NL1025820C2

NL1025820C2 - Ligbox, ligboxconstructie met een dergelijke ligbox, afscheidingsdeel voor gebruik in een dergelijke ligbox en stal met een dergelijke ligbox of ligboxconstructie.

Info

Publication number: NL1025820C2
Application number: NL1025820A
Authority: NL
Inventors: Koen Arseen Jean
Original assignee: Lely Entpr Ag
Priority date: 2004-03-26
Filing date: 2004-03-26
Publication date: 2005-09-27
Also published as: DE602005017323D1; DK1579760T3; EP1579760A2; ATE446674T1; EP1579760A3; EP1579760B1

Description

V

. *

LIGBOX, LIGBOXCONSTRUCTIE MET EEN DERGELIJKE LIGBOX, AFSCHEIDINGSDEEL VOOR GEBRUIK IN EEN DERGELIJKE LIGBOX EN STAL MET EEN DERGELIJKE LIGBOX OF LIGBOXCONSTRUCTIE

5 De uitvinding heeft betrekking op een ligbox volgens de aanhef van conclusie 1.

Een dergelijke ligbox is bekend uit het Duitse octrooi DE-19547372-C2. De hierin beschreven ligbox is geschikt voor runderen en omvat aan de beide lange zijden een buisvormig, recht afscheidingsdeel. Dit afscheidingsdeel is via 10 een veer flexibel verbonden met een muur of paal. Nabij de zijde tegenover de ingangszijde is een lange, rechte dwarsbalk aan de bovenzijde van meerdere ligboxen bevestigd. Deze dwarsbalk dient als achterste afscheidingsdeel van de ligbox en tevens als een extra zijdelingse versteviging voor de ligboxen. Een dier kan maar zover de ligbox inlopen totdat zijn schoft het achterste afscheidingsdeel 15 raakt. Deze afstand is zodanig gekozen dat het dier geheel in de ligbox kan gaan staan, maar zijn uitwerpselen buiten de ligbox vallen.

Nadeel van de bekende ligbox is dat deze gevoelig is voor vervuiling door uitwerpselen van het dier. Deze vervuiling kan ziektes bevorderen en bij een lacterend dier leiden tot een slechtere kwaliteit melk.

20 Het is een doel van de uitvinding een verbeterde ligbox te verschaffen die minder gevoelig is voor vervuiling door het dier. Dit wordt bereikt met een ligbox van de bovenvermelde soort, met het kenmerk, dat ten minste één afscheidingsdeel een profiel omvat dat geschikt is voor het zodanig positioneren van het dier in de ligbox dat het dier in hoofdzaak parallel aan de lengterichting 25 van de ligbox georiënteerd is. Door middel van het profiel wordt een dier gedwongen gepositioneerd, zodat een diagonale positie van het dier in de ligbox onmogelijk of in ieder geval ongemakkelijk wordt voor het dier. Vooral bij een diagonale positie in de ligbox zal het dier uitwerpselen in de ligbox laten vallen die zorgen voor vervuiling. Het profiel kan zowel gevormd worden door het 30 afscheidingsdeel zelf of door een additioneel deel bevestigd aan het afscheidingsdeel.

In het bijzonder is het profiel ten minste ten dele in het horizontale viak georiënteerd. Een dergelijke oriëntatie zorgt voor een soepele geleiding van het dier tot de gewenste positie in de ligbox bij het betreden van de ligbox.

1025820 2 % »

In een voordelige uitvoering is het profiel geschikt om het dier in staande positie in de box te oriënteren. De rechtopstaande (loop)stand Is de beste stand voor een dier om zich zelf te laten positioneren door de vormen van de ligbox.

5 In een andere voordelige uitvoering is het profiel geschikt om het dier in liggende positie in de box te oriënteren. Een dergelijke constructie hoeft minder hoog te zijn zodat er minder materiaal benodigd is.

In weer een andere voordelige uitvoering omvatten beide laterale afscheidingsdelen het profiel.

