NL1009048C2 - Standaard ligboxafscheidingen. - Google Patents

Description

W JG/GT/22

Standaard ligboxafscheidingen

De onderhavige uitvinding betreft een stal met ligboxafscheidingen, waartussen ligboxen zijn gelegen, en verder ligboxafscheidingen op zich, evenals aan de ligboxafscheidingen volgens de onderhavige uitvinding aange-5 paste matten.

Ligboxafscheidingen zijn in het algemeen bekend, waarbij een uit een metaalbuis gebogen tweedimensionaal hekwerk met behulp van bevestigingsmiddelen wordt aangebracht of opgehangen aan een draagconstructie. Deze 10 draagconstructie kan zijn gevormd door bevestigingen in de stalvloer voor de ligboxafscheiding of door metaalbui-zen, die op afstand van en aan een wand van de stal zijn aangebracht.

Het aanbrengen van de uit metaalbuis gebogen 15 hekwerken als ligboxafscheidingen aan horizontaal verlopende, dragers vormende metaalbuizen heeft als nadeel, dat het tillen van deze ligboxafscheidingen zwaar is en het nauwkeurig positioneren hiervan derhalve zeer lastig. Wanneer gebruik wordt gemaakt van bevestigingen aan de 20 stalvloer is een nadeel, dat de ligboxafscheiding bijzonder instabiel is en om kan vallen tijdens het positioneren en zelfs tijdens het bevestigen hiervan aan de stalvloer. Beide situaties leveren het gevaar van verwonding van de monteur en eventueel onvoldoende nauwkeurige 25 plaatsing van de ligboxafscheidingen.

Met de onderhavige uitvinding is beoogd bovengenoemde nadelen te verhelpen en hiertoe is een stal verschaft van het bovengenoemde soort, die zich onderscheidt, doordat alle afscheidingen een enkele gebogen 30 metaalbuis omvatten met een op de stalvloer plaatsbare vlakke voet en een de afscheiding in het op de stalvloer staande vlak vormend hekwerk. De voet is hierbij gevormd »1 0090 4 8 2 uit de metaalbuis en spant een vlak op, waarbij de afscheiding op zichzelf stabiel kan staan zonder gevaar om te vallen en als zodanig eenvoudigweg over de stalvloer verschoven kan worden tot de gewenste uiteindelijke 5 positie hiervan is bereikt. Bovendien is het fixeren van de afscheiding eenvoudig door afzonderlijke, de voet vormende metaalbuisdelen aan de stalvloer te bevestigen, wanneer de gewenste positie van de afscheiding is bereikt.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de voet zich over de stalvloer uit langs een deel van de omtrek van ten minste één van de ligboxen. Aldus is het vee, dat van de ligbox gebruik wil maken, in het bijzonder koeien, niet door metaalbuisdelen belemmerd, wanneer een afzon-15 derlijk exemplaar in de ligbox tussen afzonderlijke afscheidingen wil gaan liggen.

Teneinde het comfort van het vee in de ligboxen verder te verhogen, kan gebruik worden gemaakt van de maatregelen volgens conclusie 3, waarbij de stalvloer ter 20 plaatse van de ligbox is bekleed met een mat. Met een dergelijke mat wordt dan de zachtheid en textuur van een weiland gesimuleerd, in het bijzonder om de hardheid van de veelal uit beton vervaardigde stalvloer teniet te doen. In een voorkeursuitvoeringsvorm vertoont de stal de 25 eigenschap van conclusie 4, waarbij de mat een in de richting van de omtrek van de ligbox toenemende dikte vertoont, en als aanvulling of als alternatief de eigenschap van conclusie 5 vertoont, waarbij de mat zich over de voet van de afscheiding uitstrekt. In beide gevallen 30 wordt voor het vee een vlak verschaft, waar het gerieflijk plaats kan nemen. In het geval, dat de mat zich over de voet uitstrekt zelfs zodanig, dat ieder ongemak als gevolg van metaalbuisdelen van de ligboxafscheiding door de mat teniet is gedaan.

35 In de uitvoeringsvorm van de mat met een langs de omtrek toenemende dikte vertoont een stal volgens conclusie 6 de eigenschap, dat de mat in de richting van de ingang van de ligbox geen toenemende dikte vertoont.

