NL9100006A

NL9100006A - Een door batterijen aangedreven handgereedschap.

Info

Publication number: NL9100006A
Application number: NL9100006A
Authority: NL
Original assignee: Bahco Verktyg Ab
Priority date: 1990-01-10
Filing date: 1991-01-04
Publication date: 1991-08-01
Also published as: SE9000080D0; GB2239834B; GB9100553D0; JPH04217473A; JP2728315B2; US5089738A; DE4100453A1; GB2239834A; SE9000080L; DE4100453C2; NL193271B; SE465211B; NL193271C

Description

UITTREKSEL

Een door batterijen aangedreven handgereedschap is ge¬vormd met een houder voor onderbrenging van destroombron, waarbij dit huis losneembaar is verbondenmet de handgreep van het gereedschap. De houderis gelagerd voor asymmetrische rotatie (rond A) op hetvrije uiteinde van de handgreep, om mogelijk te makendat de buitenafmetingen van het gereedschap worden ver¬kleind, door de houder tenminste twee wederzijds tegen¬gestelde posities te laten aannemen wanneer de werk¬ruimte beperkt is, en daardoor ook mogelijk maakt dathet zwaartepunt (TP) van het gereedschap kan wordenveranderd.

Fig. 1

Een door batterijen aangedreven handgereedschap.

Gebied van de Techniek

De onderhavige uitvinding heeft betrekking opeen door batterijen aangedreven handgereedschap dateen handgreep bezit die aan één einde een motorhuisdraagt en die een elektrische schakelaar omvat die isverbonden met een toevoerleiding die zich uitstrekttussen de motor die is ondergebracht in genoemd huis eneen krachtbron door middel waarvan genoemde motor wordtaangedreven.

Achtergrond van de Uitvinding

Door batterijen aangedreven handgereedschappen,zoals boormachines of schroevedraaiers, in het algemeenaangeduid als "snoerloze machines" zijn in de handelverkrijgbaar in een groot aantal variëteiten. Al dezemachines hebben echter één kenmerk gemeen, namelijk datergens op de machine zich een stroombron bevindt in devorm van een batterijsamenstel.

Dit batterijsamenstel is relatief zwaar en be¬zit een relatief groot volume. Bekende snoerloze ma¬chines leiden schade op verschillende manieren op grondvan de aanwezigheid van genoemd batterijsamenstel,daar het samenstel ofwel is gedimensioneerd of geplaatstom te worden ondergebracht voor het grootste deelbinnen de handgreep. Bijgevolg wordt het handgreephuisdat het batterijsamenstel omgeeft, te groot voor eenhand van gemiddelde afmeting. Een andere bekende variantis er een waarin een veel kleiner deel van het batterij-samenstel is ingesloten binnen het handgreepdeel, ter¬wijl het grootste deel van het batterijsamenstel onderde handgreep "hangt". Hoewel dit mogelijk maakt dat dehandgreep naar wens kan worden gedimensioneerd, ver¬groot de aanbrenging de totale buitenafmetingen vande machine. Dit betekent weer, dat het zwaartepunt vande machine ongeschikt zal worden gepositioneerd, onderandere, en dat het soms moeilijk is om de machine te gebruiken in beperkte werkruimten.

Bekendmaking van de Uitvinding

De voornoemde nadelen worden geheel of gedeel¬telijk vermeden met het door batterijen aangedrevenhandgereedschap volgens de uitvinding, waarbij de stroom¬bron ervan in hoofdzaak wordt gedragen in een houder dieis geplaatst op het vrije uiteinde van de handgreep.

De houder is asymmetrisch gemonteerd ten opzichte vaneen hartlijn die loopt door het vrije uiteinde van ge¬noemde handgreep, en kan worden versteld naar tenminstetwee wederzijds tegengestelde posities.

Verstelling van de houder tussen deze twee,wederzijds tegenovergestelde richtingen wordt voordeliguitgevoerd door het roteren of draaien van de houderrond genoemde hartlijn, waarbij genoemde houder dus ro¬teerbaar is gemonteerd op het vrije uiteinde van dehandgreep.

De voordelen die worden verkregen met deze aan¬brenging zijn dat wanneer de werkruimte zeer beperktis, de buitenafmetingen van de machine tot een minimumkunnen worden teruggebracht door het kiezen van debatterijpositie die de minste ruimte vereist, en datwanneer de werkruimte dit toelaat, een vrije keuze kanworden gemaakt tussen de twee facultatieve houderpositiesen daardoor ook de heersende positie van het zwaarte¬punt van de machine.