10 Volgens een verdere voordelige uitvoering strekt het profiel zich ten minste ten dele in de richting van de achterste korte zijde en in de richting van het langsmiddenvlak van de ligbox uit. Omdat een dier in het algemeen smaller is aan zijn voorzijde, wordt op deze wijze een kleinere ruimte voor het dier geschapen daar waar de voorzijde van het dier in rustpositie is gepositioneerd. Daardoor 15 ontstaat er minder ruimte voor een diagonale positie van het dier in de ligbox.

In het bijzonder is het profiel gebogen in de richting van de achterste korte zijde. Een dergelijke gebogen uitvoering omvat geen scherpe hoeken die vatbaar zijn voor ophoping van vuil.

Bij voorkeur is het langsmiddenvlak van de ligbox het symmetrievlak 20 van de ligbox. Een dergelijke symmetrische uitvoering van een ligbox vergt minder onderdelen.

Het is voordelig indien in bovenaanzicht het profiel althans ten dele de contouren van het dier volgt. Hiermee wordt zoveel mogelijk de ligbox aangepast aan de vorm van het dier, wat het comfort voor het dier verhoogt.

25 In een voordelige uitvoering is een afscheidingsdeel ten minste ten dele vrij in hoogte beweegbaar vanuit en naar een rustpositie. Een dergelijk afscheidingsdeel voorkomt verwondingen, doordat het meegeeft in verticale richting. Dit meegeven in verticale richting is met name van belang als het dier vanuit een liggende positie opstaat 30 In een verdere voordelige uitvoering omvat het laterale afscheidingsdeel het achterste afscheidingsdeel. Hierdoor is het mogelijk om beide afscheidingsdelen als een enkel gestel te vervaardigen.

In een bijzondere uitvoering omvat een lateraal afscheidingsdeel een staafvormig been, waarbij de benen van de beide laterale afscheidingsdelen van

102 oei 2 U

\ 3 een ligbox in hetzelfde vlak liggen. Dit maakt een constructie mogelijk waarbij een geheel vrije ruimte ontstaat onder de benen. Deze vrije ruimte maakt het mogelijk een brede matras aan te brengen die meerdere, aan elkaar grenzende ligboxen kan bedekken.

5 In een verdere bijzondere uitvoering omvat, gezien vanaf de ingang, het laterale afscheidingdeel het linker been van de ligbox en het rechter been van een links aangrenzende tweede ligbox. Dit maakt het mogelijk om beide benen te combineren, wat leidt tot een eenvoudige constructie.

In een constructief eenvoudige uitvoering is een afscheidingsdeel 10 gevormd als één enkel, gebogen staafvormig element.

Het is voordelig indien in bovenaanzicht het vlak tussen beide benen en grenzend aan de voorste zijde gesloten is, of openingen omvat kleiner dan de pootdiameter van het dier waarvoor de box bestemd is. Het komt voor dat dieren, in het bijzonder runderen, elkaar bespringen. Dit kan gevaarlijke situaties 15 opleveren. De voordelige uitvoering voorkomt dat een dier per ongeluk met een poot verstrikt raakt tussen de benen van de aangrenzende ligboxen wanneer het bespringende dier weer van het andere dier afgaat

In een ligbox volgens de uitvinding omvat de ligbox voor bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel een scharnier en een 20 aanslag voor het voorkomen van een neerwaartse rotatie van het afscheidingsdeel. Met een dergelijke constructie kan het laterale afscheidingsdeel ook eenvoudig geheel worden weggenomen door het omhoog te klappen. Door met de plaatsing van het scharnier ten opzichte van het zwaartepunt van het afscheidingsdeel rekening te houden, kan het afscheidingsdeel uitsluitend door de 25 zwaartekracht weer terugkeren op de oorspronkelijke positie, zoals bepaald door de aanslag. Om een te gemakkelijke opwaartse rotatie om het scharnierpunt te verhinderen kan eventueel een veer aangebracht worden.

