NL1033422C2 - Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal. - Google Patents

Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal. Download PDF

Info

Publication number
NL1033422C2
NL1033422C2 NL1033422A NL1033422A NL1033422C2 NL 1033422 C2 NL1033422 C2 NL 1033422C2 NL 1033422 A NL1033422 A NL 1033422A NL 1033422 A NL1033422 A NL 1033422A NL 1033422 C2 NL1033422 C2 NL 1033422C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
limiter
berth
head end
cow
limiting
Prior art date
Application number
NL1033422A
Other languages
English (en)
Inventor
Rinse Andringa
Original Assignee
Andringa Holding B V R
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1033422A priority Critical patent/NL1033422C2/nl
Application filed by Andringa Holding B V R filed Critical Andringa Holding B V R
Priority to US12/527,674 priority patent/US8607739B2/en
Priority to JP2009549543A priority patent/JP5022450B2/ja
Priority to PCT/NL2008/050094 priority patent/WO2008103038A1/en
Priority to PL08712620T priority patent/PL2120534T3/pl
Priority to EA200970772A priority patent/EA014975B1/ru
Priority to MX2009008830A priority patent/MX2009008830A/es
Priority to ES08712620T priority patent/ES2375423T3/es
Priority to CA2678196A priority patent/CA2678196C/en
Priority to EP08712620A priority patent/EP2120534B1/en
Priority to AT08712620T priority patent/ATE527876T1/de
Priority to DK08712620.7T priority patent/DK2120534T3/da
Application granted granted Critical
Publication of NL1033422C2 publication Critical patent/NL1033422C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K15/00Devices for taming animals, e.g. nose-rings or hobbles; Devices for overturning animals in general; Training or exercising equipment; Covering boxes
    • A01K15/02Training or exercising equipment, e.g. mazes or labyrinths for animals ; Electric shock devices ; Toys specially adapted for animals
    • A01K15/028Cow trainers
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/0005Stable partitions
    • A01K1/0011Cubicle partitions
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/02Pigsties; Dog-kennels; Rabbit-hutches or the like
    • A01K1/0209Feeding pens for pigs or cattle

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Physical Education & Sports Medicine (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)
  • Feeding And Watering For Cattle Raising And Animal Husbandry (AREA)
  • Cartons (AREA)

