 aangekomen zijn op de plaats weergegeven in figuren 5A,B, bewegend in de richting C, worden de rotatiemid-delen op de meenemer 90 geactiveerd om de transportvork 12 om te zwaaien in de richting D, over 180° (figuur 5A) . In de dan bereikte stand valt de opneemruimte 12a verticaal 15 samen met de opneemruimte 51 van de vork 50 van de over-zeteenheid 8. De sluitcilinder 12a wordt bediend voor opening van de vork. Wanneer met verder niet weergegeven sensormiddelen geconstateerd is dat de transportvorken 80 van de sorteertransporteur 9 vrij zijn, wordt door de 20 besturingseenheid van de inrichting 1 de motor 98 bediend om de staaf 48 te kantelen naar de positie waarin het uiteinde 49 verticaal reikt en in de baan van de transportvorken 80, en door aangrijping daarmee meegevoerd wordt in de richting G. De cilinder 41 loopt hierbij vrij. 25 Tegelijkertijd wordt de cilinder 54 bediend, om de stang 55 uit te duwen in de richting J, zodat de vork 50 naar de sorteertransporteur 9 gedwongen wordt, en door de samenvallende beweging met de houder 44 de vork in de richting F verplaatst wordt. In de eindstand bevindt de vork 50 30 zich met opneemruimte 51 precies verticaal in lijn met de opneemruimte 81 van de transportvork 80. De sluitcilinder 52 wordt dan opengezet, zodat de sluitpen 53 ingetrokken wordt. De transportvorken 80 kunnen met de bloem verder bewegen, zonder oponthoud, in de richting G, omdat de 35 opneemruimte 51 in transportrichting open is.
Daarna worden de cilinders 41 en 54 bediend, alsook de motor 98, om de overzeteenheid 8 weer naar de Λ Λ*.
10 uitgangsstand te dwingen.
Ondertussen is de transportvork 12 weer terugbewogen langs de transporteur 7, om een volgende procesgang door te maken.
1 0 1 89 6 5
Claims (22)
1. Inrichting voor het overbrengen van verenkelde bloemen of planten van een verzamelhouder naar een sorteermachine, omvattend middelen voor het seriegewijs oppakken van dicht naast elkaar gehouden 5 bloemen van de verzamelhouder, spreidmiddelen voor het uit elkaar voeren van de opgepakte bloemen, middelen voor het overdragen van de uit elkaar gevoerde bloemen aan een serie in hoofdzaak in onderling dezelfde richting lopende overbrengtransporteurs, welke transporteurs opgesteld zijn 10 voor het simultaan overbrengen van de serie bloemen naar een sorteertransporteur, alsmede omvattend middelen voor het overgeven van de bloemen van de respectieve transporteurs aan de sorteertransporteur.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 15 overbrengtransporteurs dwars op de transportrichting van de sorteertransporteur gericht/geplaatst zijn.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de overbrengtransporteurs elk voorzien zijn van een bloem-houder, die op de overbrengtransporteur verdraaibaar is 20 van een opneemstand, die naar de oppakmiddelen gericht is, naar een afgiftestand voor afgifte van de bloem aan de overgeefmiddelen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de opneemstand en de afgiftestand onder een hoek ten opzichte 25 van elkaar staan, bij voorkeur ongeveer 180 graden.
5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij de hoekverdraaiing plaatsvindt ter plaatse van de overgeef-middelen.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij 30 tijdens de hoekverdraaiing de bloemen worden opgenomen in de overgeefmiddelen.
7. Inrichting volgens een der voorgaande .-. A ··"· conclusies, waarbij de overbrengtransporteurs parallel zijn.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overgeefmiddelen aangebracht zijn 5 voor verplaatsing met de sorteertransporteur mee.
9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij de overgeefmiddelen aangebracht zijn voor gelijktijdige verplaatsing naar de sorteertransporteur toe.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, waarbij 10 de overgeefmiddelen een vork bezitten voor opname van een stengel van de bloem, en voorzien zijn van middelen voor het sluiten of openen van de opneemruimte van de vork.
11. Inrichting volgens conclusie 8, 9 of 10, waarbij de sorteertransporteur voorzien is van vorkvormige 15 bloemopneemruimtes, die bewogen worden volgens een baan, waarbij de overgeefmiddelen voorts voorzien zijn van meenemers, voor het aangrijpen van en het volgen van de beweging van de bloemopneemruimtes tijdens het overgeven van de bloemen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de meenemers beweegbaar zijn tussen een in de baan van de bloemopneemruimtes reikende stand en een stand vrij daarvan.
13. Inrichting volgens een der voorgaande 25 conclusies, waarbij de oppakmiddelen voorzien zijn van sluitbare grijparmen en naar en van de verzamelhouder beweegbaar zijn, waarbij de bloemen met hun bloemen rustend op een oplegvlak in de verzamelhouder gehouden worden, waarbij de grijparmen op afstand onder het oplegvlak 30 in aangrijping met de stengels beweegbaar zijn, en de oppakmiddelen voorts voorzien zijn van middelen voor het van het oplegvlak heffen van de bloemen.
14. Inrichting volgens conclusie 13, waarbij de oppakmiddelen elk voorzien zijn van een cilinder voor de 35 heen en weer beweging van de grijparmen naar en van de verzamelhouder en/of naar de overbrengtransporteurs.