In een andere ligbox volgens de uitvinding omvat de ligbox voor de bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel een bladveer met 30 een horizontaal georiënteerd blad, een spiraalveer met ten minste één winding in het verticale vlak of een rubberen torsieveer. Dergelijke constructies zijn ongevoelig voor verstopping door vuil.

In weer een andere uitvoering van de ligbox volgens de uitvinding omvat het profiel een schoftbegrenzing voor het beperken van de beweging van 1025820 t 4 de schoft of nek van het dier in een normale rustpositie van het dier in de ligbox.

Met normale rustpositie wordt een positie bedoeld waarin het gehele dier zich in de ligbox bevindt, en waarbij het dier zowel kan liggen als staan.

Het is gebleken dat de ligbox voordelige afmetingen heeft indien de 5 hoogte van de schoftbegrenzing boven de vloer van de ligbox tussen de halve schofthoogte en de schofthoogte van het dier waarvoor de ligbox bedoeld is ligt, en/of de vrije ruimte tussen beide benen van de ligbox tussen 80 en 100 cm bedraagt en/of de afstand tussen de hartlijnen van twee aangrenzende ligboxen tussen 110 en 130 cm ligt.

10 In een andere voordelige uitvoeringsvorm is het achterste afscheidingsdeel gemaakt van flexibel materiaal. Deze uitvoeringsvorm maakt een beweegbaarheid in hoogte mogelijk, zonder dat een additionele mechanische constructie nodig is. Hierdoor kan deze uitvoeringsvorm goedkoop worden gemaakt. Bij voorkeur is de schoftbegrenzing lintvormig. Een dergelijke 15 schoftbegrenzing is relatief goedkoop en gemakkelijk eenvoudig bevestigbaar in een bestaande conventionele ligbox.

Het is voordelig indien het achterste afscheidingsdeel een stootrand omvat, bevestigd op de vloer van de ligbox voor het belemmeren van de beweging van de borst van een liggend dier in de richting van de achterste korte zijde. Een 20 ligbox met een dergelijke stootrand bevordert het positioneren van een liggend ;

dier parallel met de laterale afscheidingsdelen. Een dergelijke stootrand kan ter vervanging van of complementair met een schoftbegrenzing worden toegepasL

De uitvinding heeft verder betrekking op een ligboxconstructie volgens conclusie 22. Door het toepassen van een draagdeel omvattende een 25 horizontale buis welke zich uitstrekt langs meerdere ligboxen, behoeft dit draagdeel maar op enkele plaatsen aan de stal te worden bevestigd en verschaft zo een eenvoudige constructie met veel vrijheden om te bevestigen.

De uitvinding heeft verder betrekking op een stal met een ligbox volgens de uitvinding.

30 Tevens heeft de uitvinding betrekking op een afscheidingsdeel voor gebruik in een ligbox volgens de uitvinding.

De uitvinding zal hierna aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden nader worden verduidelijkt. Hierin toont: 1025810___ 5

Figuur 1 een bovenaanzicht van een uitvoering van een ligbox volgens de uitvinding met een flexibele schoftbegrenzing;

Figuur 2 een bovenaanzicht van een uitvoering van een ligbox volgens de uitvinding met stootranden; 5 Figuur 3 een zijaanzicht van een uitvoering van een ligbox volgens figuur 2, genomen langs lijn A; j

Figuur 4 een bovenaanzicht van een uitvoering van een ligbox volgens de uitvinding met een bladveer;

Figuur 5 een bovenaanzicht van een uitvoering van een ligbox 10 volgens de uitvinding met een scharnier en een aanslag;

Figuur 6 een zijaanzicht van een andere uitvoering van een ligbox volgens de uitvinding met een scharnier en een aanslag, en

Figuur 7 een bovenaanzicht van een uitvoering van een ligbox volgens de uitvinding met een rubberen torsieveer.

