NL9002246A - Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk. - Google Patents

Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk. Download PDF

Info

Publication number
NL9002246A
NL9002246A NL9002246A NL9002246A NL9002246A NL 9002246 A NL9002246 A NL 9002246A NL 9002246 A NL9002246 A NL 9002246A NL 9002246 A NL9002246 A NL 9002246A NL 9002246 A NL9002246 A NL 9002246A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
formation
scale
printed matter
package
spacing
Prior art date
Application number
NL9002246A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ferag Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ferag Ag filed Critical Ferag Ag
Publication of NL9002246A publication Critical patent/NL9002246A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/006Winding articles into rolls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H29/00Delivering or advancing articles from machines; Advancing articles to or into piles
    • B65H29/66Advancing articles in overlapping streams
    • B65H29/6654Advancing articles in overlapping streams changing the overlapping figure
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2511/00Dimensions; Position; Numbers; Identification; Occurrences
    • B65H2511/20Location in space
    • B65H2511/22Distance
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2701/00Handled material; Storage means
    • B65H2701/10Handled articles or webs
    • B65H2701/19Specific article or web
    • B65H2701/1932Signatures, folded printed matter, newspapers or parts thereof and books

Description

Titel: Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk.
De uitvinding betreft een werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie van een bepaalde lengte en met ongeveer gelijke schubbenafstand beschikbaar komend drukwerk, zoals kranten, tijdschriften en dergelijke volgens de aanhef van conclusie 1, alsmede een volgens die werkwijze vervaardigd pakket.
Een werkwijze van deze soort is bekend uit de publikatie DE-A-33 30 485 en de Amerikaanse octrooischriften 4 688 368 en 4 844 256. Daarbij wordt het in een schubbenformatie van een bepaalde lengte en met ongeveer gelijke schubbenafstand beschikbaar komende drukwerk van het einde van die formatie uit beginnend opgerold en om de aldus gevormde drukwerkrol heen een, die rol bijeenhoudende omhulling resp. hoepelvormige band gelegd. Het aldus gevormde, voor verzending gerede en met de hand te manipuleren pakket is uiterst stabiel en eenvoudig te hanteren. De afzonderlijke drukwerk-produkten, worden van het centrum van het pakket uit, uit dat pakket gehaald.
Een inrichting voor het vormen van dergelijke draagbare, buisvormige pakketten is bijvoorbeeld bekend uit de publikatie EP-A-0 313 781 en het corresponderende US-A-4 909 015. Voorts openbare de publikaties EP-A- 0 243 906 en het corresponderend Amerikaans octrooischrift 4 811 548 ter verdere verbetering van de hanteerbaarheid van dergelijke pakketten, die pakketten te voorzien van een draaglus, bestaande uit een langwerpig draagelement dat dóór het inwendige en over de buitenzijde van de drukwerkrol loopt.
Door de eindverbruikers van pakketten van drukwerken, bijvoorbeeld kioskhouders of kranten- en tijdschriftenverkopers wordt nu dikwijls gewenst, dat voor het stuk voor stuk of in het aantal uit een pakket halen van drukwerken, die drukwerken niet in een buisvormig doch in een stapelvormige ' pakket zijn aangebracht. Om aan deze wens tegemoet te komen, worden, zoals algemeen bekend, de in schubbenformatie beschikbaar komende drukwerken in een vertikale stapelkoker gestapeld en samengeperst (zie bijvoorbeeld de publikatie DE-A-27 52 514 of het Amerikaanse octrooischrift 4 140 052). In aansluiting hierop vindt een tussentransport plaats van de stapel uit de los op elkaar liggende drukwerken naar een verpakkingsstation, waar die stapel door middel van een inwikkelmachine van een beschermende wikkel, bijvoorbeeld een kunststoffolie wordt voorzien en in aansluiting daarop om het geheel bijeen te houden door een hoepelvormige band wordt ontwikkeld. Voor die omwikkeling, welke dikwijls kruisvormig verloopt, wordt gewoonlijk touw of een kunststof band gebruikt. De eindverbruiker moet dan die omwikkeling en de beschermende wikkel verwijderen. Gemakkelijk valt in te zien, dat de vervaardiging van dergelijke stapelvormige, voor verzending gerede pakketten aanzienlijk omslachtiger en kostbaarder is, dan het vormen van buisvormige pakketten. Voorts zijn voor de verzending buisvormige pakketten, bijvoorbeeld op laadborden, het vertikaal verlopende langsas stabieler te stapelen, dan gebruikelijke, stapelvormige pakketten.
Uitgaande van deze stand van de techniek wordt nu bij de uitvinding beoogd een werkwijze van de onderwerpelijke soort te verschaffen, welke met gebruikmaking van de voordelen voor de vervaardiging en de hanteerbaarheid van rolvormige, met de hand te manipuleren pakketten uit drukwerken voor de eindverbuiker de mogelijkheid biedt, afzonderlijke drukwerken uit een stapel te kunnen halen.
Dit overeenkomstig de uitvinding aan de orde gestelde probleem wordt opgelost door een werkwijze met de kenmerken van het onderscheidende kenmerkende deel van conclusie 1.
