NL8301118A - Inrichting en werkwijze voor het afwerken van centergaten in een werkstuk terwijl op de buitenomtrek van het werkstuk een centerloze slijpbewerking wordt verricht. - Google Patents

Description

%·' * ’

Inrichting en werkwijze voor het afwerken van centergaten in een werkstuk terwijl op de buitenomtrek van het werkstuk een center-loze slijpbewerking wordt verricht.

De uitvinding heeft betrekking op een voor een slijpbewerking bestemde inrichting en werkwijze en in het bijzonder op een bij het slijpen van asvormige werkstukken gebruikte werkwijze en inrichting, waarbij op deze as een aantal bewerkingen moe- i 5 ten worden uitgevoerd.

Bij het bewerken van asvormige werkstukken zoals transmissie-assen, wordt een as met machinaal vervaardigde of ingeponste centergaten aan de tegenover elkaar gelegen uiteinden ervan ingespannen, waarbij hierop op een draaibank in een toestand bewer-10 kingen kunnen worden uitgevoerd, dat het werkstuk op centerpunten wordt rondgedraaid. Bij hieropvolgende op de buitenomtrek van het werkstuk uitgevoerde centerloze slijpbewerkingen worden op bepaalde diameters geslepen omtreksvlakken verkregen, die concentrisch ten opzichte van elkaar verlopen, doch het concentrische verloop van de ; 15 op deze diameter geslepen omtreksvlakken met de centergaten en de hartlijn van de as gaat hierbij verloren. Wanneer bijvoorbeeld in een werkstuk na een op de buitenomtrek hiervan uitgevoerde centerloze slijpbewerking tanden worden aangebracht, moeten de centergaten in het werkstuk weer worden hersteld, zodat op dit werkstuk een be-20 werking voor het maken van tanden kan worden uitgevoerd.

Het aan de uitvinding ten grondslag liggende probleem heeft betrekking op de moeilijkheid voor het uitvoeren van de bovenbeschreven bewerkingsstappen, waarbij is gebleken dat het zeer gewenst zou zijn om over een werkstuk te beschikken, waarvan 25 de centergaten concentrisch met de geslepen buitenomtreksvlakken verlopen. Volgens de uitvinding worden de aan de opeenvolgende en volgens de stand van de techniek uitgevoerde machinale bewerkingen inherente moeilijkheden door de uitvinding opgelost, en wordt volgens de uitvinding een inrichting en werkwijze voor het slijpen van de buitenomtreksvlakken van een centerloze slijpbewerking van 30 een werkstuk verschaft, en voor het machinaal bewerken van de een- 830 1 1 1 8 * ' ‘9 2 tergaten in de aseinden gedurende de tijd dat dit werkstuk wordt bewerkt.

De machinale bewerking voor het maken van de centergaten kan tegelijkertijd met de slijpbewerking van de buiten-5 omtreksvlakken worden uitgevoerd of onmiddellijk hierna.

De uitvinding zal voor het uitvoeringsvoorbeeld van de toepassing op een centerloze slijpmachine worden toegelicht, waarin de buitenomtreksvlakken van een werkstuk worden geslepen en waarbij van regelschijf wordt gebruik gemaakt, die tezamen met een 10 axiale eindaanslag op een voetstuk zijn ondersteund en van een werk-stukrustblad, dat op gebruikelijke wijze door het voetstuk tussen de slijp- en regelschijven wordt ondersteund, doch waarbij aan de tegenover elkaar gelegen zijkanten van de slijpschijf inspanmidde-len zijn aangebracht, die een eerste en tweede onderling ten opzichte 15 van elkaar vaststaande en op het voetstuk aangebrachte leibaan omvatten, waarbij elke vaststaande leibaan vaneen hiermee samenwerkende en hierdoor ondersteunde verplaatsbare slede is voorzien. Verder bezit elke slede een draaibare snijbewerkingsspil voor het maken van een center, waarin twee in het verlengde tegenover elkaar gelegen 20 centerbewerkingsspillen zijn gemonteerd, die zich parallel aan de draaias van de slijpschijf voor het slijpen van de buitenomtreksvlakken uitstrekt. Door de slijp- en regelschijven wordt samen met het werkstukrustblad een hartlijn voor een vooraf bepaalde omschreven werkstukcilinder bepaald. Op deze bewerkingsspillen zijn een 25 eerste en tweede gereedschap voor het maken van een centergat gemonteerd, terwijl verder middelen zijn aangebracht om de slede axiaal in overeenstemming met een vooraf bepaalde werkcyclus ten opzichte van elkaar te verplaatsen.