15

Figuur 1 laat een eerste uitvoeringsvoorbeeld zien van de uitvinding waarbij een conventionele ligbox 1 is aangepast. Het laat een ligbox 2,3 zien voor een dier, in het bijzonder een rund, met een voorste korte zijde vormende de ingang voor het dier tot de ligbox 2,3, met laterale afscheidingsdelen 4 welke zich 20 uitstrekken aan de beide lange zijden van de ligbox 2, 3, en met een achterste afscheidingsdeel 7 voor het beperken van de beweging van het dier aan de achterste korte zijde van de ligbox 2,3 en met een draagdeel voor bevestiging van de laterale afscheidingsdelen 4, waarbij het achterste afscheidingsdeel 7 een ten minste.in het horizontale vlak georiënteerd profiel omvat dat geschikt is voor het 25 zodanig positioneren van het dier in de ligbox 2, 3 dat het dier in hoofdzaak parallel aan de lengterichting van de ligbox 2, 3 georiënteerd is. De lengterichting van de ligbox 2, 3 is parallel aan het langsmiddenvlak L van de ligbox. Het profiel strekt zich ten minste ten dele in de richting van de achterste korte zijde uit en in de richting van het langsmiddenvlak L van de ligbox 2, 3. Het profiel is lintvormig 30 en gemaakt van flexibel materiaal en omvat een schoftbegrenzing 7 voor het belemmeren van de beweging van de schoft of nek van het dier in een normale rustpositie van het dier in de ligbox 2,3. De rustpositie is de staande positie, zoals afgebeeld in ligbox 2.

1025820 « « 6

De schoftbegrenzing 7 is ten minste ten dele in hoogte beweegbaar en is verbonden met een lateraal afscheidingsdeel 4. Het laterale afscheidingsdeel 4 omvat een staafvormig been waarbij de benen van het linker en het rechter lateraal afscheidingsdeel 4 in hetzelfde horizontale vlak liggen. Gezien vanaf de 5 ingang omvat het linker been van de ligbox 2 het rechter been van de links aangrenzende ligbox 3. De ligbox 2 is bevestigd aan een muur 8. De afzonderlijke ligboxen 1, 2, 3 zijn via de desbetreffende ingangen vanuit een loopgang 9 bereikbaar. Deze loopgang 9 bestaat uit een roostervloer en omvat een (niet afgebeelde) mestschuit om uitwerpselen 31 af te voeren.

10 De uiterst rechts afgebeelde ligbox 1 is een zogenaamde conventionele ligbox 1 met een rechte schoftbegrenzing in de vorm van een schoftboom 6 dwars op het laterale afscheidingsdeel 4. Het zich hierin bevindende dier staat diagonaal in de ligbox 1. Hierdoor kan het dier uitwerpselen 31 deponeren in de ligbox 1.

15 De ligboxen 2, 3 zijn aangepaste conventionele ligboxen, waarbij een extra schoftbegrenzer 7 in de vorm van een flexibel lint is aangebracht. Dit lint is zigzagsgewijs over verscheidene ligboxen 2, 3 aangebracht op de oorspronkelijke schoftboom 6 en de betreffende laterale afscheidingsdelen 4 en vormt het profiel voor het in lengterichting positioneren van het dier. Doordat de 20 voorste hoeken van de ligboxen 2, 3 zijn afgeknot door het lint, zal een dier niet meer diagonaal in de ligboxen 2,3 kunnen gaan staan. De lengte van de ligboxen 2, 3 dat wil zeggen de afstand in rechte lijn van de ingang tot aan het achterste punt van de schoftbegrenzing 7, is zodanig gekozen dat wanneer een (gemiddeld) dier zich geheel in de ligbox 2, 3 bevindt het met zijn achterwerk tot op de ♦ 25 loopgang 9 reikt. Hierdoor zullen uitwerpselen 31 op de loopgang 9 belanden. De bevestiging aan de schoftboom 6 of aan het laterale afscheidingsdeel 4 kan verschuifbaar geschieden door het lint door ogen te leiden, maar kan ook schuifvast geschieden. De afgebeelde laterale afscheidingsdelen 4 zijn via de muur 8 vast aan de stal bevestigd, maar ook in hoogte beweegbare laterale 30 afscheidingsdelen 4 zijn mogelijk. Het mag duidelijk zijn dat ook andere wijzen van bevestigen mogelijk zijn voor het lint dan aan de schoftboom 6, zoals bijvoorbeeld aan een gespannen kabel of touw.

