NL9100602A - Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen. - Google Patents

Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL9100602A
NL9100602A NL9100602A NL9100602A NL9100602A NL 9100602 A NL9100602 A NL 9100602A NL 9100602 A NL9100602 A NL 9100602A NL 9100602 A NL9100602 A NL 9100602A NL 9100602 A NL9100602 A NL 9100602A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
coupling
hollow shaft
shaft part
decoupling
cable coupling
Prior art date
Application number
NL9100602A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192440C (nl
NL192440B (nl
Original Assignee
Scharfenbergkupplung Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Scharfenbergkupplung Gmbh filed Critical Scharfenbergkupplung Gmbh
Publication of NL9100602A publication Critical patent/NL9100602A/nl
Publication of NL192440B publication Critical patent/NL192440B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192440C publication Critical patent/NL192440C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B61RAILWAYS
    • B61GCOUPLINGS; DRAUGHT AND BUFFING APPLIANCES
    • B61G5/00Couplings for special purposes not otherwise provided for
    • B61G5/06Couplings for special purposes not otherwise provided for for, or combined with, couplings or connectors for fluid conduits or electric cables

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Flexible Shafts (AREA)
  • Lock And Its Accessories (AREA)
  • Electric Cable Arrangement Between Relatively Moving Parts (AREA)
  • Mechanical Operated Clutches (AREA)
  • Medicines That Contain Protein Lipid Enzymes And Other Medicines (AREA)

Description

UITTREKSEL
Teneinde het teweegbrengen en een tijdgebonden verloop van een koppel- of ontkoppelproces van een mechanische middenbufferkoppeling en van een in de richting van de koppelas in lengterichting verschuifbaar geplaatste, electrische kabelkoppeling met een gemeenschappelijke rotatie-aandrijving met zo min mogelijke besturingsmoeite bedrijfszeker te koppelen bevat een koppel- en ontkoppelinrichting een loodrecht ten opzichte van de koppelas geplaatste aandrijfbare as waarop rotatievast een bedieningsarm is bevestigd, die in een geleidingsrail van de kabelkoppeling grijpt, en daarmee dient als direkt aandrijfelement voor de kabelkoppeling. De as is roteerbaar en in lengterichting verschuifbaar geleid in een onderste hol asdeel van een holle as, die uit een onderste, een middelste en een bovenste hol asdeel bestaat, waarbij de as boven het middelste holle asdeel uitsteekt tot in het gebied van het bovenste holle asdeel waarin de as in lengterichting verschuifbaar maar rotatievast is geleid.
Figure NL9100602AD00021
Titel: Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling volgens de aanhef van conclusie 1.
Uit het manuscript "Getriebelehre I", Prof. Dr. -Ing.
B. Dizioglu, TU Braunschweig, 1974, bladzijde 9 is een drijfwerk uit het krukdrijfwerk (D. Gelenkviereck) in de vorm van een heen- en weergaande kruisslede (D. Kreuzschleife) algemeen bekend. Een rond een vast lager roteerbare aandrijfarm grijpt met het andere eind op een schaarblok aan, dat in de geleidingsbaan van een geleidingsrails rechtlijnig verschuifbaar is ondersteund. Op de geleidingsrail is een loodrecht op de geleidingsbaan gerichte glijstang bevestigd, die in een vast lager is geleid. Door deze opstelling wordt een rotatiebeweging van de aandrijfarm in een langsbeweging van de geleidingsrail loodrecht op de geleidingsbaan daarvan en de daaraan bevestigde glijstang opgewekt. De geleidingsrail en de glijstang zijn derhalve kruisvormig opgesteld. Bij een rotatie, in de richting van de wijzers van de klok, van de aandrijfarm uit een parallele positie ten opzichte van de glijstang over 180° beweegt elk punt van de glijstang in axiale richting van de glijstang van een voorste eindpositie naar een achterste eindpositie. Bij verdere rotatie in dezelfde richting beweegt elk punt van de glijstang vanuit de achterste eindpositie weer naar de voorste eindpositie, dat wil zeggen, dat bij elke volledig omwenteling van de aandrijfarm elk punt van de glijstang uit de voorste eindpositie via de achterste eindpositie in de voorste eindpositie terug komt. Ook bij een tegengestelde rotatie beweegt elk punt van de glijstang uit de achterste eindpositie weer in de voorste eindpositie.
