NL1021324C1 - Stalinrichting met verend gemonteerde kniebuis. - Google Patents

Description

STALINRICHTING MET VEREND GEMONTEERDE KNIEBUIS

De onderhavige uitvinding omvat een stalinrichting 5 voor een stal met een in ligboxen onderverdeeld staldeel, waarbij de ligboxen elk een in- en uitgang vertonen en omvatten: ligboxafscheidingen en in de ligboxen aan de tegenover de in- en uitgang gelegen zijde een constructie met een knie-buisfunctie, die in hoofdzaak dient om te voorkomen, dat een 10 koe verder vooruit beweegt, bijv. liggend en kruipend, door de ligbox dan een gewenste afstand vanaf de in- en uitgang. Tevens betreft de onderhavige uitvinding een dergelijke constructie op zich in de stalinrichtingen, evenals een stal met daarin de stalinrichting en een hieronder nader beschreven I 15 vering. Hieronder zal de uitvinding echter slechts worden | beschreven aan de hand van de stalinrichting, waarbij duide lijk dient te zijn, .dat de onderhavige uitvinding alle vier de hierboven genoemde aspecten betreft.

De gewenste afstand vanaf de in- en uitgang, tot waar i 20 toelaatbaar is, dat de koe vooruit beweegt, kan samenhangen met een mestgang, die zich net buiten de in- en uitgang ten opzichte van de melkbox bevindt. Het is niet gewenst, dat uitwerpselen van een koe in de ligbox terecht komen, waar het de bedoeling is dat deze in de buiten de ligbox gelegen mest-25 gang terecht komen. Hiermee hangt de gewenste afstand derhalve samen.

Opgemerkt wordt, dat ook gebruik kan worden gemaakt van een schoftboom, al dan niet in combinatie met de constructie met een kniebuisfunctie, om dit te bewerkstelligen. 30 Een koe, die de ligbox binnen loopt, loopt eerst aan tegen de schoftboom en krijgt hierdoor een impuls om niet verder te lopen, maar te gaan liggen. In dit opzicht dient de schoftboom een zelfde functie als de constructie met een kniebuis- 1021324 2 functie, maar die laatste voorkomt dan bovendien nog, dat de koe nog kruipend verder beweegt.

De hierboven als bekend gepresenteerde stalinrichting behoort tot de algemene kennis van de vakman in dit techni-5 sche gebied. Volgens die algemene vakkennis kan de constructie met een kniebuisfunctie op verscheidene manieren zijn vormgegeven. Eén van die uitvoeringsvormen is, dat de constructie met een kniebuisfunctie vast is gemonteerd aan overige componenten van de stalinrichting, zoals de ligboxaf-10 scheidingen, of staanders, waaraan die ligboxafscheidingen zijn opgehangen, etc. Veelal zijn de daadwerkelijke, de knie-buisfunctie vervullende componenten van de constructie zelf ook star, zodat een vaste bevestiging of montage daarvan aan overige componenten van de stal, of de stalinrichting, leidt 15 tot een vast samengesteld geheel. Deze componenten voor de kniebuisfunctie kunnen als werkzaam element een buis, een plank, zoals een brisket-board, of enig ander soort stijf en vormvast element omvatten.

Een nadeel van deze bekende techniek is, dat vaste, 20 starre opstellingen van in het bijzonder de een kniebuisfunctie vervullende componenten (vaak stalen buizen), leidt tot een opstelling, waarbij het vee in de stal een verminderd comfort ondervindt.

De bedoeling van ligboxen is, dat het vee in de stal 25 daar plaats kan nemen, kan gaan liggen om te herkauwen of te rusten, etc. Hiertoe loopt een koe naar en in de ligbox, gaat liggen en herkauwt of rust. Daarbij is het van belang, dat ze duidelijk niet te ver de ligbox in loopt, omdat als dat gebeurt en de koe is gaan liggen, ze met de voorpoten op pijn-30 lijke wijze tegen de vast opgestelde, een kniebuisfunctie vervullende component aan kan komen te liggen. Om dit te verhelpen, dient de koe weer op te staan, achteruit te gaan, en opnieuw plaats te nemen. Dit komt de gemoedstoestand en 1021324 3 derhalve het comfort van het vee niet ten goede. Bovendien bestaat, in de situatie volgens de bekende techniek, het gevaar op verwondingen van het in het bijzonder de voorpoten van het vee in de stal.

