NL9301206A - Inrichting voor het afdichten van schroefaandrijvingen voor schepen met twee concentrische, contra-roterende schroefassen. - Google Patents

Description

Titel: Inrichting voor het afdichten van schroefaandrijvingen voor schepen met twee concentrische, contra-roterende schroefassen.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het af dicht en van schroef aandrijvingen voor schepen met twee concentrisch ten opzichte van elkaar opgestelde schroefassen met de in de aanhef van conclusie 1 aangeduide kenmerken.

Afdichtinrichtingen van dit type, zoals deze in de DE-OS 1.901.620 beschreven zijn, hebben het nadeel, dat door de tussen binnen- en buitenas in het gebied van de binnenas-afdichting optredende schommelingen in de speling tussen beide assen een behoorlijke afdichting niet gegarandeerd is, omdat de star aan de buitenas bevestigde afdichtlippen of te sterk belast en daarmee samengeperst worden of te sterk ontlast en daarmee in de afdichtende werking ervan belemmerd worden.

De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te verhelpen en dienovereenkomstig een inrichting voor het afdichten van het voomoemde type zodanig verder te ontwikkelen, dat de genoemde schommelingen in de speling zoveel mogelijk gecompenseerd worden.

Dit doel wordt bereikt doordat de binnenas-afdichting gedragen wordt door een ringvormig huis, dat met een daarmee concentrische maar daarvan in radiale richting op afstand gelegen draagring via elastische, de doorgang van vloeistof verhinderende ringvormige wanden vloeistofdicht verbonden is, waarbij de draagring het verbindingsstuk voor de vloeistofdichte verbinding met de buitenas vormt. Door de "zwemmende" opstelling van de afdichting worden grotere veranderingen in de speling van de assen niet meer direct maar alleen nog indirect via de elastische ringvormige wanden overgebracht en daarmee zoveel mogelijk opgeheven.

In de volgconclusies zijn meerdere voordelige uitvoeringsvormen van het onderwerp van de uitvinding beschreven.

Zo beschrijft conclusie 2 een eenvoudige en effektieve oplossing voor de waterdichte verbinding van de ringvormige wanden.

Volgens conclusie 3 wordt een nog verdergaande compensatie van schommelingen in de speling bereikt, doordat het ringvormige huis en daarmee de lipdichtingen door het glijlager geleid en derhalve alleen nog aan de in vergelijking geringe lagerspeling van het glijlager onderworpen zijn.

De conclusies 4 t/m 6 hebben betrekking op doelmatige oplossingen voor het verhinderen van axiaal uitwijkende bewegingen van het ringvormige huis en daarmee van de lipdichtingen.

volgens conclusie 7 bestaat er een eenvoudige mogelijkheid het glijlager en tegelijkertijd de lipdichtingen werkzaam met olie te smeren.

Volgens conclusie 8 voldoet de afdichtingsinrichting volgens de uitvinding aan de verhoogde eisen met betrekking tot het afdichten bij hoge drukken van de af te dichten media, alsmede met betrekking tot de bedrijfszekerheid en de milieubescherming .

In de tekening wordt het onderwerp van de uitvinding aan de hand van twee uitvoeringsvoorbeelden nader toegelicht, hierin toont: fig. 1 een gedeeltelijke lengtedoorsnede door het achter gelegen gedeelte van het schip met de uittreeopening voor de assen, de buitenas met buitenschroef, de binnenas met binnenschroef en de bijbehorende asafdichtingen alsmede de aslagers, fig. 2 en 3 telkens een uitvoeringsvorm van de binnenas-afdichting volgens fig. 1 op vergrote schaal.

In alle figuren zijn gelijke onderdelen met de gelijke verwijzingscij fers aangegeven.

In de met l aangegeven, slechts aangeduide asuittree-opening is een als holle as uitgevoerde buitenas 2 in glij-lagers gelegerd, in de holle ruimte waarvan een binnenas 8 in glijlagers 3b gelegerd is.

De buitenas-schroef is met verwijzingscijfer 4 en de binnenas-schroef met verwijzingscijfer 5 aangegeven.

Tussen beide schroeven, die op een geschikte afstand van elkaar gelegen zijn, bevindt zich de binnenas-afdichting 6, terwijl tussen de buitenas-schroef 4 en het achterste einde van de uittreeopening 1 de buitenas-afdichting 7 aangebracht is.

Omdat alleen de binnenas-afdichting 6 van belang voor de uitvinding is, wordt deze onderstaand aan de hand van fig. 2 en 3 gedetailleerd beschreven:

Op de binnenas 8 is een asbus 9 geplaatst, die via een flens 9.1 op gebruikelijke wijze draaivast met de binnenas-schroef 5 verbonden is.

Tegen de asbus 9 liggen drie als lipdichtingen 10.1, 10.2 en 10.3 uitgevoerde dichtingsringen aan, die op afstand achter elkaar zodanig aangebracht zijn, dat één lipdichting 10.3 aan het af te dichten buitenmedium W en twee lipdichtingen aan de smeerolieruimte S toegevoegd zijn en in de richting daarvan wijzen.

De lipdichtingen 10.1, 10.2 en 10.3 zijn door een huis-vormige ring vast geklemd, die uit vier huis vormige ringdelen 11.1, 11.2, 11.3 en 11.4 bestaat, die in axiale richting achter elkaar tot een blok vastgeschroefd zijn, waarbij telkens één lipdichting tussen twee ringvormige huisdelen ingespannen is.

