NL1038063C2

NL1038063C2 - Inrichting en werkwijze voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal.

Info

Publication number: NL1038063C2
Application number: NL1038063A
Authority: NL
Inventors: Gijsbertus Johannes Staal
Original assignee: Agriprom Stalmatten B V
Priority date: 2010-06-24
Filing date: 2010-06-24
Publication date: 2011-12-28
Also published as: WO2011162596A1

Description

Inrichting en werkwijze voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal

Terrein van de uitvinding 5 De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal. De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal middels een dergelijke inrichting. Het gaat dan vooral om het diervriendelijk afscheiden.

10

Achtergrond van de uitvinding

In de melkveehouderij worden koeien het gehele jaar of een deel daarvan in stallen gehuisvest. In een zogenaamde grupstal of groepstal wordt elke koe op een vaste plaats gehouden, en daar gevoed en gemolken. De laatste decennia is men echter steeds meer 15 overgegaan op zogenaamde ligboxenstallen of loopstallen. De koeien kunnen daarin vrijelijk rond lopen en elke koe kan in een eigen box gaan liggen, en daar rusten en herkauwen. Het voeden en melken kan dan elders, bij een voedingsstation en een melkmachine, geschieden. Een ligbox is doorgaans ongeveer 1.10 tot 1.30 m breed en ongeveer 2.40 m lang en wordt aan de zijkanten begrensd door afscheidingen. Die 20 afscheidingen worden veelal gevormd door stalen buisconstructies, bijvoorbeeld buisdelen gebogen in een U-vorm, R-vorm, P-vorm of een andere vorm, die zijn bevestigd aan in de ondergrond verankerde standpalen, zie bijvoorbeeld US6026766B1 of DE9404875U1. Aan de voorzijde, dat wil zeggen de zijde gelegen tegenover de open inloopzijde, is veelal een zogenaamde nekrail of schoftboom aangebracht die de ligboxen aan de voorzijde begrenst 25 en zorgt dat een koe niet te ver een ligbox inloopt.

Bekende afscheidingen van ligboxen in de vorm van starre stalen buisconstructies hebben als nadeel dat ze een koe kunnen hinderen bij het gaan liggen en het weer opstaan. In bepaalde gevallen kan de koe zelfs daarin of daaronder bekneld raken. Tevens kan een 30 afscheiding de koe hinderen bij het liggen, in het bijzonder bij het op een zijde liggen. Bovendien kan een koe zich verwonden bij het in aanraking komen met, of stoten tegen een afscheiding, hetgeen absoluut ongewenst is. Daarom zijn er afscheidingen voorgesteld 1 0 3 8 0 6 3 2 met verend of scharnierend opgehangen delen. Zo beschrijft US4911104A een afscheiding omvattende een verticale standpaal met een daaraan verend opgehangen horizontale buis. Bij het in contact komen van de koe met de horizontale buis zal deze meegeven waardoor de kans dat de koe bekneld raakt of zich verwondt, gereduceerd wordt. Er bestaat echter 5 wel het gevaar van terugzwiepen van de horizontale buis waardoor de koe alsnog kan worden verwond. Een verder nadeel wordt gevormd door de aan de inloopzijde in de ondergrond geplaatste standpalen die het schoonmaken van de ligboxen bemoeilijken. US20070006817A1 beschrijft een constructie voor het afscheiden van ligboxen omvattende een aantal standpalen met daaraan opgehangen schoftbomen. De laterale 10 afscheiding tussen de ligboxen wordt gevormd door, vanaf de voorzijde van de ligboxen schuin oplopende, staven die scharnierend zijn bevestigd aan een verhoging in de ondergrond. Door het scharnieren wordt de kans op beknelling en verwonding van de koe kleiner. De staven kunnen van fiberglas zijn en daarbij derhalve flexibel, hetgeen de kans op beknelling of verwonding nog kleiner maakt, maar de kans op verwonding door 15 terugzwiepen blijft bestaan. Bovendien is het fiberglas breekbaar en kan splinteren, wat op zich weer een serieus gevaar voor verwonding vormt. Om dat weer te voorkomen kan elke staaf worden overtrokken met een zacht beschermend materiaal, maar dat werkt kostprijsverhogend en vergt extra onderhoud. W02009052829A1 beschrijft een constructie met flexibele staven die deels verend, deels scharnierend zijn opgehangen aan 20 standpalen. Weliswaar voldoet deze oplossing in beginsel, maar ze blijkt in de praktijk onnodig ingewikkeld en duur. FR2930113A1 beschrijft een afscheiding omvattende een starre buis met een daaraan los opgehangen, star of flexibel, bijvoorbeeld rubberen, scherm. Ook deze constructie is relatief ingewikkeld, duur en onderhoudsgevoelig, en blijkt in de praktijk niet te voldoen, en zelfs tot verwondingen van de koeien te leiden. 25 DE202007003052U1 beschrijft een inrichting voor het afscheiden van ligboxen omvattende een aantal standpalen met daaraan opgehangen starre gebogen buizen en een schoftboom. De gebogen buizen vormen samen met flexibele buizen de afscheidingen tussen de ligboxen. De flexibele buizen zijn hetzij op een montagestang hetzij direct in de ondergrond bevestigd. Ook hiervoor geldt dat de constructie relatief ingewikkeld en duur 30 is. Tevens bemoeilijken de montagestang of de bevestigingen van de flexibele buizen in de ondergrond weer het schoonmaken van de ligboxen. Naast genoemde uitvoeringsvormen van afscheidingen tussen ligboxen zijn er nog vele andere bekend.