5 Met de onderhavige uitvinding is beoogd de bovenge noemde nadelen van de bekende techniek te verhelpen of althans te verminderen, waartoe een stalinrichting is verschaft, die zich van de bekende techniek onderscheidt, doordat de constructie een in hoofdzaak vormvast en stijf element 10 omvat (waarmee de daadwerkelijke kniebuisfunctie wordt vervuld) , dat verend in ten minste één van de ligboxen is gemonteerd .

Op deze wijze kan worden voorkomen, dat een koe, na te zijn gaan liggen, weer op moet staan en achteruit moet, 15 als het vormvaste en stijve element te zeer in de weg zou zitten en geen enkele vrijheid zou bieden om iets verder in de ligbox door te lopen, voordat de koe gaat liggen, dan met de positionering van het vormvaste en stijve element is gedefinieerd. Dit, terwijl veelal best enige speling mogelijk is 20 met betrekking tot de ruimte, maar deze niet wordt benut in een vast gemonteerde opstelling van het stijve en vormvaste element.

Opgemerkt wordt, dat de onderhavige uitvinding op geen enkele wijze is beperkt tot een richting, waarin het 25 vormvaste en stijve element kan uitwijken. Een horizontale uitwijk is een van de mogelijkheden, terwijl ook een verticale uitwijk mogelijk is door de verende montage om onder het vormvaste en stijve element plaats te bieden aan bijv. de poot of hoef van een koe in de ligbox.

30 Bovendien wordt toch, wanneer de grens van het veer- vermogen van de verende montage van het vormvaste en stijve element is bereikt, voorkomen dat de koeien te ver de ligbox in kunnen kruipen. Met een verende ophanging of montage van 1n?i324 4 het vormvaste en stijve element is bovendien verwonding aan de voorpoten van de koeien in de stal te voorkomen.

De onderhavige uitvinding kent diverse voorkeursuitvoeringsvormen, waarvan voorbeelden zijn gedefinieerd in de 5 bijgevoegde conclusies.

In een eerste uitvoeringsvorm is het in hoofdzaak vormvaste en stijve element een stalen buis met een lengte, die overeenkomt met de breedte van ten minste één van de ligboxen. De een kniebuisfunctie vervullende constructies 10 kunnen elk met de breedte van één ligbox overeenkomen, maar ook kan gebruik worden gemaakt van één doorlopende constructie, waarbij met een enkel vormvast en stijf element een kniebuisfunctie wordt verwezenlijkt in een aantal naast elkaar gelegen ligboxen.

15 In een andere uitvoeringsvorm geldt, dat het vormvas te en stijve element verend is gemonteerd met een vering, die enerzijds een koppeling voor aangrijping van het in hoofdzaak vormvaste en stijve element en anderzijds een koppeling voor montage aan een component van de stal of van de stalinrich-20 ting omvat. Met de vering is aldus gelijktijdig een verende montage, alsmede een montage op zich te verwezenlijken, en dit geldt als een bijzonder gunstige en eenvoudige uitvoeringsvorm. Hierbij kunnen tussen de koppelingen een bladveer, een spiraalveer of enig ander soort veerelement zijn aange-25 bracht.

Als aanvulling of als alternatief kan worden overwogen om, binnen het kader van de onderhavige uitvinding, gebruik te maken van een constructie voor verende montage van het stijve en vormvaste element, die meer dan één component 30 omvat. Zo kan gebruik worden gemaakt van een scharnier, dat enerzijds met het vormvaste en stijve element is gekoppeld, en anderzijds aan de stal of stalinrichting is bevestigd. De verende werking kan dan worden bewerkstelligd door een veer- 1021324 5 element aan te brengen over het scharnierpunt van het scharnier.

In een andere voorkeursuitvoeringsvorm is de vering in hoofdzaak achter het vormvaste en stijve element ten op-5 zichte van de in- en uitgang aangebracht. Daarmee is bewerkstelligd, dat de vering tegen invloed daarop door een koe wordt beschermd door de positionering daarvan achter het vormvaste en stijve element.