De Europese octrooipublicatie EP-0 339 348 Al gebruikt het hiervoor beschreven algemeen bekende principe van de heen-en weergaande kruisslede voor het bedieningsmechanisme van een electrische kabelkoppeling voor railvoertuigen. De soort koppeling van de koppel- en ontkoppelinrichting voor de mechanische koppeling en de electrische kabelkoppeling vereist voor elke schakelcyclus een afzonderlijke bediening van de electrische kabelkoppeling en van het ontgrendelmechanisme voor de mechanische koppeling zodat, bij de bediening van de rotatie-aandrijving van de electrische kabelkoppeling, bij elke schakelcyclus door het bedieningspersoneel het bijschakelen, dat wil zeggen een koppeling met het ontgrendelingsmechanisme, afzonderlijk moet worden besloten en teweeggebracht indien een bediening van het ontgrendelingsmechanisme noodzakelijk is. Het krachtgesloten contact tussen de rotatie-aandrijving en de kabelkoppeling moet kunnen worden opgegeven doordat de in de krachtoverbrenging gelegen laatste tandwieloverbrenging van een tussen de rotatie-aandrijving en de kabelkoppeling geplaatst tandwieldrijfwerk buiten aangrijping kan worden gebracht.
De uitvinding heeft tot doel een dergelijke koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling van compact ontwerp zodanig uit te voeren, dat het ontkoppelen en het tijdgebonden verloop van het koppel- en ontkoppelproces van de mechanische middenbufferkoppeling en de electrische kabelkoppeling onder gebruikmaking van een gemeenschappelijke aandrijving voor de bediening, bedrijfszeker met geringe, in het bijzonder handmatige besturingsmoeite zijn gekoppeld, waarbij de uitvoering van de koppel- en ontkoppelinrichting, indien nodig door een eenvoudig omschakelen, voor bijzonder gebruik een handmatige bediening van de kabelkoppeling toestaat, ook met behoud van de afstandbediening van de sluiting van de mechanische middenbufferkoppeling via de rotatie-aandrijving.
Dit doel wordt bereikt met de in conclusie 1 aangegeven maatregelen.
Door de uitvoering van de koppel- en ontkoppelinrichting volgens de uitvinding zijn het op gang brengen van en het verloop van de beweging van de bediening van de electrische kabelkoppeling en de mechanische middenbufferkoppeling in het normale automatische gebruik gedwongen via een as, respectievelijk holle as, onder gebruikmaking van een gemeenschappelijke rotatie-aandrijving bedrijfzeker en met geringe, in het bijzonder handmatige besturingsmoeite, gekoppeld. Dit geldt zowel voor het koppel-alsook voor het ontkoppelproces. De gedwongen koppeling is zo uitgevoerd, dat onder bijzondere bedrijfsomstandigheden door een eenvoudige omschakeling, namelijk door het in axiale richting opheffen van de as, de gedwongen koppeling ongedaan kan worden gemaakt. Dit is gunstig om bij uitval van de rotatie-aandrijving het koppelen of ontkoppelen van de kabelkoppeling en de middenbufferkoppeling handmatig te kunnen uitvoeren, of om bij toepassingen waarbij de aanwezige electrische kabelkoppelingen niet worden gebruikt, nog steeds het op afstand ontkoppelen van de mechanische sluiting van de middenbufferkoppeling via de rotatie-aandrijving mogelijk te maken.
Verdere gunstige uitvoeringen van de uitvinding zijn in de volgconclusies aangegeven.
Een uitvoeringsvoorbeeld wordt hierna aan de hand van een tekening beschreven.
Fig. 1 toont, gedeeltelijk in doorsnede, een zijaanzicht van een koppel- en ontkoppelinrichting volgens de uitvinding; en fig. 2 is een weergave van het verloop van de beweging en de standen van de bedieningsarm en ontkoppelhefboom bij en na het koppel- en ontkoppelproces.