Het ineenschuiven van in een schubbenformatie beschikbaar komende drukwerken tot een schubbenachtige formatie, waarvan de formatielengte zodanig is gekozen, dat de eindverbruiker na het uitrollen van het pakket met zijn handen tegelijkertijd de beide einden van de formatie nog kan aangrijpen, maakt het voor die eindverbruiker mogelijk, de drukwerken op een kleine ruimte tot de stapel op elkaar te schuiven.
Overeenkomstig een bijzonder de voorkeur verdienende uitvoeringsvorm van de werkwijze, volgens conclusie 3, wordt de vorming van een uiterst compact pakket mogelijk gemaakt, aangezien de in het binnenste deel in het pakket aangebrachte drukwerken met zeer grote schubbenafstand zeer nauw kunnen worden opgerold.
Verdere voorkeursuitvoeringsvormen van de uitgevonden werkwijze staan vermeld in de verdere, afhankelijke conclusies.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een overeenkomstig de uitgevonden werkwijze vervaardigd pakket wordt vermeld in conclusie 11.
De uitvinding zal thans aan de hand van een schematische tekening nog nader worden toegelicht.
Fig. 1 laat in een schubbenformatie van een bepaalde lengte beschikbaar komende drukwerken zien; de fig. 2 en 3 tonen de in een schubbenachtige formatie gerangschikte drukwerken van onderling verschillende dikte en met onderling verschillende wederzijdse schubbenafstand; de fig. 4 en 5 tonen door oprollen van een schubbenachtige formatie volgens de fig. 2 en 3 gevormde pakketten; fig. 6 laat de schubbenachtige formatie volgens fig. 2 na het uitrollen zien; fig. 7 toont een door een op elkander schuiven van de in fig. 4 weergegeven drukwerken gevormde stapel; fig. 8 laat een schubbenachtige formatie met ongeveer konstante schubbenafstand en t.o.v. de lengte van de schubbenformatie volgens fig. 1 geringere formatielengte zien; fig. 9 toont een door oprollen van de schubbenachtige formatie volgens fig. 8 gevormd pakket; en fig. 10 laat een inrichting zien voor het oprollen van schubbenachtige formaties.
Fig. 1 toont in een schubbenformatie S in pijlrichting A beschikbare komende drukwerken 10, waarbij elk drukwerk- produkt 10 op het voorafgaande ligt. Bij die drukwerkprodukten 10 gaat het om tijdschriften of kranten, welke met hun gevouwen randen 12 in pijlrichting A voorwaarts gericht in de schubbenformatie S zijn gerangschikt. De schubbenafstand tussen de vouwranden 12 van op elkaar volgende drukwerken 10 is met B aangeduid en voor alle drukwerken 10 ongeveer konstant. Bij de in fig. 1 weergegeven schubbenformatie S van de lengte C kan het om een sectie van een veel langere formatie gaan, zoals deze bijvoorbeeld door rotatiedruk-machines wordt gevormd, waarbij die sectie voor de vorming van ëen tussenruimte van de belendende wordt gescheiden. Wanneer de schubbenformatie S bijvoorbeeld honderd drukwerken met onderlinge schubbenafstand van ongeveer 0,1 mtr. bevat, bedraagt de lengte C ongeveer 10 mtr. De schubbenformatie S ligt op een slechts schematisch aangeduide bandtransporteur 14 en wordt in pijlrichting A voortbewogen.
Fig. 2 laat een schubbenachtige formatie SI zien, welke door het in elkaar schuiven van de drukwerken 10 van de schubbenformatie S volgens fig. 1 is gevormd. In een, in pijlrichting A gezien, voorste eindgedeelte 16 van de schubbenachtige formatie SI komt de schubbenafstand B tussen de vouwranden 12 van opeenvolgende drukwerken 10 in hoofdzaak overeen met de in fig. 1 weergegeven schubbenafstand van B.
Dit voorste eindgedeelte 16 strekt zich bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uit over het bereik van de vóórlopende vouwranden 12 van de eerste vier drukwerken 10. In een op het voorste eindgedeelte 16 aansluitend bereik 18 wordt de afstand tussen de vouwranden 12 van opeenvolgende drukwerken 10 verkleind, zoals dit bijvoorbeeld met pijl BI is aangeduid. Tegen de pijlrichting A in neemt in dit bereik 18 de schubbenafstand BI ongeveer continu af. In een op het bereik 18, tegen de pijlrichting A in, aansluitend achterste eindgedeelte 20 blijft dan de afstand tussen de vóórlopende vouwranden 12 van opeenvolgende drukwerken 10 ongeveer konstant of neemt enigszins toe. Deze rangschikking van de drukwerken 10 leidt bij een vlakke onderlaag liggende schubbenachtige formatie SI tot een golfvormige omhullings-kromme met een enkele golfberg tussen het voorlopende en nalopende einde 22, 24 van de schubbenachtige formatie SI. Het ineenschuiven van de drukwerken 10, onder verkorting van de schubbenafstand B, BI tot een schubbenachtige formatie SI leidt tot een formatielengte Cl, welke bij een gelijk aantal drukwerken 10 als in de schubbenformatie S vergeleken met de lengte C aanzienlijk geringer is. De formatielengte Cl wordt zodanig gekozen, dat een persoon het voorlopende einde 22 en tevens het nalopende einde 24 tegelijkertijd met zijn handen kan bereiken. De formatielengte Cl bedraagt aldus op voordeel-bedienende wijze tussen de 0,8 en 1,5 mtr. Het is echter ook mogelijk dat deze formatielengte iets korter of iets langer kan zijn.
Onder de schubbenformatie SI is een deel van een omhullingselement 26 weergegeven, dat met zijn achterste eindbereik 28 uitsteekt boven het nalopende einde 24 en dat de schubbenachtige formatie SI tot in het bereik van het voorste drukwerk 10 overloopt. Bij dit omhullingselement 26 gaat het bij voorkeur om de folie uit kunststof of kraftpapier, waarvan de breedte ongeveer overeen komt met die van de drukwerken 10. Uiteraard kan dit omhullingselement 26 smaller of breder zijn, dan de drukwerken 10. Het tot voorbij de schubbenachtige formatie SI uitstekende, achterste eindbereik 28 is zolang gekozen, dat het na het oprollen te zamen met de schubbenachtige formatie SI, zoals hieronder nader wordt beschreven, de gehele aldus gevormde en in de fig. 5 en 6 weergegeven drukwerkenwol 30 in omtreksrichting omvat.