Beschrijving van de Voorkeursuitvoeringen

Het doof batterijen aangedreven handgereedschapvolgens de uitvinding zal nu in meer bijzonderhedenworden beschreven met verwijzing naar de als voorbeelddienende uitvoeringen ervan die zijn afgebeeld in debijgaande tekeningen, waarin

Figuur 1 een door batterijen aangedreven hand¬gereedschap toont in de vorm van een pistoolvormigeboormachine, en de houder toont die stroombron van hetgereedschap toont in een zich voorwaarts uitstrekkende positie;

Figuur 2 hetzelfde handgereedschap toont alsdat welk is afgebeeld in Figuur 1 maar waarbij de hou¬der voor de stroombron van het handgereedschap is ge¬roteerd over 180°, d.w.z zich achterwaarts uitstrekt;

Figuur 3 een vertikale doorsnede is door eenonder gelegen deel van de handgreep en de stroombron-houder, en een voorkeursvorm toont van de roteerbarebevestiging die de houder verbindt aan de handgreep; en

Figuur 4 een doorsnede is die is genomen doorde lijn IV-IV in Figuur 3 en de positie aangeeft vande batterijen in de houder, waarbij deze batterijengenoemde bron van elektrische stroom vormen.

Figuren 1 en 2 geven een door batterijen aan- i gedreven handgereedschap weer dat is geconstrueerd inovereenstemming met de onderhavige uitvinding. Het af-gebeelde gereedschap is een pistoolvormige boormachinedie omvat een handgreep 1 die een motorhuis 2 j draagt aan één uiteinde ervan. Dit uiteinde van de hand- 1greep draagt ook een schakelaar 3.

Gemonteerd op het ondergelegen, vrije uiteindevan de handgreep 1 is een houder 4 die bedoeld is voorhet herbergen van de elektrische stroombron die nodigis voor het aandrijven van de motor die is gelagerd inhet motorhuis 2. In overeenstemming met de onderhavigeuitvinding is de houder 4 gelagerd voor asymmetrischerotatie rond een draaias A. Bijgevolg kan de houder 4worden geroteerd of gedraaid tussen een zich voorwaartsuitstrekkende of uitstekende positie, afgebeeld in Fi¬guur 1, en een zich achterwaarts uitstrekkende of uit¬stekende positie die is afgebeeld in Figuur 2.

Door het roteren van de houder 4 is het moge¬lijk om de vorm van het gereedschap te veranderen, ommogelijk te maken dat het gereedschap kan worden ge¬bruikt bij werk in beperkte ruimten, zonder bijvoorbeeldhet grijpoppervlak van de handgreep 1 te veranderen.

Wanneer de houder 4 zich bevindt in zijn zich voorwaartsuitstrekkende positie, afgebeeld in figuur 1, zijn de buitenafmetingen van het gereedschap op een minimumen het zwaartepunt TP van het gereedschap ligt voorde schakelaar 3. Wanneer de houder 4 zich bevindt inzijn zich voorwaarts uitstrekkende positie, kan genoem¬de houder ook worden gebruikt als een poot of standaardop welke het gereedschap kan worden ondersteund wanneerhet niet in gebruik is.

Wanneer de houder wordt versteld naar zijn zichachterwaarts uitstrekkende positie, afgebeeld in Figuur2, wordt het zwaartepunt TP bewogen in de handgreep 1van het gereedschap. Bijgevolg is de persoon die hetgereedschap gebruikt in staat om het zwaartepunt TPnaar wens te verplaatsen. Het onderoppervlak van de hand¬greep 1, tegen welk de houder 4 aankomt, zal op geschik¬te wijze een hoek oc vormen waarbij een vlak P zichuitstrekt parallel aan de lengteas L van het motorhuis 2.Dientengevolge wordt e.en vrije ruimte verkregen voorhet onderbrengen van de pols van de gebruiker, ondankshet feit dat de houder 4 zich achterwaarts uitstrekt.

Dit onder een hoek gepositioneerde oppervlak verschaftook het voordeel van verdere verkleining van de afme¬tingen van het gereedschap wanneer de houder 4 wordtgeschakeld van zijn zich voorwaarts uitstrekkende posi¬tie die is afgebeeld in Figuur 1.

Figuur 3 is een vertikale doorsnede van de kop¬peling of verbinding tussen de onderdeel van de hand¬greep 1 en de houder 4. Deze Figuur geeft een voorkeurs¬uitvoering weer van de roterende koppeling van dehouder 4 aan het vrije uiteinde van de handgreep 1.

