NL9000142A - Ligboxafscheiding. - Google Patents

Description

LIGBOXAFSCHEIDING

De uitvinding heeft betrekking op een ligboxafscheidingomvattende ten minste één standpijp en een daarmee verbonden,van buismateriaal gebogen beugel, waarbij aan het ondereindevan de standpijp een montageplaat is bevestigd.

Dergelijke ligboxafscheidingen zijn algemeen bekend enworden in zogenoemde ligboxenstallen gebruikt voor het bepalenvan ligboxen, ofwel plekken waar het vee individueel kan gaanliggen, bijvoorbeeld om te herkauwen.

In de melkveehouderij is een duidelijke trend waarneembaarnaar groter melkvee. Dit heeft tot gevolg dat de ligboxen endus de ligboxafscheidingen ook groter moeten worden. Daarnaastmoeten de ligboxafscheidingen sterker worden vanwege de doorhet grotere vee te verwachten zwaardere belastingen. Teneindede bekende ligboxafscheidingen voldoende stijf en sterk uit tevoeren zou dan ook onevenredig zwaar materiaal gebruikt moetenworden. De kosten van de ligboxafscheidingen dreigen daardoorzeer hoog te worden.

De uitvinding beoogt nu een ligboxafscheiding van de in deaanhef omschreven soort te verschaffen die met een efficiëntmateriaalgebruik een grote sterkte en stijfheid heeft.

Bij de ligboxafscheiding volgens de uitvinding wordt ditdoel bereikt doordat de standpijp een verstevigingsvoet omvatdie zich van een afstand boven het ondereinde benedenwaartsdivergerend uitstrekt. Gebleken is dat bij reeds een beperktehoogte van de verstevigingsvoet een aanzienlijke verstevigingvan de ligboxafscheiding wordt bereikt.

Bij voorkeur wordt daarbij de maatregel van conclusie 2toegepast. Door het kegelvormige lichaam niet aan de bovenzijdeaan de standpijp vast te lassen maar de verbinding tot stand telaten komen door middel van het bij het thermisch verzinkenaangebrachte zink, wordt een constructie verkregen waarbij debuigbelastingen op de standpijp gelijkmatig door zowel de ver¬stevigingsvoet als het door de verstevigingsvoet omgeven stand-pijpgedeelte worden opgenomen.

Een verdere gunstige ontwikkeling van de ligboxafscheidingvolgens de uitvinding wordt gekenmerkt in conclusie 3. Tussende langwerpige vloerdelen van twee naast elkaar opgesteldeligboxafscheidingen volgens de uitvinding wordt een ondiepetrog gevormd. Deze trog wordt door het vee onderkend en leidtertoe dat het vee in het midden van de trog gaat liggen. Hetvee ligt hierdoor niet meer tegen de ligboxaf scheiding aan,hetgeen enerzijds tot een mindere belasting van deze ligboxaf-scheiding en anderzijds tot minder kans op beschadiging van hetvee leidt.

Een verdere versteviging van de ligboxafscheiding volgensde uitvinding wordt bereikt met de maatregel van conclusie 4.Een bijkomend voordeel van de dwarsverbinding is dat deze voor¬komt dat het vee per ongeluk tussen de twee standpijpen en doorde ligboxafscheiding heen loopt. Dit zou tot verwonding kunnenleiden.

De uitvinding betreft en verschaft eveneens een ligboxen-stal omvattende een aantal op een afstand naast elkaar opge¬stelde ligboxafscheidingen volgens de uitvinding. Hierbij isten minste bovenlangs de ligboxafscheidingen een door koppelin¬gen met elk van deze verbonden dwarsbuis zoals een schoftboomgemonteerd. Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvindingwordt daarbij de maatregel van conclusie 5 toegepast. Door dekoppelingen op die wijze uit te voeren wordt een volkomen stij¬ve verbinding van de dwarsbuis met de ligboxafscheidingen ver¬kregen, hetgeen bijdraagt aan de stijfheid en sterkte van hetsamenstel.

Een verdere gunstige ontwikkeling wordt daarbij gekenmerktin conclusie 6.

De uitvinding wordt in de volgende beschrijving aan dehand van de in de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden naderverduidelijkt.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een gedeelte vaneen ligboxenstal met ligboxafscheidingen volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een gedeeltelijk weggebroken detailaanzicht vol¬gens pijl II in fig. 1.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van een gedeelte vaneen ligboxenstal met ligboxafscheidingen volgens een andereuitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 4 is een perspectivisch detailaanzicht volgens pijlIV in fig. 1.

Fig. 5-7 tonen met fig. 4 overeenkomende aanzichten vanalternatieve uitvoeringen.

In fig. 1 worden twee ligboxafscheidingen 1 getoond, dieop een afstand naast elkaar zijn opgesteld en tussen zich ineen ligbox voor een melkkoe bepalen.

