NL8800708A - Wielwagentje. - Google Patents

Description

)

Lx 88 5040 Mm/Tg \ i

Wielwagentje.

De uitvinding heeft betrekking op een wielwagentje voor een wiel van een motorvoertuig, omvattende een raamwerk met tenminste één voorwiel en twee achterwielen, een scharnierende voorklep en een scharnierende achterklep, welke kleppen 5 in de opgeklapte stand tegen de band van een op het raamwerk gereden wiel komen te rusten, terwijl de achterklep achterwaarts kan worden neergeklapt en dan een oprijvlak voor het wiel vormt, welke achterklep bij het voorbij de scharnieras rollen van het wiel naar de opgeklapte stand kan omslaan, ter-10 wijl dit wiel dan met het achter de scharnieras gelegen gedeelte van de voorklep in aanraking komt, zodat deze naar de opgeklapte stand omslaat.

Een dergelijk wielwagentje is bekend uit NL-A 86 01 172 , en dient om een wiel met een lekke band of andere 15 beschadiging te ondersteunen, zodat dan zonder het wiel te vervangen kan worden doorgereden.

Bij dit bekende wielwagentje is het raamwerk van een scharnieras voorzien, die zodanig is gelegen, dat het raamwerk kan worden dubbelgeklapt, zodat het wagentje weinig ruimte in-20 neemt. Hoewel dit bekende wagentje goed heeft voldaan, is nog een bezwaar, dat de kleppen ofwel alleen door het gewicht van het voertuig in de opgeklapte stand worden gehouden, of met de hand in de gewenste stand moeten worden vergrendeld, terwijl in het geval van een aangedreven wiel de kans bestaat, dat bij 25 een zekere versnelling het wiel tegen de voorklep oprijdt, waardoor het wiel vrij zou kunnen komen.

De uitvinding beoogt een verbetering van dit wielwagentje te verschaffen, en heeft daartoe als kenmerk, dat de kleppen zijn voorzien van paltanden, die bij het opklappen 30 van de desbetreffende klep met een een overeenkomstige palver-tanding op het raamwerk in aangrijping kunnen komen om de kleppen in een aan het wiel aangepaste stand te vergrendelen.

Deze vergrendeling vindt vanzelf plaats, zodra het wiel op het wagentje is gereden en de kleppen een aangepaste 35 stand hebben aangenomen, zodat geen verdere handgrepen nodig zijn om deze kleppen in een veilige stand te vergrendelen, on- e 680 0708 - 2 - ( > geacht de middellijn van het desbetreffende wiel.

Teneinde te vermijden, dat ondanks de vaste stand van de voorklep een aangedreven wiel uit het wagentje rijdt, wordt de voorklep in het bijzonder voorzien van vrij draaibare 5 rollen, waarvan in de opgeklapte stand tenminste een deel met de band van het wiel in aanraking komt.

Om een goede centrering van het wiel te bewerkstelligen kunnen verscheidene evenwijdige rijen van rollen zijn aangebracht, waarvan de buitenste kegelvormig zijn afgeschuind, 10 waarbij het smalste gedeelte daarvan naar het langsbinnenvlak van het raamwerk is gericht, zodat deze buitenste rollen zijdelings van het loopvlak met de band in aanraking kunnen komen.

De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht aan de hand van een tekening; hierin toont: 15 fig. 1 een zijaanzicht van het wielwagentje volgens de uitvinding; en fig. 2 een gedeeltelijk bovenaanzicht van dit wagentje.

Het afgebeelde wielwagentje omvat een raamwerk 1, 20 dat van een scharnieras 2 is voorzien, die dwars op het langs-middenvlak 3 van het raamwerk is gericht, en die toelaat het wagentje dubbel te klappen. In de in fig. 1 afgebeelde werkzame stand rusten steunvlakken 4 van de beide delen van het raamwerk 1 tegen elkaar, teneinde de afgebeelde stand onder 25 het gewicht van een op het wagentje rustend wiel te handhaven.

Dit wagentje bezit een voorwiel 5 en twee achterwielen 6, waarbij in de dubbelgeklapte stand het wiel 5 tussen de beide achterwielen 6 komt te liggen.

