NL9000623A - Schrijfgereedschap. - Google Patents

Description

Korte Aanduiding: Schrijfgereedschap.

De uitvinding heeft betrekking op een schrijfgereedschap (hetgeen in ruimezin wordt bedoeld) en waarin een aantal patronen zijn aangebracht en in serie met elkaar zijn gekoppeld in de langsrichting daarvan, zodat de patronen van elkaar verwijderbaar zijn.

Een gebruikelijk schrijfgereedschap van deze soort is geopenbaard in het Japanse gebruiksmodel nr. 14633/85. In het schrijfgereedschap zijn een aantal patronen, die bij de punten van de patronen kernen hebben, aangebracht en met elkaar in de langsrichting daarvan afneembaar van elkaar gekoppeld en dan opgenomen in een buitencilinder van verhoudingsgewijs grote lengte. De kern van de voorste patroon steekt uit de punt van de buitencilinder om een leesteken of dergelijke door de kern te kunnen schrijven. Indien de kern van de voorste patroon ten gevolge van het schrijven is versleten wordt de patroon uit de buitencilinder getrokken vanaf de punt daarvan en ingestoken in de buitencilinder aan het achtereinde daarvan, zodat de tweede patroon van voren in de buitencilinder naar de punt daarvan wordt bewogen door opduwen, waarbij de kern van deze patroon uit de punt van de buitencilinder zal uitsteken ten einde te kunnen worden gebruikt voor schrijven. Aangezien het aantal patronen opeenvolgend wordt bewogen door duwen om het schrijfinstrument doorlopend te kunnen gebruiken kan het instrument niet worden gebruikt indien zelfs slechts een van de patronen verloren is. Dit is een probleem. Aangezien de vasthouddruk op het schrijfgereedschap tijdens het schrijven niet alleen kan worden weerstaan door de in serie met elkaar gekoppelde patronen kan het instrument ook niet worden gebruikt zonder de buitencilinder. De buitencilinder is dan ook beslist noodzakelijk. Dit is een verder probleem. Verder kunnen de patronen, waarvan de kernen zijn afgesleten ten gevolge van het schrijven worden weggeworpen, daar zij niet voor andere doeleinden kunnen worden gebruikt, zoals bijvoorbeeld voor speelgoed-bouwblokken of dergelijke. Dit vormt nog een verder probleem.

Met de uitvinding wordt beoogd de bovenvermelde problemen op te lossen.

Dienovereenkomstig is het een oogmerkt van de huidige uitvinding een schrijfgereedschap te verschaffen, waarvan de schrijf-functie kan worden uitgevoerd zonder een buitencilinder en waarvan de patronen ook als bouwblokken voor speelgoed of dergelijke kunnen worden gebruikt.

In het schrijfelement zijn de verschillende patronen aangebracht en in serie met elkaar gekoppeld in de langsrichting daarvan, zodanig dat de patronen van elkaar verwijderbaar zijn. Ieder van de patronen omvat een buisvormig lichaam met een buisvormig uitsteeksel bij een einde van het buisvormige lichaam en met een facultatief gevormde dwarsdoorsnede, en een kerneenheid ingestoken in het buisvormige uitsteeksel, zodat de kerneenheid daarin wordt vastgehouden. Het huisvormige lichaam heeft een insteekgat waarin het buisvormige uitsteeksel van de naburige patroon, welke met het buisvormige lichaam is gekoppeld, wordt aangebracht in de langsrichting van iedere patroon, zodat het buisvormige uitsteeksel verwijderbaar in het gat wordt vastgehouden. Het eerste buisvormige uitsteeksel heeft een insteekgat waarin de kerneenheid van naburige patroon is opgenomen. De omtreksbuitenzijde van het buisvormige lichaam heeft ten minste een aangrijpingsuitsteeksel en ten minste een aangrijpingsgroef, die ieder in ingrijping kunnen worden gebracht met de aangrijpingsgroef of aangrijpingsuitsteeksel van het buisvormige lichaam van een andere patroon om de patronen evenwijdig aan elkaar in de dwarsrichting daarvan verwijderbaar met elkaar koppelen.

