NL8300010A - Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof. Download PDF

Info

Publication number
NL8300010A
NL8300010A NL8300010A NL8300010A NL8300010A NL 8300010 A NL8300010 A NL 8300010A NL 8300010 A NL8300010 A NL 8300010A NL 8300010 A NL8300010 A NL 8300010A NL 8300010 A NL8300010 A NL 8300010A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
filter
liquid
container
filter cake
precoat
Prior art date
Application number
NL8300010A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Idrex
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Idrex filed Critical Idrex
Publication of NL8300010A publication Critical patent/NL8300010A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D37/00Processes of filtration
    • B01D37/02Precoating the filter medium; Addition of filter aids to the liquid being filtered

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Filtration Of Liquid (AREA)

Description

*· Λ -1- 22928/Vk/mb * j
Korte aanduiding: Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 helder maken van een verontreinigde vloeistof door het verwijderen en verzamelen van de hierin aanwezige verontreinigingen. Met name heeft de uitvinding betrekking op een vertikaal staand filtersysteem. Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het uitvoeren van een zuivering van een verontreinigde vloeistof.
10 Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verbeterde werkwijze en inrichting voor het helder maken van vloeistoffen, met name in een filtratiesysteera dat zodanig is uitgevoerd dat het kan worden toegepast bij het bewerken van eetbare oliesoorten. Met name, doch zonder dat dit als een beperking moet worden opgevat, heeft de uitvinding 15 betrekking op een vertikaal filtratiesysteem waarin automatisch de filterelementen worden gereinigd na verzameling van een bepaalde hoeveelheid materialen uit de toe te voeren stroom zonder dat de filtreerruimte wordt geopend en de filterkoek een geheel blijft tijdens het aanbrengen van een eerste laag en het drogen van de afgevoerde filterkoek en de 20 verzamelde materialen.
Hoewel de uitvinding een groot aantal toepassingen heeft is deze met name geschikt bij het filtreren van eetbare oliesoorten en ter vereenvoudiging van de beschrijving zal verder worden gewezen op het gebruik hiervan bij het verwerken van eetbare oliesoorten. Zoals algemeen 25 bekend bevatten zaden zoals sojabonen, katoenzaden, aardnoten en dergelijke evenals dierlijke vetten zoals talie, varkensvet en dergelijke, voldoende hoeveelheden plantaardige oliesoorten en dierlijke vetten om een commerciële terugwinning hiervan te rechtvaardigen en om deze te bewerken zodat eetbare oliesoorten worden verkregen en oliesoorten die op 30 andere industriële wijze kunnen worden toegepast. Bij het bewerken van deze oliesoorten wordt olie of vet verwijderd uit het oliehoudende materiaal door extractie met oplosmiddelen zoals hexaan, alcohol, aceton, furfural of andere geschikte dergelijke oplosmiddelen, met behulp van hiertoe bekende apparatuur zoals een ontgasser, pers of een combinatie 35 hiervan. De olie of miscella, die daarbij wordt gevormd, wordt gezuiverd door deze over filters te leiden, waarmee de vloeistof wordt gescheiden van de vaste stof waarbij de olie wordt teruggewonnen en verder verwerkt.
Bij sommige toepassingen is het gewenst om de ruwe olie te 83 0 0 0 1 0 -2- 22928/Vk/mb ontgomraen en water en oplosbare fosfatiden,' gomsoorten en dergelijke te verwijderen. Bij dergelijke toepassingen wordt de ruwe olie" behandeld met water en fosforzuur of enig ander hiertoe geschikt reagens om de . gomsoorten neer te slaan. Hoewel deze neergeslagen gomsoorten 5 tegenwoordig worden verwijderd door centrifugeren kan met een geschikt filtratiesysteem het verwijderen van gom vollediger plaatshebben. De van gom ontdane olie wordt vervolgens behandeld voor het verlagen van de vrije vetzuren. Hoe vollediger het verwijderen van de gom, fosfatiden en dergelijke is,hoe beter de vrije vetzuren, verminderd door fysische 10 zuivering,kunnen worden gewonnen. Wanneer de gomsoorten echter niet volledig zijn verwijderd of wanneer er geen ontgomming heeft plaatsgehad moeten de gomsoorten aanwezig