Het wagentje omvat verder een achterklep 7, die rond 30 een as 8 draaibaar is, die enigszins vóór de as 9 van de achterwielen 6 is gelegen. Deze achterklep bezit een oprij-opper-vlak 10 en een vóór de draaias 8 gelegen oppervlak 11. Wanneer de achterklep 7 wordt neergeklapt, komt een rand 12 daarvan op het wegdek 13 te rusten, en kan een wiel over het oppervlak 35 10 op het wagentje worden gereden, waarna de klep, zodra het wiel het oppervlak 11 bereikt, naar de afgebeelde stand omklapt. De rand 12 en een andere rand 14 rusten in de neergeklapte toestand op het wegdek 13, waarbij de achterwielen 6 enigszins van het wegdek zijn verwijderd, zodat dan het wagentje niet .6800708 ) £ - 3 - kan wegrijden.

Verder omvat het wagentje een voorklep 15, die rond een as 16 scharnierend is ondersteund, en die zich ter weerszijden van deze as 16 uitstrekt. Een op het wagentje gereden 5 wiel komt in een verlaagd gedeelte 17 van het raamwerk 1 terecht, en rust dan tegen het achterste oppervlaksgedeelte 18 van de klep 15, die daardoor omhoogklapt, zodat ook het voorste gedeelte 19 ervan naar de band toebeweegt. Het wiel wordt dan tussen de beide kleppen 7 en 15 vastgehouden.

10 Bij het opklappen van de kleppen 7 en 15 passen deze zich aan aan de afmetingen van het wiel. Om deze instelling vast te houden, zijn de kleppen 7 en 15 voorzien van paltan-den 20 resp. 21, die met een vast met het raamwerk 1 verbonden vertanding 22 resp. 23 samenwerken, en die van een aandrukveer 15 24 resp. 25 zijn voorzien. Bij het omklappen van de kleppen worden de tanden 20 en 21 langs de desbetreffende vertandingen 22 resp. 23 gedreven, waardoor de het laatst ingenomen stand wordt vastgelegd. Nadat het voertuig voor het vervangen van het wiel is opgetild, kunnen deze tanden weer uit de vertan-20 dingen worden losgemaakt.

De voorklep 15 is verder voorzien van een aantal rollen 26, die vrij draaibaar op assen 27 zijn ondersteund, die loodrecht op het dwarsmiddenvlak 3 van het wagentje zijn gericht. Wanneer het wiel een aangedreven wiel is, zal dit nor-25 malerwijs door de wrijving tegen de achterklep 7 en event.

wandgedeelten van het verlaagde gedeelte 17 worden tegengehouden, zodat alleen het andere wiel voor de aandrijving zal zorgen. Bij een te krachtige versnelling van de motor heeft het wiel de neiging de achterklep 7 los te laten en te gaan 30 draaien, doch deze draaiing wordt nu door de rollen 26 opgenomen, zodat elke neiging van het wiel om uit het wagentje te draaien wordt onderdrukt.

Zoals uit fig. 2 blijkt, kunnen verscheidene evenwijdige rijen rollen 26 worden aangebracht, waarvan in het bij — 35 zonder de buitenste rollen 26' kegelvormig zijn uitgevoerd, zodat deze tot een centrering van het wiel bijdragen, doord-at deze met de zijdelings van het loopvlak gelegen bandgedeelten in aangrijping komen.

.8800708

Claims (3)

1. Wielwagentje voor een wiel van een motorvoertuig, omvattende een raamwerk met tenminste één voorwiel en twee achterwielen, een scharnierende voorklep en een scharnierende achterklep, die in de opgeklapte stand tegen de band van een 5 op het raamwerk gereden wiel komen te rusten, terwijl de achterklep achterwaarts kan worden neergeklapt en dan een oprij-vlak voor het wiel vormt, welke achterklep bij het voorbij de scharnieras rollen van het wiel naar de opgeklapte stand kan omslaan, terwijl dit wiel met het achter de scharnieras gele-10 gen gedeelte van de voorklep in aanraking komt, zodat deze naar de opgeklapte stand omslaat, met het kenmerk, dat de kleppen (7, 15) zijn voorzien van paltanden (20, 21), die bij het opklappen van de desbetreffende klep (7, 15) met een overeenkomstige palvertanding (22, 23) in aangrijping kunnen 15 komen om de kleppen (7, 15) in een aan het wiel aangepaste stand te vergrendelen.

2. Wielwagentje volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de voorklep (15) is voorzien van vrij draaibare rollen (26), waarvan tenminste een deel met de band 20 van het wiel in aanraking kan komen.

3. Wielwagentje volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat verscheidene evenwijdige rijen rollen (26) zijn aangebracht, waarvan de buitenste (26') kegelvormig zijn, en met de smalste zijde naar het langsmiddenvlak (3) van het 25 raamwerk (1) zijn gericht. ,8800708