NL9400043A - Dakpaneelsamenstel. - Google Patents

Description

Korte aanduiding : Dakpaneelsamenstel.

De uitvinding heeft betrekking op een dakpaneelsamenstel voor een voertuig, voorzien van een dakpaneel, dat bestemd is om een opening in een dak van een voertuig af te sluiten en dat vanuit een de opening in het dak afsluitende gesloten stand verstelbaar is in een eerste ventilatie-stand, waarin het dakpaneel om een nabij een uiteinde van het dakpaneel gelegen, zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende zwenkas omhoog verzwenkt is vanuit de gesloten stand, en een tweede verschuifstand, waarin-het dakpaneel ten minste gedeeltelijk omlaag is bewogen vanuit de gesloten stand, zodanig, dat het dakpaneel ten minste gedeeltelijk onder het dak van het voertuig kan worden geschoven, waarbij het dakpaneel samenstel is voorzien van ten minste een aan het dak te bevestigen geleidingsrail waarlangs een met behulp van een motor of met de hand aan te drijven bedieningsorgaan verplaatsbaar is, terwijl een om een ter hoogte van de geleidingsrail gelegen zwenkas verzwenkbare eerste uitstel arm met behulp van een scharnieras verzwenkbaar en verschuifbaar met het dakpaneel is verbonden en is voorzien van een geleidingsgroef voor het opnemen van een met het bedieningsorgaan verbonden nok, een en ander zodanig, dat bij verplaatsing van het bedieningsorgaan langs de geleidingsrail, en met de nok in ingrijping met de geleidingsgroef in de eerste uitstel arm, de eerste uitstel arm om de zwenkas wordt verzwenkt voor het bewegen van het dakpaneel naar de ventilatiestand.

Een dergelijke dakpaneelconstructie is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9001686. Bij deze bekende dakpaneelconstructie wordt gebruik gemaakt van een uitstel arm, die is voorzien van een tweetal boven elkaar gelegen geleidingsgroeven en die in de lengterichting van de geleidingsrail verplaatsbaar is.

Deze bekende constructie is gecompliceerd van opbouw en leidt tot een verhoudingsgewijs hoge uitvoering van het mechanisme met behulp waarvan het dakpaneel tussen de verschillende standen instelbaar is, hetgeen leidt tot een nadelige hoge bouw van het dakpaneelsamenstel.

Volgens de uitvinding is met het paneel een tweede uitstel arm vast verbonden en is de tweede uitstel arm voorzien van een verdere geleidingsgroef voor de nok van het bedieningsorgaan, een en ander zodanig, dat in de althans nagenoeg gesloten stand van het paneel een open uiteinde van de geleidingsgroef in de eerste verzwenkbare uitstel arm althans nagenoeg aansluit op een open uiteinde van de geleidingsgroef in de tweede uitstel arm en de geleidingsgroef in de eerste uitstel arm zich in de gesloten stand van het dakpaneel vanaf het op de geleidingsgroef in de tweede uitstel arm aansluitende uiteinde over ten minste een deel van zijn lengte in een van het dakpaneel afgekeerde richting uitstrekt, terwijl de geleidingsgroef in de tweede uitstel arm zich in de gesloten stand van het dakpaneel vanaf het op de geleidingsgroef in de eerste uitstel arm aansluitende uiteinde zich over ten minste een deel van zijn lengte in een naar het paneel toegekeerde richting uitstrekt.

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding is een eenvoudige en compacte opbouw van het mechanisme voor het verstellen van het dakpaneel tussen de verschillende standen te realiseren onder het over een verhoudingsgewijs kleine afstand ten opzichte van het dakpaneel verplaatsen van het bedieningsorgaan, zodat het mechanisme op een voor het stabiel ondersteunen van het dakpaneel gunstige plaats kan worden opgesteld en het dakpaneel in de verschillende standen op doelmatige wijze kan ondersteunen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 toont een doorsnede over een dakpaneelsamenstel volgens de uitvinding in de gesloten stand van het dakpaneel.