Description

Korte aanduiding: Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal
GEBIED EN ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
In de rundveehouderij wordt gebruik gemaakt van loopstallen met mestgangen en ligplaatsen voor het houden van koeien. Een ligplaats is een min of meer afgeschermde ruimte waar een koe kan gaan liggen om te 5 herkauwen en te rusten, zonder gestoord te worden door rondlopende andere koeien in de stal. Voor de melkproductie is het van belang dat een koe een groot deel van de dag (ca. 10-14 uur per dag) liggend doorbrengt. Verder is het van belang dat het ligoppervlak vrij blijft van uitwerpselen, zodat de koe niet besmeurd raakt met uitwerpselen en met name de uiers 10 schoon blijven.
Dergelijke ligplaatsen hebben in het algemeen een rechthoekig ligoppervlak, afgestemd op de minimale afmetingen die een koe nodig heeft om comfortabel te kunnen liggen en staan. De koe betreedt en verlaat de ligplaats via een ingang aan een naar de mestgang toe gekeerd achtereind 15 van de ligplaats. De bodem van de ligplaats is in het algemeen verhoogd gelegen ten opzichte van de langs de achtereinden van de ligplaatsen verlopende mestgang die kan zijn uitgerust met voorzieningen voor het afvoeren van uitwerpselen. De bodem kan gevormd worden door bijvoorbeeld hard materiaal, een bekleding uit zacht materiaal of los 20 strooisel zoals zaagsel of stro.
Hekken langs de twee lange zijden van de ligplaats schermen enerzijds de ruimte af van bijvoorbeeld naastgelegen ligplaatsen of andere koeien, en dienen er verder toe tegen te gaan dat de koe overdwars of schuin op de ligplaats gaat staan of liggen, waardoor bij het mesten de bodem van 25 de ligplaats zou worden bevuild.
De koeien die de ligplaatsen bezetten dienen in lengterichting bij voorkeur enerzijds zodanig ver naar voren te staan dan wel te liggen, dat 41\ xx L 9 2 2 ook de achterpoten op de bodem van de ligplaats staan of rusten. Anderzijds dienen de koeien niet zo ver naar voren te staan dat bij het mesten de mest op de bodem van de ligplaats terechtkomt.
Hiertoe zijn de ligplaatsen gebruikelijkerwijs voorzien van een 5 schoftboom op een hoogte boven de vloer van de ligplaats die zodanig is gepositioneerd, dat de voorwaartse bewegingsvrijheid van de koe wordt begrensd, doordat de schouders van de koe tegen schoftboom aankomen als de koe tracht over de ligplaats te ver voorwaarts te lopen. Bovendien zijn ligplaatsen soms elk uitgerust met een verdere begrenzer op de bodem, om 10 de verhinderen dat de koeien zich, als zij eenmaal liggen, te ver voorwaarts verplaatsen.
Een bezwaar van een schoftboom is, dat het regelmatig voorkomt, dat een koe opstaat naar een staande positie die verder voorwaarts is dan de schoftboom toelaat. De koe stoot dan van onderaf tegen de schoftboom. Dit 15 leidt veelvuldig tot verwondingen die soms ernstig zijn, tot aan breken van de rug aan toe, in het bijzonder als de koe door de beklemde situatie in paniek raakt. Om te krachtig contact met de schoftboom tegen te gaan worden soms nylon banden langs de schoftbomen. Van onderaf beklemd raken tussen de band en de vloer kan dan echter nog steeds voorkomen en 20 de nylon band vormt een extra obstakel alsook, doordat deze met de koe mee kan veren, een minder nauwkeurige begrenzing dan eens schoftboom.
De uitvinding heeft betrekking op een begrenzer volgens het inleidende gedeelte van conclusie 1 die, als alternatief voor de schoftboom, tevens dient om de staande positie van de koe alsook de positie van waaruit 25 de koe gaat liggen in voorwaartse richting te begrenzen.
Een dergelijke begrenzer is bekend uit de Europese octrooiaanvrage 0 659 336. Volgens een eerste voorbeeld is de begrenzer uitgevoerd als een balk met een hoogte van 15 a 25 cm. De balk is bestemd om, door zijn plaats ten opzichte van de drempel aan het achteruiteinde van 30 de ligplaats, in samenwerking met kopbomen voor, ervoor te zorgen, dat een 3 koe, nadat deze de ligplaats in is gelopen, achter de begrenzer blijft en aldaar door haar voorpoten zal zakken en zal gaan liggen. Volgens een ander voorbeeld is in plaats van de balk een op afstand boven de bodem van de ligplaats verlopende buis aangebracht.
5 Een bezwaar van een dergebjke begrenzer is, dat deze voor een staande koe te veel bewegingsvrijheid naar voren toelaat, hetgeen tot versnelde vervuiling van de ligplaats leidt, en/of voor een liggende koe te weinig lengte vrijlaat om comfortabel op de ligplaats te kunnen liggen, hetgeen tot kortere ligtijden leidt.
10 SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Het is een doel van de uitvinding een oplossing te verschaffen die het mogelijk maakt, zonder toepassing van een schoftboom op een zodanige hoogte dat een koe daar met de schouders tegen stoot als deze te ver voorwaarts tracht te lopen, enerzijds te voorkomen dat een koe te ver naar 15 voren in een ligplaats gaat staan of liggen en anderzijds voor een op de ligplaats liggende koe voldoende ruimte in lengterichting te bieden, zodat een comfortabele lighouding wordt toegelaten.
Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door een begrenzer volgens conclusie 1 te verschaffen.
20 In de begrensstand vormt de begrenzer een obstakel dat voorwaartse verplaatsing van de staande koe betrouwbaar tegengaat en in de vrijgeefstand laat de begrenzer ruimte vrij voor een voorpoot of beide voorpoten van de koe en daarmee voor de in de liggende houding grotere totale afstand tussen het voorste uiteinde van de voorpoten en het 25 achtereind van de koe.
Bijzondere uitvoeringsmogelijkheden van een begrenzer volgens de uitvinding alsmede van een loopstal met ligplaatsen voorzien van dergelijke begrenzers zijn neergelegd in de afhankelijke conclusies.
4