Op een mechanische middenbufferkoppeling 1 is een in de richting van de koppelas in lengterichting verschuifbaar geleide kabelkoppeling 2 geplaatst. In het uitvoeringsvoorbeeld is de kabelkoppeling 2 boven op de middenbufferkoppeling geplaatst en geleid. De kabelkoppeling 2 en een mechanische sluiting 3 van de middenbufferkoppeling 1 zijn via een koppel- en ontkoppelinrichting met elkaar gekoppeld. De koppel- en ontkoppelinrichting is voorzien van een in beide rotatierichtingen schakelbare rotatie-aandrijving 4, in het bijzonder een electromotor, die via een drijfwerk 5 zowel de kabelkoppeling 2 alsook de mechanische sluiting 3 bedient. De rotatie-aandrijving 4 drijft een tandwiel 6 aan, dat via een snaporgaan 17 op een zijvlak voor de draaimomentoverdracht met een onderste holle asdeel 7a van een loodrecht ten opzichte van de koppelas geplaatste holle as 7 is verbonden.
De rotatie-assen van het tandwiel 6 en van het holle asdeel 7a vallen samen. Het holle asdeel 7a is met de buitenmantel in een huisdeel 8 gelegerd. In het bovenste gebied is het holle asdeel 7a van de holle as 7 voorzien van een ringvormige geleidingsbaan 9 die op de rand steunt van het huisdeel 8 op de doorsteekvlakken van het holle asdeel 7a door het huisdeel 8. Boven het huisdeel 8 strekt zich vanuit het holle asdeel 7a in radiale richting een ontkoppelhefboom 10 uit met een daarop geplaatste ontkoppelnok 10a, die zo is geplaatst dat deze in het schakelbereik van een ontkoppelorgaan 11 van de mechanische sluiting 3 kan worden gebracht. Verder is een schakelnok 25 boven het huisdeel 8 op het holle asdeel 7a geplaatst.
Als mechanische sluiting is in het uitvoeringsvoorbeeld een sluiting met een roteerbare schijfhaak 12 aangebracht, die door middel van een hoofdbout 13 is gelegerd in de koppelkop 14. Koppelingen met schijfhaken zijn algemeen bekend uit bijvoorbeeld het Duitse octrooischrift nr. 188 845 of nr. 660 833.
Boven het onderste holle asdeel 7a is een middelste holle asdeel 7b geplaatst, dat rotatievast met een as 15 is verbonden. De as 15 is roteerbaar en in lengterichting verschuifbaar in het holle asdeel 7a geleid en steekt enerzijds met een aanzetstuk 15a naar beneden uit het huis 8 en anderzijds naar boven uit het holle asdeel tot in het bereik van een bovenste hol asdeel 7c. In het holle asdeel 7c is de as 15 in lenterichting verschuifbaar geleid. Het bovenste holle asdeel 7c is met de buitenmantel daarvan in een huisdeel 16 gelegerd. De holle asdelen 7a, 7b en 7c zijn aan de telkens tegenover elkaar liggende einden voorzien van snaporganen 17, hetgeen een draaimomentoverdracht van het onderste holle asdeel 7a op het bovenste holle asdeel 7c mogelijk maakt, waarbij de snaporganen 17 tussen het onderste holle asdeel 7a en het middelste holle asdeel 7b door een langsverschuiving tegen elkaar en tegen de kracht van een veer 18 buiten aangrijping kunnen worden gebracht.
Op het boveneinde van het holle asdeel 7c is rotatievast een bedieningsarm 19 geplaatst, die zich in radiale richting uitstrekt en op de rotatie-as vanwege de weergave ten opzichte van de ontkoppelhefboom 10 over een hoek, van bijvoorbeeld 90°, verplaatst is aangebracht. De noodzakelijkheid en de grootte van een hoekverplaatsing is afhankelijk van de positie van het ontkoppelorgaan 11 van de mechanische sluiting 3 in het zwenkbereik van de ontkoppelnok 10a van de ontkoppelhefboom 10. Aan het einde van de bedieningsarm 19 is een geleidingselement 20 geplaatst, dat op een dwars ten opzichte van de koppelas geplaatste geleidingsrail 21 aangrijpt. Op de geleidingsrail 21 is op de naar het koppelvlak gerichte zijde een steunbok 22 aangebracht, die de electrische kabelkoppeling 2 draagt. De kabelkoppeling 2 is boven op de middenbufferkoppeling 1 in de richting van de koppelas in lengterichting verschuifbaar geplaatst en geleid. Tussen de steunbok 22 en de kabelkoppeling 2 is voor het opwekken en voor het op zekere wijze in stand houden van de noodzakelijke aandrukkracht van de kabelkoppeling 2 in de gekoppelde toestand een in de richting van de koppelas werkzame aandrukveer 23 geplaatst.
