NL8602613A - Vergrendelingsinrichting voor deuren of dergelijke, voornamelijk aan boord van schepen. - Google Patents

Description

% vo 8412

Vergrendelingsinrichting voor deuren of dergelijke, voornamelijk aan boord van schepen._

De uitvinding heeft betrekking op een vergrendelingsinrichting voor deuren of dergelijke, voornamelijk aan boord van schepen, met een voor elke deur centraal bedieningsorgaan en daarmede door stuurstaven verbonden, op astappen draaibare krukken.

5 Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag volgens de be staande voorschriften en normen een vergrendelingsinrichting onder toepassing van eenvoudig te maken onderdelen mogelijk te maken, waarbij door bewegen van slechts één hefboom op mechanische wijze gelijktijdig alle grendels van een deur of een luik bediend worden en bij gesloten deur 10 of luik elke afzonderlijke grendel door middel van een zelfremming het deurpaneel tegen het deurkozijn of het luikdeksel tegen het luikhoofd perst. Voornamelijk ligt aan de uitvinding het probleem ten grondslag, een weinig wegende, ruimtebesparende en met kleine krachtinspanning werkende vergrendelingsinrichting mogelijk te maken, welke zowel bij een 15 grote vervorming in het deurpaneel en bij het deurkozijn of in het luikdeksel en het luikhoofd zo ook bij het uitvallen van de afzonderlijke tot de vergrendelingsinrichting behorende delen, in functie blijft. De vergrendelingsinrichtingen kunnen zowel bij deuren op het deurkozijn of op het deurpaneel alsook bij luiken op het luikhoofd of op het luikdek-20 sel aangebracht zijn.

Een oplossing voor het gestelde probleem is, dat de vergrendelingsinrichting op het deurkozijn, op het luikhoofd of op het deurpaneel, respectievelijk het luikdeksel haaks op het deurpaneel of luikdeksel staande en evenwijdig aan de rand van het deurpaneel aangebrachte as-25 tappen heeft, waarop krukken gelagerd zijn, welke rondom het deurpaneel aan hun einden door stuurstaven verbonden zijn, en dat op de uit krukken en stuurstaven gevormde scharnierpunten op de krukken of op de stuurstaven direct ruimtelijke scharnierpunten door schuifstangen aanwezig zijn, waarbij de schuifstangen zelfs via een ruimtelijk draaibaar schar-30 nier met een grendel verbonden en in hun lengte verstelbaar zijn.

De navolgende beschrijving met de bijbehorende tekeningen hebben slechts betrekking op de bij deuren toegepaste aanduidingen. Voor luiken gelden de hiermede overeenstemmende aanduidingen, 8802613 -2- & w*

De uitvinding wordt aan de hand van meerdere in de tekening weergegeven voorbeelden in het hierna volgende nader toegelicht.

In de figuren 1 - 10 is de vergrendeling en de details daarvan bij de toepassing op een deurkozijn weergegeven. Bij een toepassing van 5 de vergrendelingsinrichting op het deurpaneel zijn de hierbij behorende grendels naar buiten wijzend aangebracht, waardoor voor het detail van een grendel met zijn aandrijvende delen een spiegelbeeld ontstaat. Getoond zijn: fig. 1 een rondom een deurkozijn verlopende vergrendelingsinrichting 10 volgens de uitvinding; fig. 2 een 2 x 45°-omkering van de grendelinrichting in de sluitstand; fig. 3 een 2 x 45° -omkering van de vergrendelingsinrichting in de open stand; fig. 4 een 90°-omkering van de vergrendelingsinrichting in de sluitstand; 15 fig. 5 een 90°-omkering van de vergrendelingsinrichting in de open stand; fig. 6 een zijaanzicht van de grendelaandrijving in de sluitstand; fig. 7 een onderaanzicht van fig. 6, waarbij de bij het deurpaneel behorende delen niet weergegeven zijn; fig. 8 een zijaanzicht van de grendelaandrijving in de open stand; 20 fig. 9 een onderaanzicht van fig. 8, waarbij de tot het deurpaneel behorende delen niet weergegeven zijn; fig. 10 een stuurstang met een in de druk- en trekrichting elastische inrichting.

De door de uitvinding gestelde problemen worden opgelost, doordat 25 volgens de figuren 1-10 loodrecht op het deurpaneel 2 verlopend, evenwijdig aan de rand van het deurpaneel 2 op het deurkozijn 1 of op het deurpaneel 2 astappen 3 aangebracht zijn, waarop krukken 4 draaibaar gelagerd zijn.