Verdere uitvoeringsaspecten, effecten en details van de uitvinding en uitvoeringsmogelijkheden van de uitvinding zijn navolgend beschreven met verwijzing naar de tekeningen.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENING
5 Fig. 1 is een zijaanzicht in doorsnede van een ligplaats met een koe en een eerste uitvoeringsvoorbeeld van een begrenzer volgens de uitvinding; Fig. 2 een aanzicht van achteraf van de ligplaats volgens Fig. 1; Fig. 3 een schematische weergave in zijaanzicht van een ligplaats met een variant op begrenzer volgens het in de figuren 1 en 2 getoonde 10 uitvoeringsvoorbeeld;
Fig. 4 een schematische weergave in zijaanzicht van een ligplaats met een begrenzer volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding in de begrensstand; en
Fig. 5 is een schematische weergave in zijaanzicht van een 15 ligplaats met een begrenzer volgens nog een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
De uitvinding wordt allereerst toe gelicht aan de hand van het in de figuren 1 en 2 weergegeven voorbeeld. In Fig. 1 is een ligplaats 1 met 20 aangrenzende gedeeltes van een mestgang 2 van een loopstal weergegeven. In Fig. 2 zijn de ligplaats 1 en gedeeltes van naastgelegen ligplaatsen 4, 5 weergegeven. Dergelijke ligplaatsen 1, 4, 5 zijn gebruikelijkerwijs in rijen met lange zijden aan elkaar grenzend in de loopstal gelegen. De ligplaatsen 1, 4, 5 hebben daarbij elk een achtereind dat open is voor het toelaten van 25 een rund in het gebied van de ligplaats en een kopeinde aan het van het achtereind af gelegen uiteinde van de ligplaats.
5
Als zijgeleiders voor het zijdelings geleiden van de ligplaats binnengaande en verlatende runderen zijn tussen de ligplaatsen zijkussens 6 op de bodem aangebracht die elk zijn uitgevoerd als vanaf de bodem uitstekende verhogingen 6 met een smalle bovenrand en vanaf de 5 bovenrand schuin naar de ligplaatsen aflopende zijwanden.
Met streeppuntlijnen is in Fig. 1 een conventionele ligboxafscheiding 7 weergegeven die als alternatief voor of als aanvulling op de zijkussens 6 kan zijn aangebracht. De ligplaats 1 heeft een kopeinde dat met een streeppuntlijn 8 is aangegeven. In het gebied van het kopeinde 10 kunnen eventueel verdere obstakels, zoals spanbanden en/of balken en/of buizen, aanwezig zijn. Verder is in Fig. 1 een op de ligplaats staande koe 10 weergegeven. Deze koe is in Fig. 1 tevens met streeppuntlijnen in een liggende houding weergegeven en aangeduid met verwijzingscijfer 10. De ligplaats heeft een bodem 11 waarop een matras 3 ligt die de ondergrond 15 vormt waarop de koe 10 kan staan en liggen. In plaats van een matras kan ook een andere ondergrond, zoals een mat of zaagsel een zacht ligoppervlak voor de koe vormen.
De ruimte boven de bodem 11 van de ligplaats 1 is vrij van schoftbomen. Schoftbomen zijn liggers die zich dwars over de ligplaats 20 uitstrekken op een hoogte (meestal ca. 110 -130 cm boven de bodem van de ligp laats) die juist iets lager is dan de hoogte boven de bodem van de schoften van de koeien voor wie de ligplaatsen bestemd zijn en die verhinderen dat een staande koe zich verder naar voren kan verplaatsen dan een uiterste voorste positie die zo gekozen is, dat de koe vanuit die 25 positie nog juist in de mestgang mest. Als een koe gaat liggen hindert de schoftboom de koe niet gedurende de voorwaartse beweging met de schoften die behoort bij natuurlijke bewegingspatroon van een koe die gaat liggen. Als de koe bij het gaan liggen of gedurende het liggen echter voorwaarts is verplaatst stoot de koe bij het opstaan met de schoften of de rug tegen de 6 schoftboom. In het bijzonder als het dier daardoor in paniek raakt kan dit gemakkelijk tot ernstige verwondingen leiden.
Een begrenzer in de vorm van een obstakel 9 is aan het kopeinde van de ligplaats 1 op en uitstekend vanaf de bodem 11 en de matras 3 van 5 de ligplaats 1 aangebracht. Bij de begrenzer 9 volgens dit voorbeeld is een bovengedeelte van de begrenzer uitgevoerd als een plaat 12 met daarop een afdekking 13 uit meegevend materiaal die beweegbaar is tussen een, in Fign. 1 en 2 met doorgetrokken lijnen weergegeven, vanaf de bodem uitstekende, begrensstand en, in Fign. 1 en 2 met streeppuntlijnen lijnen 10 weergegeven, vrijgeefstand 9. De afdekking 13 is bij voorkeur vervaardigd uit dezelfde soort materiaal als de matras 3.
In de begrensstand begrenst de begrenzer 9 de staande uitgangspositie van de koe 10 in de zin dat de bewegingsvrijheid van de koe 10 naar het kopeinde 8 van de ligplaats 1 toe wordt begrensd. Hierdoor 15 wordt tegengegaan dat het rund 10 te ver naar voren gaat staan en daarmee ook dat het rund vanuit een te ver naar voren gelegen, staande positie gaat liggen en daardoor te ver naar voren op de ligplaats komt te liggen. Zowel te ver naar voren staan als te ver naar voren liggen zouden namelijk tot bemesten van de ligplaats en, dientengevolge, vervuiling van de uiers 20 leiden. Vervuiling van de uiers vergroot het risico van contaminatie van de melk en het oplopen van aandoeningen, zoals mastitis.
In de vrijgeefstand 9' is ten minste een gedeelte van de ruimte die de begrenzer 9 in de begrensstand inneemt vrijgegeven, zodat de koe 10, nadat deze is gaan liggen, over voldoende ruimte voor de voorpoten 25 beschikt. Daarmee is voldoende ruimte in lengterichting van de ligplaats vrijgegeven voor de in de liggende houding grotere totale afstand tussen het voorste uiteinde van de voorpoten en het achtereind van de koe.
Op de begrenzer 9 is een verhoging 16 aangebracht die bijvoorbeeld een hoogte van ca. 8-9 cm boven het door de bovenzijde van de matras 30 gevormde ligoppervlak kan hebben en die ertoe dient tegen te gaan dat de 4 7 liggende koe teveel naar voren kruipt. Ook als een koe na te zijn gaan liggen teveel naar voren kruipt zal de ligplaats in het algemeen vervuild raken met mest en bovendien kan de koe een koe die in een aan de kopzijde tegenovergelegen ligplaats ligt storen. Als een muur of andere verticale 5 begrenzing het kopeinde bepaalt, kan te ver naar voren liggen resulteren in moeibjkheden bij het opstaan, omdat onvoldoende ruimte aanwezig is om naar voren te bewegen.