Fig. 3 toont eveneens een schubbenachtige formatie SI, waarvan de omhullingskromme ongeveer overeenkomt met de omhullingskromme van de in fig. 2 weergegeven schubbenachtige formatie SI. Het verschil bestaat hierin, dat minder doch daarvoor dikkere drukwerken 10 tot de schubbenachtige formatie SI ineengeschoven zijn. Ook in de in fig. 3 weergegeven schubbenachtige formatie SI is de schubbenafstand B in het voorste eindgedeelte 16 groter, dan het daarop tegen de pijl- richting A in aansluitende bereik 18, waar een verkorte schubbenafstand BI bijvoorbeeld weergegeven is. Het omhul-lingselement 26 steekt eveneens met zijn achterste eindbereik 28 uit tot voorbij het nalopende einde 24 van de schubbenachtige formatie SI, doch overlapt die formatie slechts in een achterste eindgedeelte 20. De formatielengte Cl tussen het voorlopende en nalopende einde 22, 24 komt ongeveer overeen met een formatielengte Cl van de in fig. 2 weergegeven, schubbenachtige formatie SI.
Voor het ineenschuiven van de, in schubbenformatie S beschikbaar komende drukwerken 10 tot een in de fig. 2 en 3 weergegeven schubbenachtige formatie SI kan bijvoorbeeld een, in fig. 1 slechts schematisch weergegeven stootelement 32 worden toegepast, dat t.o.v. de schubbenformatie S in pijl-richting A wordt verplaatst. Daarbij grijpt dat stootelement 32 op het nalopende einde 24 van de schubbenformatie S aan en brengt dit einde 24 dichterbij het voorlopende einde 22 tot op de, met de formatielengte Cl corresponderende afstand. De tussen de afzonderlijke drukwerken 12 heersende wrijvings-omstandigheden leiden dan automatisch tot een in de fig. 2 en 3 weergegeven of althans zeer gelijkende, schubbenachtige formatie SI. Anderzijds is het ook mogelijk, de schubbenformatie S (fig. 1) in pijlrichting A, bijvoorbeeld door middel van de bandtransporteur 14 tot tegen een in fig. 2 aangeduid stuwelement 24 te transporteren, dat aan de naar de schubbenachtige formatie SI toe gekeerde zijde een contour heeft, welke overeenkomt met de vorm van de omhullende van de schubbenachtige formatie SI, d.w.z. althans in dat bereik, waarin de schubbenafstand wordt verkort. Voor het verdere transport van de aldus gevormde schubbenachtige formatie SI in pijlrichting A kan het stuwelement 34 uit het transportbereik met op zichzelf bekende middelen worden verwijderd.
De schubbenachtige formatie SI wordt aan het voorlopende einde 22 beginnend, in pijlrichting D tot een drukwerkenrol 30 opgerold, zoals aangeduid in fig. 3. De fig. 5 en 6 laten de in de fig. 2 en 3 weergegeven en te zamen met het omhullings- element 26 tot een voor verzending gerede en met de hand te manipuleren pakketten 35 opgerolde schubbenachtige formatie SI zien. In deze pakketten 35 is het binnenste en in de schubbenachtige formatie SI in pijlrichting A voorste drukwerk weergegeven en met 10 aangegeven. Het te zamen met de schubbenachtige formatie SI opgerolde omhullingslement 26 (fig. 4) overlapt dit in het pakket 35 het meest in het binnenste gelegen drukwerk 10, scheidt de slakkenhuisachtig gerangschikte wikkellagen van de opgerolde schubbenachtige formatie SI van elkander en grijpt met zijn achterste eindbereik 28 om de gehele drukwerkenrol 30 zodanig, dat het zichzelf in een met 36 aangeduid bereik overlapt. Wanneer het bij een omhul-lingselement 28 gaat om een kunststoffolie met zelfhechtende eigenschappen, leidt deze overlapping in het bereik 36 tot een automatisch houvast van een pakket 35.
Aangezien bij de in fig. 3 weergegeven schubbenachtige formatie het omhullingselement 26 die formatie slechts enigszins in het achterste eindgedeelte 20 overlapt, wordt bij het oprollen van de schubbenachtige formatie SI het omhullingselement 26 niet mede ingewikkeld doch komt uitsluitend buiten aan de omtrek van de tot een drukwerkenrol 30 opgerolde drukwerken 10 te liggen. Ook in dit geval wordt door de overlapping van het voorste en achterste eindbereik van het omhullingselement 26 in een overlappingsbereik 36 een automatisch houvast deze zelf bereikt. Uiteraard is het ook mogelijk, als omhullingselement 26 materiaal toe te passen, dat niet zelf vasthoudend of zelfhechtend is. In dat geval kan hetzij om het pakket 30 heen een touw of iets dergelijks worden gelegd of het achtereinde van het omhullingselement 26 wordt met andere bekende middelen, bijvoorbeeld met een kleefstroom, gefixeerd.
Aangezien de schubbenachtige formaties SI in het voorste eindgedeelte 16, als gevolg van de betrekkelijk grote schubbenafstand B in pijlrichting E dun zijn (fig. 2 en 3), kunnen deze met een kleine diameter beginnend, worden opgerold, hetgeen tot kleine, stabiele, eenvoudig te hanteren pakketten 35 leidt, zoals weergegeven in de fig. 4 en 5. De cylindervormige pakketten 35 hebben een ongeveer cirkelvormig dwarsprofiel hetgeen ook samenhangt met het feit, dat bij het omwikkelen een dikker bereik van de schubbenformatie SI in radiale richting gezien over een dunner heen komt te liggen.