Figuur 2 toont een met figuur 1 overeenkomende doorsnede, waarin het dakpaneel in een gedeeltelijk geopende ventilatiestand is afgebeeld.

Figuur 3 toont een met figuren 1 en 2 overeenkomende doosnede, waarin het dakpaneel in de geheel geopende ventilatiestand is afgebeeld.

Figuur 4 toont een met de voorgaande figuren overeenkomende doorsnede, waarin het dakpaneel vanuit de gesloten stand een weinig naar beneden is bewogen.

Figuur 5 toont een met figuur 4 overeenkomende doorsnede, waarin het dakpaneel vanuit de gesloten stand over zijn maximale stand naar beneden is bewogen.

Zoals weergegeven in de figuren omvat een dakpaneelsamenstel een dakpaneel 1, dat op zich bekende wijze geschikt is voor het afsluiten van een opening 2, die is aangebracht in een dak van een voertuig 3. Het dak- paneel 1 is bevestigd aan nabij de langszijden, dat wil zeggen de in de lengterichting van het voertuig uitstrekkende zijden van het paneel aangebrachte liggers 4. Nabij iedere zich in de lengterichting van het voertuig uitstrekkende zijkant van de dakopening 2 is een geleidingsrail 5 aan het dak of dergelijke vastgezet.

In de geleidingsrail 5 is een schuifstuk 6 gelegen, waarbij dit schuifstuk 6 bijvoorbeeld-met behulp van een op trek en druk té belasten kabel is gekoppeld met een motor waarmede dit schuifstuk 6 in de lengterichting van de rail 5 verschuifbaar is.

Met het schuifstuk 6 is een in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld een in hoofdzaak driehoekige vorm bezittend bedieningsorgaan 7 scharnierend gekoppeld met behulp van een zich horizontaal en loodrecht op de lengterichting van de geleidingsrail 5 uitstrekkende scharnieras 8.

In de rail 5 is een verder schuifstuk 9 verschuifbaar. Dit schuifstuk 9 draagt een zich omhoog uitstrekkende steun 10, waaraan een uiteinde van een aan het dakpaneel 1 bevestigde ligger 4 met behulp van een horizontale en zich loodrecht op de lengterichting van de rail 5 uitstrekkende zwenkas 11 zwenkbaar is gekoppeld.

Een op enige afstand boven de rail 5 in een hoekpunt van het bedieningsorgaan 7 is een uitstekende nok 12 aangebracht. In de in figuren 2 en 3 weergegeven stand van het dakpaneel is deze nok gelegen in een ge-leidingsgroef 13, die is aangebracht in een uitstel arm 14. De uitstel arm 14 is verzwenkbaar om een in de geleidingsrail verschuifbaar gelegen, zich loodrecht op de lengterichting en horizontaal uitstrekkende scharnieras 15, die in de in de figuren 1-3 weergegeven stand van de verschillende onderdelen aanligt tegen een aanslag 16, die een verschuiving van de scharnieras 14, gezien in de figuren 1-3 naar links begrenst.

Een spoorstang 17 is met een uiteinde zwenkbaar met de as 15 gekoppeld. Het andere uiteinde van de spoorstang 17 is op enige afstand van de zwenkas 11 met behulp van een zich evenwijdig aan deze zwenkas 11 uitstrekkende scharnierpen 18 met een ligger 4 gekoppeld.

Aan het boveneinde van de uitstelarm 14 is een stift of nok 19 bevestigd, die verschuifbaar is opgenomen in een in de ligger 4 aangebracht en zich in de lengterichting van de ligger 4 uitstrekkend sleufgat 20.

Aan de ligger is een verdere uitstelarm 21 bevestigd, waarin een geleidingsgroef 22 is aangebracht.