Aangezien het buisvormige uitsteeksel van een van de naburige patronen verwijderbaar wordt vastgehouden in het insteekgat van het buisvormige lichaam van de andere patroon door te zijn aangebracht in het gat en de kerneenheid van de eerstgenoemde patroon is opgenomen in het insteekgat van het buisvormige uitsteeksel van de laatste patroon, zodat de patronen losmaakbarr met elkaar zijn gekoppeld in de langsrichting daarvan, benodigt het schrijfgereedschap geef buitencilinder, zoals het gebruikelijke schrijfgereedschap. Indien de kern van de voorste patroon is versleten wordt de patroon gemakkelijk verwijderd van de op een na voorste patroon en gekoppeld met de achterste patroon, zodat schrijven kan worden uitgeoefend door de kerneenheid van de op een na voorste patroon. Zelfs indien een van de patronen verloren gaat kan het schrijfgereedschap op de juiste wijze worden gebruikt, ofschoon de lengte daarvan verminderd is. In een dergelijk geval wordt het daardoor niet onmogelijk om schrijven met het schrijfgereedschap uit te voeren, terwijl dit wel het geval was bij het gebruikelijke schrijfgereedschap. Aangezien de aangrijpingsuitsteeksels en aangrijpingsgroeven van de buitenzijden van de buisvormige lichamen van sommige patronen in ingrijping kunnen worden gebracht met de aangrijpingsgroeven en aangrijpingsuitsteeksels van de buitenzijden van andere patronen om de patronen losmaakbaar evenwijdig aan elkaar in de dwarsrichting daarvan te koppelen kunnen de patronen worden gebruikt als bouwblokken voor speelgoed. In het bijzonder indien de kernen van de kerneenheden van de patronen zijn versleten kunnen de patronen worden gebruikt als dergelijke blokken, hetgeen als het ware het recyclen van afval met zich meebrengt.

Indien het schrijfgereedschap een aantal evenwijdig met elkaar in de dwarsrichting daarvan gekoppelde patronen heeft kan een aantal lijnen gelijktijdig met het gereedschap worden getrokken.

De uitvinding zal hier onder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven mogelijke uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

Figuur 1 is een vooraanzicht van een schrijfgereedschap, dat een uitvoeringsvoorbeeld van de huidige uitvinding is.

Figuur 2 is een vergroot perspectivisch aanzicht van de patroon van het schrijfinstrument.

Figuur 3 is een perspectivisch aanzicht van de patroon op groter schaal met de onderdelen op afstand van elkaar weergegeven.

Figuur 4 is een langsdoorsnede van de patroon.

Figuur 5 toont een bovenaanzicht van de patroon.

Figuur 6 toont een onderaanzicht van de patroon.

Figuren 7(A), 7(B), 7(C), 7(D), 7(E) en 7(F) zijn bovenaanzichten van verschillende andere mogelijke uitvoeringsvoorbeelden van de patroon.

Figuur 8 toont een vooraanzicht van een aantal in dwarsrichting daarvan met elkaar gekoppelde patronen.

Figuur 9 toont een vooraanzicht van in dwarsrichting ervan met elkaar gekoppelde patronen in een verdere mogelijke samenstelling.

Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding zal hierna worden beschreven aan de hand van de figuren 1-6.

Figuur I toont een uitvoeringsvoorbeeld van een schrijfgereedschap 1 volgens de uitvinding.

In het schrijfgereedschap 1 zijn een verhoudingsgewijs groot aantal patronen 2 aangebracht en in serie met elkaar gekoppeld in de langsrichting daarvan zodanig dat zij van elkaar losneembaar zijn, waarbij het gereedschap in een stand is gebracht, geschikt om te worden gebruikt voor schrijven.