Volgens een eerste uitvoeringsvorm van de uit-30 vinding zijn de hartlijnen van de bewerkingsspillen voor het maken van de centergaten over een bepaalde radiale afstand ten opzichte van de hartlijn van de vooraf bepaalde werkcilinder verschoven, zodat de centergaten gedurende de tijd kunnen worden gemaakt of afgewerkt dat het buitenomtreksvlak van een werkstuk op centerloze wijze 35 wordt geslepen.

830 1 1 1 8 * * 3

Volgens een alternatieve uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de hartlijnen van de bewerkingsspillen voor het maken van de centergaten in het verlengde van de hartlijn van de vooraf bepaalde werkcilinder geplaatst, zodat de centergaten na 5 de centerloze slijpbewerking in het werkstuk kunnen worden geboord of op andere wijze machinaal hierin kunnen worden vervaardigd.

Bij deze alternatieve uitvoeringsvorm voor het machinaal vervaardigen van een centergat wordt van een drukrol-samenstel gebruik gemaakt om op het werkstuk een radiale kracht uit te oefenen, waardoor dit 10 tegen de regelschijf en het werkstukrustblad aan wordt gehouden.

De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden toegelicht .·

Figuur 1 geeft een bovenaanzicht van een centerloze slijpmachine weer, waarbij van een inrichting wordt gebruik 15 gemaakt om gedurende de centerloze slijpbewerking op machinale wijze centergaten in een werkstuk te vervaardigen.

Figuur 2 geeft een vooraanzicht van de inrichting voor het vervaardigen van centergaten in het ene einde van een as weer, en wel genomen in de richting van de pijl II van figuur 1.

20 Figuur 3 geeft een doorsnede op grotere schaal door de bewerkingsspil voor het maken van een centergat volgens de lijn III - III van figuur 2 weer.

Figuur 4 geeft een doorsnede door een snijgereed-schap voor het maken van een centergat en een vervaardigd center-25 gat volgens de lijn IV - IV van figuur 3 weer.

Figuur 5 geeft een hydraulisch leidingscircuit voor een als kenmerkend voorbeeld dienend gereedschapvoedingsstelsel volgens de uitvinding weer.

Figuur 6 geeft een eindaanzicht van een altema-30 tieve uitvoeringsvorm van de uitvinding weer.

Figuur 7 geeft een zijaanzicht van de alternatieve uitvoeringsvorm volgens figuur 6 weer.

In figuur 1 is een bovenaanzicht van een voorbeeld toegepaste uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de 35 uitvinding afgebeeld, die een centerloze slijpmachine 10 met een 8301118 4 machinevoetstuk 11 omvat, en draaibaar aangedreven en op het voetstuk 11 ondersteunde slijp- en regelschijven 12,13 voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk, die onderling en ten opzichte van een vooraf bepaalde stand van de werkstukcilinder kun-5 nen worden verplaatst, waarbij deze cilinder, bijvoorbeeld de als voorbeeld dienende cilinder 14 door de schijven 12, 13 en een werk-stukrustblad 15 wordt vastgelegd, welke op bekende wijze tussen de slijp- en regelschijven 12, 13 voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk op het machinevoetstuk 11 is bevestigd.

10 Een kraagvormig deel 14(b) van het werkstuk wordt tegen een eind-aanslag 15 (a) aangehouden, dat op het werkstukrustblad 15 is uitgevoerd, hetgeen op bekende wijze door de in axiale richting uitgeoefende kracht van een enigszins schuin ingesteld regelschijf-samenstel wordt bewerkstelligd. Met betrekking tot de afgeheelde 15 stand van deze onderdelen kan worden gezegd, dat door de schijven 12, 13 en het werkstukrustblad 15 een "freem" voor een werkstukcilinder 14 wordt gevormd, waarbij hierdoor verder een hartlijn 16 van de vooraf bepaalde omschreven werkstukcilinder 14 wordt vastgelegd.