Het ringvormige huis 11 is op zijn beurt door een draag-ring 12 vastgeklemd, die via een ringvormige flens 12.1 aan de in de fig. 2 en 3 niet getoonde buitenas 2 star bevestigd is, waarbij tussen het ringvormige huis 11 en de draagring 12 een ringvormige spleet vrijgehouden is, die door twee op afstand gelegen, in hoofdzaak in radiale richting staande ringvormige wanden 13,14 overbrugd wordt. De ringvormige wanden zijn van een elastisch, vloeistofdicht materiaal gemaakt en zijn enerzijds door het ringvormige huis 11 en anderzijds door de draagring 12 door het inspannen tussen twee ringvormige huis- delen 11.1, 11.2 of speciale inklemringen 15, 19.1 en 19.2 vloeistofdicht ingeklemd.

Om de volgens de uitvinding bereikte compensatie van overgrote schommelingen in de speling tussen buitenas 2 en binnenas 8 nog te versterken, is bij de getoonde uitvoerings-voorbeelden in een glijlager 16 voor het ringvormige huis 11 voorzien, waarvan de lagerschaal in een naar voren verlengd gedeelte van het ringvormige huisdeel ïl.l geplaatst is en met het voorste gedeelte van de asbus 9 samenwerkt. Het glij-lager 16 wordt via een langsboring 17 in de binnenas 8, welke langsboring via zij leidingen 17.1 in het gebied van het glij lager uitmondt, van smeerolie voorzien. Het genoemde verlengde gedeelte is ook voorzien van een terugstroom-leiding 18 voor de uit het glijlager 16 uittredende smeerolie.

Omdat voor de genoemde compensatie alleen de door de elastische ringvormige wanden 13,14 mogelijk gemaakte verschuiving van het ringvormige huis 11 in radiale richting gewenst is, maar niet een dergelijke verschuiving in radiale richting, is in een geschikte rechte geleiding van het ringvormige huis ll in radiale richting voorzien. Deze geleiding bestaat volgens fig. 2 uit een uitsparing in de draagring 12 en de inklemringen 11.1,11.2 ervan, waarin een overeenkomstig door de ringvormige huisdelen 19.1,19.2 gevormd vooruitstekend gedeelte met een geringe zijdelingse speling uitsteekt.

Volgens fig. 3 bestaat de rechte geleiding uit een in het gebied van het glijlager 16 aanwezig vooruitstekend gedeelte 9.1 van de asbus 9 en een overeenkomstige in het verlengde gedeelte van het ringvormige huisdeel 11.1 aangebrachte uitsparing, waarbij het vooruitstekende gedeelte ook zij leidingen bezit en daarmee het toevoerorgaan voor de toevoer van de smeerolie naar het glijlager 16 vormt.

Claims (8)

1. Inrichting voor het afdichten van schroefaandrijvingen voor schepen met twee concentrisch ten opzichte van elkaar opgestelde, contra-roterende schroefassen en met een afdichting voor de buitenas respectievelijk een afdichting voor de binnenas, waarbij de als lipdichtingen uitgevoerde afdichtingen met de asuittreeopening respectievelijk de buitenas vloeistofdicht verbonden zijn, met het kenmerk, dat de binnenas- afdichting (6) door een ringvormig huis (11) gedragen wordt, dat met een daarmee concentrische maar daarvan in radiale richting op afstand gelegen draagring (12) via elastische, de doorgang van vloeistof verhinderende ringvormige wanden (13.14) vloeistofdicht verbonden is, waarbij de draagring (12) het verbindingsstuk voor de vloeistofdichte verbinding met de buitenas (2) vormt.

2. Afdichtinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vloeistofdichte verbinding van de ringvormige wanden (13.14) met het ringvormige huis (11) respectievelijk de draagring (12) door het inspannen van de randen van de ringvormige wanden (13,14) tussen klemringen (11.2,11.1,15 respectievelijk 19.1,19.2,12.1) uitgevoerd is.

3. Afdichtinrichting volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat het ringvormige huis (11) aan het eindgedeelte (11.1) ervan een axiale verlenging bezit, die als drager voor de lagerschaal van een met de binnenas (8) respectievelijk een daarop geplaatste lagerbus (9) samenwerkend glij lager (16) uitgevoerd is.

4. Afdichtinrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat een beweging in axiale richting van het ringvormige huis (11) door een rechte geleiding belemmerd wordt.

5. Afdichtinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de rechte geleiding uit een ringvormige uitsparing in de draagring (19.1,19.2,12.1) bestaat, waarin zich een dienover eenkomstig vooruitstekend gedeelte van het ringvormige huis (n.2,11.1,15) uitstrekt.

6. Afdichtinrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de rechte geleiding uit een ringvormige uitsparing in het ringvormige huis (11.1) in het gebied van het glijlager (16) bestaat, waarin zich een dienovereenkomstig vooruitstekend gedeelte (9.1) van de lagerbus (9) uitstrekt.

7. Afdichtinrichting volgens een der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat bij gébruik van een druk-rotatie-smering voor het glij lager (16) de olietoevoer daamaartoe via een binnen in de binnenas (8) geplaatste smeerleiding (17) plaatsvindt, waarbij voor het terugstromen van de olie het ringvormige huis (11.l) voorzien is van een terugstroom-leiding (18).

8. Afdichtinrichting volgens een der conclusies 1-7, gekenmerkt door toepassing van een meervoudige lipdichting met twee of meerdere in de richting van de as op afstand achter elkaar aangebrachte lipdichtingen (10.1,10.2,10.3), waarbij het ringvormige huis (11) een blok van ringvormige huisdelen (11.1,11.2,11.3,11.4) vormt en waarbij telkens tussen twee ringvormige huisdelen één van de lipdichtingen ingespannen is.