Zoals weergegeven in figuren 2-6 omvat ieder van de patronen 2 een buisvormig lichaam 4 met een buisvormig uitsteeksel 3 en een borst 4a bij een einde van het lichaam, en een kerneenheid 6. De dwarsdoorsnede van het buisvormige lichaam 4 en die van het buisvormige uitsteeksel 3 zijn overeenkomend met elkaar vierkant gevormd. De dwarsdoorsnede van het buisvormige lichaam 4 is groter in afmeting dan die van het buisvormige uitsteeksel 3. Het buisvormige lichaam 4 en het buisvormige uitsteeksel 3 verlopen coaxiaal ten opzichte van elkaar. Het buisvormige uitsteeksel 3 heeft een insteekgat 5, dat aan een einde van het uitsteeksel open is. Het buisvormige lichaam 4 heeft een insteekgat 9, dat bij het andere einde van het lichaam open is. De insteekgaten 5 en 9 zijn coaxiaal en aansluitend op elkaar. Een paar aanslagen 10 steken in een naar elkaar toegekeerde richting uit vanaf het binnenoppervlak van iedere patroon 2 bij de overgang tussen de insteekgaten 5 en 9. Het aantal aanslagen 10 is niet beperkt tot twee, maar kan er een of meer zijn. De dwarsdoorsnede van het insteekgat 5 van het uitsteeksel 3 is cirkelvormige uitgevoerd. De dwarsdoorsnede van het insteekgat 9 van het lichaam 4 is vierkant gevormd overeenkomend met de buitenbegrenzing van de dwarsdoorsnede van het buisvormige uitsteeksel 3 en heeft een zodanige afmeting, dat het buisvormige uitsteeksel 3 van de naburige patroon 2 wordt vastgehouden in het insteekgat indien het daarin is aangebracht. Aangrijpingsuitsteeksels 7 zijn aangebracht op twee onderling tegenover elkaar liggende zijden van het buisvormige lichaam 4 bij de middens van de zijden gemeten in breedterichting en verlopen in de langsrichting van het lichaam over althans nagenoeg de gehele lengte daarvan. Aangrijpingsgroeven 8 zijn aangebracht in de buitenste twee onderling tegenover elkaar liggende zijden van het buisvormige lichaam 4 bij de middens van de desbetreffende zijden, gemeten in de breedterichting, en verlopen in de langsrichting van het lichaam over de gehele lengte daarvan. De dwarsdoorsnede van ieder van de aangrijpingsuitsteeksels 7 heeft een zodanige trapeziumvormige vorm, dat de breedte van het uitsteeksel kleiner is bij de bodem daarvan dan bij de top daarvan. De dwarsdoorsnede van ieder van de aangrijpingsgroeven 8 heeft een zodanige trapeziumvormige vorm, dat de dwarsdoorsnede overeenkomt met die van ieder van de aangrijpingsuitsteeksels 7 en de breedte van de groef is groter bij de bodem daarvan dan bij de bovenzijde daarvan.

De kerneenheid 6 omvat een nagenoeg cilindrisch gevormde kernhouder 12 en een kern 13, zoals een potlood. De kern 13 is vast bevestigd aan het achtereinde daarvan in de kernhouder 12. De kern 13 steekt over een bepaalde lengte uit de punt van de kernhouder 12 in de langsrichting daarvan uit. Een niet weergegeven uitsteeksel is aangebracht op de binnenzijde van het omtreksoppervlak van de kernhouder 12 en ondersteunt de kern 13, zo dat verhinderd wordt, dat de kern beweegt naar het achtereinde van de kernhouder in de lengterichting daarvan. De inwendige diameter van de kernhouder 12 is een weinig groter bij het gedeelte van de houder tussen het uitsteeksel en het achtereinde van de houder dan bij het andere gedeelte daarvan, zodat de kern 13 kan worden ingestoken in het voorste gedeelte. Een aantal uitsteeksels 11 zijn aangebracht op het buitenste omtreksoppervlak van het halve gedeelte van de kernhouder 12 bij het achtereinde daarvan, zodat de uitsteeksels met gelijke tussenruimtes langs de omtrek van de houder zijn opgesteld en in de langsrichting daarvan verlopen. Het andere halve gedeelte van de kernhouder 12 bij de punt daarvan is taps verlopend naar de punt, zodat het uiterlijk van de kernhouder goed is. Het laatste halve gedeelte van de houder 12 behoeft niet taps verlopend zijn. De uitsteeksels 11 behoeven niet te worden aangebracht indien de kernhouder 12 zonder de uitsteeksels kan worden aangebracht in het insteekgat 5 van het buisvormige uitsteeksel 3 van de naburige patroon 2 met geschikte dichtheid of wrijving zoals hierna beschreven.