Figuur 2 laat een tweede uitvoeringsvoorbeeld zien van een ligbox 10, 11. 12 voor een dier, in het bijzonder een rund, met een voorste korte zijde 1025820 « 7 vormende de ingang voor het dier tot de ligbox 10, 11, 12, met laterale afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D, welke zich uitstrekken aan de beide lange zijden van de ligbox 10, 11, 12, en met een achterste afscheidingsdeel voor het beperken van de beweging van het dier aan achterste zijde korte zijde van de 5 ligbox en met een draagdeel 5 voor bevestiging van het laterale afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D met het kenmerk, dat ten minste één afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D een ten minste in het horizontale vlak georiënteerd profiel omvat dat geschikt is voor het zodanig positioneren van het dier in de ligbox 10, 11, 12 dat het dier in hoofdzaak parallel aan de lengterichting van de ligbox 10, 11, 12 10 georiënteerd is. De beide laterale afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D van een ligbox 10, 11, 12 omvatten het profiel. Het profiel strekt zich ten dele uit in de richting van de achterste korte zijde en in de richting van het langsmiddenviak L van de ligbox 10,11,12. Dit langsmiddenviak L is tevens het symmetrievlak van de ligbox 10, 11, 12. In bovenaanzicht volgt het profiel althans ten dele de 15 contouren van het dier en het profiel is geschikt om het dier in staande positie in de box 10,11,12 te oriënteren.

De laterale afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D zijn ten minste ten dele vrij in hoogte beweegbaar en omvatten een achterste afscheidingsdeel

14. Hef laterale afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D omvat een staafvormig been 20 15A, 15B, 15C, 16B, 16C, 16D, waarbij de benen 15A, 15B, 15C, 16B, 16C, 16D

van de laterale afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D in hetzelfde horizontale vlak liggen. Gezien vanaf de ingang omvat een lateraal afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C.13D, het linker been 15A, 15B, 15C van de ligbox en het rechter been 16B, 16C, 16D van de links aangrenzende ligbox. Een afscheidingsdeel 13A, 13B, 25' 13C, 13D is hierbij gevormd als een enkel, gebogen staafvormig element. In figuur 2 zijn vier van dergelijke elementen afgebeeld in een ligboxconstructie. Als draagdeel 5 voor de elementen dient een buis die aan de muur 8 is bevestigd. Voor de bevestiging van een afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D aan het draagdeel omvat de ligbox 10,11,12, een spiraalveer 17 met een winding in het 30 verticale vlak. Elk been 15A, 15B, 15C, 16B, 16C, 16D is met een eigen spiraalveer 17 aan het draagdeel 5 verbonden. Doordat de bevestigingspunten van de benen 15A, 15B, 15C, 16B, 16C, 16D ver van elkaar afliggen ontstaat een robuuste constructie die gemakkelijk laterale krachten kan opvangen. Met name bij koeien kunnen deze krachten aanzienlijk zijn.

1025820 8

De werking van deze uitvoering is analoog aan de uitvoering beschreven aan de hand van figuur 1. Additioneel in vergelijking met de uitvoering van figuur 1 kan het gehele laterale afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D in hoogte bewegen. Hierdoor heeft een dier dat vanuit een liggende positie opstaat 5 meer bewegingsvrijheid. Dit verhoogt het comfort voor het dier, met name indien het dier slecht ter been is. Daarnaast ontstaat meer ligruimte, omdat dieren gedeeltelijk onder het laterale afscheidingsdeel 13A, 13B, 13C, 13D kunnen gaan liggen.

In een niet afgebeelde voordelige uitvoeringsvorm maakt het laterale 10 afscheidingsdeel een hoek met het horizontale vlak zodanig dat aan de voorzijde van de ligbox de afstand van het laterale afscheidingsdeel tot de vloer van de ligbox kleiner is dan aan de achterzijde. Bij voorkeur is deze hoek ongeveer 25°.