in de vrije vetzuren worden verwijderd door een neutralisatie met alkalische stoffen door neutralisatie van de vrije vetzuren met een lichte alkalische overmaat. Een dergelijke neutralisatie 15 met alkalische stoffen hydrateert de gom en zet de vrije vetzuren om tot zeep, die vervolgens wordt verwijderd door centrifugeren. De gezuiverde of geneutraliseerde en van gom vrijgemaakte olie (die bij voorkeur een gehalte aan vrij vetzuur heeft lager dan 0,05%) wordt behandeld met bleekmiddelen (bleekaarde) onder verwarmen en bij verlaagde druk om de kleur 20 te verminderen. Deze bleekmiddelen worden vervolgens verwijderd, door filtratie.
Indien het gewenst is om het smeltpunt van de olie te verlagen wordt de olie gehydrogeneerd door waterstof door de olie te blazen in aanwezigheid van een katalysator. Hoewel nikkel een geschikte katalysator is 25 gebleken is het moeilijk om nikkel te verwijderen uit de olie, waartoe dan filtreerhulpstoffen moeten worden toegevoegd aan het materiaal om het verwijderen van de katalysator te vergemakkelijken. Deze nikkelkatalysator en filtreerhulpstof wordt vervolgens verwijderd door filtratie en de olie nagebleekt, welke werkwijze wordt aangegeven als voorbleking na de 30 hydrogenering. Het bleekmiddel, in het algemeen een neutrale aarde, wordt vervolgens verwijderd uit de olie door filtratie samen met de resterende katalysator.'
De eetbare olie kan verder worden verwerkt zoals bijvoorbeeld door "winterizing” en/of het verwijderen van geur- en kleurstoffen, waar-35 door een filtratie vereist is om er zeker van te zijn dat alle vaste stoffen uit de olie zijn verwijderd. Na het vrijmaken van geurstoffen wordt een eindbewerking, de vulbewerking, uitgevoerd, waarbij de vloeibare,samenstel- t lende stoffen worden gefiltreerd om vreemde materialen te verwijderen.
8300010 -* ' • , * -3- 22928/Vk/mb
Bij de diverse filtreertrappen, die vereist zijn bij het bewerken van eetbare olie, waren de tot nu toe toegepaste filtreer-systemen zodanig dat de filtreerapparatuur uit elkaar moest worden genomen wanneer de filterelementen moesten worden gereinigd voor het vep-5 wijderen van de verzamelde slib of de verzamelde stoffen die de filterkoek omvatten moesten worden verwijderd. Een dergelijk uiteenhalen van apparatuur deed dampen vrijkomen, die soms giftig waren, welke dampen vrijkwamen in de atmosfeer, waarin de bedieningsmensen zich bevonden en andere mensen, waardoor een ongewenste en soms gevaarlijke werkomgeving 10 ontstond. De filterelementen werden vervolgens verwijderd uit de filtreer-ruimte en de filtertüssenwand werd met de hand schoongeschraapt, hetgeen vaak resulteerde in beschadiging van de filterelementen, die werden doorstoken of het filterdoek met een draadvormige tussenwand werd verstoord. Wanneer de reinigingsbewerking had plaatsgehad werden de filter-15 elementen opnieuw samengesteld binnen de filtreerruimte en vaak niet voldoende goed afgesloten. Een dergelijke onvolledige sluiting, in combinatie met het doorboren of verstoren van de filtreertussenwand had vaak tot resultaat dat de te behandelen vloeistof het filtraat verontreinigde»
In een poging om dit probleem te minimaliseren werden vezelvormige filter-20 hulpstoffen toegepast met de als deklaag aangebrachte filtreerhulpstof om een geschikte afsluiting te bewerkstelligen, en om te proberen dat de filtreertussenwand een geheel bleef vormen.Het gebruik van dergeUjke vezelvormige filtreerhulpstoffen is zeer kostbaar en de noodzakelijkheid om dergelijke afsluitresultaten te verkrijgen is een zeer dure en ineffi-25 ciënte filtratietechniek.
Een van de doelstellingen volgens de uitvinding is daarom om het filtratiesysteem te verbeteren. Verder wordt volgens de uitvinding gestreefd naar het handhaven van het samenstelsel van de filterkoek die is gevormd op de grote filtreertussenwand tijdens het aanbrengen van de 30 deklaag en de filtratie.
Een verdere doelstelling volgens de uitvinding is het handhaven van het geheel van de filterkoek tijdens het afvoeren uit de filterruimte bij de bereiding voor het verwijderen van de verkregen filterkoek en het verzamelen vanuit de filtertüssenwand. Een andere doelstelling volgens 35 de uitvinding is het automatisch schoonhouden van de filterelementen voor een optimale systeemeffecitivteit zonder dat de filterelementen moeten worden verwijderd uit de filtreerruimte.