Volgens de voorkeursuitvoering van de houder 4van het gereedschap volgens de uitvinding is de houdergevormd als een huis voor het onderbrengen van eenaantal elektrische batterijen B1-B8 die genoemde stroom¬bron vormen. Die zijde 5 van het huis dat is gekeerdnaar het vrije einde van de handgreep 1 bezit een ope-ning die is voorzien van een flens 6. De flens 6 isbestemd om te worden opgenomen in een üitsparing 7 inhet vrije uiteinde van de handgreep 1. Zowel de opening in de huiszijde 5 als de uitsparing 7 hebben een cirkel¬vormige doorsnede, en de flens 6 is draaibaar gemon¬teerd in de uitsparing 7, zoals aangegeven door dekogels 8 die veerkrachtig worden bewogen om in een om-treksgroef rond het oppervlak van de flens 6 te snappen.

De houder 4 is dus losneembaar gemonteerd inde uitsparing 7 van de handgreep lf om mogelijk te makendat de batterijen B1-B8 opnieuw worden opgeladen zonderdat het nodig is om de batterijen te verwijderen uitde houder 4. Bij het opladen van de batterijen B1-B8wordt gebruik gemaakt van een elektrisch contactplaat 9die is aangebracht op de flens 6 en de ene daarmeeblootgelegde pool 10 van de rechtopstaande batterij B8.Zoals zal blijken uit Figuur 3, worden dezelfde elek-rische verbindingen 9 en 10 gebruikt voor het verbin¬den van de geleiders 11 en 12 die zich uitstrekken vande motor van de boormachine. De geleider 11 is 'daarmee verbonden met een eerste contactveer 13 die ligttegen de contactplaat 9. De geleider 12 is verbondenmet een tweede contactveer 14, die ligt tegen de pool 10van de batterij B8 wanneer de houder 4 is gemonteerdin de uitsparing 7.

De hiervoor genoemde elektrische contactaan-brenging respektievelijk 13, 9 en 14, 10 maakt hetmogelijk dat de houder 4 wordt geroteerd over 360°ten opzichte van de handgreep 1.

Natuurlijk kan de aanbrenging van de elektrischecontacten worden vereenvoudigd door toe te staan datde houder en de handgreep alleen over 180° kunnen ro¬teren, en om te voorzien in aanslagmiddelen die zullenvoorkomen dat de houder 4 roteert tot voorbij de zichvoorwaarts uitstrekkende en achterwaarts uitstrekkendegrensposities.

In het geval van een gemodificeerde uitvoeringvan het gereedschap volgens de uitvinding is de houder4 niet roteerbaar gemonteerd op de handgreep 1, maaris deze in plaats daarvan in staat om te worden opge¬steld in twee bepaalde, alternatieve posities. In dit geval is de houder 4 ofwel aangebracht in een zichvoorwaarts uitstrekkende positie, zoals afgeheeld infiguur 1, of, als alternatief, in een zich achterwaartsuitstrekkende positie die is afgebeeld in Figuur 2.

Dit vermijdt de aanbrenging van gecompliceerde beweeg¬bare lagermiddelen in de handgreep en op de flens 6die daarin is gemonteerd.

Figuur 4 is een bovenaanzicht van de voorkeurs¬uitvoering van de houder 4, en is een doorsnede-aanzichtgenomen op de lijn IV-IV in Figuur 3. De Figuur geeftook de positionering aan van de batterijen B1-B8.

Hoewel het door batterijen aangedreven hand-gereedschap in het voorgaande is beschreven onder ver¬wijzing naar de tekeingen en met verwijzing naar eenspecifieke vormgeving van een boormachine, zal het vooreen persoon die bekwaam is in deze techniek duidelijkzijn dat het fundamentele principe van de constructie,zoals gedefinieerd in de volgende conclusies, kan wor¬den veranderd op vele manieren zonder af te wijken vanhet concept volgens de uitvinding. Bijvoorbeeld kan depositionering van de batterijen anders zijn dan diewelke is afgebeeld en de batterijen hoeven natuurlijkniet in serie geschakeld te worden zoals is afgebeeldin figuur 3. Noch is het aantal batterijen dat wordt ! gebruikt van beslissend belang, en noch het feit dat debatterijen rechtopstaand in de houder zijn weergegeven.

De batterijen kunnen net zo goed in horizontale posi¬ties worden gehouden, in twee of meer lagen in de houder,die ook een andere vorm kan hebben dan die welke isweergegeven.

Bijgevolg moet het door batterijen aangedrevengereedschap niet worden beschouwd als zijnde beperkttot de beschreven en afgeheelde uitvoeringen, daar ande¬re, verschillende denkbare oplossingen mogelijk zijnbinnen het oogmerk van de volgende conclusies.