In bovenaanzicht is het vlak tussen beide benen 15A, 15B, 15C, 16B, 16C, 16D en grenzend aan de voorste zijde gesloten. Dit is eenvoudig 15 uitgevoerd door een gesloten plaat 18 bevestigd op het voorste deel van het afscheidingsdeel, zoals te zien is bij laterale afscheidingsdeel 13D. Een dergelijk gesloten vlak heeft als voordeel dat een dier niet met een poot beklemd kan raken tussen de benen van het element 13D. Hetzelfde voordeel wordt ook verkregen met een rooster 19 in plaats van een gesloten plaat 18, zoals afgebeeld bij de i 20 overige laterale afscheidingsdelen 13A, 13B en 12C.

Als extra kenmerk is op de vloer van elke ligbox 10, 11, 12 een profiel bevestigd volgens de uitvinding in de vorm van een stootrand 20, 21, 22, voor het tegenhouden van de borst van een liggend dier in de richting van de achterste korte zijde. Het achterste afscheidingsdeel van de ligbox 10, 11, 12 25 omvat hierbij ook deze stootrand 20,21,22 en is geschikt om het dier in liggende positie in de ligbox 10, 11,12 te oriënteren. De stootrand 20, 21, 22, is gemaakt van flexibel materiaal, zoals massief rubber, zodat het dier er zich niet aan kan verwonden. Diverse varianten zijn getekend. De meest rechtse variant 22 omvat een Y-vormig profiel en strekt zich ook uit parallel aan het laterale 30 afscheidingsdeel 13d. De stootrand 21 van de middelste ligbox 11 is gebogen in de richting van de achterste korte zijde. Een dergelijke stootrand 21 kan eenvoudig gemaakt worden op basis van een oude voertuigband. Additioneel voordeel is dat deze gebogen stootrand 21 geen hoeken heeft waarin zich vuil kan ophopen. De uiterst links afgebeelde stootrand 20 verschilt in die zin van de

102582U

i 9 ♦ , % stootrand 21 van de middelste ligbox 11 dat deze van voren spits is. Doordat de stootrand 20, 21, 22 aan de zijden van de ligbox 10, 11, 12 verder naar voren steekt, zal een dier niet diagonaal in de ligbox 10, 11, 12 kunnen gaan liggen zonder gedeeltelijk op de stootrand 10, 11, 12 te liggen. Omdat dit niet 5 comfortabel is voor het dier zal het dier parallel aan de lengterichting van de ligbox 10,11,12 gaan liggen.

Figuur 3 laat een zijaanzicht zien van de ligbox 11 van figuur 2 langs lijn A. Een matras 23 van een bekend type ligt op de vloer van de ligbox 11. Omdat de laterale afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D, aan de achterzijde aan 10 de stal bevestigd zijn aan het draagdeel, is de gehele vloer vrij. Daardoor kan de vloer over meerdere ligboxen met één enkele, lange, aansluitende matras 23 worden bedekt. Een dergelijke bedekking voor ligboxen 10, 11, 12 is relatief goedkoop. De loopgang 9 is op bekende wijze verlaagd aangelegd om vervuiling van de ligbox 10, 11. 12 vanuit de loopgang 9 te voorkomen. De 15 afscheidingsdelen 13A, 13B, 13C, 13D zijn bevestigd aan een draagdeel omvattende een horizontale buis 5, welke zich uitstrekt langs meerdere ligboxen 10,11,12. Voor de bevestiging van een afscheidingsdeel 13a, 13b, 13c, 13d aan het draagdeel 5 omvat de ligbox 1 een spiraalveer 17 met één winding in het verticale vlak. Voor een betere flexibiliteit zijn ook meerdere windingen mogelijk. In 20 een niet afgebeelde uitvoering is de spiraalveer 17 direct aan de muur bevestigd of aan een opstaande paai.