3

Bekend zijn dus allerlei oplossingen voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal. De behoefte aan een meer doelmatig, robuust, simpel te construeren, een minimale hoeveelheid materiaal verbruikend, kostprijsgunstig, weinig onderhoudsgevoelig, en voor 5 het vee comfortabel systeem, blijft echter bestaan en is groeiende. De onderhavige uitvinding nu verschaft een dergelijk systeem.

Samenvatting van de uitvinding 10 De uitvinding verschaft een inrichting voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal, omvattende: - ten minste één eerste buisdeel welk met een eerste uiteinde aan een ondergrond is bevestigd in de nabijheid van een voorzijde, dat wil zeggen de zijde gelegen tegenover de open inloopzijde, van een ligbox; en 15 - ten minste één tweede buisdeel welk met een eerste uiteinde op een afstand, bij voorkeur tussen 20 en 40 cm, van de ondergrond aan het eerste buisdeel is bevestigd welk tweede buisdeel ten minste deels een afscheiding tussen twee ligboxen vormt, daarin gekenmerkt, dat het tweede buisdeel ten minste in hoofdzaak van kunststof is.

Onder ‘buisdeel’ wordt hier elk langgerekt voorwerp verstaan, hetzij deels of geheel, hol of 20 massief, met een willekeurige, bijvoorbeeld ronde, ovale, vierkante of rechthoekige, doorsnede. De ondergrond wordt gevormd door de stalvloer en doorgaans de vloeren van de ligboxen. Daarbij is de kunststof bij voorkeur polyetheen, polypropeen of een mengsel van beide. Ook het eerste buisdeel kan ten minste in hoofdzaak van kunststof zijn, mits voldoende stijf en sterk, en geeft het geheel de nodige stevigheid, terwijl het tweede 25 buisdeel zorgt voor de benodigde veiligheid en comfort. Een dergelijke inrichting vormt een robuuste, simpel te construeren, een minimale hoeveelheid materiaal verbruikende, kostprijsgunstige, en weinig onderhoudsgevoelige afscheiding tussen de ligboxen.

Het eerste buisdeel, dat fungeert als standpaal, kan een zich vanaf het eerste uiteinde 30 daarvan in hoofdzaak loodrecht op de ondergrond uitstrekkend eerste deel omvatten en een, bij voorkeur zich in hoofdzaak evenwijdig aan de ondergrond uitstrekkend, tweede deel dat ten minste deels een afscheiding tussen twee ligboxen vormt. Het eerste buisdeel 4 vormt dan een gebogen standpaal. Het eerste buisdeel kan echter ook uitsluitend bestaan uit een zich vanaf het eerste uiteinde daarvan in hoofdzaak loodrecht op de ondergrond uitstrekkend deel. We hebben dan te maken met een rechte standpaal.

5 In een voorkeursuitvoering omvat het tweede buisdeel een zich vanaf het eerste uiteinde daarvan uitstrekkend, bij voorkeur onder een scherpe hoek, bij voorkeur tussen 10° en 30°, met de ondergrond schuin oplopend, deel. Het tweede buisdeel kan in een meest simpele uitvoeringsvorm in hoofdzaak recht zijn. In andere uitvoeringsvormen kan het tweede buisdeel in een vlak in hoofdzaak loodrecht op de ondergrond ten minste deels niet recht, 10 bijvoorbeeld gekromd, meervoudig gebogen of golvend, zijn. Dat kan tot een betere afscheiding leiden waarbij een koe minder wordt gehinderd bij het liggen.