Verder kan de koppeling voor montage een langgerekte .10 sleuf omvatten voor stelbare montage van de vering. Het betreft daar dan vanzelfsprekend de montage aan de stal of overige componenten van de stalinrichting. Een dergelijke stelbare montage vergemakkelijkt en versnelt het benodigd aantal handelingen van een stalinrichter, in het bijzonder ^ 15 wanneer van een vormvast en stijf element gebruik wordt ge- I maakt, dat zich door meerdere ligboxen heen uitstrekt. De uitlijning van de vering luistert dan veel minder nauw, omdat de veringen na voormontage nog stelbaar zijn om zonder spanning het vormvaste en stijve element te dragen. Bovendien, en '20 dit is wellicht nog zelfs belangrijker dan het montagegemak, kan met een dergelijke sleuf de bovengenoemde afstand worden ingesteld, waarop de constructie met een kniebuisfunctie zich uitstrekt ten opzichte van de in- en uitgang. Dit is derhalve van belang voor de hierboven beschreven algemene functie van 25 een constructie met een kniebuisfunctie, in het bijzonder wanneer naast de ligbox, voor de in- en uitgang, een mestgang is aangebracht.

In nog weer een andere voorkeursuitvoeringsvorm kan de vering zijn vervaardigd uit verenstaal. Dit kan in het 30 bijzonder gunstig zijn, wanneer het ongewenst is om een uitvoeringsvorm te verwezenlijken, waarin scharnierende of onderling bewegende componenten worden toegepast, omdat met verenstaal een enkelvoudige component kan worden verwezen- 1021324 6 lijkt om alle gewenste functionaliteiten van de vering te verwezenlij ken.

Bij voorkeur kan de koppeling voor aangrijping een enkelvoudige lus of haakvormig element omvatten voor opname 5 daarin van het in hoofdzaak vormvaste en stijve element. Dit is een zeer eenvoudige en elegante configuratie, waarbij, als de binnendiameter van het lus- of haakvormige element groter is dan de buitendiameter van de buis, veringen langs de buis kunnen worden verschoven voor een gewenste positionering 10 daarvan ten opzichte van de lengte van het als buis vormgegeven vormvaste en stijve element.

Verder kan de vering ten minste één wikkeling omvatten van een draadvormig element, dat is gevormd uit in gewikkelde toestand veerkrachtig materiaal, tussen de koppelingen 15 voor aangrijping en montage om de verende werking van de vering te verwezenlijken. Een goed voorbeeld daarvan is het verenstaal, dat hierboven reeds is vermeld. Ook andere uitvoeringsvormen zijn mogelijk. Een draadvormig element is overigens ook goed te buigen om de koppeling voor aangrijping 20 van het vormvaste, stijve element en/of de bovengenoemde sleuf te vormen. Als dan is een zeer gunstige en eenvoudige uitvoeringsvorm verschaft, waarin alle gewenste functies van de vering zijn verwezenlijkt, in het bijzonder aangrijping van een als bijvoorbeeld buis vormgegeven vormvast en stijf 25 element, een verende werking, en een stelbare montagemogelijkheid door verbinding met overige delen van de stal en/of de stalinrichting.

Hieronder zal een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding worden beschreven aan de hand van de bijgevoegde 30 tekening, waarin: fig. 1 een perspectivisch, open gewerkt aanzicht toont van een stal met een stalinrichting volgens de onderhavige uitvinding; 1021324 7 fig, 2 een bovenaanzicht toont van een in fig. 1 toegepaste vering; en fig. 3 op iets groter schaal een zijaanzicht toont van een zelfde vering als die, welke in fig, 2 in bovenaan-5 zicht is weergegeven.

In fig. 1 is een stal 1 getoond, met een stalinrichting 2 daarin. De stalinrichting 2 is geplaatst in een stal-deel 3 met daarin ligboxen 4, waarin het staldeel 3 is onderverdeeld. Tussen de ligboxen 4 zijn ligboxafscheidingen 5 10 aangebracht als afbakening van de ligboxen. De ligboxen hebben een in- en uitgangszijde 6, aan welke zijde dieren, meer in het bijzonder koeien, de ligboxen 4 in kunnen wandelen, om daar te gaan liggen en plaats te nemen om uit te rusten of te herkauwen.

15 De ligboxafscheidingen 5, die als beugels zijn vorm gegeven, zijn opgehangen aan horizontale dragers 7, die op hun beurt zijn bevestigd aan staanders 8.