De bediening van de electrische kabelkoppeling 2 via de bedieningsarm 19 is door de holle as 7 gedwongen gekoppeld met de bediening van het ontkoppelorgaan 11 van de sluiting 3 via de ontkoppelhefboom 10 van de middenbufferkoppeling 1.
Het blijkt gunstig de bedieningsarm 19 onder een zwenkhoek van 180° te plaatsen, aangezien het dan mogelijk is de telkens te bereiken eindpositie van de bedieningsarm 19, en daarmee de met de bedieningsarm 19 gekoppelde kabelkoppeling 2, zowel door een enkelvoudige links- alsook rechtszwenking van de bedieningsarm 19 bij gelijkblijvende zwenkhoek te bereiken.
Een koppel- en ontkoppelproces van de electrische kabelkoppeling 2 en de mechanische middenbufferkoppeling 1 wordt hierna, onder verwijzing naar in het bijzonder fig. 2, beschreven. Daarbij wordt ervan uitgegaan, dat de middenbufferkoppeling 1 en de kabelkoppeling 2 samenwerken met een indentieke middenbufferkoppeling 1' en een identieke kabelkoppeling 2'. De aanduiding van gelijke aspecten vindt plaats door middel van gelijke verwijzingscijfers met accenten.
Bij het koppelproces van de middenbufferkoppeling 1 met een middenbufferkoppeling 1' raken delen van de mechanische sluitingen 3, 3' elkaar en de sluitingen 3 en 3' komen uit de stand waarin ze gereed zijn voor het koppelen in de gekoppelde stand, waarin zij additioneel door veerkrachten kunnen zijn geborgd.
Na het voltrokken koppelproces, of wat de tijd betreft in nauwe samenhang met het koppelproces, schakelt een bedieningselement 24' van de middenbufferkoppeling 1' een schakelaar 26 van de middenbufferkoppeling 1 en een bedieningselement 24 van de middenbufferkoppeling 1 schakelt een schakelaar 26' van de middenbufferkoppeling 1'. Het procesverloop voor het koppelen van de electrische kabelkoppeling 2, 2' is aan beide koppelzijden gelijk, zodat voor de beschrijving van het koppelproces slechts verduidelijkingen voor één koppelzijde noodzakelijk zijn.
De schakelaar 26 schakelt de rotatie-aandrijving 4 in. De rotatie-aandrijving 4 zwenkt via het drijfwerk 5 de op de as 15 geplaatste bedieningsarm 19 overeenkomstig fig. 2 uit de stand - a) ontkoppeld - via de rotatiebeweging - b) koppelen - in de stand -c) gekoppeld - tegen de richting van de wijzers van de klok over 180°. De bedieningsarm 19 grijpt met zijn geleidingselement 20 in de geleidingsrail 21 en verschuift bij het zwenken rond de hartlijn van de as 15 de kabelkoppeling 2 uit de achterste eindpositie in de beoogde voorste eindpositie. De door de rotatie-aandrijving 4 over 180° geroteerde holle as 7 zwenkt de ontkoppelhefboom 10, waarbij de hierop geplaatste ontkoppelnok 10a bij deze rotatierichting niet aangrijpt in de sluiting 3 van de middenbufferkoppeling 1 en deze ontkoppelt. Na het doorlopen van de bepaalde zwenkhoek komt de met het holle asdeel 7a verbonden schakelnok 25 in het schakelgebied van een in de middenbufferkoppeling 1 aangebrachte eindschakelaar 27, die het uitschakelen van de rotatie-aandrijving 4 veroorzaakt. De kabelkoppeling 2' is door de bedieningsarm 19 in de voorste eindpositie (fig. 2, c)) geleid. Het verloop op de zijde van de middenbufferkoppeling 1' is identiek.