Aan de tegenover elkaar gelegen zijvlakken 17, 18 van de slijpschijf 20 12 is het machinevoetstuk 11 verlengd om een ondersteuningsmiddel voor een paar identieke gereedschapinspaneenheden 19 voor het maken van centergaten te verkrijgen, die elk in hoofdzaak een door het voetstuk 11 ondersteunde leibaan 20 omvatten, en een verplaatsbaar door deze leibaan 20 ondersteunde slede 21, die axiaal ten opzichte . 25 van het werkstuk 14 (a) kan worden verplaatst. De aan de hand van dit uitvoeringsvoorbeeld beschreven leibaan 20 is van een gefabriceerd ondersteuningsdeel voorzien, waarop tussen de eindblokken 24, 25 evenwijdige leistangen 23 zijn bevestigd, terwijl de verplaatsbare slede 21 uit een in hoofdzaak plaatvormig onderdeel 26 met een paar 30 hierop bevestigde lagerblokken 27, 28 bestaat, waarbij deze lager-blokken 27, 28 op bijpassende wijze aan de leistang 23 zijn aangepast. De inspaneenheid 19 voor het maken van centergaten bezit een instelbaar snijkopgedeelte 29, waarin een eerste blokvormige kop 30 door middel van een vertikale. instelbout 31 en een door de slede 21 35 gedragen blok 32 in vertikale richting kan worden ingesteld, en een 8301118 5 tweede blokvormige kop 33 door middel van een soortgelijke horizontale bout 34 en een blok 35 kan worden ingesteld, waarbij dit in-stelblok 35 aan de eerste blokvormige kop 30 is bevestigd. Het snij-kopgedeelte 29 bezit een draaibaar gemonteerde snijgereedschapsspil 5 36 met een zodanig uitgevoerde holle as 37 dat hierin een op een steel gemonteerd snijgereedschap 38 voor het maken van een centergat kan worden opgenomen, dat in dit geval als een kegelvormig uitgevoerde slijpschijf is afgebeeld. Op de tweede blokvormige kop 33 is een aandrijfeenheid 39 gemonteerd, die zodanig is gekoppeld dat 10 hierdoor de snijgereedschapsspil 36 kan worden aangedreven. De afge-beelde aandrijfeenheid 39 bestaat uit een pneumatische motor van commercieel ontwerp, doch hiervoor kunnen andere motoren in de plaats worden gesteld. Aan het tegenovergelegen einde van het werkstuk 14(a) wordt van een identieke inspaneenheid 19 voor snijgereedschap 15 gebruik gemaakt, zodat een verdere beschrijving van deze tweede inspaneenheid zal worden weggelaten.

Figuur 2 geeft een aanzicht van de inspaneenheid 19 van figuur 1 voor snijgereedschap voor het maken van een centergat weer, waarin het verlengde voetstuk 11 is afgebeeld, 20 waarop het gefabriceerde ondersteuningsmiddel 22 voor het ondersteunen van de leibaan is bevestigd. De leistangen 23 zijn vast in de eind-steunblokken 24, 25 gemonteerd, terwijl de lagerblokken 27, 28 in de vooruit geschoven stand op de leistangen zijn afgebeeld. De lagerblokken 27, 28 zijn op de (met streepstippellijnen) afgeheelde ver-25 plaatsbare sleden 26 bevestigd, terwijl het snijkopgedeelte 29 op de slede in een stand is afgebeeld waarin de horizontale en verti-kale blokvormige kop 30, 33 op de juiste wijze zijn ingesteld om de vereiste stand voor het snijgereedschap 38 voor het maken van het centergat te verkrijgen. Op het ondersteuningsmiddel 22 voor de lei-30 baan is tussen de stangen 23 een hydraulische aandrijfcilinder 40 met een zuigerstang 41 gemonteerd, die axiaal ten opzichte van de cilinder 40 kan worden verplaatst. De stang 41 is door middel van een jukvormig onderdeel 42 aan het voorste lagerblok 27 vastgemaakt, zodat door een lineaire verplaatsing van de zuigerstang 41 tengevol-35 ge van voortgestuwd fluïdum eveneens zal worden bewerkstelligd, dat 830 1 1 1 8 4 i 6 de slede 21 in een lineaire richting wordt verplaatst.