H1 0090 4 8 3

Hierdoor wordt nabij de ingang van de ligbox, die dan is gevormd tussen twee ligboxafscheidingen, geen drempel gevormd en kan een veedier zonder belemmering de ligbox betreden.

5 De onderhavige uitvinding zal in het hierna volgende worden beschreven in samenhang met de bijgevoegde tekeningen, waarin: fig. 1 een perspektivisch aanzicht toont van afscheidingen in een stal volgens de onderhavige uitvin-10 ding; fig. 2 een schematisch zijaanzicht toont van één van de in fig. 1 getoonde afscheidingen; fig. 3 een perspektivisch aanzicht van afscheidingen in een stal volgens de onderhavige uitvinding 15 toont; fig. 4 nog een alternatieve uitvoeringsvorm van een afscheiding in een stal volgens de onderhavige uitvinding toont; fig. 5 weer een alternatieve uitvoeringsvorm 20 van een afscheiding in een stal volgens de onderhavige uitvinding toont; en fig. 6 een laatste uitvoeringsvorm van een afscheiding in een stal volgens de onderhavige uitvinding toont.

25 In de afzonderlijke figuren zijn gelijke onder delen in de verschillende uitvoeringsvormen van de stallen volgens de onderhavige uitvinding in de verscheidene figuren aangeduid met gelijke referentienummers.

In fig. 1 is een perspektivisch aanzicht ge-30 toond van uit een enkele metaalbuis 2 gevormde afscheidingen 1 in de stal, waarvan de stalvloer 3 en de stal-wand 4 schematisch zijn weergegeven. Elke van de afscheidingen 1 bestaat uit een hekwerk 5 in in hoofdzaak verticale richting, en een voet 6, die is gevormd door metaal-35 buisdelen in verschillende richtingen, die tezamen een met de stalvloer 3 overeenkomend vlak opspannen. Aldus vormt elke van de afscheidingen 1 een stabiel positio- p1 009048 4 neerbaar geheel dat op de voet 6 hiervan kan blijven staan, zonder om te vallen.

Na gewenste positionering van de afscheidingen 1 ten opzichte van elkaar, en in het bijzonder de onder-5 linge afstanden hiertussen, worden de voeten 6 aan de stalvloer 3 bevestigd door middel van beugels 7, zonder noemenswaardig gevaar van verschuiven en verstoren van de gekozen positionering als gevolg van het relatief hoge gewicht van de afscheidingen 1, waarbij het aanbrengen 10 van de beugels 7 de ingestelde positionering niet zal verstoren.

Fig. 2 toont een schematisch zijaanzicht van één van de afscheidingen 1 in fig. 1, maar zonder de beugels 7. Dit aanzicht dient dan ook ter verduidelijking 15 van de voor het vormen van een doeltreffende afscheiding noodzakelijke vorm, waarvoor verscheidene alternatieven beschikbaar zijn, zoals die, welke hieronder nog aan de orde komen.

In fig. 3 is een uitvoeringsvorm van afschei-20 dingen 8 getoond. De voet van elke van de afscheidingen strekt zich hier aan de achterzijde van de afscheiding 8 in tegengestelde richtingen uit, waar in de uitvoering van fig. 1 dit niet het geval was. Dat wil zeggen, dat de afscheiding 8 in de hier getoonde uitvoeringsvorm zich 25 langs de stalwand 4 over de stalvloer uitstrekkende benen 9 en 10 vertoont. Hierbij zijn de resp. benen 9, 10 van de afzonderlijke afscheidingen 8 bijv. te verbinden door middel van een koppelstuk 11 waaraan deze resp. benen 9 en 10 te bevestigen zijn. Het koppelstuk 11 is weergege-30 ven in het weggebroken deel van hieronder nader te omschrijven mat 12 en kan in de benen 9, 10 gestoken worden of hieroverheen worden geschoven als een mof. Bovendien kan als optie de onderlinge afstand tussen de afzonderlijke afscheidingen 8 worden bepaald aan de hand van de 35 lengte van het koppelstuk 11 dat hiertoe bijv. van aanslagen is voorzien, hetgeen hier niet is getoond. Verder kan als aanvulling het koppelstuk 11 zijn voorzien van indicaties als weergave van de afstanden tussen de uit- p1 009043 5 einden van de resp. benen 9 en 10 van afzonderlijke naburige afscheidingen 8. Deze indicaties zijn in de fig. 3 niet getoond.