De, de drukwerken 10 bevattende, rolvormige pakketten 35 worden bezorgd bij de eindgebruiker. Deze legt het pakket 35 op een in fig. 6 schematisch weergegeven oplegging 38, maakt het achtereinde van het omhullingselement 26 los en rolt het pakket 35 uit. Zoals blijkt uit fig. 6 zijn dan de drukwerken 10 in een schubbenachtige formatie gerangschikt, welke overeenkomt met de formatie SI vóór de opzetrol (vergelijk fig. 2). De vouwranden 12 van de drukwerken 10 kunnen daarbij, als gevolg van het ombuigen bij het oprollen enigszins naar-boven zijn gebogen. Aangezien de formatielengte Cl zodanig is gekozen, dat de einden 22, 24 met de handen van eenzelfde persoon tegelijkertijd kunnen worden aangevat, is nu door het naar elkaar toe schuiven van de einden 22, 24 met de hand eenvoudig mogelijk, uit de drukwerken 10 een in fig. 7 weergegeven stapel 40 te vormen. Van die stapel kunnen dan de afzonderlijke drukwerken 10 van boven af worden genomen.
In fig. 8 is een verdere schubbenachtige formatie SI weergegeven, waarin echter de schubbenafstand BI tussen de vouwranden 12 van opeenvolgende drukwerken 10 tot op een ongeveer konstante maat is verminderd. Ook deze schubbenachtige formatie SI wordt gevormd door het ineenschuiven van alle drukwerken uit de in fig. 1 weergegeven schubbenformatie S. Dit kan bijvoorbeeld geschieden, doordat bij twee achter elkaar geschakelde bandtransporteurs de voorste band-transporteur met een geringere transportsnelheid worden aangedreven dan de achterste.
Ook bij de in fig. 8 weergegeven schubbenachtige formatie SI is de formatielengte Cl zodanig gekozen, dat het voorlopend einde 22 en het nalopende einde 24 door één persoon met de handen kan worden aangegrepen. Het omhullingselement 26 overlapt praktisch de gehele schubbenachtige formatie 10 en steekt met zijn achterste eindbereik 28 uit tot voorbij hhet nalopende einde 24, om op dezelfde wijze zoals hierboven beschreven, bij het oprollen de windingen van elkander te scheiden en met zijn achterste eindbereik 28 de drukwerkenrol 30 te omgrijpen en het pakket 35 bijeen te houden (fig. 9).
Het bereik, waarin twee gedeelten van het omhullingselement 26 elkander overlappen en tegen elkander aan liggen is aangeduid met het verwijzingscijfer 36.
In fig. 9 is het binnenste drukwerk, dat in fig. 8 in pijlrichting A ziende overeenkomt met het vooraan weergegeven drukwerk aangeduid met het verwijzingscijfer 10. Het omhullingselement 26 overlapt dit drukwerk 10 over een bepaald bereik. Opgemerkt wordt hierbij, dat ook de in fig. 8 weergegeven schubbenachtige formatie SI in het voorste eindgedeelte 16 dunner is, dan in het middelste bereik. Daardoor is het mogelijk, ook in dit geval een drukwerkenrol 30 met een centrum met kleine vrije binnendiameter te vormen. Het centrum kan daarbij ten opzichte van de ongeveer cirkelvormige omtrek van het pakket 35 enigszins excentrisch liggen.
Ook in dit geval wordt het pakket 30 door de eindverbruiker uitgerold en wordt, door het naar elkaar toe schuiven van de einden 22, 24 met de hand uit de schubbenachtige formatie SI een stapel 40 gevormd, zoals in fig. 7 weergegeven.
Fig. 10 laat een wikkelinrichting 42 zien voor het opwikkelen van de in schubbenachtige formatie SI toegevoerde drukwerken 10 tot een drukwerkenrol 30 en het omwikkelen daarvan met het omhullingselement 26. De opbouw en de wijze van funktioneren van deze wikkelinrichting 42 is uitvoerig weergegeven en beschreven in de publikaties EP-A- 0 243 906 resp. corresponderend met de Amerikaanse publikatie ES-A-4 811 548. Om die reden wordt in hetgeen thans volgt de wikkelinrichting 42 slechts zover beschreven, als voor goed begrip van fig. 10 noodzakelijk. De wikkelinrichting bevat een, aan een met streeppuntlijnen aangeduide zwenkarm 46 vrij draaibaar gelegerde wikkeldoorn 48. Onder die wikkeldoorn 48 bevindt zich een bandjestransoporteur 50. Een om het aandrijfrollenpaar 52 en een aantal omleidrollen 54, 54', 54'1 lopende, eindloze riem 56 loopt om de wikkeldoorn 48 resp. de daarop gewikkelde drukwerken 10 en loopt om, naar de band-transporteur 44 toe gekeerde omleidwals 50' van de bandjes-transporteur 50. De omleidrollen 54 zijn, met uitzondering van de met 54* resp. 54'' aangeduide omleidrollen stationair gelegen. De in de pijlrichting F gezien vóór de wikkelrol 48 geplaatste omleidrol 54' is aan een verdere, met 58 aangeduide zwenkarm vrij draaibaar gelegerd. Deze is tussen de beide met streeppuntlijnen aangeduide eindstanden heen en weer zwenkbaar. De met 54'* aangeduide omleidrol is eveneens aan een zwenkarm 60 aangebracht, welke in de klokwijsrichting voorgespannen is, om de riem 56 gespannen te houden en de lengteverandering van het, om de wikkeldoorn 48 resp. om de daar opgewikkelde drukwerken 10 grijpende deel van de riem 56 te compenseren. De bandjestransporteur 50 is in pijlrichting F uit de in fig. 10 weergegeven werkzame stand tot in een ruststand verplaatsbaar, waarin die transporteur het gereed-gevormde pakket 30 voor het afstoten daarvan van de wikkeldoorn 48 niet meer aanraakt.
Onder de bandjestransporteur 50 is een voorraadrol 62 met daarop gewikkelde kunststoffolie 63 in voorraad gehouden op een tweetal legerwalsen 64. Het verder hierboven vermelde omhullingselement 26 bestaat uit een gedeelte van deze kunststoffolie 63 wordt van de voorraadrol 62 uit om een tweetal omleidwalsen 66, een spanwals 68 en een schematisch aangeduide, gestuurde vrijgeefwals 70 geleid. Van hieruit verloopt de kunststoffolie 63 naar een als bandtransporteur uitgevoerde tussen de bandtransporteur 44 en de bandjestransporteur 50 aangebrachte spaninrichting 72. Tussen deze en de bandjestransporteur 50 is voorzien in een met een pijl aangeduide en in de pijlrichting tot in de transportbaan van de kunststoffolie 63 in te zwenken snijinrichting 74 voor het afsnijden van een, het omhullingselement 26 vormend gedeelte van de kunststoffolie 63.