Het bovengedeelte 12, 13 van de begrenzer 9 is in de vrijgeefstand in een lagere positie gelegen dan in de begrensstand en de begrenzer 9 is 10 uitgerust met een bedieningssamenstel, volgens dit voorbeeld in de vorm van een veer 14 en een zwenkbare steun 26, voor het naar de begrensstand dringen van het bovengedeelte 12, 13 en voor het, bij belasting van het bovengedeelte 12, 13, meegevend toestaan van beweging van het bovengedeelte 12, 13 naar de vrijgeefstand.
15 Als de koe 10 gaat liggen duwt deze met de voorpoten het bovengedeelte 12, 13 naar de vrijgeefstand. De geometrie van het bedieningssamenstel 14, 26 is doordat de veer 14 en de arm 26 zich in de vrijgeefstand nagenoeg evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken zodanig, dat de door het bovengedeelte 12, 13 op de voorpoten van de koe 10' 20 uitgeoefende opwaartse kracht relatief gering is en aanzienlijk kleiner is dan de kracht die nodig is om het bovengedeelte 12, 13 uit de begrensstand te dringen. Aldus zal een staande koe 10 de begrenzer 9 niet eenvoudig uit de begrensstand duwen, maar is het voor de liggende koe 10' toch niet oncomfortabel om op de begrenzer 9 te liggen.
25 Bij de begrenzer volgens dit voorbeeld is de beweegbaarheid van het bovengedeelte 12, 13 op eenvoudige wijze gerealiseerd, doordat het bovengedeelte 12, 13 om een zwenkas 15 zwenkbaar is ten opzichte van de bodem 11 waarop de begrenzer 9 rust.
In de begrensstand verloopt een bovenoppervlak van het 30 bovengedeelte 12, 13 ten opzichte van de bodem 11 naar het kopeinde 8 toe 8 steil (bij voorkeur onder een hoek > 30° t.o.v. de bodem) omhoog hellend. Dit draagt bij aan het ontmoedigen van het door een staande koe 10 omlaag drukken van de begrenzer 9.
In de vrijgeefstand is een het dichtst bij het kopeinde 8 gelegen 5 gedeelte van het bovenoppervlak lager gelegen dan in de begrensstand en verloopt het bovenoppervlak ten opzichte van de bodem 11 vlak of althans minder hellend verloopt dan in de begrensstand. Op deze wijze is het selectief voor de voorpoten van de liggende koe vrijgeven van de ruimte voor de koe op een eenvoudige wijze gerealiseerd.
10 In Fig. 3 is een variant op het in de fïgn. 1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld weergegeven. Bij deze variant is het bovengedeelte van de begrenzer 39 (de begrenzer in de vrijgeefstand is met verwijzingscijfer 39' aangeduid) gedeeld uitgevoerd en zijn de delen van platen 32, 33 van het bovengedeelte om een as 40 ten opzichte van elkaar 15 scharnierbaar. De afdekking van de platen 32, 33 is dienovereenkomstig verdeeld in delen 35, 36. De veer 14 is aangebracht tussen de plaatdelen 35, 36. Samentrekken van de veer 14, die ook als een elastiek kan zijn uitgevoerd, doet beide plaatdelen vanuit een zich langs de bodem 11 uitstrekkende stand uitzwenken naar een omhoog gezwenkte begrensstand. 20 Daarbij zwenkt het plaatdeel 33 nabij de koe 10 om de as 15 en schuift het van het plaatdeel 33 nabij de koe 10 af gelegen uiteinde van het andere plaatdeel 32 over de bodem 11.
In Fig. 4 is een verder voorbeeld van een begrenzer volgens de uitvinding weergegeven, waarbij als bedieningsorgaan en als 25 bevestigingsorgaan voor het bevestigen van het bovengedeelte 62 van de begrenzer 59 aan de bodem 11 een stel bladveren 64 is toegepast. Aldus wordt een eenvoudige constructie verkregen. Eventueel kan worden volstaan met een enkele bladveer.
Het zal voor de deskundige duidelijk zijn, dat binnen het kader van 30 de uitvinding als neergelegd in de conclusies nog vele andere 9 uitvoeringsmogelijkheden bestaan. Dat bijvoorbeeld het bovengedeelte 112 in de vrijgeefstand niet lager hoeft te zijn gelegen dan in de begrensstand, wordt geïllustreerd door het in Fig. 5 weergegeven voorbeeld. Volgens dit voorbeeld is de begrenzer 109 uitgerust met een zich langs de bodem 11 5 uitstrekkende geleider 120 voor het over een traject tussen de met doorgetrokken Hjnen (de begrensstand) en streeppuntbjnen (de vrijgeefstand) weergegeven posities van het bovengedeelte 112 geleiden van verplaatsingen van het bovengedeelte 112, als aangegeven door een pijl 121. Verder is voorzien in een bedieningsorgaan in de vorm van een motor 114 10 met een spindel 122 voor het heen en weer verplaatsen van het bovengedeelte 112. De motor 114 is gekoppeld met een besturingseenheid 123 die op zijn beurt is gekoppeld met op de bodem aangebrachte temperatuurssensoren 124, waarmee kan worden gedetecteerd of een koe op de ligplaats 1 ligt.
15 De hoogte van de begrenzer boven de bodem, wanneer de begrenzer zich in de begrensstand bevindt, bedraagt bij voorkeur ten minste 7 cm en meer in het bijzonder ten minste 15 cm boven het ligoppervlak. Meer in het bijzonder bedraagt de hoogte van de begrenzer boven het ligoppervlak, wanneer de begrenzer zich in de begrensstand bevindt, bij voorkeur 25-35 20 cm. In het bijzonder indien de begrenzer in lengterichting van de stal een diepte heeft van ten minste 25 cm, kan de begrenzer in de begrensstand een relatief geringe hoogte hebben. Dit geldt des te meer naarmate de diepte groter is, bijvoorbeeld 30, 40 of 50 cm.
Verder is de begrenzer in de begrensstand bij voorkeur op minder 25 dan 165 cm en meer in het bijzonder minder dan 155 cm van het achtereind van de ligplaats gelegen. In de vrijgeefstand laat de begrenzer bij voorkeur een ligruimte met een lengte van ten minste 165 en met verdere voorkeur 170-190 cm vrij voor in contact met een ondergrond verkerende gedeeltes van een koe.
30 I ft % 1 4 2 2