De kernhouder 12 van de kerneenheid 6 van iedere patroon 2 wordt verwijderbaar vastgehouden in het insteekgat 5 van het buisvormige uitsteeksel 3 van het buisvormige lichaam 4 daarvan door in het gat te zijn aangebracht vanaf de punt van het uitsteeksel, en het uiteinde van de houder wordt in contact geplaatst met de aanslag 10, zodat de patroon is samengebouwd als weergegeven in figuur 4. In die toestand verloopt het buisvormige uitsteeksel 3 vanaf de trap 4a van het buisvormige lichaam 4 waarbij de helft van de kernhouder 12 bij de punt daarvan uitsteekt uit het buisvormige uitsteeksel, en de kern 13 uit de kernhouder uitsteekt, zodat de patroon 2, welke de kern heeft bij het midden van de patroon is gevormd alsof de patroon is vervaardigd uit coaxiaal overlappende cilinders die trappen hebben. Het buisvormige uitsteeksel 3 van een van de patronen 2, ieder samengebouwd zoals hierboven beschreven, wordt verwijderbaar vastgehouden in het insteekgat 9 van het buisvormig lichaam 4 van een ander van de patronen door te zijn aangebracht in het gat, zodat de kernhouder 12 en kern 13 van de bovengenoemde patronen zijn opgenomen in het insteekgat 9 van de laatstgenoemde patroon en de helft van de kernhouder van de laatstgenoemde patroon bij het uiteinde van de kernhouder daarvan. Op dat tijdstip is de trap 4a van het buisvormig lichaam 4 van de voorgaande patroon 2 in contact gebracht met het uiteinde van het buisvormig lichaam 4 van de laatste patroon 2, zodat beide patronen ten opzichte van elkaar in de langsrichting daarvan zijn opgesteld en een spleet is geplaatst tussen de kernen 13 van de patronen om te verhinderen dat de kernen elkaar beschadigen. Dergelijke handeling wordt herhaald om een gewenst aantal patronen 2 in serie met elkaar in de langsrichting daarvan te koppelen door de patronen op elkaar te plaatsen zoals weergegeven in figuur 1, om het schrijfgereedschap 1 samen te bouwen met zodanige lengte, dat het gemakkelijk is om schrijven uit te voeren met de kern 13 van de voorste patroon.

Het ingrijpingsuitsteeksel 7 aangebracht op de omtreks-buitenzijde van het buisvormige lichaam 4 van een ander van de patronen 2 kan in ingrijping worden gebracht in de ingrijpingsgroef 8 van het buisvormige lichaam 4 van de voorste patroon 2 van het samengebouwde schrijfgereedschap 1 aan althans een zijde van de voorste patroon, zodat beide patronen verwijderbaar en parallel met elkaar in de dwarsrichting daarvan met elkaar zijn gekoppeld, zoals afgebeeld in figuur 8. Indien dergelijke koppeling wordt uitgevoerd kunnen een of meer lijnen, die rechte lijnnen of gebogen of andere onregelmatige lijnen zijn, gemakkelijk, nauwkeurig en gelijktijdig evenwijdig aan elkaar worden getrokken door de enkele beweging van het schrijfgereedschap 1 zonder evenwijdige linealen te gebruiken. Op grond hiervan kan het schrijfgereedschap 1 doelmatig worden gebruikt om patronen, een reclamebeeld, een blok-tekening of dergelijke te tekenen.

Indien de kern 13 van de voorste patroon 2 van het schrijfgereedschap 1 is versleten en onbruikbaar is geworden wordt de patroon van de op een na voorste patroon 2 verwijderd en gekoppeld met de achterste patroon 2, zodat de kern van de op een na voorste patroon dan te gebruiken is voor schrijven of tekenen.

Zoals weergegeven in figuur 9 kunnen de patronen 2 facultatief met elkaar worden gekoppeld als bouwblokken voor speelgoed, zowel in de langsrichting als in dwarsrichting daarvan om bijvoorbeeld een model van een kerk, vliegtuig, dier, huis, brug of dergelijke te vormen ten einde het verbeeldingsvermogen van een kind of dergelijke te ontwikkelen, en dit onafhankelijk daarvan of de kernen 13 van de patronen zijn afgesleten of niet. Indien de kernen 13 zijn afgesleten kunnen de patronen 2 worden gebruikt als bouwblokken voor speelgoed, om een recyclen van afval te bewerkstelligen, waardoor spaarzaamheid wordt bereikt.