Claims

1. Een door batterijen aangedreven gereedschapbestaande uit een handgreep (1), een motorhuis (2) dat wordt gedragen op ëën uiteinde van de handgreep,een elektrische schakelaar (3) die is bevestigd in devoedingsleiding (11, 12) tussen de motor die is onder¬gebracht in genoemd huis en een elektrische stroombron(B1-B8) die is bedoeld voor het aandrijven van de motor,met het kenmerk, dat de elektrische stroom¬bron (B1-B8) in hoofdzaak wordt gedragen aan hetasymmetrische vrije uiteinde van de handgreep (1) dooreen houder .(4) die is gelagerd ten opzichte van eenhartlijn (A) die verloopt door het vrije uiteinde vande handgreep; en dat genoemde houder kan worden gescha¬keld tussen tenminste twee, wederzijds tegenovergestel¬de posities (respektievelijk Figuur 1 en Figuur 2).

2. Een handgereedschap volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de houder (4)draaibaar gelagerd is voor rotatie rond de as (8) vooraanpassing aan genoemde wederzijds tegenovergesteldeposities (respektievelijk Figuur 1 en Figuur 2).

3. Een handgereedschap volgens conclusie 1 of2,met het kenmerk, dat de houder (4) is gevormd als een huis dat de elektrische stroombrononderbrengt in de vorm van een aantal elektrischebatterijen (B1-B8) en een rechthoekige doorsnede (Figuur3) bezit, waarin de lageras (8) zich uitstrekt vanafhet vrije einde van de handgreep (1) en verloopt doorde achterste helft van het huis.

4. Een handgereedschap volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat de huiszigde (5)die is toegekeerd naar de handgreep (1) een openingbezit die is voorzien van een flens (6) en bestemd isom te worden ondergebracht in een uitsparing (7) inhet vrije uiteinde van de handgreep, waarbij de flensvan genoemde opening roteerbaar is gemonteerd in ge- noemde uitsparing.

5. Een handgereedschap volgens conclusie 4,met het kenmerk, dat de meerderheid vande batterijen (B1-B8) die genoemde elektrische stroom¬bron vormen zijn ingesloten in het huis (4), met uit¬zondering van tenminste één batterij (B8) die zichuitstrekt in de handgreep (1) door de flensopening.

6. Een handgereedschap volgens conclusie 5,met het kenmerk, dat één geleider (11)van de elektrische stroombron-leiding is verbonden met eeneerste elektrische contactveer (-13) die aanligt tegen eengeleiderplaat (9) die zich ;uitstrekt rond de flens (6)en is verbonden met één pool van de stroombron (B1-B8),terwijl de tweede elektrische geleider (12) van destroombronleiding is verbonden met een tweede contact¬veer (14) die aanligt tegen de andere pool (10) vande stroombron, waarbij deze andere pool (10) centraalgeplaatst is op de hartlijn (A) die verloopt doorhet vrije uiteinde van de handgreep.

7. Een handgereedschap volgens één der vooraf¬gaande conclusies, met het kenmerk, datde handgreep (1) en het motorhuis (2) op een bekendewijze een pistoolvormig, handgereedschap vormen, en dat het vrije uiteinde van de handgreep een oppervlakvormt dat onder een hoek ligt ten opzichte van delengteas (L) van het motorhuis, zodanig dat de stroom-bronhouder (4) een oppervlak vormt dat een hoek (tt)vormt ten opzichte van de lengteas van het motorhuis.

8. Een handgereedschap volgens één der voor¬afgaande conclusies, met het kenmerk,dat wanneer de houder (4) zich uitstrekt of uitsteektin dezelfde richting als.het motorhuis (2), het zwaarte¬punt (P) van het handgereedschap zal liggen voor dehandgreep (1), tussen de houder en het motorhuis (Fi¬guur 1) .

9. Een handgereedschap volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de houder (4) isgelagerd voor rotatie over 180°.

10. Een handgereedschap volgens één der vooraf¬gaande conclusies, met het kenmerk, dat de houder (4) losneembaar is gemonteerd op de hand¬greep (1), zodat na verwijdering, hij kan worden ver¬bonden met een externe stroomvoedingsbron voor hetopnieuw laden van de batterijen (B1-B8) die de stroom¬bron van het handgereedschap vormen.

11. Een handgereedschap volgens conclusie 10,met het kenmerk, dat de elektrische ver¬binding aan de externe stroomvoedingsbron wordt ver¬kregen door een elektrische geleiderplaat (9) op deflens (6) en de centrale, tweede pool (10) op de elek¬trische stroombron (B1-B8).