De naar elkaar toegekeerde uiteinden van de uitstel armen 14 en 21 zijn ten opzichte van de overige delen van deze uitstel armen een weinig dunner uitgevoerd, zodanig, dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de uitstel armen 14 en 21 elkaar in de in de figuur 1 weergegeven gesloten stand van het dakpaneel overlappen, terwijl in deze stand de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de groeven 13 en 22 op elkaar aansluiten en nagenoeg horizontaal zijn gelegen. Daarbij strekt de groef 13 zich vanaf zijn aansluiteinde op de groef 22 in een van de groef 22 afgekeerde en naar beneden gekeerde richting langs een kromlijnige baan uit. De groef 22 strekt zich vanaf zijn -naar de groef 13 toegekeerde einde in een van de groef 13 afgekeerde richting langs een kromlijnige baan omhoog uit.

Tengevolge van deze uitvoering zal, indien het geleidingsorgaan 6 gezien in de figuren naar links wordt verplaatst, de met het bedienings-orgaan 7 gekoppelde nok 12 door de groef 13 worden verplaatst en daarbij de uitstelarm 14 om de as 15 tegen de wijzers van de klok in verzwenken, zodat het dakpaneel 1 om de as 11 omhoog wordt verzwenkt.

Indien de nok 12 het gezien in de figuren meest linkse uiteinde van de groef 13 heeft bereikt zal bij verdere verplaatsing van het schuif-stuk 6 naar links het bedieningsorgaan 7 om de as 8 gaan verzwenken, hetgeen mogelijk wordt, doordat een aan het bedieningsorgaan 7 bevestigde in de rail 5 lopende geleidingsnok 23 via een geschikte uitsparing omhoog uit de geleidingsrail kan bewegen. Daarbij wordt ook de uitstelarm 14 vanuit de in figuur 2 weergegeven stand verder verzwenkt naar de in figuur 3 weergegeven stand, waarbij de aan het uiteinde van de uitstelarm 14 bevestigde nok 19 verschuift in het in het profiel 4 aangebrachte sleufgat 20.

De in figuur 3 weergegeven eindstand van de uitstelarm 14 wordt bepaald door een nabij de scharnieras 15 aan de uitstelarm 14 bevestigde nok 24, die aan komt te liggen tegen een met de rail 5 verbonden aanslag-deel 25.

In deze stand is het paneel opgesteld in een voor ventilatie van de onder het dak 3 gelegen passagiersruimte of dergelijke geschikte stand.

Vanuit de in figuur 1 weergegeven stand kan echter het schuif-stuk 6 met het daaraan gekoppelde bedieningsorgaan 7 ook gezien in de figuren naar rechts worden verplaatst.

Daarbij wordt de met het bedieningsorgaan 7 verbonden nok 14 door de gleuf 22 in de vast aan het dakpaneel bevestigde uitstel arm 21 bewogen, waardoor het dakpaneel om de zwenkas 11 in de richting volgens de wijzers van de klok naar beneden wordt gezwenkt, zoals duidelijk zal zijn uit de figuren 4 en 5. Daarbij wordt de in het sleufgat 20 gelegen nok 19 gezien in de figuren naar het rechter uiteinde van het sleufgat 20 bewogen. Indien het dakpaneel 1 zijn in figuur 5 weergegeven geheel naar beneden gezwenkte stand heeft bereikt zal, bij verdere verplaatsing van het schuif-stuk naar rechts, gezien in de figuren, het dakpaneel met alle daarmede verbonden onderdelen in zijn geheel naar rechts onder het dak 3 worden geschoven.