In figuur 3 is de omtrekscilinder 14 van een werkstuk afgebeeld, die een vooraf bepaalde afgewerkte grootte bezit, en welk werkstuk door de regelschijf 13, alsmede de slijp-5 schijf 12 en het werkstukrustblad 15 is ondersteund of hierdoor bij wijze van een "freem" is ingesloten. Door de vooraf bepaalde cilinder 14 wordt een referentiehartlijn 16 bepaald. De raaklijnen aan het werkstukrustblad en de regelschijf "A", "B" snijden elkaar in een punt "C", waardoor een splitsingspunt voor een werkstuk 14(a) 10 van te grote afmetingen vanaf het begin van de bewerkingsperiode wordt gevormd, dat het werkstuk ronder wordt en de afmetingen ervan kleiner worcbn. Gedurende de machinale bewerking zal de hartlijn van het werkstuk daarom in hoofdzaak langs een nagenoeg constante lijn "D" worden verplaatst, waardoor de ingesloten splitsingshoek in 15 tweeen wordt verdeeld (hierbij wordt het oppervlak met de grote straal van de regelschijf nagenoeg als een plat vlak beschouwd). De hartlijn 43 van de spil 36 met het snijgereedschap voor het maken van het centergat wordt radiaal over een afstand "e" verschoven, en verloopt parallel aan de hartlijn van de cilinder 16 en de hartlijn 44 20 van het snijgereedschap. Bij het af geheelde uitvoeringsvoorbeeld bezit het werkstuk 14(a) 'in het einde ervan een van te voren aangebrachte, ruwe kegelvormige opening 45, die hierin hetzij kan zijn geponst of met behulp van een centerboor kan zijn geboord. In de opening 45 kan een axiaal verplaatsbaar snijgereedschap 38 voor het 25 maken van een centergat worden gevoerd, dat in aangrijping met het werkstuk 14(a) komt en waardoor een kegelvormig afgewerkt gat wordt gemaakt wanneer de ruwe opening 45 rondom het kegelvormige gereedschap 38 ronddraait. Door middel van een als functie van de tijd bepaalde cyclus wordt de axiale eindstand van het snijgereedschap 38 30 voor het maken van een centergat tegelijkertijd onmiddellijk na het bereiken van de eindafmetingen van de buitendiameter van het geslepen omtreksvlak bereikt, zodat de machinale eindbewerking van het centergat gedurende de tijd wordt uitgevoerd, dat het werkstuk 14(a) zuiver ronddraait'en geen radiale verplaatsing ondergaat (welke ver-35 plaatsing gedurende de cyclus van het rondmaken van het werkstuk 8301118 * *> 7 ’ optreedt).

In de doorsnede van figuur 4 is de kegelvormige slijpschijf 38 gedurende de aanzetbeweging ervan afgeheeld, waarbij in deze figuur de excentriciteit van de radiale verschuiving "g" 5 van de hartlijn 43 van de snijspil voor het maken van het centergat ten opzichte van de van te voren vastgelegde referentiehartlijn is aangegeven.

Met betrekking tot de snijgereedschappen verdient het de voorkeur om van een snijgereedschap gebruik te maken, 10 dat zijn vorm over een groot aantal te bewerken onderdelen behoudt.

als

Wanneer dientengevolge van een slijpschijf-/.snijgereedschap wordt gebruikgemaakt, wordt aan een harde schijf de voorkeur gegeven om te vermijden dat de vorm van de schijf continu moet worden bijgewerkt.

15 Gedurende werkelijk uitgevoerde snijbewerkings- proeven bleek, dat de CBN (regulaire boriumnitride) slijpwielen, die commercieel onder de handelsnaam "Borazon" verkrijgbaar zijn, niet zeer doelmatig voor de toepassing op werkstukken uit zacht staal zijn. doch deze zijn wel bruikbaar voor geharde stalen onder-20 delen.

Verder zijn met succes het type schijven toegepast, waarin diamant is geïmpregneerd, en in het algemeen hébben deze de neiging om langer dan andere slijpschijven mee te gaan.

Om de centergaten op de correcte afmetingen 25 en concentrisch aan de op de verschillende diameters afgewerkte buitenvlakken te frezen is van schuinverlopende snijgereedschappen in de vorm van een meervoudig uitgevoerd gereedschap gebruik gemaakt (hetzij van sneldraaistaal of met snijkanten van hardmetaal).

Het is ook mogelijk om volgens een alternatieve 30 uitvoeringsvorm van de uitvinding van een gebruikelijke centerboor in de snijgereedschapsspil gebruik te maken, hetgeen in het volgende nog zal worden besproken.