Elke ligboxafscheiding 1 omvat twee standpijpen 2, 3, aanhet ondereinde waarvan een montageplaat 4 is bevestigd. Deligboxafscheiding 1 is met behulp van de montageplaat 4 op debodem vastgeschroefd. Aan het boveneinde van de standpijpen 2,3 strekt zich een één geheel daarmee vormende beugel 5 uit. Debeugel 5 is te zamen met de standpijpen 2, 3 op verder op zich¬zelf bekende wijze van buismateriaal gebogen.

Zoals fig. 2 meer in detail toont omvat de standpijp 2 eenverstevigingsvoet 10 die zich van een afstand boven het onder¬einde benedenwaarts divergerend uitstrekt. Bij de getoondeuitvoeringsvorm is de verstevigingsvoet 10 een afgeknot kegel¬vormig lichaam dat met zijn ondereinde 13 op de montageplaat 4is vastgelast. Ter plaatse van zijn bovenrand 12 is de verste¬vigingsvoet 10 niet aan de standpijp 2 vastgelast. Tussen debovenrand 12 van de verstevigingsvoet 10 en de standpijp 2wordt een verbinding gevormd bij het thermisch verzinken van devervaardigde ligboxafscheiding 1, doordat het zink daarbij infeite een soldeerverbinding vormt. Om ervoor te zorgen dat bijhet verzinken het vloeibare zink goed in het inwendige van deverstevigingsvoet en in het inwendige van de standpijp 2 kanvloeien is een aantal gaten 14 in de montageplaat 4 geboord.Nabij de bovenrand 12 is eveneens een aantal zinkgaten in deverstevigingsvoet 10 aangebracht.

Door de op deze wijze uitgevoerde versteviging is destandpijp 2 aanmerkelijk beter belastbaar geworden, zodat bijgelijkblijvend materiaal voor de standpijp 2 de ligboxafschei¬ding 1 groter uitgevoerd kan worden en/of steviger is.

Volgens een verdere ontwikkeling is tussen de boveneindenvan de standpijpen 2, 3 een dwarsbuis 6 vastgelast. Deze vormteen versteviging voor de ligboxafscheiding 1 en tegelijkertijdeen doorloopbeveiliging, die voorkomt dat het vee per ongeluk door de ligboxafscheiding 1 loopt, met alle gevaar van bescha¬diging van dien.

Zoals de fig. 1 en 3 tonen zijn de ligboxaf scheidingen 1met kleine buigstralen gebogen. De buigstraal van de binnen-bochten ligt in het algemeen in de grootte-orde van de diktevan het buismateriaal. Hierdoor wordt bereikt dat zowel dekopruimte 7 als de rompruimte 8 een maximale grootte hebben enhet vee dus maximaal vrijlaten.

De ligboxafscheidingen 15 zoals getoond in fig. 3 komenvoor een belangrijk deel overeen met de afscheidingen 1 vanfig. 1. De verstevigingsvoet omvat bij deze ligboxafscheidingen15 een naar weerszijden daarvan benedenwaarts divergerend lang¬werpig vloerdeel 16. Behalve deze verstevigingsvoet kan nog eenextra verstevigingsvoet 18 overeenkomend met de verstevigings¬voet 10 van de uitvoeringsvorm van fig. 1 worden gebruikt.

Over de vloerdelen 16 van de naast elkaar opgestelde lig¬boxaf scheidingen 15 wordt op gebruikelijke wijze een rubberstalmat 19 gelegd. Tussen de vloerdelen 16 ontstaat op dezewijze een verlaagd gedeelte 17. Het vee heeft de neiging om ineen dergelijk verlaagd gedeelte 17 in het midden te gaan lig¬gen, en daarbij dus vrij te blijven van de ligboxaf scheidingen15. Enerzijds worden deze daardoor minder vaak en minder zwaarbelast en bovendien is dit voor het vee comfortabeler, aange¬zien de kans op beschadiging kleiner is.

Door de verstevigingsvoeten 16 kunnen de ligboxafscheidin¬gen 15 bovendien grotere krachten opnemen.

Zoals fig. 1 en 3 tonen is bovenlangs de ligboxaf scheidin¬gen een door koppelingen 23 met elk van de beugels 5 van deligboxafscheidingen 1 en 15 verbonden schoftboom 22 gemonteerd.De toegepaste koppeling 23 wordt meer in detail in fig. 4 ge¬toond. Zoals daar te zien is omvat de koppeling 23 twee koppe-lingdelen 24 die elk een U-vormige doorsnede met dwars naarbuiten omgezette flenzen hebben. In bovenaanzicht zijn de kop-pelingdelen 24 in hoofdzaak vierkant. In de flenzen zijn vierschroefverbindingsgaten aangebracht. Deze gaten zijn gepositio¬neerd volgens de hoekpunten van een vierkant. Hierdoor is hetmogelijk dat de twee koppelingdelen 24 zoals getoond met deflenzen tegen elkaar aanliggend, 90° verdraaid met elkaar doorbouten 25 zijn verbonden. De koppeling 23 vormt een zeer stijve verbinding tussen de schoftboom 22 en de beugel 5 en draagtaldus bij tot de sterkte van het samenstel van ligboxafschei¬dingen en schoftboom. Zoals uit de figuren blijkt is aan devoorzijde bovendien met overeenkomstige koppelingen een kopboomaangebracht, die additioneel versterkend werkt.