De krukken 4 bezitten in een onderling gelijke afstand ten op-30 zichte van de draaiingsas van hun astap 3 aan hun einden een ander draaipunt, waarin stuurstaven 5 draaibaar gelagerd zijn, welke de krukeinden zodanig met elkaar verbinden, dat de langsas van elke kruk 4 ten opzichte van de langsas van zijn stuurstaaf 5 in een onderling gelijke hoek staat.

35 Terwijl in de rechte bereiken van de randen van het deurpaneel op elke astap 3 een kruk 4 met twee naar elkaar toe gerichte stuurstaven 5 of met een doorlopende stuurstaaf 5 aangebracht is, hebben volgens de 8602513 -3- figuren 2 - 5 de in de omleidpunten aangebrachte astappen 3, twee uit een plaat vervaardigde krukken 4, waarbij hier de krukken 4 slechts met één stuurstaaf 5 verbonden zijn .

De langsassen van de beide krukken 4 verlopen ten opzichte van 5 de langsas van hun stuurstaaf 5 onder een hoek, waaronder ook de langsassen van de krukken 4 in het rechte bereik ten opzichte van de langsassen van him stuurstaven 5 staan.

Om op de stuurstaven 5 werkende buigende momenten te vermijden, zijn bij voorkeur in de uit de krukken 4 en de stuurstaven 5 gevormde 10 scharnierpunten a in hun lengte verstelbaar, schuif stangen 6 ruimtelijk draaibaar in een kogel- of cardanscharnier b gelagerd, waarbij de schuifstangen 6 eventueel ruimtelijk draaibaar via een kogel- of cardan-schamier c met een de deur sluitende grendel 7 verbonden zijn.

In de omleidpunten kunnen volgens figuren 2 - 5 op de stuurstan-15 gen 5 afzonderlijke krukken aangébracht worden.

De grendels 7 zijn als hefboom uitgevoerd, waarvan de draaiassen in de rechte bereiken van de rand van het deurpaneel evenwijdig en in de cirkelvormige bereiken van de rand van het deurpaneel tangentieel ten opzichte van de rand van het deurpaneel gerichte draaiingsassen bezitten. 20 De grendels 7 hebben klauwen en bezitten voor hun bediening op een gunstige afstand van de draaiingsas het kogel- of cardanscharnier c, waardoor zij met hun schuifstangen 6 verbonden zijn. Om het deurpaneel 2 tegen het deurkozijn 1 te persen, raken de klauwen van de grendel 7 bij een op het deurkozijn 1 aangebrachte grendel inrichting een in het deur-25 paneel 2 aanwezig contactvlak f, terwijl bij een op het deurpaneel 2 aangebrachte grendelinrichting de klauwen van de grendel 7 in het deurkozijn 1 aanwezige contactvlakken f raken en bewegen door een draaiing van de grendel 7 het deurpaneel 2 tegen het deurkozijn 1.

De grendels kunnen ook als prismatische lichamen uitgevoerd zijn, 30 welke in een rechtgeleiding gehouden, door middel van een wigvormige kop-zijde op de in het deurpaneel of het deurkozijn aangebrachte contactvlakken drukken en hierdoor het deurpaneel tegen het kozijn persen.

Hierbij kunnen schuifstangen met* enkelassig draaibare scharnieren aangebracht worden.

35 Voorts kunnen de grendels als hefboom uitgevoerd zijn, waarvan de draaiingsas loodrecht of onder een kleine hoek hellend ten opzichte van het vlak van het deurpaneel verloopt, waarbij de grendels een arm 860 2 6 -4- hebben, welke bij een verticale draaiingsas van de grendel op een hellend en bij een hellende draaiingsas van de grendel, op een evenwijdig aan het vlak van het deurpaneel verlopende, op het deurpaneel of op het deurkozijn aangebracht contactvlak drukt en hierdoor het deurpaneel 5 tegen het deurkozijn perst. De grendels met hun haaks op het deurpaneel verlopende draaiingsassen kunnen door schuifstangen met enkelassig draaibare scharnieren bediend worden, terwijl de grendels met een ten opzichte van het deurpaneel hellende as schuifstangen met ruimtelijk draaibare scharnieren benodigen.

10 De volgens fig. 1 voor het aandrijven van de vergrendelingsinrich- ting noodzakelijke handhefboom 10 wordt op een door het deurkozijn 1 of het deurpaneel 2 heen lopende, af gedichte as bevestigd, waarbij op deze as ook een slechts bij de vergrendelingsinrichting behorende kruk 4 draaiingsvast met de as en de handhefboom 10 aangebracht is, dan wel, 15 dat de handhefboom 10 met een eigen kruk in een stuurstaaf 5 ingrijpt.