In figuur 5 is een elektro-hydraulische bestu-ringsschakeling van vereenvoudigde uitvoeringsvorm afgebeeld om de 35 inrichting volgens de uitvinding toe te kunnen passen. Vanuit een 8301118 8 (niet afgeheelde) in de machine aanwezige toevoerbron voor drukfluidum wordt fluidum onder druk aan een drukpoort 46 van een door een solenoide bediende vierwegklep 47 toegevoerd, die door middel van een veer in een stand wordt gecentreerd, waarin het drukfluidum 5 door een uitlaatpoort 48 weer terug naar de hydraulische tank 49 wordt geleid, en waarin de stroming door de cilinderleidingen 50, 51 is geblokkeerd. Wanneer het gewenst is om het gereedschap 38 voor het maken van het centergat naar het werkstuk te voeren, wordt de solenoide 52 voor de aanzet naar voren op de vierwegklep 47 in 10 werking gesteld, waardoor drukfluidum langs de cilinderleiding 50 naar het ene einde van de betreffende aanzetcilinders 40 wordt gevoerd om te bewerkstelligen dat de sledai 21 naar voren worden verplaatst. Deze sleden 21 zullen met een geregelde snelheid naar voren worden verplaatst, daar het wegstromende fluidum door de cilin-15 derleidingen 51 wordt geleid, die met betrekking tot de terugvoer naar de tank 49 door een als functie van de druk gecompenseerde stroomregelklep 53 heen lopen. Aan deze rfegelklep 53 is evenwijdig hieraan een terugslagklep 54 gemonteerd, waarbij deze terugslagklep 54 is geblokkeerd, wanneer het fluidum in de leiding 51 naar 20 de tank 49 wordt teruggevoerd. De sleden 21 zullen tot op het moment naar voren worden bewogen, dat een (aan de sleden bevestigde) scha-kelklamp 55 in aanraking met een (aan de leibaan bevestigde) eind-schakelaar 56 komt, waarop de bekrachtiging naar de aanzetsolenoide 52 wordt onderbroken en de solenoide 57 voor een snelle terugvoer 25 wordt bekrachtigd. Wanneer de snelle terugvoer-solenoide 57 wordt bekrachtigd, wordt de vierwegklep 47 naar de zover mogelijk naar links afgeheelde stand geschoven, waarin het drukfluidum via de vierwegklep 47 door de leiding 51 en vrij door de terugslagklep 54 wordt gevoerd, zodat het fluidum om de stroomregelklep 53 heen stroomt 30 en de zuigerstang 41 hierdoor in zijn eerste teruggetrokken stand wordt teruggevoerd. De cilinderleiding 50 aan het uitlaateinde van de cilinder 40 loopt direkt zonder versperringen naar de hydraulische tank 49. Bij de terugslag zal de slede 21 zich weer terugverplaatsen totdat een tweede schakelklamp 58 in aanraking met een tweede 35 eindschakelaar 59 komt. Bij het contact met de tweede eindschakelaar 8301118 is, 9 59 wordt de snelle terugvoer-solenoide 57 ontkrachtigd, en wordt de vierwegklep 47 door middel van een veer weer in de in het schema afgeheelde middenstand gecentreerd. Op dit punt gekomen kan worden van opgemerkt, dat/verschillende fluida kan worden gebruik gemaakt, 5 zoals hydraulische olie, waarvoor een reservoir is vereist, of lucht, dat in de omgevende atmosfeer kan worden afgevoerd. Het zal verder duidelijk zijn dat in combinatie met het verwezenlijken van variërende voedingsversnellingen voor de verplaatsing naar voren van de sleden van verschillende hydraulische kleppen kan worden gebruik 10 gemaakt, waarin ook de mogelijkheid voor een snelle uitgevoerde benaderingsbeweging in de cyclus kan zijn inbegrepen. De stroom-regelklep wordt zodanig ingesteld, dat het einde van de aanzetstand nauwkeurig bij de eindstand voor het op een bepaalde diameter slijpen van het betreffende buitenomtreksvlak past.

15 Volgens een alternatieve in figuur 6 afgeheelde uitvoeringsvorm van deüitvinding is een drukrol 60 op een hefboom 61 bevestigd, die een scharnierende beweging om zijn middelpunt 62 j door middel van een zuigerstang 63 kan uitvoeren, waarop een trek-ijzer is gemonteerd, dat weer aan het buiteneinde 64 van de hefboom 20 61 is vastgemaakt. De zuigerstang 63 kan in een cilinder 65 ver schuiven, die op de manier van een trekijzer aan een vast voetstuk is bevestigd zoals het werkstukrustblad 15. Op uitgekozen tijdstippen wordt de rol 60 tegen het werkstuk 14 aangeplaatst en weer hiervanaf bewogen.

25 In figuur 7 is de rol 60 in zijn stand tegen i het werkstuk 14 afgebeeld, waarbij het snijgereedschap 38 in een coaxiale stand ten opzichte van het werkstuk 14 is afgebeeld.

Naar keuze van de gebruiker kan het werkstuk 14 door middel van de rol 60 tegen een niet draaiende regelschijf 13 30 aan worden gehouden, en ka n van een coaxiaal snijgereedschap 38 zoals bijvoorbeeld een centerboor worden gébruik gemaakt om het werkstuk 14 op machinale wijze hetzij voor of na het slijpen van het buitenomtreksvlak te bewerken, of zowel voor als na het slijpen van de buitenomtreksvlakken.