Met een koppeling van het type zoals de koppeling 23 vanfig. 4 kunnen ook buizen met verschillende diameter met elkaarworden verbonden. Een dergelijke uitvoering wordt getoond infig. 5. Hier is dezelfde schoftboom 22 verbonden met een dikke¬re buis 27. Het koppelingdeel 24 dat zich om de schoftboom 22uitstrekt blijft pngewijzigd. Voor de dikkere buis 27 wordt eenkoppelingdeel 26 gebruikt met een met een overeenkomstig grote¬re "U". De gaten in de bevestigingsflenzen zijn echter op de¬zelfde onderlinge positie aangebracht, zodat het koppelingdeel24 daarmee op overeenkomstige wijze kan worden verbonden. Hetzal duidelijk zijn dat door een beperkt aantal verschillendekoppelingdelen zoals 24 en 26 te verschaffen, buizen met ver¬schillende diameters in willekeurige combinaties stijf metelkaar verbonden kunnen worden.

Voor een nog stijvere verbinding kan volgens een verdereontwikkeling tussen twee koppelingdelen een vierkante plaatworden opgenomen. Zoals getoond in fig. 6 is deze vierkanteplaat 30 voorzien van schroefverbindingsgaten 31 die op dezelf¬de relatieve posities liggen als de gaten in de koppelingdelen24. In de plaat 30 zijn buisaangrijpingsuitsteeksels 32, 33gevormd. Zoals getoond omvatten deze een paar evenwijdige naarboven uitstekende ribben 32 en een paar evenwijdige naar bene¬den uitstekende ribben 33. Deze buisaangrijpingsuitsteeksels32, 33 zorgen voor een betere klemming van de buizen ten op¬zichte van elkaar, waardoor deze grotere onderlinge zwenk- enverdraaiingskrachten kunnen weerstaan.

Fig. 7 toont een alternatief, waarbij de tussenplaat 35van gehard staal is vervaardigd en voorzien is van buisaangrij¬pingsuitsteeksels in de vorm van naar weerszijden uitstekendescherpe punten 36 en 37. Deze punten 36, 37 grijpen bij hetaanhalen van de bouten 25 aan in de te verbinden buizen, waar¬door deze zeer goed worden gefixeerd.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de figuren getoon¬de uitvoeringsvormen. Ook een zogenoemde zwevende boxafschei- ding met één standpijp aan een vooreinde kan op gunstige wijzeuitgevoerd worden met een verstevigingsvoet volgens de uitvin¬ding, waardoor deze zwaardere belastingen kan weerstaan.

Claims (6)

1. Ligboxafscheiding omvattende ten minste één standpijpen een daarmee verbonden, van buismateriaal gebogen beugel,waarbij aan het ondereinde van de standpijp een montageplaat isbevestigd, met het kenmerk, dat de standpijp een verstevigings-voet omvat die ziph van een afstand boven het ondereinde bene¬denwaarts divergerend uitstrekt.

2. Ligboxafscheiding volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de verstevigingsvoet een zich om de standpijp uitstrekkendafgeknot kegelvormig lichaam is dat op de montageplaat is vast¬gelast en dat ter plaatse van zijn bovenrand met de standpijpis verbonden door middel van bij het thermisch verzinken van deligboxafscheiding aangebracht zink.

3. Ligboxafscheiding volgens conclusie 1 of 2, met hetkenmerk, dat de verstevigingsvoet een naar weerszijden van deligboxafscheiding benedenwaarts divergerend langwerpig vloer¬deel omvat.

4. Ligboxafscheiding volgens één van de voorgaande conclu¬sies, met het kenmerk, dat deze van het type met twee standpij¬pen en een in één geheel daarmee gebogen beugel is en dat tus¬sen de boveneinden van de twee standpijpen een dwarsverbindingzoals een dwarsbuis is aangebracht.

5. Ligboxenstal omvattende een aantal op een afstand naastelkaar opgestelde ligboxafscheidingen volgens één van de voor¬gaande conclusies, waarbij ten minste bovenlangs de afscheidin¬gen een door koppelingen met elk van deze verbonden dwarsbuiszoals een schoftboom is gemonteerd, met het kenmerk, dat elkekoppeling omvat twee koppelingdelen met een U-vormige doorsnedemet dwars naar buiten omgezette flenzen en een in hoofdzaakvierkant bovenaanzicht, waarbij in de flenzen schroefverbin-dingsgaten zijn aangebracht die liggen op de hoekpunten van eenvierkant, en waarbij de koppelingdelen met de flenzen tegenelkaar aanliggend, 90° verdraaid met elkaar door bouten zijnverbonden.

6. Ligboxenstal volgens conclusie 5, met het kenmerk, dattussen de twee koppelingdelen een vierkante plaat is opgenomendie voorzien is van basisaangrijpingsuitsteeksels.