Aangezien de kerneenheden 6 verwijderbaar zijn ingestoken in de buisvormige uitsteeksels 3 van de buisvormige lichamen van de patronen 2 kunnen de kernen 13 van de kerneenheden worden vervaardigd uit onderling verschillende materialen, zoals gekleurde potloodstift, houtskool, krijt, een ballpointpeninkt en houder, een viltstiftpeninkt en houder, een ogenschaduwpotlood en een lipstick, welke identiek met elkaar of verschillend van elkaar in kleur en/of kwaliteit kunnen zijn en hierin worden beschouwd als schrijfmaterialen in ruime zin.

Het kan worden bewerkstelligd, dat de kern 13 van ten minste een van de patronen 2 is vervaardigd uit een uitwismateriaal en de kernen van de andere patronen zijn vervaardigd uit potloodstift of dergelijke.

Indien de kern 13 van iedere patroon 2 is vervaardigd uit een krijt, een ogenschaduwpotlood, een lipstick of dergelijke, welke een verhoudingsgewijs grote diameter heeft, kan de eenheid 6 zonder kern-houder 12 zijn en kan de kern rechtstreeks zijn aangebracht in het insteekgat 5 van het buisvormige uitsteeksel 3 van het buisvormige lichaam 4, zodat de kern verwijderbaar of onverwijderbaar in het gat wordt vastgehouden. In dat geval wordt de lengte van iedere kern 13 vooraf bepaald of wordt de lengte van ieder insteekgat 5 vooraf vergroot, zodat de punt van de kern van de voorgaande patroon 2 wordt verhinderd in contact te komen met het uiteinde van de kern van de daar achter aansluitende patroon 2.

De omlijning van de dwarsdoorsnede van iedere kerneenheid 6 kan zijn gevormd als een cirkel, een hoekige figuur, een ellips of dergelijke om overeen te komen met de dwarsdoorsnede van ieder buisvormig uitsteeksel 3.

Ofschoon de aangrijpingsgedeelten 7 en de ingrijpings-groeven 8 alternatief zijn aangebracht op de vier zijden van ieder buisvormig lichaam 4 van vierkante dwarsdoorsnede in het bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeeld is de huidige uitvinding daarop niet beperkt, maar kan op andere wijze worden belichaamd, zodat de aangrijpingsuitsteeksels zijn aangebracht op twee onderling naburige zijden van ieder buisvormig lichaam en de ingrijpingsgroeven zijn aangebracht in de andere twee onderling naburige zijden van het buisvormige lichaam. De huidige uitvinding kan ook zo worden belichaamd, dat ten minste een aangrijpingsuitsteeksel 7 en ten minste een ingrijpingsgroef 8 zijn aangebracht op facultatieve zijden van ieder buisvormig lichaam 4 om de patronen 2 met elkaar te koppelen in dwarsrichting daarvan zonder enige hinder. Overigens is het ook mogelijk om een enkel aangrijpingsuitsteeksel en een aantal ingrijpingsgroeven 8 op de zijkanten van ieder buisvormig lichaam 4 aan te brengen. Ofschoon de dwarsdoorsnede van ieder van de aangrijpingsuitsteeksels 7 en de ingrijpingsgroeven 8 trapeziumvormig zijn uitgevoerd in het boven beschreven uitvoeringsvoorbeeld is de huidige uitvinding daarop niet beperkt, maar kan op andere wijze worden belichaamd, zodat de dwarsdoorsnede is gevormd als T

of op andere wijze.

Ofschoon de dwarsdoorsneden van het buisvormige lichaam 4 en buisvormig uitsteeksel 3 van iedere patroon 2 vierkant zijn gevormd in het bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeeld is de huidige uitvinding daarop niet beperkt, maar kan op andere wijze zo worden belichaamd, dat de dwarsdoorsneden zijn gevormd als driehoeken, veelhoeken, zoals zeshoeken, ellipsen, cirkels of anderen, zoals afgebeeld in figuur 7(A), 7(B), 7(C), 7(d), 7(E) en 7(F), om de variëteit van de vormen van de dwarsdoorsneden en het aantal ontwerpcombinaties daarvan te vergroten.