Claims (11)

1. Begrenzer voor het begrenzen van voorwaartse bewegingsvrijheid van een rund (10) op een ligplaats (1) in een loopstal voor 5 het houden van rundvee, in een richting naar een kopeinde (8) van de ligplaats (1), welke begrenzer (9; 59; 109) is uitgevoerd als een obstakel voor plaatsing nabij het kopeinde (8), op en uitstekend vanaf de bodem (11) van de ligplaats (1), met het kenmerk, dat althans een bovengedeelte (12, 13; 62; 112) van de begrenzer (9; 59; 109) beweegbaar is tussen een in 10 gebruikstoestand vanaf de bodem (11) uitstekende begrensstand voor het begrenzen van de bewegingsvrijheid van het staande rund (10) naar het kopeinde (8) van de ligplaats (1) en een vrijgeefstand, voor het ten behoeve van de voorpoten van het liggende rund (10) vrijgeven van ten minste een gedeelte van de ruimte die de begrenzer (9; 59; 109) in de begrensstand 15 inneemt.
2. Begrenzer volgens conclusie 1, waarbij het bovengedeelte (12, 13; 62) in de vrijgeefstand in een lagere positie is gelegen dan in de begrensstand, verder omvattende een bedieningsorgaan (14; 64) voor het 20 naar de begrensstand dringen van het bovengedeelte (12, 13; 62) en voor het, bij belasting van het bovengedeelte (12, 13; 62), meegevend toestaan van beweging van het bovengedeelte (12, 13; 62) naar de vrijgeefstand.
3. Begrenzer volgens conclusie 1 of 2, waarbij het bovengedeelte 25 (12, 13) althans in gebruikstoestand om een zwenkas (15) in een in hoofdzaak vaste positie zwenkbaar is ten opzichte van de bodem (11) waarop de begrenzer (9) rust en omvattende ten minste een bedieningsorgaan (14) op afstand van de zwenkas (15) voor het in de begrensstand houden van het bovengedeelte (12, 13), in welke begrensstand 30 een bovenoppervlak van het bovengedeelte (12, 13) ten opzichte van de irt*X422 bodem (11) in gebruikstoestand naar het kopeinde (8) toe omhoog verloopt en waarbij het bedieningsorgaan (14) is ingericht voor het ten minste toelaten van verzwenking van het bovengedeelte (12, 13) naar de vrijgeefstand, waarin een in gebruikstoestand het dichtst bij het kopeinde 5 (8) gelegen gedeelte van het bovenoppervlak lager is gelegen dan in de begrensstand en waarin het bovenoppervlak ten opzichte van de bodem (11) vlak of althans minder hellend verloopt dan in de begrensstand.
4. Begrenzer volgens conclusie 2 of 3, waarbij het 10 bedieningsorgaan (14; 64) is uitgevoerd als ten minste een veer.
5. Begrenzer volgens conclusie 4, waarbij de ten minste ene veer is uitgevoerd ten minste een in gebruikstoestand onder het bovengedeelte (62) gelegen bladveer (64) voor het aan ten minste een zijde naar de 15 begrensstand op afstand van de bodem (11) dringen van het bovengedeelte (62).
6. Begrenzer volgens conclusie 1, verder omvattende een zich in gebruikstoestand langs de bodem (11) uitstrekkende geleider (120) voor het 20 over een traject geleiden van verplaatsing van het bovengedeelte (112) naar het kopeinde (8) toe en van het kopeinde (8) af en ten minste een bedieningsorgaan (114, 122) voor het ten minste naar een van het kopeinde (8) af gelegen positie in genoemd traject dringen van het bovengedeelte (112). 25
7. Begrenzer volgens een der voorgaande conclusies, met een hoogte in de begrensstand van ten minste 7 cm.
8. Loopstal voor het houden van rundvee met mestgangen (2) en 30 ligplaatsen (1) voor de runderen, waarbij de ligplaatsen (1) elk een achtereind hebben dat open is voor het toelaten van een rund (10) in het gebied van de ligplaats (1) en een kopeinde (8) aan het van het achtereind af gelegen uiteinde van de ligplaats (1) hebben, voorzien van zijgeleiders (6, 7) voor het zijdelings geleiden van de ligplaats (1) binnengaande en verlatende 5 runderen en waarbij ten minste een aantal van de ligplaatsen (1) elk in het gebied van het kopeinde (8) daarvan zijn voorzien van een begrenzer (9; 59; 109) volgens een der voorgaande conclusies.
9. Loopstal volgens conclusies 8, waarbij de zijgeleiders (6) zijn 10 uitgevoerd als vanaf de bodem (11) uitstekende verhogingen.
10. Loopstal volgens conclusie 8 of 9, waarbij althans een aantal van de elk van de begrenzer (9; 59; 109) voorziene ligplaatsen (1) vrij zijn van schoftbomen. 15
11. Loopstal volgens een der conclusies 8-10, waarbij de begrenzer (9; 59; 109) in de begrensstand op minder dan 165 cm van het achtereind van de ligplaats (1) is gelegen. 1033422
NL1033422A 2007-02-19 2007-02-19 Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal. NL1033422C2 (nl)