In dè ligboxen 4 zijn constructies 9 met een knie- ' buisfunctie aangebracht als onderdeel van de stalinrichting 20 2. Deze constructie 9 omvat een als buis 10 vormgegeven vorm vast en stijf element, dat verend in de ligboxen is gemonteerd. Dit laatste is bewerkstelligd met een vering 11, die in meer detail in fig. 2 en 3 is weergegeven.

De in fig. 1 getoonde vering 11 is vast aan de stal-25 vloer 12 gemonteerd, en door de verende werking daarvan vertoont de buis 10 een speling, die kan oplopen tot enkele centimeters, afhankelijk van de dimensionering van de vering 11, waartoe de onderhavige uitvinding op geen enkele wijze is beperkt. Het behoeft geen verdere uitleg, dat een vering aan 30 een willekeurige component van de stal en/of de stalinrichting kan worden aangebracht, afhankelijk van de uiteindelijk gekozen uitvoeringsvorm en dimensionering daarvan, en van overige componenten van de stalinrichting, etc. Zo kan een 1 021324 8 alternatief voor de vering 11 zich uitstrekken tussen een ligboxafscheiding 5 en de buis 10. Hetzelfde geldt voor een positie tussen de staander 8 en de buis 10, etc.

In fig. 2 is in bovenaanzicht de in fig. 1 weergege-5 ven uitvoeringsvorm van de vering 11 getoond. Fig. 3 toont een zijaanzicht. In fig. 3 is een haak 12 meer duidelijk weergegeven dan in fig. 2. De haak 12 dient voor opname daarin, of aangrijping van de buis 10. De dimensionering van de haak 12 is bij voorkeur zodanig, dat de binnendiameter daar-10 van enigszins groter is dan de buitendiameter van de buis 10. Dit is vrij eenvoudig te verwezenlijken, en op die manier kan een vering 11 langs de buis 10 worden verplaatst tot een positie, waar montage daarvan gewenst is. Deze verplaatsing gebeurt door de haak 12 over de buis 10 te schuiven. Bij het 15 bereiken van een gewenste positie van de haak 12 langs de buis 10, kan het aldus gevormde samenstel worden vastgezet met bijvoorbeeld een zich door een sleuf 13 uitstrekkende bout, die in de stalvloer kan steken. De sleuf 13 bevindt zich aan de tegenover de haak 12 gelegen zijde van de vering 20 11. De sleuf 13 is gevormd door het uiteinde van de vering 11 om te zetten met een tussenruimte. De haak 12 is vorm te geven door een enkelvoudige wikkeling te vormen van het draadvormige element, waaruit de vering 11 is gevormd. De haak 12 vormt aldus een koppeling voor aangrijping van het in 25 hoofdzaak vormvaste en stijve element, terwijl de koppeling voor montage van de vering aan een component van de stal of van de stalinrichting is gevormd door de sleuf 13.

Tussen de haak 12 en de sleuf 13 is het draadvormige element, waaruit de vering 11 is gevormd, een aantal keer in 30 een spiraalvorm gewikkeld. Het kan bijzonder gunstig zijn om als materiaal voor het draadvormig element van de vering 11 gebruik te maken van verenstaal. Het is echter tevens mogelijk om gebruik te maken van gewoon staal. De wikkelingen 14 1 021324 9 tussen de haak 12 en de sleuf 13 verzekeren een verende werking van de vering 11. Verder wordt nog opgemerkt dat de vering 11 zich in fig. 1 ten opzichte van de in- en uitgangs-zijde van de ligboxen 4 achter de buis 10 uitstrekt. Daarmee 5 vormt de buis 10 een doeltreffende bescherming voor de vering 11.