De handhefbomen zijn zodanig aangebracht, dat zij door hun eigen gewicht op de vergrendelingsinrichting een kracht in de schuif richting uitoefenen.

Voor de beweging van de grendel 7 vanuit de open stand (fig. 8) , waarbij de grendels 7 niet in de binnendeuropening reiken, tot in hun 20 sluitstand, benodigt de vergrendelingsinrichting slechts een kleine verdraaiingshoek van de krukken 4, zodat ook de handhefboom 10 tezamen met het vergrendelingssysteem op een met de voorschriften overeenstemmende verdraaiingshoek ingesteld kan worden.

Om voor de grendels 7 een zelfremming te verkrijgen, worden de 25 krukken 4 en de schuifstangen 6 over een stand gedraaid, waarbij de langsassen van de schuifstangen 6, loodrecht op het deurpaneel 2 gezien, op één lijn verlopen, waarbij de langsassen van de krukken 4 en de schuifstangen 6 gestrekt verlopen en hierdoor de grootste aanpersdruk bereikt wordt. Na het overschrijden van deze stand, worden de krukken 4 en 30 schuifstangen 6 door tegenlagers 8 in hun beweging begrensd. Door de elasticiteit van de nu voorgespannen deurafdichting 9 wordt een kracht via de grendels 7 in de schuifstangen 6 en de krukken 4 geleid, welke de krukken 4 tegen de tegenlagers 8 perst, waardoor een zelfremmende werking optreedt.

35 In de stand van de grootste aanpersdruk kunnen ook de langsassen van de krukken 4 en de schuifstangen 6 elkaar bedekken.

8602613 % ^ -5-

TerwijX de krukken 4 en de schuifstangen 6 over hun gestrekte of elkaar bedekkende stand bewogen worden, kunnen zij bij een kleine bedie-ningskracht op de handhefboom 10 zeer grote aanpersdrukken ontwikkelen, waardoor bij een deurafdichting 9 met een hoge reactiekracht een opti-5 male afdichting voor een deur verkregen wordt..

Opdat de grendels 7 rondom het deurpaneel 2 tegen het deurkozijn 1 kunnen persen, hebben de scharnieren langwerpige gaten, waardoor het deurpaneel 2 ook in dit bereik haaks op het vlak van het deurpaneel 2, beweeglijk is. Om bij verstoring van een schamierstaaf 5 de functie van 10 de vergrendelingsinrichting te waarborgen, zijn de einden van de kruk 4 rondom door stuurstaven 5 verbonden. Omdat bij laadonnauwkeurigheden klemmen in de vergrendelingsinrichting kan optreden* is volgens de uitvinding (zie fig. 1), een stuurstaaf 11 in een vergrendelingsinrichting in de druk- en trekinrichting door middel van voorgespannen veren elas-15 tisch uitgevoerd. Door een volgens fig. 10 aangebracht veersysteem, kunnen zowel in de trek- alsook in de drukrichting de voor de bediening van de grendels 7 noodzakelijke krachten overgedragen worden, waarbij een lengteverandering van de stuurstaaf 11 pas bij aanzienlijk grote krachten, bijvoorbeeld bij klemkrachten, optreedt. Het veersysteem van 20 de stuurstaaf 11 is op eenvoudige wijze verstelbaar uitgevoerd.

Volgens fig. 10 is de stuurstang 11 gedeeld uitgevoerd, waarbij een deel van de stuurstaaf 11 met een holle cilinder 12 in axiale richting is vastgeschroefd, waarin een met het andere deel van de stuurstaaf 11 verbonden zuiger 13 door schotelveren 14 of andere elastische lichamen 25 aan weerszijden belast, axiaal beweeglijk gelagerd is. De met de zuiger 13 verbonden stuurstaaf 11 is op zijn beurt in een bus 15 axiaal beweeglijk gevoerd, waarbij de bus 15 met de holle cilinder 12 in axiale richting is vastgeschroefd en door een verdraaiing van de bus 15 de in de holle cilinder 12 zich bevindende schotelveren 14 voorgespannen kunnen 30 worden. Na het voorspannen van de schotelveren 14, kan de aan de holle cilinder 12 vastgeschroefde stuurstaaf 11, door een verdraaiing, de lengte van de gehele stuurstaaf 11 veranderen. Een fijnregeling kan door een verdraaiing van de bus 15 in de holle cilinder 12 plaatsvinden. De instelwerkzaamheden worden vergemakkelijkt, wanneer de draairichting 35 van de schroefdraad in de holle cilinder 12 voor het deel van de stuurstaaf 11 en de draairichting van de schroefdraad in de holle cilinder 12 voor de bus 15 onderling tegengesteld verloopt.