Het verdient de voorkeur, dat de delen van iedere patroon 2 behoudens de kern 13 in massa worden vervaardigd uit een thermoplastisch hars door spuitgieten.

Ofschoon de aangrijpingsuitsteeksels 7 en de ingrijpings-groeven 8 slank verlopen in de langsrichting van ieder buisvormig lichaam 4 in het bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeeld is de huidige uitvinding daarop niet beperkt, maar kan op andere wijze zo worden belichaamd, dat de aangrijpingsuitsteeksels en de ingrijpingsgroeven slank verlopen in de dwarsrichting van het buisvormige lichaam.

Claims (6)

1. Schrijfgereedschap waarin een aantal patronen zijn aangebracht en gekoppeld in serie met elkaar in de langsrichting daarvan,zodat de patronen van elkaar verwijderbaar zijn, waarin ieder van genoemde patronen is voorzien van een buisvormig lichaam met een buisvormig uitsteeksel aan een einde van genoemd lichaam en een facultatief gevormde dwarsdoorsnede bezittend, en een kerneenheid ingestoken in genoemd uitsteeksel, zodat genoemde eenheid daarin wordt vastgehouden, terwijl genoemd lichaam een insteekgat heeft waarin het buisvormig uitsteeksel van de naburige patroon, welke met genoemd lichaam is gekoppeld, is aangebracht in de langsrichting van iedere patroon, zodat genoemd uitsteeksel verwijderbaar in genoemd gat daarvan wordt vastgehouden en het eerst genoemde uitsteeksel een insteekgat heeft waarin de kerneenheid van genoemde naburige patroon is opgenomen en waarbij de omtrek-buitenzijde van genoemde lichaam ten minste een aangrijpings-uitsteeksel en ten minste een ingrijpingsgroef heeft die ieder in ingrijping kunnen worden gebracht met de ingrijpingsgroef of aangrij-pingsuitsteeksel van het buisvormige lichaam van een ander patroon ten einde de patronen evenwijdig aan elkaar in de dwarsrichting daarvan losmaakbaar met elkaar te koppelen.

2. Schrijfgereedschap volgens conclusie 1, waarin het buisvormige lichaam en het buisvormige uitsteeksel, wiens dwarsdoorsnede een vorm heeft overeenkomend met die van de dwarsdoorsnede van genoemd lichaam en kleiner in afmeting dan de laatstgenoemde is, integraal en coaxiaal tot elkaar zijn vervaardigd.

3. Schrijfgereedschap volgens conclusie 2, waarin het insteekgat van het buisvormige lichaam een dwarsdoorsnede heeft met een vorm overeenkomend met die van de dwarsdoorsnede van het buisvormige uitsteeksel van genoemd lichaam en een zodanige afmeting heeft, dat het buisvormige uitsteeksel van de naburige patroon verwijderbaar in genoemd gat kan worden vastgehouden door daarin te zijn aangebracht.

4. Schrijfgereedschap volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het aangrijpingsuitsteeksel van het buisvormige lichaam verloopt langs nagenoeg de gehele lengte van genoemd lichaam, de breedte van de dwarsdoorsnede van genoemd uitsteeksel kleiner is bij de onderzijde daarvan dan bij de bovenzijde daarvan, en de vorm van de dwarsdoorsnede van de ingrijpingsgroef van genoemd uitsteeksel overeenkomt met die van de dwarsdoorsnede van genoemd uitsteeksel.

5. Schrijfgereedschap volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarin de kerneenheid een kernhouder omvat en een kern vastgehouden door genoemde houder en uitstekend vanaf een einde van genoemde houder in de langs-richting van genoemde eenheid; en het andere einde van genoemde houder verwijderbaar wordt vastgehouden in het buisvormige uitsteeksel door daarin te zijn aangebracht.

6. Schrijfgereedschap volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, waarin de kerneenheid is vervaardigd uit slechts een kern welke verwijderbaar bij het uiteinde daarvan wordt vastgehouden in het buisvormige uitsteeksel door daarin te zijn gestoken en vanuit genoemd uitsteeksel uitsteekt in de langsrichting van genoemde eenheid.