Daarbij kan het eerste uiteinde van het tweede buisdeel in hoofdzaak star aan het eerste buisdeel zijn bevestigd. Deze constructie is eenvoudig en kostprijsgunstig. Het eerste 15 uiteinde van het tweede buisdeel kan ook verend en/of scharnierend aan het eerste buisdeel zijn bevestigd. Dat zorgt voor nog meer veiligheid en comfort. Bij een daartoe geschikte scharnierende bevestiging, met een horizontale schamieras in de breedterichting van een ligbox, kan het tweede buisdeel eenvoudig omhoog worden gedraaid zodanig dat de ondergrond, bijvoorbeeld tijdens het schoonmaken van de ligboxen, beter bereikbaar is. 20 Daarbij kan het eerste uiteinde van het tweede buisdeel loskoppelbaar aan het eerste buisdeel zijn bevestigd. Dat maakt het mogelijk het tweede buisdeel eenvoudig te verwijderen, bijvoorbeeld ter vervanging, of om de ondergrond, bijvoorbeeld tijdens schoonmaken van de ligboxen, beter bereikbaar te maken. Daarbij kan het eerste uiteinde van het tweede buisdeel ook, bijvoorbeeld in hoogte of in hoek, verstelbaar aan het eerste 25 buisdeel zijn bevestigd. Dat maakt het mogelijk de afscheiding aan te passen, bijvoorbeeld op de grootte van de koeien.

Daarbij kan een van het eerste uiteinde van het tweede buisdeel afgekeerde tweede uiteinde van het tweede buisdeel zijn voorzien van een afscherming, bij voorkeur in de vorm van 30 een zacht vormdeel zoals een rubberen of schuimplastic bal of kussen. Dat verhoogt de veiligheid en comfort nog meer. Eventueel kan ook het van het eerste uiteinde van het 5 eerste buisdeel afgekeerde tweede uiteinde van het eerste buisdeel op een vergelijkbare manier worden afgeschermd.

Een van het eerste uiteinde van het tweede buisdeel afgekeerde tweede uiteinde van het 5 tweede buisdeel kan tevens aan het eerste buisdeel zijn bevestigd, bijvoorbeeld aan een van het eerste uiteinde van het eerste buisdeel afgekeerde tweede uiteinde van het eerste buisdeel. Ook kunnen het tweede buisdeel en het eerste buisdeel samen een enkelvoudig buisdeel vormen welk zich uitstrekt tussen het eerste uiteinde van het eerste buisdeel en het eerste uiteinde van het tweede buisdeel. Genoemde uitvoeringsvormen zullen nader 10 worden toegelicht in de hiernavolgende beschrijving van uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding.

De uitvinding verschaft tevens een werkwijze voor het afscheiden van ligboxen in een loopstal middels een inrichting volgens de uitvinding, omvattende het plaatsen van de 15 inrichting zodanig dat deze afscheidingen vormt tussen de ligboxen. Daarbij kan de werkwijze tevens het aanbrengen van een derde buisdeel zodanig dat het derde buisdeel een nekrail vormt, omvatten. Het derde buisdeel kan dan een nekrail of schoftboom vormen die de ligboxen aan de voorzijde begrenst.

20 De uitvinding wordt in het navolgende toegelicht aan de hand van een aantal niet-beperkende uitvoeringsvoorbeelden.

Korte beschrijving van de figuren 25 In bijgaande tekeningen toont: - figuur 1 een zijaanzicht op een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een, min of meer schematisch, perspectivisch aanzicht op een dergelijke inrichting; 30 - figuur 3 een zijaanzicht op een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; 6 figuur 4 een zijaanzicht op een derde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding; en - figuur 5 een zijaanzicht op een vierde uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding.