35 Op soortgelijke wijze kan na een slijpbewerking 8301118 10 van een buitenomtreksvlak ter keuze van de gebruiker een bewerking voor het maken van een centergat worden uitgevoerd/ hetgeen echter met behulp van een excentrisch snijgereedschap 38 wordt verricht zoals bijvoorbeeld een slijpschijf. In een dergelijk geval 5 wordt de rol 60 tegen het werkstuk 14 aangedrukt, doch het werkstuk 14 wordt dan door middel van een draaiende regelschijf 13 rondgedraaid.

van

Het zal daarom duidelijk zijn dat/verschillende combinaties van snijgereedschappen, drukrollen, roterende bewegingen 10 van regelschijven en excentrische instellingen van het snijgereed-schap ten opzichte van de slijpbewerking van de buitenomtreksvlakken kan worden gebruik gemaakt om de machinale bewerkingen voor het maken van een centergat vóór de slijpbewerking, alsmede tijdens de slijpbewerking en na de slijpbewerking uit te voeren.

8301118

Claims (7)

1. Inrichting voor het machinaal vervaardigen van centergaten in een werkstuk dat aan een slijpbewerking van de buitenomtreksvlakken ervan op een centerloze slijpmachine wordt 5 onderworpen, waarbij deze machine een voetstuk bezit; alsmede draaibaar aangedreven slijp- en regelschijven voor het slijpen van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk, die op het genoemde voetstuk zijn ondersteund en ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een vooraf bepaalde stand van de werkstukc ilinder kunnen worden ver-10 plaatst; een eindaanslag om een werkstuk axiaal in een bepaalde j stand te houden; een door het genoemde voetstuk ondersteund werkstuk-rustblad, dat zich tussen de slijp- en regelschijven voor het be- j werken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk bevindt, waarbij j door deze schijven in de genoemde stand een hartlijn vein een vooraf 15 bepaalde omschreven werkstukcHinder wordt vastgelegd; | met het kenmerk, dat de inrichting van een eerste en tweede leibaan is voorzien, die onderling ten opzichte van elkaar vaststaan en nabij het eerste respectievelijk het tweede en tegenover het ander gelegen zijvlak van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken 20 op het genoemde voetstuk zijn geplaatst; alsmede van een eerste en tweede slede, die onderling ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst en respectievelijk door de genoemde leibanen zijn ondersteund, waarbij elke slede een draaibare snijbewerkingsspil bezit voor het maken van een centergat, waarvan de draaiingsas in het ver-25 lengde van de ander is aangebracht, alsmede evenwijdig aan de i draaiingsas van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken en radiaal verschoven ten opzichte van de hartlijn van de genoemde vooraf bepaalde werkstukcilinder; van een eerste en tweede snij gereedschap voor het maken van een centergat, die tegenover 30 elkaar zijn aangebracht en in de betreffende snijbewerkingsspillen voor het maken van een centergat zijn gemonteerd; en van middelen om de genoemde sleden onderling in overeenstemming met een vooraf bepaalde werkcyclus gedurende de periode te verplaatsen, dat de genoemde slijp- en regelschijven voor het bewerken van buitenomtreks-35 vlakken van een werkstuk ten opzichte van elkaar worden verplaatst. 8301118

2. Inrichting voor het machinaal vervaardigen van centergaten in een werkstuk dat aan een slijpbewerking van de buitenomtreksvlakken ervan op een centerloze slijpmachine wordt onderworpen, waarbij deze machine een voetstuk bezit; alsmede 5 draaibaar aangedreven slijp- en regelschijven voor het slijpen van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk, die op het genoemde voetstuk zijn ondersteund en ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een vooraf bepaalde stand van de werkstukcilinder kunnen worden verplaatst; een eindaanslag om een werkstuk axiaal in een bepaalde 10 stand te houden; een door het genoemde voetstuk ondersteund werk-stukrustblad, dat zich tussen de slijp- en regelschijven voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk bevindt, waarbij door deze schijven in de genoemde stand een hartlijn van een vooraf bepaalde omschreven werkstukcilinder wordt vastgelegd, 15 met het kenmerk, dat de inrichting van een eerste en tweede leibaan is voorzien, die onderling ten opzichte van elkaar vaststaan en nabij het eerste respectievelijk het tweede en tegenover het andere gelegen zijvlak van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken op het genoemde voetstuk zijn geplaatst; alsmede van 20 een eerste en tweede slede, die onderling ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst en respectievelijk door de genoemde lei-banen zijn ondersteund, waarbij elke slede een draaibare snijbe-werkingsspib'. bezit voor het maken van een centergat, waarvan de draaiingsas in het verlengde van de ander is aangebracht en in het 25 verlengde van de genoemde hartlijn van de vooraf bepaalde werkstukcilinder; en evenwijdig aan de draaiingsas van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken; van een eerste en tweede snij-gereedschap voor het maken van een centergat, die tegenover elkaar zijn aangebracht en in de betreffende snijbewerkingsspillen voor 30 het maken van een centergat zijn gemonteerd; en van middelen om de genoemde sleden onderling in overeenstemming met een vooraf bepaalde werkcyclus gedurende de periode te verplaatsen, dat de genoemde slijp- en regelschijven voor het bewerken van buitenomtreksvlakken van een werkstuk ten opzichte van elkaar worden verplaatst.