Voor het bewerkstelligen van een ontkoppelproces aan de zijde van de middenbufferkoppeling 1 via een besturingsapparaat uit de stand volgens fig. 2, c) via de rotatiebeweging naar fig. 2, d) in de stand volgens fig. 2, a) wordt, na het inschakelen van de rotatie-aandrijving 4, de bedieningsarm 19 in dezelfde rotatierichting als bij het koppelproces via de holle asdelen 7a, 7b en 7c gezwenkt. Via het geleidingselement 20 en de geleidingsrails 23 wordt daarbij de kabelkoppeling 2 uit de voorste eindpositie uit het koppelvlak in de richting van de aansturing naar achteren langsverschoven. Na het verschuiven van de kabelkoppeling 2 over tenminste een weglengte die door de zekere scheiding van de electrische contacten van de kabelkoppeling 2 is bepaald, ontkoppelt de in dezelfde richting als het holle asdeel 7a gezwenkte ontkoppelhefboom 10 met de daarop geplaatste ontkoppelnok 10a de sluiting 3 van de middenbufferkoppeling 1. Met het ontkoppelen van de sluiting 3 aan de één zijde van het middenbufferkoppelsysteem 1, 1' is het koppelsysteem ontkoppeld en in principe mechanisch te scheiden. De ontkoppelhefboom 10 is bij deze rotatierichting overeenkomstig fig. 2 ten opzichte van de bedieningsarm 19 voorlopend geplaatst, waarbij, zoals reeds is aangegeven op blz.4, de noodzakelijkheid en de hoeveelheid van een hoekverplaatsing afhankelijk is van de positie van het ontkoppelorgaan 11 in het zwenkbereik van de ontgrendelingsnok 10a. Essentieel voor de werking is slechts, dat de ontgrendelingsnok 10a het ontgrendelingsorgaan 11 voor de ontgrendeling van de sluiting 3 bedient na, wat betreft de tijd, het verschuiven van de kabelkoppeling 2 over tenminste een weglengte, die wordt bepaald door de zekere scheiding van de electrische contacten van de kabelkoppeling. Na het bereiken van de beoogde zwenkhoek van 180° komt de met het onderste holle asdeel 7a verbonden schakelnok 25 in het schakelgebied van een eindschakelaar 29 van de besturing en doet een schakelimpuls uitgaan, die het uitschakelen van de rotatie-aandrijving 4 via het besturingsapparaat veroorzaakt. De kabelkoppeling 2 is in de achterste eindpositie geleid. Daardoor is het ontkoppelproces bij de, de ontkoppeling veroorzakende middenbufferkoppeling 1 afgesloten.
Aan de zijde van de middenbufferkoppeling 1' wordt het ontkoppelproces van de kabelkoppeling 2' en de middenbufferkoppeling 1' door het ontkoppelproces van de kabelkoppeling 2 via een contactinrichting veroorzaakt.
De contactinrichting 28' zet de rotatie-aandrijving 4' in werking, waarvan de rotatierichting nu tegengesteld is aan de rotatierichting van de rotatie-aandrijving 4 van de middenbufferkoppeling 1.
De rotatie-aandrijving 4' zet via het drijfwerk 5' de op het holle asdeel 7'c geplaatste bedieningsarm 19 in beweging. De rotatierichting van het holle asdeel 7'c is tegengesteld aan de rotatierichting van holle asdeel 7c van de middenbufferkoppeling 1. De bedieningsarm 19 grijpt met zijn geleide-element 20' aan op de geleidingsrail 21' en verschuift bij het zwenken rond de as van het holle asdeel 7'c de kabelkoppeling 2' in de achterste eindpositie. De met het holle asdeel 7’c verbonden ontkoppelhefboom 10' zwenkt bij deze rotatierichting zonder dat de ontkoppelnok 10'a het ontkoppelorgaan 11 van de sluiting 3’ bedient.
De gedwongen koppeling van de zwenkbeweging van de bedieningsarm 19 en de ontkoppelhefboom 10 is zodanig uitgevoerd dat deze ongedaan kan worden gemaakt. Door het opheffen van de in het holle asdeel 7a in lengterichting verschuifbaar geleide as 15 aan het aanzetstuk 15a wordt het hiermee rotatievast verbonden holle asdeel 7b tegen de kracht van de veer 18 opgeheven, waarbij de snaporganen 17 tussen het onderste holle asdeel 7a en het middelste holle asdeel 7b buiten aangrijping komen. Het zwenken van de bedieningsarm 19 en daarmee het verschuiven van de kabelkoppeling 2 is aldus ontkoppeld van de rotatie-aandrijving 4, en met behulp van de ontkoppelhefboom 10 mogelijk en ook handmatig uit te voeren. Eveneens is in de opgeheven stand van de as 15 ook het van de bedieningsarm 19 ontkoppeld zwenken van de ontkoppelhefboom 10 mogelijk via de rotatie-aandrijving 4. Een handmatige, onafhankelijk van een op afstand bedienbare koppel- en ontkoppelinrichting, bediening van de sluiting 3 voor het ontkoppelen van de mechanische middenbufferkoppeling 1 via een niet weergegeven handhefboom is eveneens mogelijk op de gebruikelijke wijze.
