NL8402711A - Schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatieplaat uit flexibele schuimkunststof met een in de richting van de lengteas geplaatst op een gleuf en spie gelijkend sluitingssysteem. - Google Patents

Description

* i" ,« VO 6485.

Schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatieplaat uit flexibele schuimkunststof met een in de richting van de lengteas geplaatst op een gleuf en spie gelijkend sluitingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een schuimstofisolatiebuis en schuimstofisolatieplaat met een ia de richting van de lengteas geplaatst op een gleuf en spie gelijkend sluitingssysteem.

Verwarmings-, resp. koelsystemen worden thans door de meest 5 uiteenlopende, om de buizen resp. kanalen te leggen resp. te trekken -isolatiebuizen resp. isolatieplaten tegen warmte- resp. koudeverliezen geïsoleerd. De bekendste en thans meest toegepaste isolatiebuizen resp. isolatieplaten bestaan uit samengevoegde steenwol resp. glasvezels, of uit een verscheidenheid van kunststoffen, b.v. op basis van rubber, 10 synthetische rubber of andere kunststoffen of uit minerale schuimen. Buisisoleringen worden ofwel als halve schalen of als rondom-schalan, die in de richting van de lengteas opengesneden zijn, vervaardigd.

Voor de isolatie van luchtkanalen worden geprefabriceerde platen uit hetzelfde materiaal aangeboden. De isolatie van de buizen geschiedt · 15 door de opengesneden buis om de te isoleren buis te slaan resp. door zijwaarts aanbrengen van de isolatieplaten op de te isoleren kanalen.

Na het omslaan resp. aanbrengen van isolatiebuizen of van isolatieplaten moet de open spleet resp. moeten de spleten gesloten worden, om een goede bevestiging op de te isoleren buis resp. het kanaal te waarborgen.

20 De spleet moet bovendien afdichtend gesloten worden, opdat een onberispelijke isolatie ook bij de spleet gewaarborgd is en vermeden wordt, dat vocht via de spleet van de isolatiebuis het te isoleren systeem binnen kan dringen.

De sluiting van deze spleten geschiedt thans in de praktijk in 25 het algemeen zo, dat ofwel de isolatielaag met een geschikt materiaal wordt omwikkeld of een zelfklevende band uit geschikt materiaal over de spleet wordt aangebracht. Dit dient zowel verricht te worden voor een in de lengterichting verlopende spleet alswel voor de contact-plaatsen van de afzonderlijke isolatiebuisstukken. Dikwijls wordt 30 de sluiting van de spleet ook bereikt door, bij plaatsing van de isolatie de vlakken van de contactplaatsen met een geschikte lijm of kleefstof te bestrijken en deze dan met de hand samen te drukken, 8402711 - - ............

ï 'i - 2 - totdat de verlijming resp. kleving houdt. Sr zijn verder isolatiebuizen resp. -platen, waarop aan hun werkzijde met een zelfklevende strip zijn uitgevoerd, welke voor de helft op de buis is aangebracht en waaraan de andere helft een beschermingsfolie draagt. 3ij de plaatsing 5 trekt men de beschermingslaag van de ene helft van de kleef strip af, slaat de isolatiebuis om de te isoleren buis en drukt dan de van de beschermingsstrip ontdane uitstekende helft van de kleefstrip op het tegenoverliggende isoleerbuisstuk, zodanig, dat de spleet goed gesloten is.. Er zijn bovendien isoleerbuizen, waarop door oplassen 10 een z.g. ritssluiting is aangebracht.

De tegenwoordig in de praktijk gebruikelijke sluitsystemen hebben, echter aanzienlijke nadelen, in hét bijzonder de volgende: (a) Het is niet gewaarborgd, dat altijd zorgvuldig wordt gewerkt·. Daarom: komt het steeds weer voor, dat oppervlakte-verlijmingen 15 van de contactplaatsen bij de spleet niet volledig zijn en open plaatsen overblijven. Bovendien treedt, bij een dergalijke verlijming van de con-tactvlakken van. de spleet, door het opbrengen van lijm resp.. kleefstof door de aard daarvan een verharing op,, waardoor een koude resp. warmtebrug wordt gevormd, welke op deze plaats beter geleidt dan. het isoleer- 20 materiaal zelf en daardoor warmte resp. koude naar buiten afvoert.

(b) Bij het afsluiten door kleeffolie gebeurt het steeds weer, dat de contactplaatsen van de buisspleten niet vooraf geheel zijn aangedrukt, zodat z.g. luchtbruggen ontstaan. Daardoor treden weer koude resp.. warmtebruggen op.

20 (c) Het plaatsen door. middel van deze sluitingssystemen is kostbaar, omdat het plaatsen relatief langzaam vordert.

(d) Het gebeurt ook steeds weer, dat de op de bouwplaats opgeslagen isoleerbuizen resp. platen onder het stof'komen-te liggen. Indien men bij de verlijming van de spleet de buizen resp. platen niet vooraf 25 volledig van stof heeft ontdaan, kleeft het zelfklevende folie onvolledig en opent de spleet zich naderhand.

(e) Het is verder bekend, dat isolatiebuizen door kunststof- of metaalklemmen worden samengedrukt. Bij deze wijze van sluiting is het gevaar nog groter dat luchtbruggen ontstaan. Ook hiermee is dus. een 30 zorgvuldige isolatie niet gewaarborgd.

(f) - De omwikkeling van isolatiebuizen na het plaatsen met geschikte metaal- of kunststoffen is buitengewoon tijdrovend en kostbaar.

3402711 - 3 - *· *

In het DE-PS' 25 ‘03 425 is voorgesteld om. deze. nadelen- op te heffen, door de - bui sspleet volgens het principe-van gleuf- en spie uit te voeren, waarbij;:.-^ gleuf en. de spie ondersneden, b.v. als- bij een zwaluwstaart, kunnen zijn uitgevoerd, die dan ais snapverbinding moeten werken.

5 Schuimstofisolatiebuizen met een dergelijke gleuf- en spie - vormgeving worden tot nu toe in de praktijk nog niet gebruikt, waarschijnlijk omdat dergelijke gleuf - en spiesystemen bij schuimstoffen niet als "snapslui-ting" kunnen fungeren en wel daarom niet, omdat bij harde schuimstoffen bij het samenvoegen de ondersnijdingen worden afgebroken en bij 10 flexibele schuimstoffen de ondersneden spie niet star genoeg is om in de ondersneden gleuf te worden gedrukt.

Doel van de uitvinding om schuimstofisolatiebuizen en platen uit flexibele schuimen met gleuf- en spiesluitsystemen te verschaffen, die daadwerkelijk in de praktijk kunnen worden gebruikt en waarbij 15 het gleuf- en spiesysteem als echte snapverbinding fungeert.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de spie uit een starrer resp. stijver materiaal bestaat dan het materiaal waaruit de gleuf bestaat, of indien de spie uit hetzelfde materiaal als de isolatieschuimstof bestaat, deze is versterkt, 20 resp. verstijfd.

Onderwerp van de onderhavige uitvinding zijn daarom schuimstofisolatiebuizen resp. schuimstof.isolatieplaten uit flexibele schuim-kunststof met een in de richting van de lengteas geplaatst gleuf- en spie- sluitsysteem, waarbij de gleuf en de spie ondersneden kunnen zijn en die 25 daardoor gekenmerkt zijn, dat de spie uit een starrer resp. stijver materiaal bestaat dan het materiaal van de gleuf of, indien de spie uit hetzelfde materiaal bestaat als de isoleer schuimstof, deze versterkt, verstijfd wordt.

Om te bewerkstelligen, dat de spie starrer resp. stijver dan 30 het materiaal van de gleuf is, wordt op de spie, die uit het schuim-materiaal gelijktijdig met de gleuf is vervaardigd een versterkende laag aangebracht, wordt een inwendige versterking aangebracht of wordt de spie vervaardigd uit een starrer resp. stijver materiaal dan het materiaal van de schuimstofisolatiebuis resp. de schuimstofisolatie-35 plaat.

In het laatste geval wordt b.v. een schuimfcunststofprofiel, waarvan de dichtheid b.v. 25-100% hoger is dan die van de schuim- 8402711 - 4 - i » » .

i stofisolatiebuis resp. de schuimstofisolatieplaat, op het tegenover de gleuf liggende vlak gelast of gelijmd.. Een derlijke uitvoeringsvorm verdient volgens de uitvinding de voorkeur. In plaats van het schuimkunststof profiel kan echter ook een gesloten kunststofslang 5 of een in de lengterichting open kunststof slang, indien deze star genoeg is, worden aangelast resp. gelijmd. Datzelfde geldt b.v. voor een gesloten of in lengterichting open kunststof-, metaal- of glasvezelbuis, die na aanlassen resp. verlijmen de gewenste spie vormt. Er kan b.v. ook een gesloten of open aluminium- of koperbuis 10 als spie wórden gebruikt, in het geval het gewenst is, dat de isolatie-buis of de isolatieplaat een zekere starheid heeft. Bovendien kunnen de als spie aangebrachte open of gesloten buizen, indien noodzakelijk, voor opname van leidingen, b.v. van meet- of meldapparatuur, dienen.

De voomoemde beschreven, als spie dienende schuimkunststof-15 profielen, zoals de kunststof slang en de verscheidene gesloten en open buizen, kunnen ook van een doorgaande of alternerend onderbroken of driehoek suit sparingen bezittende strip zijn voorzien, die b.v. in een spleet kan worden ingeschoven en worden verlijmd, die vooraf in een tegenover de gleuf liggend vlak in de kunststof is aangebracht.

20 De strip kan zich daarbij in het geval van een schuimkunststofprofiel tot in het profiel uitstrekken. In een dergelijk geval verkrijgt het profiel door de strip een verhoogde stijfheid, die· het inschuiven van het profiel in de gleuf zonder problemen toelaat.

Ook is het mogelijk, een overeenkomstig, eventueel door een 25 gemeenschappelijke las verbonden dubbel profiel (massief of hol, gesloten of open) te gebruiken, nl. dan, indien volgens de uitvinding •in de isolatiebuis resp. isolatieplaat een extra gleuf is aangebracht, zodat het dubbelprofiel aan weerszijden in de tegenoverliggende sleuven van de spleetvlakken ingrijpt.

30 Indien in bijzondere gevallen een verkleving van gleuf- en spie gewenst is, dan kan het kleefmiddel op één van de gleufvlakken en/of op :de spievlakken worden aangebracht, eventueel als zelfklevende strip met aftrekbaar beschermingsfolie, die b.v. uit papier kan bestaan. Vanzelfsprekend kan het kleefmiddel ook een smeltlijm, 35 b.v. in de vorm van een aangebrachte folie of vliesstrip zijn, die bij het plaatsen van de isolatiebuis resp. plaat door middel van een warme luchtbron geactiveerd kan worden en door op elkaar drukken 8402711 * κ - 5 - met elkaar verlijmd kunnen worden. In plaats van smeitlijm kan echter ook magnetische lak worden gebruikt. Natuurlijk kan de gleuf en/of spie ook met andere gebruikelijke kleefstoffen op de gebruikelijke wijze worden verkleefd.

5 Indien gleuf- en spie uit hetzelfde materiaal bestaan en op de spie een verstijvende laag is aangebracht, kan gedurende de continue vervaardiging van de isolatiebuis resp. isolatieplaat in één werk-öoorgang allereerst een gleuf- en spie-onderbreking in de richting van de lengteas van de isolatiebuis resp. isolatieplaat worden aan-10 gebracht in elke gewenste vorm, hoekig, rond, ovaal, etc. door middel van een eenvoudige gloeidraad resp. een gloeilamel, in het bijzonder wanneer de isolatiebuis resp. isolatieplaat uit thermoplastisch schuimkunststoffen beslaat. Vervolgens kan in het geval van een isolatiebuis deze worden opengeklapt en op de spie een deklaag worden 15 aangebracht, men deze laat uitharden en tenslotte de spie in de gleuf wordt gebracht. Bij het vervaardigen van de sleuf en de spie dient erop te worden gelet, dat de temperatuur van de gloeidraad, resp. de gloeilamel precies overeenkomt met het smeltpunt van het materiaal tijdens de extrusie daarvan. Daarbij moet de temperatuur in verhouding 20 tot het smeltpunt van het materiaal en de doorloopsnelheid worden geregeld. In plaats van het gebruik van gloeidraden resp. gloeilamellen, kunnen voor de produktie van gleuf- en spie ook ultrasone systemen resp. laserstralen worden gebruikt. Het is slechts belangrijk, dat bij de langsdeling tezamen met de produktie van gleuf- en/of spie 25 wordt vermeden, dat b.v. door oververhitting van de gloeidraden, resp. gloeilamellen teveel materiaal wordt weggesmolten.

Overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding kunnen de op de voomoemde beschreven wijze verkregen spieën ook worden verstijfd door de spie gelijktijdig bij de pro-30 duktie in de lengterichting te halveren en dat bovendien de halverings-spleet via de spie in de spiedragende buisschaal te laten reiken. In de zo verkregen halveringsspleet worden vervolgens versterkings-strips aangebracht met overeenkomstige afmetingen en aan beide zijden voorzien van kleefmiddelen of op lastemperatuur te verhitten 35 versterkingsstrips en deze worden dan door aandrukken van de buisschaal met de beide spiedelen verbonden. De versterkingsstrips kunnen glad zijn of ter verhoging van de stijfheid loodrecht op de 8402711 - 6 - é i lengteas gewelfd zijn, zodat de strip zich bij buiskrommingen zonder problemen aan de buiging kan aanpassen. De versterkingsstrip kan zoals eerder, beschreven, zijn voorzien van uitsparingen of de strip kan b.v. een gewelfde gatenband zijn. In vele gevallen kan het echter 5 bijzonder voordelig zijn, in plaats van versterkingsstrips een continu zigzagvormig gebogen relatief star kunststofkoord of een overeenkomstig gebogen metaaldraad in de halveringsspleet vast aan te brengen. Op deze wijze is enerzijds gewaarborgd, dat de spie, in het bijzonder bij ondersneden spieën, deze bij de voet van de spie de nood-10 zakelijke· stijfheid bezitten, om in de gleuf te kunnen worden ingébracht en anderzijds is gewaarborgd, dat met de isolatiebuis nog lichte buigingen kunnen worden gemaakt.

In plaats van het inbrengen van een gerede versterkingsstrip resp. -draad, etc. kan echter ook door het inbrengen van een uit-15 hardende kunststof in de buisschaal doorlopende halveringsspleet een overeenkomstige versterking resp. verstijving worden bewerkstelligd, welke gelijktijdig de halveringsspleet na vaste verkleving resp. uitharding verstijft. De hiervoor geschikte kunststoffen zijn de deskundige bekend.

20 De buiseinden zijn volgens de uitvinding bij voorkeur zo gevormd, dat ze in het bijzonder bij dikke buizen aan het einde een ringgleuf en aan het andere einde een overeenkomstige ringspie hebben, waarbij de ringspie overeenkomstig de volgens de uitvinding in de richting van de lengteas aangebrachte spie is gevormd en wel 25 betreffende de vormgeving, alsook betreffende de versterking resp. verstijving.

In plaats van een ringgleuf en ringspie. kan echter ook het ene buiseinde van buiten, b.v. tot de helft van de isolatiebuis -wanddikte, worden afgefreesd en het andere buiseinde overeenkomstig 30 van binnen worden afgefreesd, zodat een overlappings-insteekverbin-ding ontstaat, die vanzelfsprekend ook op dezelfde wijze verkleefd kan worden, zoals bij het langs-gleuf- en spiesysteem en het ringgleuf- en spiesysteem.

De uitvinding wordt verduidelijkt aan de hand van een tekening. 35 De uitvinding blijft echter niet tot de weergegeven uitvoeringsvormen beperkt.

In de tekening toont: fig. 1 een dwarsdoorsnede van een gedeeltelijk in de lengte- 8402711 φ * 7 richting opengeklapte flexibele schuinstofisoiatiebuis 1 met een volgens de uitvinding aangelaste of aangekleefde starre resp. stijve schuimkunststof-spie 2, die in de gleuf 3 ingrijpt; fig. 2 een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de flexibele 5 schuimstofisoiatiebuis 1 met de in lengterichting open, aangelaste of verkleefde spie 2? fig. 3 een dwarsdoorsnede van een deel van de flexibele schuimstof isoiatiebuis 1 met een inwendig holle, aangelaste of verkleefde spie 2, welke b.v, een polyethyleenbuis kan zijn; 10 fig. 4-6 dwarsdoorsneden van een flexibele schuimstofisolatie- buis 1, waarbij de spie -2 met. daarin aangebrachte versterkingsstrip 4 zich in de gleuf bevindt; fig. 7-9 doorsneden van delen uit flexibele schuimstofisolatie-buizen 1 met de gleuf 3, waarin gedeeltelijk een smeltverkleving 5 15 is aangebracht; fig. 10-13 een doorsnede van twee langszijden van twee flexibele schuimstof isolatieplaten 6, waarbij in de ene de gleuf 3 is aangebracht en op de andere de bijbehorende, opgelaste spie 2 is aangebracht, waarbij de spie 2 uit eerder beschreven en aangegeven materialen kan 20 bestaan; fig. 14 een dwardoorsnede van twee langszijden van twee flexibele schuimstof isolatieplaten 6, waarvan- in· de ene een gleuf 3-'is aangebracht en op de ander een spie 2. De spie 2 draagt een strip 7, die in een in de flexibele schuimstofisoiatieplaat 6 aangebrachte spleet is verkleefd; 25 fig. 15. een doorsnede van twee flexibele schuimstof isolatie platen 6, waarin gleuven 3 zijn aangebracht, waarin het dubbelprofiel 8, dat bol of hol, gesloten of open kan zijn, als dubbelspie wordt ingeschoven. Voor flexibele schuimstofisolatiebuizen 1 zijn zulke dubbel-profleien 8 eveneens toepasbaar, waarbij echter bij voorkeur de 30 middelpunten van de beide profielen van het dubbelprofiel 8 op één cirkellijn liggen, waarvan het middelpunt met het middelpunt van de schuimstof isoiatiebuis 1 overeenkomt; fig. 16 een dwarsdoorsnede van de langszijden van twee flexibele schuimstofisolatieplaten 6 met gleuf 3 en spie 2, waarbij de spie 2 35 uit de schuimstofisoiatieplaat 6 is gesneden en waarin ter verstijving een versterkingsstrip 4 is aangebracht welke van de voorzijde van de spie 2 in de flexibele schuimstofisoiatieplaat 6 steekt; 8402711 — — M^M^— - 8 - ! 6 7 fig. 17 een dwarsdoorsnede van een deel van een luchtschacht 9, welke door flexibele schuimstofisolatieplaten 6 omgeven is, waarbij de gleuf 3 en de spie 2 een verstekverbinding vormen en waarbij in de spie 2 een versterkingsstrip 4 is aangebracht, welke in de flexibele 5 schuimstofisolatieplaat 6 reikt; fig. 18 een langsdoorsnede van twee in elkaar stekende, overeenkomstig afgefreesde einden· van een flexibele schuimstofisolatie-buis 1; fig. 19-21 een dwarsdoorsnede van een. cubbelgleuf-dubbelspie-10 over lappingssys teem.

De b.v. in de figuren 1-3 weergegeven schuimstofisolatiebuis wordt bij de continue fabricage van de buis in de vervaardigings— richting aan de bovenzijde geheel doorgezaagd, vervolgens door een openhoudinrichting ter plaatse van de spleet enige centimeters uit 15 elkaar gedrukt. Een kogelfrees freest dan op de millimeter nauwkeurig een gleuf in de ene zijde van de buiswand. Op de tegenover liggende zijde van de spleet wordt vervolgens als spie een schuimstof resp. kunststofprofiel door verkleven, of door thermisch lassen continu aangebracht.. Dit schuimstof. resp. kunststof prof iel wordt-continu van 20 een rol af gerold en opgebracht. Na het aanbrengen van de gleuf en het opbrengen van het spieprof iel' wordt, door uitwendige druk de buis weer gesloten en loopt in lijn verder . D'e gleuf en de overeenkomstige spie behoeven niet noodzakelijkerwijs rond te zijn, maar kunnen iedere gewenste vorm bezitten, d.w.z. ovaal of. hoekig. Als flexibele 25 schuimstof voor de isolatiebuizen resp. platen kunnen polyalkenen, b.v. polyethyleen of polyerithan of andere geschikte kunststoffen worden gebruikt.

s Overeenkomstig een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding kunnen gleuf en,spie, die in de richting van de lengteas 30 geplaatst zijn, ook als overlappingssystemen zijn gevormd, zoals uit de figuren 19-21 blijkt, waarbij vanzelfsprekend ook andere dan de hier weergegeven overlappingsvormen mogelijk zijn. De in.de figuren 19-21 weergegeven overlappingssystemen stellen een kwasie dubbel gleuf- en spie-systeem voor, waarbij de gleuven·· volgens .de verschillende-35 eerder beschreven uitvoeringsvormen versterkt kunnen zijn en waarop smeltverkleving of magneetlak kan worden aangebracht. Bij verschillende overlappingssystemen volgens de uitvinding is het echter ook mogelijk, 8402711 - . * - 9 - van versterkingen van de spie rasp. spieën af te zien, zoals dat b.v. bij de uitvoeringsvormen volgens figuren 19 en 20 het geval kan zijn, wanneer de schuimstof niet te weekelastisch is.

8402711

Claims (10)

1. Schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatieplaat uit flexibel schuimkunststof -met een in de richting van de lengteas geplaatst op een gleuf- en spie gelijkend sluitingssysteem, waarbij de gleuf- en spie onder sneden kunnen· zijn, met het kenmerk, dat de spie uit een starrer; 5 resp.. stijver materiaal is gevormd dan het materiaal waaruit de gleuf is gevormd, of indien de spie· uit hetzelfde materiaal als de isolatie— schuimstof bestaat deze versterkt, resp. verstijfd is.

2. Schuimstofisolatiébuis resp. -plaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de spie uit hetzelfde materiaal met dezelfde dicht- 10 heid als de gehele schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatie-plaat bestaat, waarbij echter tevens in de langsrichting door het midden van de spie een versterking is aangebracht, die bovendien nog in de buisschaal zelf, waarop zich de spie bevindt, doorloopt.

3. Schuimstofisolatiebuis resp. -plaat, met het kenmerk, dat de 15 spie uit hetzelfde materiaal met dezelfde dichtheid als de gezamenlijke schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatieplaat bestaat en daarbij een verstijvende deklaag draagt.

4. Schuimstofisolatiebuis resp. -plaat, met het kenmerk, dat de spie een aangelaste of aangekleefde schuimstof prof.iel streng is, 20 welke starrer, resp. dichter dan de schuimstofisolatiebuis resp. schuimstofisolatieplaat is.

5. Schuimstofisolatiebuis resp. -plaat volgens conclusie 1-4, met het kenmerk, dat de.gleuf en de spie in dwarsdoorsnede rond zijn..

6. Schuimstofisolatiebuis resp. -plaat volgens conclusie 1, met 25 het kenmerk, dat de spie een aangelaste of aangekleefde gesloten of open kunststofslang is,

7. Schuimstofisolatiebuis resp.—plaat, volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de spie een aangelaste of aangekleefde gesloten of open kunststof-, metaal- of glasvezelbuis is.

8. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat een buiseinde van buiten is afgefreesd en dat een ander buiseinde tot de overeenkomstige wanddikte als buizen van binnen is. afgefreesd, zodat een overlappings-insteekverbinding ontstaat, wanneer de twee tegengesteld afgefreesde buiseinden tezamen worden gebracht.

9. Schuimstofisolatiebuis volgens conclusies 1-7, met het kenmerk, dat een buiseinde een ringgleuf omvat en het andere buiseinde een 8402711 y η n - il - ringspie heeft/ waarbij de ringspie of de lengtespie uit een starrer resp. dichter materiaal is gevormd of versterkt kan zijn.

10. Schuimstofisolatiebuis resp. -plaat volgens conclusie 1-9, met het kenmerk, dat op een deel van de spie en/of de gleuf resp. de buis-f»-inAan een smeltverkleving in de vorm van een smeltfolie of een smelt-vliesvlies of een magnetische lak is aangebracht. 84 0 27 1.1