5

Uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding

Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvoorbeeld (10) van een inrichting volgens de uitvinding, omvattende een eerste buisdeel (3) dat met een eerste uiteinde (3 a) aan de ondergrond (6) is bevestigd. De ondergrond (6) wordt in dit geval gevormd door betonnen 10 delen (7) met een lengte (f) van 2.40 m, maar kan in een andere uitvoeringsvorm bijvoorbeeld ook een betonnen stalvloer zijn. Het eerste buisdeel (3) is gebogen uit één stalen profieldeel met een diameter van 2 inch, en omvat een verticaal deel en een horizontaal deel, onderling verbonden door een tussengelegen schuin oplopend deel, en fungeert als een (gebogen) standpaal. De werkende hoogte (e) van het eerste buisdeel (3) is 15 in het gegeven voorbeeld 1.20 m, maar kan mogelijk ook instelbaar zijn, bijvoorbeeld tussen 1.10 en 1.35 m, bijvoorbeeld door het eerste buisdeel (3) telescopisch uit te voeren.

Aan het eerste buisdeel (3) is op een afstand (d) van ongeveer 25 tot 35 cm van de ondergrond (6) een eerste uiteinde (4a) van een tweede buisdeel (4) van kunststof, 20 verstelbaar bevestigd. Het tweede buisdeel (4) loopt onder een hoek (a) van ongeveer 15° schuin op. In het gegeven voorbeeld is het tweede buisdeel (4) recht, maar het zou in een andere uitvoeringsvorm ook gekromd of golvend kunnen zijn. Het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel (4) is in het gegeven voorbeeld star en vast aan het eerste buisdeel (3) bevestigd, maar kan in een andere uitvoeringsvorm ook verend en/of scharnierend, al dan 25 niet loskoppelbaar, aan het eerste buisdeel (3) zijn bevestigd.

Een van het eerste uiteinde (4a) afgekeerde tweede uiteinde (4b) van het tweede buisdeel (4) kan zijn voorzien van een afscherming, bijvoorbeeld een rubberen of schuimplastic bal of kussen (niet getoond). Eventueel kan ook een van het eerste uiteinde (3 a) afgekeerde 30 tweede uiteinde (3b) van het eerste buisdeel (3) op een dergelijke wijze zijn afgeschermd (niet getoond).

7

Volgens een werkwijze volgens de uitvinding wordt een dergelijke inrichting (10) zodanig geplaatst, zie figuur 2, dat de eerste buisdelen (3) samen met de tweede buisdelen (4) afscheidingen vormen tussen ligboxen (2). Daarbij wordt tevens een horizontaal derde buisdeel (5) aan de eerste buisdelen (3) bevestigd, zodanig dat het derde buisdeel (5) een 5 nekrail of schoftboom vormt. Daarbij kan de bevestiging van het derde buisdeel (5) verschuifbaar worden uitgevoerd, zodat de werkende lengte van de ligboxen (2) kan worden gevarieerd. Het geheel vormt een doelmatige, robuuste, simpel te construeren, een minimale hoeveelheid materiaal verbruikende, kostprijsgunstige, onderhoudsarme, en voor het vee comfortabele constructie.

10

Figuur 3 toont een tweede uitvoeringsvoorbeeld (20) van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het tweede buisdeel (4) een aantal horizontale delen en een verticaal deel omvat welke zich uitstrekken in een verticaal vlak tussen twee ligboxen. Een tweede uiteinde (4b) van het tweede buisdeel (4) is nu bevestigd aan het tweede uiteinde (3b) van 15 het eerste buisdeel (3). Zo zijn er geen uitstekende uiteinden waaraan een koe zich zou kunnen stoten en verwonden. De bevestigingen van het tweede buisdeel (4) op het eerste buisdeel (3) kunnen loskoppelbaar zijn uitgevoerd, hetgeen vervanging en het weghalen bij schoonmaakwerkzaamheden vergemakkelijkt.

20 Figuur 4 toont een derde uitvoeringsvoorbeeld (30) van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het tweede buisdeel (4) weer een aantal horizontale delen en een verticaal deel omvat, en met een tweede uiteinde (4b) is bevestigd aan het eerste buisdeel (3). Het eerste buisdeel (3) omvat nu slechts een verticaal deel dat fungeert als een (nu rechte) standpaal. Een derde buisdeel (5) dat nu is bevestigd aan de tweede buisdelen (4), 25 vormt weer een nekrail of schoftboom. Het eerste buisdeel (3) c.q. de standpaal is in het gegeven voorbeeld van metaal, maar zou ook van kunststof, bijvoorbeeld polyetheen, polypropeen of een mengsel daarvan, kunnen zijn. Ook het derde buisdeel (5) c.q. de nekrail of schoftboom kan van kunststof zijn.