3. Inrichting voor het machinaal vervaardigen 8301118 van centergaten in een werkstuk dat aan een slijpbewerking van de buitenomtreksvlakken ervan op een centerloze slijpmachine wordt onderworpen, waarbij deze machine een voetstuk bezit; alsmede draaibaar aangedreven slijp- en regelschijven voor het slijpen van 5 de buitenomtreksvlakken van een werkstuk, die op het genoemde voetstuk zijn ondersteund en ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een vooraf bepaalde stand van de werkstukcilinder kunnen worden verplaatst; een eindaanslag om een werkstuk axiaal in een bepaalde stand te houden; een door het genoemde voetstuk ondersteund werk-10 stukrustblad, dat zich tussen de slijp- en regelschijven voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk bevindt, waarbij door de2e schijven in de genoemde stand een hartlijn van een vooraf bepaalde omschreven werkstukcilinder wordt vastgelegd, met het kenmerk, dat de inrichting van een eerste en tweede leibaan 15 is voorzien, die onderling ten opzichte van elkaar vaststaan en nabij het eerste respectievelijk het tweede en tegenover het andere gelegen zijvlak van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken op het genoemde voetstuk zijn geplaatst; alsmede van een eerste en tweede slede, die onderling ten opzichte van elkaar kunnen 20 worden verplaatst en respectievelijk door de genoemde leibanen zijn ondersteund, waarbij elke slede een draaibare snijbewerkingsspil bezit voor het maken van een centergat, waarvan de draaiingsas in het verlengde van de ander is aangebracht, alsmede evenwijdig aan de draaiingsas van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreks-25 vlakken en radiaal verschoven ten opzichte van de hartlijn van de genoemde vooraf bepaalde werkstukcilinder; van een eerste en tweede snijgereedschap voor het maken van een centergat, die tegenover elkaar zijn aangebracht en in de betreffende snijbewerkingsspillen voor het maken van een centergat zijn gemonteerd; en van middelen 30 om de genoemde sleden onderling op zodanige wijze en in overeenstemming met een vooraf bepaalde werkcyclus te verplaatsen, dat deze verplaatsing met de stand van de slijp- en regelschijven voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk overeenkomt; e en van drukrolorganen om na het slijpen van de buitenomtreksvlakken 35 van een werkstuk dit werkstuk tegen de genoemde regelschijf aan te 8301118 _ _^ * -V' klemmen.

4. Inrichting voor het machinaal vervaardigen van centergaten in een werkstuk dat aan een slijpbewerking van de buitenomtreksvlakken ervan op een centerloze slijpmachine wordt 5 onderworpen, waarbij deze machine een voetstuk bezit; alsmede draaibaar aangedreven slijp? en regelschijven voor het slijpen van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk, die op het genoemde voetstuk zijn ondersteu-nd en ten opzichte van elkaar en ten opzichte van een vooraf bepaalde stand van de werkstukcilinder kunnen worden 10 verplaatst; een eindaanslag om een werkstuk axiaal in een bepaalde stand te houden; een door het genoemde voetstuk ondersteund werk-stukrustblad, dat zich tussen de slijp- en regelschijven voor het bewerken van de buitenomtreksvlakken van een werkstuk bevindt, waarbij door deze schijven in de genoemde stand een hartlijn van 15 een vooraf bepaalde omschreven werkstukcilinder wordt vastgelegd, met het kenmerk, dat de inrichting van een eerste en tweede leibaan is voorzien, die onderling ten opzichte van elkaar vaststaan en nabij het eerste respectievelijk het tweede en tegenover het andere gelegen zijvlak van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreks-20 vlakken op het genoemde voetstuk zijn geplaatst; alsmede van een eerste en tweede slede, die onderling ten opzichte van elkaar kunnen worden verplaatst en respectievelijk door de genoemde leibanen zijn ondersteund, waarbij elke slede een draaibare snijbewerkingsspil bezit voor het maken van een centergat, waarvan de draaiingsas in 25 het verlengde van de ander is aangébracht, alsmede evenwijdig aan de draaiingsas van de slijpschijf voor het slijpen van buitenomtreksvlakken en radiaal verschoven ten opzichte van de hartlijn van de genoemde vooraf bepaalde werkstukcilinder; van een eerste en tweede snijgereedschap voor het maken van een centergat, die tegenover 30 elkaar zijn aangebracht en in de betreffende snijbewerkingsspillen voor het maken van een centergat zijn gemonteerd; van middelen om de genoemde sleden onderling in overeenstemming met een vooraf bepaalde werkcyclus gedurende de periode te verplaatsen, dat de genoemde slijp- en regelschijven voor het bewerken van buitenomtneks-35 vlakken van een werkstuk ten opzichte van elkaar worden verplaatst; 83 0 1 1 1 8 ί en van drukrolorganen om na het slijpen van de buitenomtreksvlak-ken van een werkstuk dit werkstuk tegen de genoemde regelschijf aan te klemmen.