Priority Applications (12)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033422A NL1033422C2 (nl) 2007-02-19 2007-02-19 Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal.
JP2009549543A JP5022450B2 (ja) 2007-02-19 2008-02-19 開放舎における横臥ボックス用の制限装置
PCT/NL2008/050094 WO2008103038A1 (en) 2007-02-19 2008-02-19 Limiting device for a lying box in a loose house
PL08712620T PL2120534T3 (pl) 2007-02-19 2008-02-19 Boks do leżenia dla obory wolnostanowiskowej
US12/527,674 US8607739B2 (en) 2007-02-19 2008-02-19 Limiting device for a lying box in a loose house
EA200970772A EA014975B1 (ru) 2007-02-19 2008-02-19 Устройство для ограничения движения животного в боксе помещения для беспривязного содержания скота
MX2009008830A MX2009008830A (es) 2007-02-19 2008-02-19 Dispositivo de limitacion para una plaza de reposo en un echadero colectivo.
ES08712620T ES2375423T3 (es) 2007-02-19 2008-02-19 Cajón de tendido para un establo libre.
CA2678196A CA2678196C (en) 2007-02-19 2008-02-19 Limiting device for a lying box in a loose house
EP08712620A EP2120534B1 (en) 2007-02-19 2008-02-19 Lying box for a loose house
AT08712620T ATE527876T1 (de) 2007-02-19 2008-02-19 Liegebox für einen laufstall
DK08712620.7T DK2120534T3 (da) 2007-02-19 2008-02-19 Liggeboks til en løsdrift-stald