30 Figuur 5 toont een vierde uitvoeringsvoorbeeld (40) van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij het eerste buisdeel (3) en het tweede buisdeel (4) samen een aaneengesloten kunststof geheel vormen.

8

Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het gegeven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de uitvinding allerlei andere voor een deskundige voor de hand liggende uitvoeringsvormen en varianten mogelijk zijn. Zo 5 kunnen het eerste buisdeel en het tweede buisdeel allerlei andere, gekromde, meervoudig gebogen of golvende, vormen hebben. Ook kunnen bijvoorbeeld aan elk eerste buisdeel c.q. standpaal twee tweede buisdelen, onderling gespiegeld, worden bevestigd zodat een dubbele rij ligboxen wordt gevormd. Ook kan de uitvinding in beginsel met voordeel toegepast worden in loopstallen voor andere dieren dan rundvee, zoals schapen of geiten.

1038063

Claims

1. Inrichting (10,20,30,40) voor het afscheiden van ligboxen (2) in een loopstal, omvattende: 5. ten minste één eerste buisdeel (3) welk met een eerste uiteinde (3 a) aan een ondergrond (6) is bevestigd in de nabijheid van een voorzijde, dat wil zeggen de zijde gelegen tegenover de open inloopzijde, van een ligbox; en ten minste één tweede buisdeel (4) welk met een eerste uiteinde (4a) op een afstand (d), bij voorkeur tussen 20 en 40 cm, van de ondergrond aan het eerste buisdeel is 10 bevestigd welk tweede buisdeel ten minste deels een afscheiding tussen twee ligboxen vormt, met het kenmerk, dat het tweede buisdeel ten minste in hoofdzaak van kunststof is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de kunststof polyetheen omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de kunststof polypropeen 15 omvat.

4. Inrichting volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het eerste buisdeel ten minste in hoofdzaak van kunststof is.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de kunststof polyetheen omvat.

6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de kunststof polypropeen 20 omvat.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel verend aan het eerste buisdeel is bevestigd.

8. Inrichting volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel scharnierend aan het eerste buisdeel is bevestigd.

9. Inrichting volgens een der conclusies 1-8, met het kenmerk, dat het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel loskoppelbaar aan het eerste buisdeel is bevestigd.

10. Inrichting volgens een der conclusies 1-9, met het kenmerk, dat het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel verstelbaar aan het eerste buisdeel is bevestigd.

11. Inrichting volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat een van het eerste 30 uiteinde (4a) van het tweede buisdeel afgekeerde tweede uiteinde (4b) van het tweede buisdeel is voorzien van een afscherming, bij voorkeur in de vorm van een zacht vormdeel zoals een rubberen of schuimplastic bal of kussen. 1038063

12. Inrichting (20,30) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat een van het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel afgekeerde tweede uiteinde (4b) van het tweede buisdeel tevens aan het eerste buisdeel is bevestigd.

13. Inrichting (20) volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het van het eerste uiteinde 5 (4a) van het tweede buisdeel afgekeerde tweede uiteinde (4b) van het tweede buisdeel aan een van het eerste uiteinde (3 a) van het eerste buisdeel afgekeerde tweede uiteinde (3b) van het eerste buisdeel is bevestigd.

14. Inrichting (40) volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het tweede buisdeel (4) en het eerste buisdeel (3) samen een enkelvoudig buisdeel vormen welk 10 zich uitstrekt tussen het eerste uiteinde (3 a) van het eerste buisdeel en het eerste uiteinde (4a) van het tweede buisdeel.

15. Werkwijze voor het afscheiden van ligboxen (2) in een loopstal middels een inrichting (10,20,30,40) volgens een der conclusies 1-14, omvattende: 15. het bevestigen van het te minste ene eerste buisdeel (3) met een eerste uiteinde (3a) aan een ondergrond (6) in de nabijheid van een voorzijde, dat wil zeggen de zijde gelegen tegenover de open inloopzijde, van een ligbox; en - het bevestigen van het ten minste ene tweede buisdeel (4) met een eerste uiteinde (4a) op een afstand (d), bij voorkeur tussen 20 en 40 cm, van de ondergrond aan het 20 eerste buisdeel, zodanig dat de inrichting afscheidingen vormt tussen de ligboxen.

16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de werkwijze tevens omvat het aanbrengen van een derde buisdeel (5) zodanig dat het derde buisdeel een nekrail vormt. 1 0 3 8 0 6 3