De wikkelinrichting 42 werk als volgt: bij het begin bevindt zich de wikkeldoorn 48 in zijn met streeppuntlijnen aangeduide, onderste eindstand.waarin die wikkeldoorn een oplegging heeft op de zich in de werkzame stand bevindende bandjestransporteur 50. De langs het bovenste deel van de bandjestransporteur 50 van de omleidwals 50’ afkomende riem 56 loopt om de wikkeldoorn 58 en verloopt van hieruit naar de omleidrol 541, welke zich in de met getrokken lijnen weergegeven onderste eindstand bevindt. De riem 56 wordt, door middel van de aandrijfrollen 52, in pijlrichting G ongeveer even snel aangedreven als de bandtransporteur 44, welke de schubbenachtige formatie SI toevoert. Aan deze laatste wordt, aan de onderzijde, de van de voorraadrol 62 af getrokken kunststoffolie 63 mee gegeven. De riem 56 legt dan de schubbenachtige formatie SI aan tegen de wikkeldoorn 48, teneinde daaruit de drukwerkenrol 30 te vormen. Daarbij wordt de kunststoffolie 63 mede opgewikkeld. Als gevolg van de toename van de diameter van de op de bandjestransporteur 50 liggende drukwerkenrol 30 wordt de zwemkarm 46 successievelijk tot naar de bovenste stand gezwenkt, waarin zich de wikkeldoorn 48 bevindt in de in fig. 10 met getrokken lijnen weergegeven stand. Teneinde tijdens het oprollen rekening te houden met de honderdenéén verschillende diktes van de toegevoerde schubbenachtige formatie SI, is de omleidrol 54’, naar gelang van deze dikte door middel van de verdere zwenkarm 58 in de richting naar de bovenste eindstand en terugzwenkbaar. Daartoe kan bijvoorbeeld de dikte van de schubbenachtige formatie SI worden afgetast en de verdere zwenkarm 58 dienovereenkomstig gestuurd worden gezwenkt, teneinde de schubbenachtige formatie SI tussen de bandjestransporteur 50 en de omleidrol 50' dóór te laten passeren. Zodra de gehele schubbenachtige formatie SI op de wikkeldoorn 48 is opgewikkeld en van de kunststoffolie 63 de vereiste lengte van het naar achteren uitstekende, achterste eindbereik 28 (vergelijk de fig. 2 en 3) tot voorbij de snij inrichting 74 is getrokken, wordt die snijinrichting geactiveerd om het omhullingselement 26 van het resterende deel van de kunststoffolie 63 af te snijden. De riem 56 wordt dan nog zolang aangedreven, tot het achterste eindbereik van het omhullingselement 26 volledig tegen de drukwerkenrol 30 aan ligt. Voor het afstoten van het gereedgekomen pakket 35 van de wikkeldoorn 48 af wordt de verdere zwenkarm 58 naar zijn bovenste eindstand gezwenkt en de bandjestransporteur 50 in pijlrichting F verplaatst, zodat de wikkeldoorn 48, te zamen met het pakket 35 tot in de onderste stand, welke door de met streeppuntlijnen weergegeven wikkeldoorn 48 is aangeduid en waarin de zwenkarm 46 tegen een 'niet-weergegeven aanslag aankomt, kan dalen. Daarna wordt, door middel van een eveneens niet weergegeven stootorgaan het gereedgekomen pakket 35 van de wikkeldoorn 48 af gestoten.
Teneinde de, met de schubbenachtige formatie SI mee te geven kunststoffolie 63 gespannen te kunnen houden, wordt de als bandtransporteur uitgevoerde spanrinrichting 72 voortdurend in de transportrichting aangedreven en wordt de daar steeds tegenaan liggende kunststoffolie 63 door middel van de vrijgeefwals 70 hetzij tegengehouden voor het geval geen kunststof 63 met de schubbenachtige formatie SI moet worden meegegeven, of vrijgegeven, teneinde de kunststoffolie 63 juist wel mee te geven. De voorgespannen spanwals 68 houdt in het bereik tussen de voorraadrol 62 en de vrijgeefwals 70 de kunststoffolies 63 gespannen en verhindert door de vorming van een soort voorraadlus een abrupte overbelasting van de kunststoffolie 63.
Het is ook denkbaar, de schubbenachtige formatie SI door middel van andere opwikkelstations van willekeurige konstruktie op te wikkelen.
Uiteraard is het ook denkbaar, in de schubbenformatie S en in de schubbenachtige formatie SI de drukwerken 10 zodanig te rangschikken, dat de, tegenover de vouwrand 12 gelegen, open zijrand vóór loopt. Uiteraard zou het ook denkbaar zijn, de schubbenachtige formatie SI van het andere einde uit of tegen de pijlrichting D (fig. 3) in op te wikkelen.
Het is bij het op elkaar schuiven van de in de schubbenformatie SI beschikbaar komende drukwerken 10 ook mogelijk, de schubbenafstand trapsgewijs te verminderen, d.w.z. dat daarbij de drukwerken 10 zodanig op elkaar worden geschoven, dat telkens enkele opeenvolgende drukwerken dezelfde schubbenafstand hebben en daarna dan de schubbenafstand telkens voor enkele opvolgende drukwerken 10 wordt verkleind.
Het zou ook denkbaar zijn, voor het samenschuiven van de in de schubbenformatie S beschikbaar komende drukwerken 10 achter de bandtransporteur 14 (fig. 1) een verdere bandtrans-porteur op te stellen, waarvan de transportsnelheid zodanig wordt bestuurd, dat bij het overgaan van de ene bandtransporteur 14 op de andere, de drukwerken 10 tot op de gewenste schubbenafstand B, BI ineengeschoven worden.
Volledigheidshalve zij ook nog vermeld, dat de maat voor de lengte C van de schubbenformatie S door het aantal drukwerken 10, welke immers in ongeveer dezelfde schubbenafstand B worden aangebracht, kan zijn gegeven.