Het is in principe eveneens mogelijk de koppel- en ontkoppelinrichting volgens de uitvinding in te richten voor de bediening van meer dan één kabelkoppeling 2, bijvoorbeeld van twee aan de zijkanten of boven en onder op de middenbufferkoppeling 1 geplaatste kabelkoppelingen 2, door middel van een tussen de ontkoppelhefboom 10 en de bedieningsarmen 19 geplaatst niet weergegeven vertakkingsdri j fwerk.

Claims (8)

1. Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen, waarbij de koppel- en ontkoppelinrichting kan worden aangedreven door middel van een rotatie-aandrijving, die via een drijfwerk zowel de electrische kabelkoppeling afwisselend in de gekoppelde voorste of de ontkoppelde achterste eindpositie brengt alsook het ontkoppelorgaan van van de middenbufferkoppeling bedient, en waarbij de kabelkoppeling op de middenbufferkoppeling langsverschuifbaar in de richting van de koppelas is geplaatst en geleid en het drijfwerk een loodrecht op de koppelas geplaatste as heeft waarop rotatievast een bedieningsarm is bevestigd, die aangrijpt op een loodrecht ten opzichte van de koppelas geplaatste geleidingsrail van de kabelkoppeling, en waarbij als direkt aandrijfelement van de kabelkoppeling, en daarmee een aandrijfketen vormend, een uit de aandrijfleer algemeen bekende, heen- en weergaande kruisslede is aangebracht, met het kenmerk, dat de as (15) roteerbaar en in lengterichting verschuifbaar is geleid in een onderste hol asdeel (7a) van een holle as (7), die bestaat uit een onderste hol asdeel (7a), een middelste hol asdeel (7b) en een bovenste hol asdeel (7c), waarbij de as (15) enerzijds met een aanzetstuk (15a) naar beneden uit een huisdeel (8) steekt en anderzijds boven het middelste holle asdeel (7b) uitsteekt in het bereik van het bovenste holle asdeel (7c), waarin deze in lengterichting verschuifbaar maar rotatievast is geleid, waarbij het bovenste holle asdeel (7c) met de bedieningsarm (19) rotatievast is verbonden, en waarbij het onderste holle asdeel (7a) voor de draaimomentoverdracht permanent is gekoppeld met een rotatie-aandrijving (4), waarbij op het onderste holle asdeel (7a) rotatievast een ontkoppelhefboom (10) met een ontkoppelnok (10a) is geplaatst, die in het schakelbereik van een ontkoppelorgaan (11) van de mechanische sluiting (3) kan worden gebracht, en waarbij boven het onderste holle asdeel (7a) het middelste holle asdeel (7b) is geplaatst dat rotatievast met de as (15) is verbonden, waarbij de holle asdelen (7a), (7b) en (7c) op hun telkens tegenover elkaar gelegen einden zijn voorzien van snaporganen (17), die een draaimomentoverdracht van het onderste holle asdeel (7a) op het bovenste holle asdeel (7c) bewerkstelligen, en waarbij de snaporganen (17) tussen het onderste holle asdeel (7a) en het middelste holle asdeel (7b) door axiale verschuiving van het middelste holle asdeel (7b) over de as (15) in de richting van het bovenste holle asdeel (7c) tegen de kracht van een veer (18) , buiten aangrijping met het onderste holle asdeel (7a) kunnen worden gebracht.
2. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de ontkoppelhefboom (10) en de bedieningsarm (19) via de as (15) en de holle asdelen (7a), (7b) en (7c) gedwongen zijn gekoppeld, waarbij de ontkoppelnokken (10a) het ontkoppelorgaan (11) van de sluiting (3) bedienen na, wat betreft de tijd, het begin van het verschuiven van de kabelkoppeling (2) in de achterste eindpositie, en waarbij na het voltrokken ontkoppelproces, of wat de tijd betreft in nauwe samenhang met het ontkoppelproces, bij de mechanische middenbufferkoppeling (1) de bedieningsarm (19) de kabelkoppeling (2) in de voorste eindpositie verschuift.
3. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de rotatie-aandrijving (4) in beide rotatierichting schakelbaar is.
4. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens één van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de holle as (7) uit de gekoppelde stand van de kabelkoppeling (2), dat wil zeggen uit de voorste eindpositie, zowel door links- alsook door rechtsroteren, in de ontkoppelde stand van de kabelkoppeling (2), dat wil zeggen in de achterste eindpositie, kan worden gezwenkt.
5. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens één van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de zwenkhoek van de bedieningsarm (19) bij een schakelcyclus vastligt op 180°.
6. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de ontkoppelnok (10a) uit de hoekstand, die deze in de voorste eindpositie van de kabelkoppeling (2) inneemt, bij het zwenken naar de hoekstand, die deze in de achterste eindpositie van de kabelkoppeling (2) inneemt, het ontkoppelorgaan (11) voor het ontgrendelen van de mechanische sluiting (3) bij één rotatierichting van het onderste holle asdeel (7a), die tegengesteld is aan de rotatierichting van het onderste holle asdeel (7a) tijdens het koppelproces, niet bedient.
7. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens één van de conclusies 1-6, met het kenmerk, dat met het onderste holle asdeel (7a) tenminste een schakelnok (25) rotatievast is verbonden, die in het schakelbereik van tenminste één eindschakelaar (27), (29) kan zwenken voor het uitschakelen van de rotatie-aandrijving (4) .
8. Koppel- en ontkoppelinrichting volgens één van de conclusies 1-7, met het kenmerk, dat tussen de ontkoppelhefboom (10) en de bedieningsarm (19) een vertakkingsdrijfwerk is geplaatst voor het bedienen van meer dan één kabelkoppeling (2) .
NL9100602A 1990-04-27 1991-04-08 Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling in combinatie met een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen. NL192440C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4013493A DE4013493C2 (de) 1990-04-27 1990-04-27 Kuppel- und Entkuppeleinrichtung für eine elektrische Kabelkupplung und eine mechanische Mittelpufferkupplung für Schienenfahrzeuge
DE4013493 1990-04-27

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9100602A true NL9100602A (nl) 1991-11-18
NL192440B NL192440B (nl) 1997-04-01
NL192440C NL192440C (nl) 1997-08-04

Family

ID=6405237

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100602A NL192440C (nl) 1990-04-27 1991-04-08 Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling in combinatie met een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US5094354A (nl)
AT (1) AT401375B (nl)
AU (1) AU629156B2 (nl)
BE (1) BE1004723A3 (nl)
CA (1) CA2041320C (nl)
CH (1) CH684399A5 (nl)
DE (1) DE4013493C2 (nl)
DK (1) DK76891A (nl)
FR (1) FR2661382B1 (nl)
GB (1) GB2243355B (nl)
IT (1) IT1246605B (nl)
NL (1) NL192440C (nl)
SE (1) SE505935C2 (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4013521C2 (de) * 1990-04-27 1996-09-19 Scharfenbergkupplung Gmbh Kuppel- und Entkuppeleinrichtung für eine elektrische Kabelkupplung und eine mechanische Mittelpufferkupplung für Schienenfahrzeuge
DE4310741A1 (de) * 1993-04-01 1994-10-06 Knorr Bremse Ag Automatische Kupplung für Schienenfahrzeuge
DE19531015C2 (de) * 1995-08-23 1997-06-19 Bergische Stahlindustrie Betätigungseinrichtung für eine Kabelkupplung einer automatischen Mittelpufferkupplung von Schienenfahrzeugen
DE102016104188B4 (de) * 2016-03-08 2024-05-02 Voith Patent Gmbh Vorrichtung zum Aktivieren von mindestens einer Funktionskomponente einer automatischen Mittelpufferkupplung
DE102016210278B4 (de) 2016-06-10 2024-03-28 Voith Patent Gmbh Kuppel- und Entkuppelvorrichtung für Schienenfahrzeuge
CN107031680B (zh) * 2017-04-18 2018-09-14 青岛思锐科技有限公司 车钩解钩控制机构
DE102021132991A1 (de) * 2020-12-15 2022-06-15 Voith Patent Gmbh Automatische Zugkupplung und Verfahren zum Entkuppeln einer automatischen Zugkupplung
DE102021133227A1 (de) * 2020-12-15 2022-06-15 Voith Patent Gmbh Automatische Zugkupplung
DE102022118360A1 (de) 2022-07-22 2024-01-25 Voith Patent Gmbh Automatische Zugkupplung, Schienenfahrzeug mit einer automatischen Zugkupplung und Verfahren zum Kuppeln und Entkuppeln einer automatischen Zugkupplung
DE102022131836A1 (de) 2022-12-01 2024-06-06 Voith Patent Gmbh Elektrokontaktkupplung für eine automatische mittelpufferkupplung eines spurgeführten fahrzeugs sowie automatische mittelpufferkupplung mit einer solchen elektrokontaktkupplung

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE188845C (nl) *
DE660833C (de) * 1933-12-18 1938-06-03 Scharfenbergkupplung Akt Ges Selbsttaetige Kupplung fuer Fahrzeuge
DE1032779B (de) * 1954-10-18 1958-06-26 Scharfenbergkupplung Gmbh Elektrische Kabelkupplung fuer Fahrzeuge, insbesondere Schienenfahrzeuge
US3385454A (en) * 1966-06-27 1968-05-28 Westinghouse Air Brake Co Automatic air and electric railway car coupler
ES2026709T3 (es) * 1988-04-28 1992-05-01 Asea Brown Boveri Ag Acoplamiento electrico para vehiculo.