Figuur 4 laat een variant zien van een bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel 13E, 13F aan het draagdeel waarbij de ligbox 1 een bladveer 24 omvat met een horizontaal georiënteerd blad. Hierbij zijn de beide uiteinden van 25 het staafvormige element dat het laterale afscheidingsdeel 13E, 13F vormt, via beugels 29 bevestigd aan de bovenzijde van het blad van de bladveer 24. Een muur 8 dient hierbij als draagdeel waaraan het blad direct is vastgeschroefd. In een niet afgebeelde uitvoering is het blad aan een horizontaal georiënteerde zijde van een vierkant buisvormig draagdeel bevestigd.

30 Figuur 5 laat een andere variant zien van een bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel 13G aan het draagdeel 5 waarbij de ligbox een scharnier 25 omvat en een aanslag 26 voor het verhinderen van een neerwaartse rotatie van het afscheidingsdeel 13G. In deze ligbox kan het gehele laterale afscheidingsdeel 13G vrijelijk in verticale richting om een horizontale as bewegen.

1025820

V

» 10

Bij het wegvallen van de duwkracht van het dier zal het laterale afscheidingsdeel 13G door de zwaartekracht terugkeren naar de oorspronkelijke rustpositie tegen de aanslag 26. Voor een dempende werking is deze aanslag uitgevoerd als een rubberen nok. In de hier afgebeelde uitvoering is de aanslag 26 aan de onderzijde 5 vóór het scharnierpunt bevestigd (gezien vanaf de ingangszijde van de ligbox). In een niet afgebeelde uitvoering is de aanslag 26 aan de bovenzijde van het element 13G en achter het scharnierpunt bevestigd. Dit heeft als voordeel dat het dier minder gemakkelijk in de buurt van de aanslag 26 kan geraken, wat eventuele verwondingen door de aanslag voorkomt.

10 In figuur 6 is het scharnier 25 verhoogd aangebracht en zijn de benen van het laterale afscheidingsdeel 13h nabij het draagdeel naar boven gebogen. Een muur 8 dient hierbij als draagdeel voor het scharnier 25. Verder is aan de muur 8 een rubberen aanslag 26 aangebracht. Deze ligbox is robuust en kan goedkoop worden uitgevoerd. Een additioneel voordeel is verder dat het 15 scharnier 25 onbereikbaar is voor het dier.

In een niet afgebeelde variant, analoog aan die van figuur 6, zijn de staafvormige benen nabij het draagdeel 8 naar beneden gebogen en bevindt het scharnier 25 zich tussen de vloer van de ligbox en het vlak van de benen van de laterale afscheidingsdelen.

20 Figuur 7 laat weer een andere variant zien van een bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel 131 aan het draagdeel waarbij de ligbox een rubberen torsieveer 27 omvat Hierbij is het draagdeel uitgevoerd ais een vierkante balk 28, welke op bekende wijze aan de muur 8 is bevestigd. Het afscheidingsdeel 131 is met beugels 29 bevestigd aan een vierkante koker 30 die 25 de balk 28 omgeeft. Tussen de buitenzijde van de balk 28 en de binnenzijde van de koker 30 zijn rubberen elementen 32 bevestigd. Deze zorgen ervoor dat de koker 30 enigszins om de balk 28 kan verdraaien tegen de veerkracht van het rubber in. Eventueel kan, analoog aan de variant van figuur 5, een aanslag 26 aanwezig zijn.

30 1 1025820

Claims

1. Ligbox voor een dier, in het bijzonder een rund, met een voorste korte zijde vormende de ingang voor het dier tot de ligbox, met laterale 5 afscheidingsdelen welke zich uitstrekken aan de beide lange zijden van de ligbox, en met een achterste afscheidingsdeel voor het beperken van de beweging van het dier In de richting van de achterste korte zijde van de ligbox, en met een draagdeel voor bevestiging van de laterale afscheidingsdelen, met het kenmerk, dat ten minste één afscheidingsdeel een profiel omvat dat geschikt is voor het 10 zodanig positioneren van het dier in de ligbox dat het dier in hoofdzaak parallel aan de lengterichting van de ligbox georiënteerd is.