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1033422A NL1033422C2 (nl) 2007-02-19 2007-02-19 Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal.
NL1033422 2007-02-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1033422C2 true NL1033422C2 (nl) 2008-08-20

Family

ID=38442292

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1033422A NL1033422C2 (nl) 2007-02-19 2007-02-19 Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US8607739B2 (nl)
EP (1) EP2120534B1 (nl)
JP (1) JP5022450B2 (nl)
AT (1) ATE527876T1 (nl)
CA (1) CA2678196C (nl)
DK (1) DK2120534T3 (nl)
EA (1) EA014975B1 (nl)
ES (1) ES2375423T3 (nl)
MX (1) MX2009008830A (nl)
NL (1) NL1033422C2 (nl)
PL (1) PL2120534T3 (nl)
WO (1) WO2008103038A1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2024019616A1 (en) 2022-07-18 2024-01-25 R. Andringa Holding B.V. A cubicle and a stable
WO2024091119A1 (en) 2022-10-26 2024-05-02 R. Andringa Holding B.V. Cubicle and shed

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE531739C2 (sv) * 2007-08-30 2009-07-28 Delaval Holding Ab Bås, anordning vid bås, samt förfarande för montering av nämnda anordning
FR3040257B1 (fr) * 2015-09-01 2018-05-04 Nicolas Fournier Structure pour la stabulation d'animaux tels que bovins et elements constitutifs
FR3062549B1 (fr) 2017-02-07 2020-11-06 Nicolas Fournier Structure guide pour la stabulation d'animaux tels que des bovins