15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spreidmiddelen omvatten stijve, de oppakmiddelen met elkaar verbindende, uitzetbare-intrekbare verbindingen, bij voorkeur cilindersamenstellen.
16. Inrichting volgens conclusie 15, waarbij de 5 cilindersamenstellen opeenvolgende oppakmiddelen met elkaar verbinden.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de naast elkaar gelegen oppakmiddelen voor de scheidbeweging geleid zijn op verschillende rails. -]_q
18, Inrichting volgens een der conclusies 13-17, waarbij de oppakmiddelen tevens de overdraagmiddelen vormen.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de spreidmiddelen werkzaam zijn m een 15 baan evenwijdig aan de transportrichting van de sorteer-transporteur.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de verzamelhouder naast de overbrengtransporteurs geplaatst is.
21. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.
22. Werkwijze omvattend een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij-25 gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- Ί 0 1 89 S S
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018965A NL1018965C2 (nl) | 2001-09-17 | 2001-09-17 | Bloemenoverzetinrichting. |
EP02078829A EP1293118B1 (en) | 2001-09-17 | 2002-09-17 | Flower dividing or supplying apparatus |
AT02078829T ATE341934T1 (de) | 2001-09-17 | 2002-09-17 | Verteilungs- oder zuführeinrichtung für blumen |
DE60215279T DE60215279D1 (de) | 2001-09-17 | 2002-09-17 | Verteilungs- oder Zuführeinrichtung für Blumen |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1018965A NL1018965C2 (nl) | 2001-09-17 | 2001-09-17 | Bloemenoverzetinrichting. |
NL1018965 | 2001-09-17 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1018965C2 true NL1018965C2 (nl) | 2003-03-25 |
Family
ID=19774010
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1018965A NL1018965C2 (nl) | 2001-09-17 | 2001-09-17 | Bloemenoverzetinrichting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1293118B1 (nl) |
AT (1) | ATE341934T1 (nl) |
DE (1) | DE60215279D1 (nl) |
NL (1) | NL1018965C2 (nl) |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1006410C1 (nl) * | 1997-05-12 | 1997-07-11 | Brinkman Bv | Werkwijze voor het oogsten, transporteren en sorteren van rozen, en transportstelsel voor rozen. |
EP0930002A2 (en) * | 1994-01-14 | 1999-07-21 | Janssen W.H.J. | A device for bundling flowers |
-
2001
- 2001-09-17 NL NL1018965A patent/NL1018965C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2002
- 2002-09-17 DE DE60215279T patent/DE60215279D1/de not_active Expired - Lifetime
- 2002-09-17 EP EP02078829A patent/EP1293118B1/en not_active Expired - Lifetime
- 2002-09-17 AT AT02078829T patent/ATE341934T1/de not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0930002A2 (en) * | 1994-01-14 | 1999-07-21 | Janssen W.H.J. | A device for bundling flowers |
NL1006410C1 (nl) * | 1997-05-12 | 1997-07-11 | Brinkman Bv | Werkwijze voor het oogsten, transporteren en sorteren van rozen, en transportstelsel voor rozen. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1293118A1 (en) | 2003-03-19 |
EP1293118B1 (en) | 2006-10-11 |
DE60215279D1 (de) | 2006-11-23 |
ATE341934T1 (de) | 2006-11-15 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7028450B2 (en) | System and method of processing and packing disk-like objects | |
NL1012258C2 (nl) | Inrichting voor het richten van een aantal gelijksoortige voorwerpen zoals vruchten. | |
DK2389330T3 (en) | Hanging conveyor system for transporting packaging trays | |
NL1031292C1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het faciliteren bij de oogst van gewassen. | |
US9199795B2 (en) | Apparatus and method of egg transfer within an egg handling machine | |
WO2018172376A1 (en) | Mushroom handling apparatus | |
NL1028839C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het overbrengen van een houder met een voedingsproduct zoals een daardoor gedragen worst. | |
NL8103567A (nl) | Inrichting voor het verpakken van fruit. | |
US20100003114A1 (en) | Lug tender | |
EP2611693B1 (en) | Egg transfer device | |
NL1017877C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vullen van houders. | |
GB2483284A (en) | Packing system for delicate goods | |
BE1028746B1 (nl) | Een systeem voor het hanteren van afzonderlijke primaire verpakkingshouders | |
NL1018965C2 (nl) | Bloemenoverzetinrichting. | |
CN113522912A (zh) | 瓶子清洗机和用于将瓶子输送到瓶子清洗机中的方法 | |
NL1006715C2 (nl) | Productoverdraaginrichting alsmede een samenstel omvattende een dergelijke productoverdraaginrichting. | |
NL1022950C2 (nl) | Bloemenovergeefinrichting. | |
NL1022951C2 (nl) | Overbrenginrichting voor bloemen. | |
NL1031686C2 (nl) | Kasinrichting en werkwijze voor gebruik van een robot daarin. | |
NL1034181C2 (nl) | Inrichting voor het transporteren van ronde objecten. | |
NL1036829C2 (nl) | Inrichting voor het verzamelen van vruchten tijdens het oogsten ervan. | |
NL1012438C2 (nl) | Pottenvulmachine. | |
NL7810040A (nl) | Ontstapelinrichting. | |
NL1000966C1 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het beladen van een houder. | |
BE1009180A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het planten van bollen. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20080401 |