Op de stalvloer 3 zijn matten 12 gelegd, die 5 elk één tussen de afscheidingen 8 gevormde ligbox bestrijken, bijv. circa 1,20 m breed en ca. 2,50 m lang. De matten 12 vertonen een toenemende dikte in de richting van de omtrek van de ligbox, gezien vanuit het midden hiervan. Deze toenemende dikte vormt een randstrook 13 10 van de matten 12. Door deze oplopende randen 13 vormt de mat 12 een kuil met een vlak middendeel over bijv. een breedte van ca. 0,60 m, waarin een dier kan gaan liggen en naar het midden hiervan gestuwd zal worden. Aldus is tevens vermeden, dat een koe tegen het hekwerk zal gaan 15 liggen en zo de afscheiding 8 ongewenst zal belasten. De randen 13 strekken zich niet uit langs de ingang van de ligbox, zodat geen drempel is gevormd en vuilophoping is vermeden en vuilverwijdering is vergemakkelijkt. De metaalbuisdelen van de voet 6 van afscheidingen 8 zijn 20 gelegen onder deze randstrook 13 van de matten 12. Op deze wijze vormen de matten 12 een bedekking van het gehele oppervlak van de stalvloer 3, die voor ligboxen is bestemd, waarbij tevens de metaalbuisdelen van de afscheidingen 8, die de voeten 6 hiervan vormen, door de 25 matten 12, en in het bijzonder de randstroken 13 hiervan, zijn bekleed. Hiermee is een voor het vee comfortabel ligoppervlak verschaft zonder hinder van de voeten 6 in dat deel van de stalvloer 3, dat bestemd is voor ligboxen .

30 De matten 12 zijn op verscheidene wijzen op ten opzichte van de stalvloer te fixeren. In de in fig. 3 getoonde uitvoeringsvorm wordt hiertoe gebruik gemaakt van de beugels 7, die op zich dienen om de afscheidingen 8 te fixeren. De beugels 7 zijn voorzien van bussen 19 35 met uitwendig schroefdraad, waarop schroefdoppen 20 te schroeven zijn om de mat 12 tussen de voet 6 en de schroefdoppen 20 te klemmen, waartoe de schroefdoppen 20 zijn voorzien van flenzen. Voor doorvoer van de bussen 19 p1 0 09 0 4 8 6 kunnen in de matten 12 door metalen of kunststof ogen (niet getoond) omringde doorgangen zijn verschaft. Aldus zijn de matten 12 ook losmaakbaar of demontabel aangebracht of gefixeerd.

5 Bij losmaking van de schroefdoppen 20, bijvoor beeld van kunststof, zijn de matten 12 afzonderlijk per ligbox uitneembaar, bijvoorbeeld voor het reinigen hiervan. Het blijkt, dat elke mat 12 een enkele ligbox bestrijkt, hoewel dit niet hiertoe beperkend is aangezien 10 afhankelijk ook van de vorm van de voeten 6 de matten 12 meer dan één afscheiding kunnen bedekken.

Als mogelijk alternatief kan van riemen of koorden gebruik worden gemaakt om de matten 12 bijvoorbeeld aan de voeten 6, de bevestigingsbeugels 7 of een 15 ander element te bevestigen, in het bijzonder wanneer de matten 12 geen oplopende randen (13 in fig. 3) hebben.

In fig. 4 is weer een andere uitvoeringsvorm getoond, waarbij de afscheiding is aangeduid met 14. De voet 6 van deze afscheiding 14 strekt zich verder vanaf 20 de stalwand 4 de stal in uit, waarbij het hekwerk 5 is voorzien van een uitsteeksel 15, waarbij afscherming tussen de naburige, door de afscheiding 14 gevormde ligboxen is verbeterd, daar de afscheiding 14 een betere afdichting vormt.