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1187418B (de) * 1963-01-17 1965-02-18 Josef Kolmer Rinderstand mit Entmistungsanlage
DE1800637A1 (de) * 1968-10-02 1970-05-27 Friedrich Greb Aufstallungseinrichtung fuer Tiere wie Rinder,Kaelber u.dgl.
EP0191517A1 (en) * 1985-01-28 1986-08-20 C. van der Lely N.V. Implement for milking animals, such as cows
EP0659336A1 (en) 1993-12-20 1995-06-28 Spinder Stalinrichting B.V. Cubicle assembly for heavy livestock
US5553569A (en) * 1990-10-19 1996-09-10 British Technology Group Limited Animal stall

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1560160A (en) * 1925-04-25 1925-11-03 Hebert Arsene Stall floor
JPS5353738Y2 (nl) * 1974-03-08 1978-12-22
US5970920A (en) * 1998-07-09 1999-10-26 P.B.I. Parlor Systems Brisket barrier for milking parlors
NL1010497C2 (nl) * 1998-08-13 2000-02-15 Boer Stalinrichtingen Ligboxafscheiding.
GB9905551D0 (en) * 1999-03-11 1999-05-05 Taylor William Livestock controller
US6935273B2 (en) * 2003-10-09 2005-08-30 Advance Comfort Technology Llc Bedding for livestock

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1187418B (de) * 1963-01-17 1965-02-18 Josef Kolmer Rinderstand mit Entmistungsanlage
DE1800637A1 (de) * 1968-10-02 1970-05-27 Friedrich Greb Aufstallungseinrichtung fuer Tiere wie Rinder,Kaelber u.dgl.
EP0191517A1 (en) * 1985-01-28 1986-08-20 C. van der Lely N.V. Implement for milking animals, such as cows
US5553569A (en) * 1990-10-19 1996-09-10 British Technology Group Limited Animal stall
EP0659336A1 (en) 1993-12-20 1995-06-28 Spinder Stalinrichting B.V. Cubicle assembly for heavy livestock

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2024019616A1 (en) 2022-07-18 2024-01-25 R. Andringa Holding B.V. A cubicle and a stable
NL2032522B1 (nl) 2022-07-18 2024-01-26 R Andringa Holding B V Ligbox en stal
WO2024091119A1 (en) 2022-10-26 2024-05-02 R. Andringa Holding B.V. Cubicle and shed

Also Published As

Publication number Publication date
ES2375423T3 (es) 2012-02-29
MX2009008830A (es) 2009-12-15
CA2678196A1 (en) 2008-08-28
JP2010518818A (ja) 2010-06-03
US20100089337A1 (en) 2010-04-15
EP2120534B1 (en) 2011-10-12
DK2120534T3 (da) 2012-02-06
EP2120534A1 (en) 2009-11-25
EA200970772A1 (ru) 2010-04-30
PL2120534T3 (pl) 2012-03-30
WO2008103038A1 (en) 2008-08-28
JP5022450B2 (ja) 2012-09-12
US8607739B2 (en) 2013-12-17
CA2678196C (en) 2014-08-05
EA014975B1 (ru) 2011-04-29
ATE527876T1 (de) 2011-10-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1033422C2 (nl) Begrenzer voor een ligplaats in een loopstal.
EP3707994A1 (en) Methods for milking animals
US7165508B2 (en) Hog farrowing system for use in a cold environment and method of use
Cook et al. Comfort zone-design free stalls: Do they influence the stall use behavior of lame cows?
RU2619286C2 (ru) Клетка для группового содержания телят молочного периода выращивания
EP3326454B1 (en) Pasture barn
Anderson Cow behaviour to judge free-stall and tie-stall barns
US3127871A (en) Individual resting compartments for animals
RU2067821C1 (ru) Стойло для крупного рогатого скота
House et al. Maximizing comfort in tiestall housing
EP0635206A1 (en) A construction for automatically milking animals
Herlin et al. Faecal contamination of the lying area for dairy cows in different housing systems
JP2000060342A (ja) 動物飼育用ラック
Næss et al. Floor cleanliness in dairy freestall barns
NL9302212A (nl) Ligboxsamenstel voor grootvee.
CN211458444U (zh) 槽盘固持装置
Allen The impact of housing on mastitis
AU2006200723A1 (en) Livestock feeder
Jenkins The structure of the stall
Cook Developments in housing of cattle to promote health and welfare
Sneddon Husbandry Systems for Farmed Red Deer in Britain
GB2533588A (en) Feeding bay covers
Mitchell Brush control with goats
RU2034454C1 (ru) Ряд стойл для привязного содержания коров
RU2373699C2 (ru) Бокс родильный для коров

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130901