8602313

Claims (7)

1. Verdraaiingsinrichting voor deuren, of dergelijke, voornamelijk aan boord van schepen, met een voor elke deur centraal bedieningsorgaan en daarmede door stuurstaven verbonden op astappen draaibare krukken, met het kenmerk, dat de vergrendelingsinrichting op het deurkozijn (1), 5 op het luikhoofd of op het deurpaneel (2), respectievelijk het luikdek-sel haaks op het deurpaneel (2) of luikdeksel staande en evenwijdig aan de rand van het deurpaneel (2) aangebrachte astappen (3) heeft, waarop krukken (4) gelagerd zijn, welke rondom het deurpaneel (2) aan hun einden door stuurstaven (5) verbonden zijn, en dat in de uit krukken (4) 10 en stuurstaven C5) gevormde scharnierpunten (a) op de krukken (4) of op de stuurstaven (5) direct ruimtelijke scharnierpunten (b) voor schuif-stangen (6) aanwezig zijn, waarbij de schuifstangen (6) zelf via een ruimtelijke draaibaar scharnier (c) met een grendel (7) verbonden en in een lengte (bij d) verstelbaar zijn (fig. 1, 6).

2. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door de schuifstangen (6) aangedreven grendel (7) als hefboom is uitgevoerd, welke in rechte bereiken van de rand van het deurpaneel een evenwijdig en in het ronde bereik van de rand van het deurpaneel een tangentiaal ten opzichte van de rand van het deurpaneel gerichte draai-20 ingsas heeft, waarbij de grendel (7) een klauw heeft, welke in een op het deurpaneel (2) of in het deurkozijn (1) uitgevoerd contactvlak (f) ingrijpt (fig. 6).

3. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de door de schuifstang (6) aangedreven grendel (7) als prismatisch 25 lichaam met een wigvormige kopzijde uitgevoerd is, welke in een recht-geleiding gehouden, op een in het deurpaneel (2) of in het deurkozijn (1) aangebracht contactvlak (f) drukt en hierdoor het deurpaneel (2) tegen het deurkozijn (1) perst.

4. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de door de schuifstangen (6) aangedreven grendel (7) om een haaks of onder een kleine hoek hellend ten opzichte van het vlak van het paneel verlopende as draaibaar uitgevoerd is, waarbij de grendel (7) een hefboom heeft, welke bij een verticale draaiingsas van de grendel (7) 860 2 8 1 3 '"£· -7- op een hellend en bij een hellende draaiingsas van de grendel (7) op een evenwijdig aan het vlak van het deurpaneel verlopend, op het deurpaneel of op het deurkozijn aangebracht contactvlak (f) drukt en hierdoor het deurpaneel tegen het deurkozijn perst.

5. Vergrendelingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elke grendel (7) in zijn gesloten stand door een zelf remming geborgd is, doordat de de grendel (7) aandrijvende schijf stang (6) en de met de schuif stang (6) verbonden kruk {4} over een stand ten opzichte van een tegenlager (8) gedraaid zijn, waarbij de langsassen van de 10 schuifstang (6) en de kruk (4) gestrekt verlopen of elkaar bedekken en dat hierbij de kruk (4) en de schuifstang (6) door door een voorgespannen deurafdichting (9) ontwikkelde, op de grendel (7) inwerkende reactiekracht tegen het tegenlager (8) geperst worden (fig. 7}.

6. Vergrendelingsinrichting volgens één van de conclusies 1-5, 15 met het kenmerk, dat deze een stuurstang (11) heeft, welke in de druk- en trekrichting door middel van voorgespannen veren bij het overschrijden van een gegeven kracht in zijn lengte veranderlijk is (fig. 1, 10).

7. Vergrendelingsinrichting volgens één van de conclusies 1 - 6, met het kenmerk, dat deze een gedeelde stuurstaaf (11) heeft, waarbij 20 een deel van de stuurstaaf (11) aan een holle cilinder (12) in axiale richting vastgeschroefd is, waarin een aan weerskanten door schotel veren (14) of andere geschikte, elastische lichamen (14) belaste zuiger (13) axiaal beweeglijk gelagerd en met het andere deel van de stuurstaaf (11) vast verbonden is en waarbij de met de zuiger (13) vast verbonden 25 stuurstaaf (11) axiaal beweeglijk is en in een aan de holle cilinder (12) in axiale richting vastgeschroefde bus (15) gelagerd is (fig. 10). 3302313