Claims (11)

1. Werkwijze voor het verwerken van, in een schubbenformatie van een bepaalde lengte en met ongeveer gelijke schubbenafstand beschikbaar komend drukwerk, zoals kranten, tijdschriften en dergelijke, waarbij een, door die drukwerken (10) gevormde schubbenachtige formatie (SI) voor het vormen van een voor verzending gerede en met de hand te manipuleren (35) van een einde (22) uit wordt opgerold en om de aldus gevormde drukwerkenrol (30) heen een, die rol bijeenhoudende omhulling (26) respectievelijk hoepelachtige omwikkeling wordt gelegd, met het kenmerk, dat uit de in de schubbenformatie (S) beschikbaar komende drukwerken (10) vóór het oprollen door het ineenschuiven van drukwerken (10) onder gelijktijdige verkorting van de schubbenafstand (B, BI) de schubbenachtige formatie (SI) met een, ten opzichte van de lengte (C) van de schubbenformatie (S) geringe formatielengte (Cl) wordt gevormd, zodat voor het eruit halen voor afzonderlijke drukwerken (10) het pakket (35) ontrold kan worden en de drukwerken (10) met de hand tot een stapel (40) op elkaar schuifbaar zijn.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het opschuiven van de drukwerken (10) de schubbenafstand (B) tot op een ongeveer konstante maat (BI) wordt verkleind.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij het opschuiven van de drukwerken (10) de schubbenafstand (BI) in een, zich van het genoemde, éne einde (22) op afstand bevindend bereik (18) ten opzichte van de schubbenafstand (B) in een op dat einde (22) aansluitend eindgedeelte (16) wordt verkleind.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat in het genoemde bereik (16) de schubbenafstand (BI) kontinu of trapsgewijze wordt verkleind.
5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat drukwerken (10) voor het vormen van de schubbenachtige formatie (SI) op elkaar opgeduwd worden.
6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat drukwerken (10) van het genoemde, éne einde (22) af gekeerde tweede einde (24) uit op elkaar opgeduwd worden.
7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de omhulling (26) respectievelijk de hoepelvormige omwikkeling met de schubbenachtige formatie (SI), die formatie althans over een bepaald bereik overlappen en tot voorbij het van het genoemde einde (22) verwijderd gelegen, tweede einde, (24) uit stekend bijeen gebracht en te zamen daarmee opgerold wordt.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de schubbenachtige formatie (SI) in hoofdzaak alle drukwerken (10) door de omhulling (26) respectievelijk de hoepelvormige omwikkeling overlapt worden.
9. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat in de schubbenachtige formatie (SI) uitsluitend de drukwerken (10) in het bereik van het tweede einde (24) door de omhulling (26), respectievelijk de hoepelachtige omwikkeling overlapt worden.
10. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het pakket (35) voor het eruit halen van afzonderlijke of een aantal drukwerken (10) uitgerold wordt en de nu weer in de schubbenachtige formatie (SI) gelegen drukwerken (10) met de hand tot een stapel (40) op elkaar geschoven worden.
11. Pakket, vervaardigd volgens de werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij een bereik (18) van de opgerolde, schubbenachtige formatie (SI) met als gevolg van de vermindering van de schubbenafstand (BI) naar verhouding grotere dikte en een bereik (16) van de formatie (SI) met geringere dikte, in radiale richting gezien boven elkaar aangebracht zijn, teneinde het pakket (35) ongeveer een cylindervormige gedaante te geven.
NL9002246A 1990-08-28 1990-10-16 Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk. NL9002246A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH279690 1990-08-28
CH279690 1990-08-28