5. Werkwijze voor het machinaal vervaardigen 5 van centergaten in een werkstuk, gekenmerkt door de volgende be- werkingsstappen waarin een hartlijn van een vooraf bepaalde werkstuk-cilinder wordt vastgelegd, die tussen de regelschijf, de slijpschijf | en een werkstukrustblad op een centerloze slijpmachine is ingeschreven; een paar draaibare snijgereedschappen voor het machinaal be-10 werken van centergaten met hun hartlijnen in het verlengde ten opzichte van elkaar en evenwijdig aan de draaiingsas van de genoemde slijpschijf wordt ingesteld, doch een bepaalde radiale afstand ver- i schoven ten opzichte van de genoemde hartlijn van een vooraf bepaalde werkstukcilinder; een buitenomtreksvlak van een werkstuk op 15 de genoemde slijpmachine wordt geslepen; en de genoemde snijgereed-schappen op een bepaald tijdstip in de slijpcyclus voor het slijpen van een buitenomtreksvlak naar voren worden bewogen zodat deze in aanraking met het genoemde werkstuk komen voor het machinaal vervaardigen van een centergat.

6. Werkwijze voor het machinaal vervaardigen van centergaten in een werkstuk, gekenmerkt door'de bewerkingsstap-pen waarin een hartlijn voor een vooraf bepaalde werkstukcilinder wordt vastgelegd, die op een centerloze slijpmachine tussen de regelschijf, de slijpschijf en het werkstukrustblad is ingeschreven; een i 25 paar draaibare snijgereedschappen voor het machinaal bewerken van centergaten met hun hartlijnen in het verlengde van elkaar en in het verlengde van de genoemde hartlijn van een vooraf bepaalde werkstukcilinder wordt ingesteld; op deze slijpmachine een buitenomtreksr vlak van een werkstuk wordt geslepen; en de genoemde gereedschappen i 30 op een bepaald tijdstip in de slijpcyclus voor het slijpen van een buitenomtreksvlak naar voren in aan'raking met het genoemde werkstuk worden bewogen om op machinale wijze een centergat te bewerken.

7. Werkwijze voor het machinaal vervaardigen van centergaten in een werkstuk, gekenmerkt door de volgende bewer-35 kingsstappen waarin een hartlijn van een vooraf bepaalde werkstuk- 8301118 -η t cilinder wordt vastgesteld, die op een centerloze slijpmachine tussen de regel schijf, de sli-jpschijf en het werkstükrustblad is ingeschreven; een paar draaibare snijgereedschappen voor het machinaal vervaardigen van een centergat met hun assen in het verlengde 5 ten opzichte van elkaar en in het verlengde van de genoemde hartlijn van een vooraf bepaalde werkstukcilinder wordt ingesteld; op deze slijpmachine een buitenomtreksvlak van een werkstuk wordt geslepen; het aanrakend verband tussen het genoemde werkstuk en de slijpschijf wordt onderbroken; de draaiende beweging van de slijp-10 schijf en het werkstuk wordt stopgezet;een drukrolorgaan gedurende de tijdsduur dat de draaiing van het werkstuk wordt stopgezet, tegen dit werkstuk aan wordt gedrukt; en de genoemde snijgereedschap-pen naar voren in aanraking met het werkstuk worden gebracht om op 'i machinale wijze een centergat te vervaardigen. 15 -W 8301118