25 Bovendien is met verlenging van de voet 6 in de richting van de stalwand 4 af een verplaatsing van het kantelpunt van de afscheiding 14 van de stalwand 4 vandaan bewerkstelligd, zodat belasting van de afscheiding 14 aan de bovenzijde hiervan op afstand van de stalwand 4 30 lagere belasting van de bevestigingen van de voet 6 aan de stalvloer 3 met zich meebrengt. Voor het overige komt deze uitvoeringsvorm in hoofdzaak overeen met die, welke in fig. 3 is getoond.

In fig. 5 zijn twee afscheidingen 16 in een 35 andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding getoond. Ook deze afscheidingen 16 vertonen voeten 6 en elk een hierdoor gedragen hekwerk 5. De afscheidingen 16 verschillen in hoofdzaak van de afscheidingen 1 in fig. 1 1 009048 7 door de vorm van het hekwerk 5, die hier in fig. 5 in hoofdzaak trechtervormig is, terwijl fig. 1 r-vormige hekwerken 5 toont.

In fig. 6 vertonen de afscheidingen 17 hekwer-5 ken 5 met een soortgelijke vorm als fig. 5, waarbij de voeten 6 echter een afwijkende vorm hebben, die zodanig is, dat de voeten 6 van naburige afscheidingen 17 door middel van een koppelstuk 18 met hierin een bocht te koppelen zijn. Het koppelstuk 18 is L-vormig, waarbij het 10 zich langs de stalwand 4 uitstrekkende been van het koppelstuk 18 bepalend is voor de afstand tussen naburige afscheidingen 17. Voor het fixeren van de afscheidingen 17 wordt wederom gebruik gemaakt van beugels 7 maar hier in fig. 6 ook van dubbele beugels, waarbij twee metaal-15 buisdelen gelijktijdig aan de stalvloer te bevestigen zijn. Over de de voeten 6 vormende metaalbuisdelen en de stalvloer 3 tussen de ligboxafscheidingen zijn wederom matten te plaatsen, zoals in fig. 3 is getoond.

Vele mogelijke alternatieve uitvoeringsvormen 20 zullen zich aan de vakman opdringen na kennisname van de voorgaande beschrijving, in samenhang met de bijgevoegde conclusies. Zo zijn vele andere hekwerkvormen raogelijk, evenals vele andere vormen van de voet, zolang de voet een integraal deel vormt van de afscheidingen, en de 25 afscheidingen uit één geheel te vormen, resp. te buigen zijn, waarbij de voet een afdoende steun verschaft voor het stabiel neer kunnen zijn tijdens montage en hierna van de afscheidingen. De uitvinding is dus slechts beperkt door hetgeen is gedefinieerd in de bijgevoegde 30 conclusies.

»1 009048

Claims (9)

1. Stal met een stalvloer en hierop ligboxen voor vee, waarbij de ligboxen zijn gevormd tussen afscheidingen, welke elk een enkele gebogen metaalbuis omvatten met een op de stalvloer plaatsbare vlakke voet 5 en een de afscheiding in een op de stalvloer staand vlak vormend hekwerk.

2. Stal volgens conclusie 1, waarbij de voet zich over de stalvloer uitstrekt langs een deel van de omtrek van ten minste één van de ligboxen.

3. Stal volgens conclusie 1 of 2, waarbij de stalvloer ter plaatse van de ligbox is bekleed met een mat.

4. Stal volgens conclusie 3, waarbij de mat een in de richting van de omtrek van de ligbox toenemende 15 dikte vertoont.

5. Stal volgens conclusie 3 of 4, waarbij de mat zich over de voet van de afscheiding uitstrekt.

6. Stal volgens één van de voorgaande conclusies 3, 4 en 5, waarbij de mat losmaakbaar is aangebracht 20 aan de voet van de afscheiding.

7. Stal volgens conclusie 4, waarbij de mat in de richting van de ingang van de ligbox geen toenemende dikte vertoont.

8. Ligboxafscheiding, zoals kennelijk bedoeld 25 voor een stal volgens één van de voorgaande conclusies.

9. Mat, zoals kennelijk bedoeld voor een stal volgens één van de voorgaande conclusies. »1 009048