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9002246A true NL9002246A (nl) 1992-03-16

Family

ID=4241780

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9002246A NL9002246A (nl) 1990-08-28 1990-10-16 Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US5101610A (nl)
EP (1) EP0474999B1 (nl)
JP (1) JP2916949B2 (nl)
AU (1) AU637929B2 (nl)
CA (1) CA2046092A1 (nl)
CZ (1) CZ283655B6 (nl)
DE (1) DE59101844D1 (nl)
ES (1) ES2030382T3 (nl)
FI (1) FI106252B (nl)
NL (1) NL9002246A (nl)
RU (1) RU2039684C1 (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ATE152074T1 (de) * 1992-03-19 1997-05-15 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum auf- und abwinkeln von druckprodukten in schuppenformation
EP0568844B1 (de) * 1992-05-05 1996-07-03 Ferag AG Einrichtung und Verfahren zum Rollen eines Druckereiproduktes und Umwickeln der Rolle mit einem Hüllelement
DE59305570D1 (de) * 1992-07-13 1997-04-10 Ferag Ag Verfahren und Einrichtung zur Förderung von rohrförmigen Druckprodukte-Paketen und deren Gruppierung zu Versandeinheiten
AU669915B2 (en) * 1992-09-10 1996-06-27 Ferag Ag Method for producing tubular packs from printed products
DE59402964D1 (de) * 1993-04-01 1997-07-10 Ferag Ag Vorrichtung zum Verarbeiten von Druckereiprodukten
DE59402963D1 (de) * 1993-04-01 1997-07-10 Ferag Ag Einrichtung zum Herstellen von tragbaren, rohrartigen Paketen aus Druckereiprodukten
DE19533086A1 (de) * 1994-09-19 1996-03-21 Ferag Ag Verfahren und Vorrichtung zum Stapeln von flächigen Erzeugnissen, insbesondere Druckereiprodukten
WO1996022243A1 (de) * 1995-01-20 1996-07-25 Hratch Boyadjian Verfahren und vorrichtung zur bündelweisen bearbeitung von deckungsgleichen blättern eines flächigen materials
US5517803A (en) * 1995-04-04 1996-05-21 Ferag Ag Method for producing tubular packs from printed products
CN1310803C (zh) * 2001-10-22 2007-04-18 L&P产权管理公司 用于卷压包装可压缩材料的设备和方法
US6640520B2 (en) 2001-10-22 2003-11-04 L&P Property Management Company Apparatus and method for roll packing compressible materials
US6892448B2 (en) * 2001-11-01 2005-05-17 L&P Property Management Co. Automated roll packing apparatus
US6810643B1 (en) * 2003-04-21 2004-11-02 L&P Property Management Company Method of roll packing compressible materials
US8177155B2 (en) * 2009-12-09 2012-05-15 Aaf-Mcquay Inc. Apparatus and method for compressing and winding overlapped fibrous blankets
US11155401B2 (en) * 2016-02-04 2021-10-26 Ilya Ray Sanitary glove dispensing apparatus
DE102016014367A1 (de) * 2016-12-02 2018-06-07 Giesecke+Devrient Currency Technology Gmbh Vorrichtung und Verfahren zur Speicherung von Wertdokumenten, insbesondere Banknoten, sowie Speichereinrichtung und Wertdokumentbearbeitungssystem
US20200031567A1 (en) * 2018-07-25 2020-01-30 Diana Callen Glove dispenser