Het zal na het voorgaande duidelijk zijn, dat de onderhavige uitvinding aanzienlijke voordelen biedt ten opzichte van de stand van de techniek, als het gaat om het op 10 een veilige manier verhogen van het comfort van vee in een stal. Om dit te verduidelijken is gebruik gemaakt van een in de bij gevoegde tekeningen getoonde voorkeursuitvoeringsvorm, waar de uitvinding echter niet toe is beperkt, omdat daartoe moet worden gekeken naar de bijgevoegde conclusies, zij het 15 in het licht van de beschrijving op zich en van de beschrijving van de bij gevoegde figuren. Om deze reden wordt hier nog opgemerkt, dat een verscheidenheid aan aanvullende en alternatieve uitvoeringsvormen mogelijk is. Zo kunnen de duidelijk in fig. 2 en 3 getoonde wikkelingen om een spiraalveer te 20 vormen worden vervangen door een bladveer, of kan de hele constructie van fig. 2 en 3 worden vormgegeven uit een constructie van kunststof. In de fig. 2 en 3 is een uitvoeringsvorm met een drietal wikkelingen getoond, maar de uitvinding is daar niet toe beperkt. Gebruik kan worden gemaakt van een 25 constructie met een enkelvoudige, een tweevoudige, een viervoudige, etc. wikkeling. De sleuf, die in fig. 2 het duidelijkst is getoond kan, voorzover verwezenlijkt in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, als alternatief voor de omzetting van het uiteinde van het draadvormige element, 30 worden gevormd door een Y-vormige splitsing van het draadvormige element. De een kniebuisfunctie vervullende buis 10 wordt in de getoonde en beschreven uitvoeringsvorm telkens aangegrepen door een lus- of haakvormig element van de vering 1021324 10 11, maar als alternatief kan de buis 10 worden voorzien van boorgaten, en kan het draadvormige element, waaruit de vering is gevormd, zich uitstrekken in en/of door het binnenste van de buis 10.

1021324

Claims (13)

1. Stalinrichting voor een stal met een in ligboxen on derverdeeld staldeel, waarbij de ligboxen elk een in- en uitgang vertonen en omvatten: ligboxafscheidingen en in de ligboxen aan de tegenover de in- en uitgang gelegen zijde een constructie met een kniebuis functie, welke in hoofdzaak 10 dient om te voorkomen, dat een koe verder vooruit beweegt, bijvoorbeeld liggend en kruipend, door de ligbox dan een gewenste afstand vanaf de in- en uitgang, welke constructie een in hoofdzaak vormvast en stijf element omvat, dat verend in ten minste één van de ligboxen is gemonteerd. , 15

2. Stalinrichting volgens conclusie 1, waarbij het in ' I I hoofdzaak vormvaste en stijve element een stalen buis is met i een lengte die overeenkomt met de breedte van ten minste één van de ligboxen.

3. Stalinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het 20 vormvaste en stijve element verend is gemonteerd met een vering, die enerzijds een koppeling voor aangrijping van het in hoofdzaak vormvaste en stijve element, en anderzijds een koppeling voor montage aan een component van de stal of van de stalinrichting omvat.

4. Stalinrichting volgens conclusie 3, waarbij tussen de koppelingen een bladveer, een spiraalveer, of een ander soort veerelement is aangebracht.

5. Stalinrichting volgens de conclusie 3 of 4, waarbij de vering in hoofdzaak achter het in hoofdzaak vormvaste en 30 stijve element ten opzichte van de in- en uitgang is aangebracht . 1021324 • *

6. Stalinrichting volgens conclusie 5, waarbij de koppeling voor montage een langgerekte sleuf omvat voor stelbare montage van de vering.

7. Stalinrichting volgens ten minste één van de conclu-5 sies 3-6, waarbij de vering is vervaardigd uit verenstaal.

8. Stalinrichting volgens ten minste één van de conclusies 3-7, waarbij de koppeling voor aangrijping een enkelvoudig lus- of haakvormig element omvat voor opname daarin van het in hoofdzaak vormvaste en stijve element.

9. Stalinrichting volgens conclusie 2 en 8, waarbij het lus- of haakvormige element een grotere binnendiameter heeft dan de buitendiameter van de buis.

10. Stalinrichting volgens ten minste één van de conclusies 3-9, waarbij de vering ten minste één wikkeling van een 15 draadvormig element uit in gewikkelde toestand veerkrachtig materiaal tussen de koppelingen voor aangrijping en voor montage omvat voor de verende werking van de vering.

11. Constructie met een kniebuis functie voor in een stalinrichting volgens ten minste één van de voorgaande con- 20 clusies 1, 3-10 voor een stal met een in ligboxen onderverdeeld staldeel.

12. Stal, waarvan een deel in ligboxen is onderverdeeld met een stalinrichting, waarbij de ligboxen elk een in- en uitgang vertonen en omvatten: ligboxafscheidingen en in de 25 ligboxen aan de tegenover de in- en uitgang gelegen zijde een constructie met een kniebuis functie volgens ten minste één van de voorgaande conclusies 1-10.

13. Vering voor een constructie, zoals die is gedefinieerd in conclusie 11 en in de conclusies 3-10. 1 021324