Also Published As

Publication number Publication date
SE9101257L (sv) 1991-10-28
AU629156B2 (en) 1992-09-24
SE9101257D0 (sv) 1991-04-25
IT1246605B (it) 1994-11-24
NL192440C (nl) 1997-08-04
FR2661382B1 (fr) 1994-02-18
GB2243355A (en) 1991-10-30
ATA33491A (de) 1996-01-15
GB2243355B (en) 1994-07-20
SE505935C2 (sv) 1997-10-27
ITMI911044A1 (it) 1992-10-16
DE4013493A1 (de) 1991-11-21
DK76891D0 (da) 1991-04-25
NL192440B (nl) 1997-04-01
CA2041320A1 (en) 1991-10-28
GB9107792D0 (en) 1991-05-29
CH684399A5 (de) 1994-09-15
DK76891A (da) 1991-10-28
FR2661382A1 (fr) 1991-10-31
BE1004723A3 (fr) 1993-01-19
CA2041320C (en) 1998-06-02
ITMI911044A0 (it) 1991-04-16
AT401375B (de) 1996-08-26
AU7600291A (en) 1991-11-07
DE4013493C2 (de) 1996-07-18
US5094354A (en) 1992-03-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2038078C (en) Operating mechanism of a three position switch
US4760278A (en) Transfer switch
NL9100602A (nl) Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen.
US6515245B2 (en) Closing assistance mechanism for an electrical switchgear apparatus and drive mechanism of an electrical switchgear apparatus equipped with such an assistance mechanism
HU219929B (hu) Fokozatkapcsoló teljesítménykapcsolója
CA2114096A1 (en) Power door operator for multi-passenger mass transit vehicles
NL9100601A (nl) Koppel- en ontkoppelinrichting voor een electrische kabelkoppeling en een mechanische middenbufferkoppeling voor railvoertuigen alsook een schakelinrichting voor de bediening van de koppel- en ontkoppelinrichting voor het koppelen en ontkoppelen.
US20070114960A1 (en) Actuating device for a movable component
US5461957A (en) Cold meat slicer
CN110005283B (zh) 电动门锁机构及其超驰控制方法
JP2001520146A (ja) 鉄道・線路ポイント等用のいわゆる英国式転轍器ボックス
US8461469B2 (en) Drive apparatus for a tensioning shaft of a spring energy drive of an electric switch and electric switch with such a drive apparatus
US4531347A (en) Lawn mower with wheel drive
AU2002323892B2 (en) Device for the horizontal re-centring of a centre buffer coupling which is pivotally attached to a rail vehicle by means of a coupling shaft
US4107490A (en) Hospital beds
CN1043098C (zh) 开关器件
GB2029542A (en) Power transmitting coupling for windscreen wipers
EP0176830B2 (en) Electrically actuated mechanism for rail switch-points
US6075218A (en) Load-break switch
CN110444416B (zh) 双电源自动转换开关的驱动机构和双电源自动转换开关
JPH02247917A (ja) 圧力作動スイッチを機械的に強制操作する操作装置
US6178587B1 (en) Rotary window cleaner
CN101109434A (zh) 具有手动控制的点操纵装置
PL101764B1 (pl) Device for unfastening central buffer couplings
CN1192823A (zh) 开关装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19991101