NL8002648A - Inrichting voor het vergrendelen van een zwenkdeur. - Google Patents

Description

80.3168/M/jz v> i

Korte aanduiding: Inrichting voor het vergrendelen van een zwenk- deur.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het vergrendelen van een zwenkdeur, omvattende vergrendelingselementen die enerzijds aan het deurkozijn en anderzijds aan het blad van de deur zijn aangebracht· Bij een dergelijke inrichting is het bekend 5 dat het uitzwaaien van de zwenkdeur geschiedt met behulp van een draaikolom. Deze kolom wordt verdraaid door een in de asrichting van de zuil aangebrachte aandrijving met een schuifzuiger en een in de drukas aangebracht schroefdraad mechanisme. Het is ook bekend de draaikolom te verdraaien door een zwenkmotor die in axiale 10 richting van de kolom is aangebracht,welke motor is voorzien van middelen die de schuif- en de draaibeweging verschaffen. Wanneer het blad van de zwenkdeur zijn sluitstand heeft bereikt, dan heeft de aandrijfinrichting de neiging het blad van de zwenkdeur nog iets op te heffen. Deze hefbeweging wordt op bekende wijze gebruikt om 15 een vergrendeling van de deur tot stand te brengen.

In een bekende inrichting voor het vergrendelen van een zwenkdeur bestaan de vergrendelingselementen uit een tap en een wigvlak waarbij de tap is aangebracht aan het deurkozijn en waarbij het wigvlak is aangebracht aan het blad van de deur. Wanneer dan de 20 klapdeur zijn sluitstand heeft bereikt dan wordt door het passeren van de tap langs het nokvlak een vergrendeling van het blad van de deur in de sluitstand bewerkstelligd.

In deze uitvoeringsvorm treden er betrekkelijk grote krachten op bij de tap. Daar komt nog bij dat de horizontale sluit-25 druk van de zwenkdeur moet worden opgevangen met behulp van extra, aan de bovenkant van het deurkozijn aangebrachte steunmiddelen, bijvoorbeeld aanslagen. Hiermede wordt voorkomen dat de afdichtingen van de deur niet overmatig worden belast. Daar komt nog verder bij dat in het bijzonder bij enigszins boogvormige deuren gevreesd moet 30 worden voor een verbuiging van het blad van de deur wanneer in de 800 2 6 48 - 2 - i sluitstand van de deur de sluitdruk niet wordt gevangen in de wig-viakken.

De uitvinding beoogt een vergrendelinrichting te verschaffen voor een zwenkdeur waarbij enerzijds de aanwezigheid 5 van extra steunmiddelen aan het raamkozijn kunnen worden vermeden en anderzijds wordt gewaarborgd dat door de sluitdruk van de deur de afdichtingen en het deurblad zelf niet bovenmatig worden belast.

Deze oogmerken worden volgens de uitvinding bereikt doordat de vergrendelingselementen bestaan uit wigvormige neuzen en door* 10 dat de aan het raamkozijn aangebrachte neus is voorzien van een uitsteeksel dat grijpt voorbij de andere neus, welk uitsteeksel een aanslag vormt voor het aan het blad van de deur aangebrachte ver-grendelingselement.

Door deze maatregelen wordt bereikt dat tegen het einde 15 van de sluitbeweging gedurende welke het blad van de deur een kleine hefbeweging uitvoert, de beide neuzen in ingrijping komen en anderzijds echter de ene neus in aanraking komt met het uitsteeksel zodat daardoor een afsteuning van het blad van de deur wordt bereikt en aldus een overbelasting van de afdichtingen van de deur ten gevolge 20 van de sluitdruk wordt vermeden.

Om het inlopen van de ene neus op de andere bij de hefbeweging te vergemakkelijken, kan het uitsteeksel aan het betrokken wrijvingsvlak zijn voorzien van een inlegstuk dat de wrijving vermindert, b.v. een plaat uit kunststof of brons.

25 De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin een uitvoeringsvorm is afgebeeld.

Fig. 1 toont het blad van een zwenkdeur van binnenuit gezien, waarbij een vergrendelinrichting aanwezig is.

Fig. 2 toont afzonderlijk en op vergrote schaal de 30 vergrendelinrichting.

Zoals te zien in Fig. 1 wordt de zwenkdeur 1 verdraaid 800 2 6 48 * £ - 3 - met behulp van enkele aan de draaikolom 2 aangebrachte zwenkarmen 3. De aandrijving van de kolom 2 geschiedt met behulp van een schuifzuiger-aandrijving 4 en van een niet afgebeelde in de draaikolom aangebracht schroefmechanisme dat zorgt voor de draaibeweging 5 van de kolom 2.

Aan het einde van de sluitbeweging heeft de schuifzuiger aandrijving 4 de neiging nog verder druk uit te oefenen in de richting van de hartlijn van de kolom 2. Deze slagbeweging wordt benut voor het vergrendelen. Hiervoor zijn aan het blad van de 10 deur respectievelijk aan het deurkozijn de neuzen 5 resp. 6 aangebracht die tegen het einde van de sluitbeweging en bij het uitvoeren van de hefbeweging van de deur in ingrijping komen. De aan het kozijn aangebrachte neus 5 is daarbij voorzien van een uitsteeksel 7 die reikt voorbij de andere neus 6. Dit uitsteeksel 15 7 vormt een aanslag voor het aan het blad van de deur aangebrachte vergrendelingselement, d.w.z. de neus ó. Hierdoor zijn de afdichtingen van de deur in de sluittoestand ontlast.

Het uitsteeksel 7 dat ligt tegenover de neus 6 heeft nog een inlegstuk 8 dat gevormd wordt door een materiaal met een 20 wrijvingsverminderende werking.

-conclusies 800 2 6 48

Claims (2)

1. Inrichting voor het vergrendelen van een zwenkdeur, voorzien van vergrendelingselementen die enerzijds aan het deurkozijn en anderzijds aan het blad van de deur zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de vergrendelings- 5 elementen worden gevormd door wigvormige neuzen (5, 6) en dat de aan het kozijn aangebrachte neus (5) is voorzien van een uitsteeksel (7) dat reikt voorbij de andere neus (6), welk uitsteeksel een aanslag vormt voor het aan het blad van de deur aangebrachte vergrendelingselement. 10

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het uitsteeksel (7) is voorzien van een inleg-stuk (8) met een wrijvingsverminderende werking, 800 2 6 48