2. Ligbox volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat het profiel ten minste ten dele in het horizontale vlak is georiënteerd

3. Ligbox volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het profiel 15 geschikt is om het dier in staande positie in de ligbox te oriënteren.

4. Ligbox volgens conclusie 1,2 of 3, met het kenmerk, dat het profiel geschikt is om het dier in liggende positie in de ligbox te oriënteren.

5. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat beide laterale afscheidingsdelen het profiel omvatten.

6. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel zich ten minste ten dele in de richting van de achterste korte zijde en in de richting van het langsmiddenvlak van de ligbox uitstrekt.

7. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het1 profiel gebogen is in de richting van de achterste korte zijde.

8. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het langsmiddenvlak van de ligbox het symmetrievlak is van de ligbox.

9. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in bovenaanzicht het profiel althans ten dele de contouren van het dier volgt.

10. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 30 dat een afscheidingsdeel ten minste ten dele vrij in hoogte beweegbaar is vanuit en naar een rustpositie.

11. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een lateraal afscheidingsdeel het achterste afscheidingsdeel omvat. t *

12. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een lateraal afscheidingsdeel een staafvormig been omvat en waarbij de benen van de beide laterale afscheidingsdelen van een ligbox in hetzelfde vlak liggen.

13. Ligbox volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat gezien vanaf de ingang, het laterale afscheldingdeel het linker been van de ligbox omvat en het rechter been van een links aangrenzende tweede ligbox.

14. Ligbox volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat beide benen gevormd zijn als één enkel, gekromd staafvormig element.

15. Ligbox volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat in bovenaanzicht het vlak tussen beide benen en grenzend aan de voorste zijde gesloten is of openingen omvat kleiner dan de pootdiameter van het dier waarvoor de box bestemd is.

16. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 15 dat voor bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel de ligbox een scharnier omvat en een aanslag voor het verhinderen van een neerwaartse rotatie van het afscheidingsdeel.

17. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vóór de bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel de 20 ligbox een bladveer omvat met een horizontaal georiënteerd blad.

18. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat voor de bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel de ligbox een spiraalveer omvat met minstens één winding in het verticale vlak.

19. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 25 dat voor de bevestiging van een lateraal afscheidingsdeel aan het draagdeel de ligbox een rubberen torsieveer omvat

20. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het profiel een schoftbegrenzing omvat voor het beperken van de beweging | van de. schoft of nek van het dier in een normale rustpositie van het dier in de j 30 ligbox. i

21. Ligbox volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de schoftbegrenzing bevestigd is op een hoogte boven de vloer van de ligbox tussen de halve schofthoogte en de schofthoogte van het dier waarvoor de ligbox bedoeld is. 1025820 ;» t

22. Ligbox volgens één der conclusies 12 tot en met 21, met het kenmerk, dat de vrije ruimte tussen beide benen tussen 80 en 100 cm bedraagt. j

23. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, j dat het achterste afscheidingsdeel ten minste ten dele is gemaakt van flexibel 1 5 materiaal.

24. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies en conclusie 20, met het kenmerk, dat het achterste afscheidingsdeel lintvormig is. j

25. Ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het achterste afscheidingsdeel een stootrand omvat, bevestigd op de vloer van j 10 de ligbox, voor het belemmeren van de beweging van de borst van een liggend dier in de richting van de achterste korte zijde.

26. Ligboxconstructie met een ligbox volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het draagdeel een horizontale buis omvat welke zich uitstrekt langs meerdere ligboxen.

27. Ligboxconstructie met een ligbox volgens één der conclusies, met het kenmerk, dat de afstand tussen de langsmiddenvlakken van twee aangrenzende ligboxen tussen 110 en 130 cm ligt.

28. Stal met een ligbox of ligboxconstructie volgens één der voorgaande conclusies.

29. Afscheidingsdeel voor gebruik in een ligbox volgens één der conclusies 1 tot en met 25. % 1025820