Claims (5)

1. Dakpaneelsamenstel voor een motorvoertuig, voorzien van een dakpaneel, dat bestemd is om een opening in een dak van een voertuig af te sluiten en dat vanuit een de opening in het dak afsluitende gesloten stand verstelbaar is in een eerste ventilatiestand, waarin het dakpaneel om een nabij een uiteinde van het dakpaneel gelegen zich dwars op de lengterichting van het voertuig uitstrekkende zwenkas omhoog verzwenkt is vanuit de gesloten stand, en een tweede verschuifstand, waarin het dakpaneel ten minste gedeeltelijk omlaag is bewogen vanuit de gesloten stand, zodanig, dat het dakpaneel ten minste gedeeltelijk onder het dak van het voertuig kan worden geschoven, waarbij het dakpaneelsamenstel is voorzien van ten minste een aan het dak te bevestigen geleidingsrail waarlangs een met behulp van een motor of met de hand aan te drijven bedieningsorgaan verplaatsbaar is, terwijl een om een ter hoogte van de geleidingsrail gelegen zwenkas verzwenkbare eerste uitstel arm met behulp van een scharnieras verzwenkbaar en verschuifbaar met het dakpaneel is verbonden en is voorzien van een geleidingsgroef voor het opnemen van een met het bedieningsorgaan verbonden nok, een en ander zodanig, dat bij verplaatsing van het bedieningsorgaan langs de geleidingsrail, en met de nok in ingrijping met de geleidingsgroef in de eerste uitstel arm, de eerste uitstel arm om de zwenkas wordt verzwenkt voor het bewegen van het dakpaneel naar de ventilatiestand, met het kenmerk, dat met het paneel een tweede uitstel arm vast is verbonden en de tweede uitstelarm is voorzien van een verdere geleidingsgroef voor de nok van het bedieningsorgaan, een en ander zodanig, dat in de althans nagenoeg gesloten stand van het paneel een open uiteinde van de geleidingsgroef in de eerste verzwenkbare uitstelarm althans nagenoeg aansluit op een open uiteinde van de geleidingsgroef in de tweede uitstelarm en de geleidingsgroef in de eerste uitstelarm zich in de gesloten stand van het dakpaneel vanaf het op de geleidingsgroef in de tweede uitstelarm aansluitende uiteinde over althans een deel van zijn lengte in een van het dakpaneel afgekeerde richting uitstrekt, terwijl de geleidingsgroef in de tweede uitstelarm zich in de gesloten stand van het dakpaneel vanaf het op de geleidingsgroef in de eerste uitstelarm aansluitende uiteinde zich over althans een deel van zijn lengte in een naar het paneel toegekeerde richting uitstrekt.

2. Dakpaneelsamenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de naar elkaar toegekeerde uiteinden van de geleidingsgroeven in de gesloten stand ten minste nagenoeg horizontaal in eikaars verlengde liggen, terwijl de met het bedieningsorgaan verbonden nok, dan nabij deze uiteinden is gelegen.

3. Dakpaneelsamenstel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan zwenkbaar met een langs de geleidingsrail verplaatsbaar schuifstuk is verbonden en, indien de nok een gesloten uiteinde heeft bereikt, bij het naar de eerste ventilatiestand zwenken van het dakpaneel, bij verdere verplaatsing van het schuifstuk ten opzichte van het schuifstuk omhoog verzwenkt tijdens het verder verzwenken van de eerste uitstel arm.

4. Dakpaneelsamenstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bedieningsorgaan is voorzien van een geleidingsnok, die op afstand is gelegen van het aankoppelpunt van het bedieningsorgaan aan het schuifstuk en in de geleidingsrail wordt geleid tot de nok van het bedieningsorgaan het gesloten einde van de geleidingsgroef in de eerste uitstelarm heeft bereikt, waarbij in deze stand de geleidingsnok van het bedieningsorgaan via een in de geleidingsrail aangebrachte uitsparing uit de geleidingsrail kan zwenken.

5. Dakpaneelconstructie volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat om de ter hoogte van de geleidingsrail gelegen zwenkas van de eerste uitstelarm een spoorstang verdraaibaar is, die zich in een van de uitstel armen afgekeerde richting uitstrekt en op enige afstand van de zwenkas van het dakpaneel scharnierend met het dakpaneel is gekoppeld.