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2708863A (en) * 1951-07-03 1955-05-24 American Colortype Company Stacking conveyor for books and the like
US3263390A (en) * 1963-07-05 1966-08-02 Barkley & Dexter Inc Apparatus for and method of fanning, rolling and banding flexible sheets
CH657832A5 (de) * 1982-06-09 1986-09-30 Grapha Holding Ag Beschickungs- und/oder lagereinrichtung fuer bogen, insbesondere druckbogen.
CH656852A5 (de) * 1982-09-02 1986-07-31 Ferag Ag Verfahren zum herstellen von versandbereiten paketen von in schuppenformation anfallenden druckprodukten.
CH657833A5 (de) * 1983-09-19 1986-09-30 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum bilden von mehrlagigen wickeln aus in schuppenformation anfallenden flaechigen, biegsamen erzeugnissen, vorzugsweise druckprodukten.
CH680509A5 (nl) * 1986-11-21 1992-09-15 Ferag Ag
DE3860365D1 (de) * 1987-10-21 1990-08-30 Ferag Ag Vorrichtung zum herstellen von tragbaren, rohrfoermigen paketen aus druckprodukten.
DE3860529D1 (de) * 1988-01-13 1990-10-04 Ferag Ag Verfahren und vorrichtung zum veraendern des ueberlappungsgrades von in einem schuppenstrom gefoerderten druckereiprodukten.

Also Published As

Publication number Publication date
ES2030382T1 (es) 1992-11-01
AU637929B2 (en) 1993-06-10
CS265291A3 (en) 1992-03-18
EP0474999A1 (de) 1992-03-18
FI914030A (fi) 1992-02-29
US5101610A (en) 1992-04-07
RU2039684C1 (ru) 1995-07-20
CA2046092A1 (en) 1992-03-01
FI106252B (fi) 2000-12-29
JPH04116059A (ja) 1992-04-16
AU8341591A (en) 1992-03-05
JP2916949B2 (ja) 1999-07-05
FI914030A0 (fi) 1991-08-27
ES2030382T3 (es) 1994-07-16
EP0474999B1 (de) 1994-06-08
CZ283655B6 (cs) 1998-05-13
DE59101844D1 (de) 1994-07-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9002246A (nl) Werkwijze voor het verwerken van in een schubbenformatie beschikbaar komend drukwerk.
US4240854A (en) Fan-folded labeling technique
JP2852704B2 (ja) 梱包方法とその装置
CS229669B2 (en) Device to store printed matters
US4967536A (en) Apparatus for fabrication of portable tubular-shaped packages formed of printed products, such as newspapers, periodicals and the like
SE452742B (sv) Sett och anordning for lagring av kontinuerligt, serskilt i en omlottstrom ankommande ytprodukter, foretredesvis tryckalster
CS250223B2 (en) Method of flat articles' withdrawal,especially of printed matters wound on winding core and equipment for realization of this method
BE1005517A5 (fr) Appareil de fabrication de sacs avec separateur-plieur.
US4903908A (en) Method of, and apparatus for, processing flat products, especially folded printed products, arriving in an imbricated formation
NL8400279A (nl) Werkwijze voor het opslaan van schubsgewijs toegevoerde drukprodukten en inrichting voor het toepassen van deze werkwijze.
CA1301625C (en) Apparatus for the fabrication of portable tubular-shaped packages formed of printed products
US6282868B1 (en) Method and device for strapping or wrapping objects
US8540181B2 (en) Foil roll with wound stiffening core, apparatus for winding the roll and method
EP1661673B1 (fr) Procédé et installation pour réaliser des bandes présentant des bords en correspondance
NL8401716A (nl) Inrichting voor tussenopslag van drukwerk.
SU1429932A3 (ru) Устройство дл подачи печатных листов,хранимых в скатанной ленте на стержне рулона
SK283382B6 (sk) Zariadenie na výrobu zavinutí z plátov cesta a deliacich plátov
US5409178A (en) Method and apparatus for winding and unwinding printed products in scale formation
NL8301876A (nl) Werkwijze en inrichting om platte produkten en in het bijzonder drukwerkprodukten te verwerken, die in de vorm van een schubvormig gestapelde rij worden toegevoerd.
CA1143344A (en) Fan-folded labeling technique
CA2708385C (en) Foil roll with wound stiffening core, apparatus for winding the roll and method
JP2003063508A (ja) 封書作製装置及び画像形成システム
FR2679824A1 (fr) Separateur-plieur de feuilles individuelles, et appareil de fabrication de sacs comportant un tel separateur-plieur.
JPH08239157A (ja) 巻取りバインドテープ及び巻取りバインドテープ製造方法及び製本装置
FR2679825A1 (fr) Separateur-plieur de feuilles individuelles, et appareil de fabrication de sacs comportant un tel separateur-plieur .

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed