NL8302609A

NL8302609A - Samengesteld profiel, bestaande uit metallisch verbonden metalen buizen met een tussenliggend isolatiemateriaal voor de ramen van wandelementen, deuren en vensters, en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Info

Publication number: NL8302609A
Application number: NL8302609A
Authority: NL
Original assignee: Forster Ag Hermann
Priority date: 1983-07-19
Filing date: 1983-07-21
Publication date: 1985-02-18
Also published as: FR2549417A1; DE3324210C2; DE3324210A1; ATA257183A; AT381558B; FR2549417B1; NL191896B; NL191896C

Description

1 ' r a VO 4981 ' 1

Samengesteld profiel, bestaande uit metallisch verbonden metalen buizen met een tussenliggend isolatiemateriaal voor de ramen van wandelementen, deuren en vensters, en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.

Onderwerp van uitvinding is een samengesteld profiel, bestaande uit door metalen lijven met elkaar verbonden metalen buizen met een tussenliggend, vuur- en temperatuurbestendig isolatiemateriaal voor de ramen van wandelementen, deuren en vensters, en een werkwijze S voor het vervaardigen van een dergelijk profiel.

Er zijn reeds dergelijke samengestelde profielen voorgesteld, waarbij twee stalen buizen en een daartussen ingeklemde plaat van isolatiemateriaal door middel van doorlopende schroeven of klinknagels met elkaar zijn verbonden. De voorziene schroeven of klinknagels strek-10 ken zich uit door elke twee tegenover elkaar liggende binnenwanden van de buizen. Voor het insteken van de schroeven of klinknagels moet echter althans de buitenwand van de ene buis worden voorzien van betrekkelijk grote gaten. Zodoende is een zeer omslachtige arbeid nodig bij het samenstellen van het profiel. Daarbij komt, dat de aan de buitenzijde van de 15 buizen zichtbare, grote gaten door aanvullende afdekprofielen moeten worden bedekt.

De uitvinding daarentegen stelt een samengesteld profiel van de genoemde soort voor, evenals een werkwijze voor het vervaardigen daarvan, waarbij de genoemde nadelen kunnen worden voorkomen.

20 Voor dit doel is het samengestelde profiel volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de twee uit lasbaar materiaal bestaande metalen buizen zijn verbonden door, door de daartussen liggende isolatielaag zich uitstrekkende metalen lijven van lasbaar materiaal, die aan beide einden zijn vastgelast aan de naar de isolatielaag gekeerde buis-25 wand. De door bijvoorbeeld bouten of buisstukken gevormde lijven strekken zich niet uit door de holle ruimte van de buizen noch door de aan de buitenzijde liggende buiswand, waarbij in het bijzonder de, de zichtbare wand van de metalen buizen bedekkende afdekprofielen om dezelfde reden vervallen als het doorboren van de buiswanden voor het doorleiden 30 van schroeven of klinknagels.

Bij het vervaardigen van een dergelijk samengesteld profiel worden de metalen profielen op een boven de nominale maat uit- 8302609 * a 2 stijgende onderlinge afstand gehouden, waarna de een overeenkomstig te grote lengte hebbende metalen lijven op onderlinge afstand en dwars op de buizen, daartussen in worden geleid en vervolgens door het weerstands-lassen door middel van tegen de buitenwanden van de buizen geplaatste 5 electroden, gelijktijdig en onder verkleining vein de lengte tot de nominale afstand vast worden verbonden met de binnenwanden van de twee buizen.

Het invoeren van de metalen lijven kan plaatsvinden door middel van de als een van gaten voorziene lijst met de met de nominale afstand overeenkomende dikte uitgevoerde isolatielaag, in de gaten 10 waarvan de metalen lijven zijn geplaatst, of hiervoor kan een passend werktuig worden gebruikt. In het laatstgenoemde geval vindt het invoegen van de isolatielaag met voordeel plaats door het naderhand volgieten of opschuimen van de tussen de metalen buizen overblijvende tussenruimte.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de 15 tekening, waarin:

Fig. 1 een schematisch zij-aanzicht toont van een inrichting voor het vervaardigen van het samengestelde profiel, fig. 2 een bovenaanzicht toont op grotere schaal van een gesloten tweedelig werktuig voor het invoeren van de metalen lijven, 20 fig. 3 het ene deel toont van het open werktuig volgens fig. 2, fig. 4 in doorsnede de lasplaats toont van de inrichting volgens fig. 1, fig. 5 een aan fig. 4 gelijke doorsnede toont van een 25 variant van de inrichting, fig. 6 een schematisch zij-aanzicht is van een tweede voorbeeld van de inrichting voor het vervaardigen van het samengestelde profiel, fig. 7 een schematisch bovenaanzicht is van de inrich-30 ting volgens fig. 6-, fig. 8 een bovenaanzicht is op grotere schaal van een detail van de inrichting volgens fig. 7, waarbij het mechanisme is weergegeven voor het toevoeren van de lijven, fig. 9 in doorsnede en op grotere schaal de lasplaats 35 en een deel van het toevoermechanisme van de inrichting volgens fig. 8 toont, en 8302609 5 · % 3 fig. 10 in doorsnede het vulstation toont van de inrichting volgens de fig. 6-9 voor het inbrengen van de isolatielaag.

De in fig, 1 weergegeven inrichting bezit een inlaat-rollenbaan 1 en een uitlaatrollehbaan 2 met een daartussen liggend las-5 station 3. Voor zowel de in- als de uitlaatrollenbaan 1, 2 zijn zijdelingse leirollen 4 aangebracht. Het lasstation bestaat uit een onderste, vaste laselectrode 5a, en een bovenste, hierbij hydraulisch of pneumatisch op- en neer beweegbare laselectrode 5b. Bij deze inrichting worden de twee, een rechthoekige dwarsdoorsnede hebbende metalen buizen 10 6, bij voorkeur bestaande uit staal, met een de daartussen liggende me talen bouten 7, eveneens bij voorkeur bestaande uit staal, dragend werktuig 8 op de inlaatrollenbaan gebracht en stapsgewijs langs het lasstation 3 gaande toegevoerd aan de uitlaatrollenbaan 2. Het in de fig. 2-4 getoonde werktuig 8 is tweedelig, waarbij de twee tandvormig 15 in elkaar grijpende werktuigdelen 8a, 8b door spanschroeven 8c in de sluitstand (fig. 2) bij elkaar worden gehouden, en de metalen bouten 7 worden vastgehouden in tanduitsparingen van de werktuigdelen 8a, 8b.

De twee werktuigdelen 8a, 8b, waarvan de dikte ten hoogste overeenkomt met de nominale maat van de afstand tussen de metalen buizen, worden 20 door middel van randflenzen 8d in de juiste stand op de onderste metalen buis 6 gehouden. De metalen bouten 7, die met regelmatige lengte-af-standen en afwisselend zijdelings verspringend zijn aangebracht, zijn met een voorafbepaalde maat langer dan de nominale afstand van de twee metalen buizen 6. Deze te grote lengte van de metalen bouten 7, waarvan 25 de uiteinden met voordeel licht zijn afgerond of kegelvormig afgeschuind, komt overeen met de bij het lassen optredende inkorting van de bouten.

Door het naar beneden drukken van de beweegbare bovenste laselectrode 5b vindt het weerstandslassen plaats van de in het gebied van de elec-troden 5a, 5b liggende bouten 7. cmdat het verwarmen van de raakplaat-30 sen van de bouten met de metalen buizen ook uitwerking heeft op de naburige, nog niet direct tussen de electroden liggende, niet gelaste bouten 7, worden ook deze reeds licht ingekort. Daardoor wordt een mogelijk knikken van de bovenste metalen buis 6 bij het naar beneden drukken van de bovensta electrode tot op de nominale afstandsmaat, voorkomen. Vervol-35 gens wordt de uit de buizen 6 en het de bouten 7 dragende werktuig 3 bestaande eenheid verder bewogen met een met de betreffende laslengte over- 83Ó2609

* V

4 eenkomende stap, totdat alle bouten 7 aan de twee buizen 6 zijn vastgelast. Vervolgens wordt het werktuig 8 geopend en worden de delen daarvan zijdelings verwijderd uit het buizen/bouten-voortbrengsel. In de tussen de buizen overblijvende tussenruimte wordt dan de isolatielaag aange-5 bracht, bijvoorbeeld door het inschuiven van bijpassende lijstdelen of door het volgieten of opschuimen.

Bij een variant van deze vervaardigingswerkwijze wordt als werktuig voor het invoeren van de metalen bouten 7, de als lijst met een nominale maatdikte uitgevoerde isolatielaag 18 zelf gebruikt 10 (fig. 5). Deze wordt voorzien van passende gaten, waarin de, de gewenste te grote lengte hebbende metalen bouten nauwpassend worden gezet.

Het stapsgewijs vooruitschuiven en lassen van de metalen bouten 7 aan de buizen 6 vindt dan op dezelfde wijze plaats als hiervoor beschreven.

Het naderhand verwijderen van het werktuig vervalt, zodat het gerede IS samengestelde profiel de uitlaatrollenbaan 2 verlaat.

De in de fig. 6 - 10 getoonde inrichting komt met de volgende afwijkingen overeen met die volgens fig. 1, waarbij dezelfde elementen zijn voorzien van dezelfde verwijzingscijfers. Het invoer-werktuig voor de metalen bouten 7 bestaat hierbij uit twee van meenemers 20 voorziene, stapsgewijs in een gesloten baan beweegbare transportkettin-gen 28, die hierna nog worden verduidelijkt. Teneinde het invoeren van de een te grote lengte hebbende bouten 7 mogelijk te maken, moet de bovenste metalen buis 6 in het gebied van de boutentoevoer opgeheven blijven tot op de noodzakelijke afstand tot de op de inlaatrollenbaan 25 1 naar het lasstation 3 toelopende onderste metalen buis. Dit wordt be reikt door een de bovenste metalen buis 6 aan de onderzijde opvangende beugel 10 met een neerhoudrol 10a.

De scharnierbouten 29a van de twee zijdelingse trans- . -portkettingen 28 werken aan de omkeerplaatsen samen met van bijbehorende 30 omtreksinkepingen 30a voorziene aandrijfwielen 30, en lopen tussen deze wielen in lengtegeleidingen 31. Aan elke schakel 29b zit de ene klem-bek 32a vast van een meeneemtang, waarvan de tweede beweegbare klembek 32b de ene arm vormt van een aan de schalm 29b rond een dwarsas 33 begrensd draaibaar gelegerde dubbele hefboom 32. De neuzen van de twee klem-35 bekken 32a, 32b zijn overeenkomstig de doorsnedevorm van de metalen bouten 7 ingekerfd. De naar binnen haakse arm van de dubbele hefboom 32 is 8302609 * .Λ 5 voorzien van een nok 34, die door een tegen de schakel 39b steunende veer 35 tegen een leikromme 36 wordt gedrukt. In het gebied tussen de aandrijfwielen 30 loopt de leikronmie 36 evenwijdig met de tussen de twee kettingen door voerende doorloopweg van de metalen buizen 6 en S aan de naar deze doorloopweg toegekeerde zijde op een zodanig zijdelingse afstand vanaf de voorziene plaatsingslijn van de metalen bouten 7, dat de meeneemtangen 32a, 32b van dit binnenste kettingpart met de klem-bekinkepingen op deze lijn liggen en zijn gesloten. Bij de omkeer-plaatsen van de transportketting 28 daarentegen, heeft de leikromme 36 10 met betrekking tot de cirkelbaan van de door de aandrijfwielen 30 omgekeerde schakels 29b en zodoende de draai-assen 33 van de dubbele hefboom 32 een zodanig verloop, dat de meeneemtangen in het gebied van de aandrijfwielen 30 aan de uitlaatzijde onder de werking van de veer 35 openen respectievelijk in het gebied van de aandrijfwielen 30 aan de inlaat-15 zijde sluiten, waarbij zij aan de van de doorloopweg van de buizen afgekeerde zijde open blijven.

Bij een stapsgewijs bedrijf van deze inrichting worden bouten 7 door niet getoonde middelen toegevoerd aan de van de door-. loopweg a afgekeerde open meeneemtangen. Door een aangepast bewegen van 20 de kettingen 28 worden de tangen aan de omkeerplaats aan de inlaatzijde gesloten, waarbij zij de bouten 7 in twee onderling verspringende rijen brengen tussen de onderste en de door de beugel 10 op een voldoende afstand gehouden bovenste metalen buis 6, en tevens beide buizen over een aangepaste stap naar voren naar resp. in het lasstation worden be-25 wogen. Aansluitend op het lassen worden zowel de buizen 6 als de kettingen 28 vooruit bewogen over een stap, zodat de volgende te lassen groep bouten zich bevindt in het gebied van het lasstation. Zoals vermeld, worden hierbij de meeneemtangen direct vóór de in de doorlooprichting a voorste kettingomkeerplaats geopend, zodat deze zich vervolgens onbelem-30 merd kunnen losmaken van de aan de buizen 6 vastgelaste bouten 7, en uit de rechtlijnige bewegingsweg daarvan naar buiten kunnen bewegen.

Het zodoende uit de twee door bouten 7 vast met elkaar verbonden buizen 6 verschafte voortbrengsel wordt dan, zoals is te zien in fig. 10, door middel van spanbeugels 37 gespannen in een onderste afgedichte montering 35 38. De tussenruimte tussen de buizen 6 wordt onder een volledig inbed den van de bouten 7 volgegoten met gietbaar isolatiemateriaal 39, na het 8302609

v V

6 uitharden waarvan het samengestelde profiel klaar is voor verdere bewerking..

Het is duidelijk, dat het aantal, de uitvoering, de vorm en de afmetingen van de met voordeel uit een goed lasbaar staal be-5 staande verbindingslijven overeenkomstig de eisen vrij kunnen worden gekozen. Zo kunnen als verbindingslijven in plaats van de getoonde ronde bouten 8 ook bouten zijn voorzien met een andere dwarsdoorsnede of overeenkomstige buisstukken. Hetzelfde geldt voor de keuze van het toe te passen isolatiemateriaal. Als geschikt zijn bijvoorbeeld asbestprodukten, 10 met cement gebonden houtvezelplaten, gipsplaten of gipsmortel gebleken.

De isolatielaag kan echter ook worden gevormd door zogenoemde opzwel-brandbeveiligingsmassa1s. In ieder geval voeren de beschreven vervaardi-gingswerkwijzen tot een samengesteld profiel, waarvan de boren geen doorboringen hebben, en waarbij geen enkel deel van de verbindingslijven zich 15 uitstrekt door de holle ruimten daarvan, waarbij afdekprofielen voor het bedekken van doorlopende lijfdelen of wandgaten niet nodig zijn, en deze werkwijzenook op eenvoudige wijze kunnen worden geautomatiseerd.

/ 8302609

Claims

1. Samengesteld profiel, bestaande uit door metalen lijven met elkaar verbonden metalen buizen met een tussenliggend, vuur- en tem-peratuurbestendig isolatiemateriaal voor de ramen van wandelementen, deuren en vensters, met het kenmerk, dat de twee uit lasbaar materiaal 5 bestaande metalen buizen (6) met elkaar zijn verbonden door, door de daartussen liggende isolatielaag zich uitstrekkende metalen lijven (18) van lasbaar materiaal, die aan de twee einden zijn vastgelast aan de naar de isolatielaag gekeerde buiswand.

2. Profiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 isolatielaag een van gaten voorziene plaat (18) is, door de gaten waarvan zich de verbindingslijven (7) uitstrekken.

3. Profiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de isolatielaag is gevormd door uithardbaar, gietbaar materiaal.

4. Profiel volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 15 de verbindingslijven (7) uit staal bestaande bouten of buisstukken zijn.

5. Werkwijze voor het vervaardigen van een samengesteld profiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de metalen buizen (6) op een grotere onderlinge afstand van elkaar worden gehouden dan de nominale maat, waarna de een overeenkomstig te grote lengte hebbende me- 20 talen lijven (7) op onderlinge afstand en dwars op de buizen daartussen worden ingevoerd en vervolgens door weerstandslassen door middel van tegen de buitenwanden van de buizen geplaatste electroden (5a, 5b) gelijktijdig en onder verkleining van de lengte tot de nominale afstand, vast worden verbonden met de binnenwanden van de twee buizen. 25

6- Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een van gaten voorziene isolatielaagplaat (18) op de onderste buis (6) wordt gelegd, waarbij de uitstekende metalen lijven (7) in de gaten van de isolatielaagplaat zijn gestoken, waarna daarop de tweede buis wordt gelegd en het geheel stapsgewijs tussen de electroden (5a, 5b) door wordt 30 bewogen, waarbij het in groepen vastlassen van de lijven aan de buizen plaatsvindt tussen de bewegingsstappen.

7. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat een de metalen lijven (7) vasthoudend werktuig (8, 28) tussen de twee op afstand boven elkaar liggende buizen (6) in wordt gevoerd, waarna de 8302609 buizen en het werktuig stapsgewijs tussen de electroden (5a, 5b) door. worden geleid, waarbij het in groepen vastlassen van de lijven aan de buizen plaatsvindt tussen de bewegingsstappen, en de tussenruimte tussen de buizen na het verwijderen van het werktuig wordt volgegoten met isola-5 tiemateriaal (39).

8- Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de metalen lijven (7) door middel van synchroon met het voortbewegen van de buizen (6) stapsgewijs in een gesloten baan lopende transportkettingen (28) tussen de buizen in worden gevoerd. 8302609