Ook wordt volgens de uitvinding gestreefd naar het verkrijgen m 8300010 -4- 22928/Vk/mb van een droog afvalprodukt of slibafvoer zonder het afval of de af te voeren materialen te verwarmen.
Deze en andere doelstellingen worden verkregen volgens de uitvinding, waarbij een filtratiesysteem is verkregen onder toepassing 5 van een aantal coaxiaal, vertikaal opgestelde filterelementen voor het helder maken van een vloeistof die hierdoor wordt geleid. Na het verzamelen van een bepaalde hoeveelheid materialen op of in de filterkoek wordt de filtreerruimte afgesloten en de inhoud afgevoerd waarbij een drukverschil wordt bewerkstelligd over de filterelementen waarbij de 10 eenheid van de filterkoek op de filtertussenwand wordt gehandhaafd. Nadat de inhoud van de filtreerruimte is afgevoerd wordt de ruimte op een positieve druk gebracht om mogeli5cresterend filtraat in de filterkoek te verwijderen en om de filterkoek op de filtertussenwand te drogen voordat deze wordt verwijderd. De af te voeren filterkoek en de verzamelde stoffen 15 worden verwijderd van de filtreertussenwand en uit de filtreerruimte gevoerd via een afvoersysteem. De filtreerruimte wordt gevuld met vloeistof en de filtreertussenwand wordt mechanisch schoongemaakt ter verwijdering van mogelijke resterende materialen. Een hoeveelheid precoat of filtreer-hulpmateriaal wordt toegevoegd aan de vloeistof in de filtreerruimte en 20 de filtreerhulpstof aanwezig in de vloeistof wordt door de filterelementen gecirculeerd en het filtratiesysteem in een gesloten lus om een precoat filterkoek te vormen op de filtreertussenwand. De stroomsnelheid tijdens de circulatie is voldoende om de eenheid van de aldus gevormde filterkoek te handhaven tot een zodanig tijdstip dat de filterkoek een voldoende 25 hoeveelheid verzamelde stoffen verwijdert uit de toe te voeren vloeistof om een bepaald drukverschil hierover te bewerkstelligen, waardoor de eenheid van de filterkoek op de filtreertussenwand wordt gehandhaafd bij de stroomsnelheid van de toe te voeren vloeistof.
De inrichting volgens de werkwijze voor het helder maken van 30 een verontreinigde vloeistof wordt dan ook hierdoor gekenmerkt, dat deze bestaat uit: een houder voor het opvangen van de verontreinigde vloeistof met hierin gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen, filterorgaan met een filtertussenwand voor het ondersteunen 35 van het fillerkoekmateriaal en dit wordt ondersteund binnen de houder voor het verwijderen en verzamelen van gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen uit de vloeistof die in de houder blijven en de helder ' gemaakte vloeistof wordt hieruit afgevoerd, 8300010 * «' 4 -5- 22928/Vk/mb organen die reageren op de omstandigheden, instelbaar in afhankelijkheid van de verzameling van een bepaalde hoeveelheid verontreinigingen door het filter voor het onderbreken van het verwijderen en verzamelen van de verontreinigingen uit de verontreinigde vloeistof aanwezig 5 in de houder en het afvoeren van de helder gemaakte vloeistof hieruit, afvoerorgaan verbonden met de houder voor het afvoeren van de verontreinigde vloeistof uit de houder met een voldoende snelheid om het filterkoekmateriaal dat is aangebracht op de filtertussenwand samen met het filter samen te persen op de filtertussenwand, waardoor de scheiding van jq de filterkoek uit de filtertussenwand wordt voorkomen, samendrukorganen die een vloeistofverbinding vormen met de houder en bekrachtigbaar zijn om een positieve gasdruk uit te oefenen op de houder waarbij het samengeperste gas door het filter wordt gevoerd voor het verwijderen van een deel van de hierin aanwezige vloeistof en 15 het drogen van het filterkoekmateriaal dat wordt gedragen door de filtertussenwand, reinigingsorganen die zijn aangebracht binnen de houder, in contact met het filter voor het verwijderen van de verzamelde filterkoek van de filtertussenwand en het geleiden van het materiaal uit de houder, 2q organen voor het opnieuw vullen van de houder met vloeistof en het bekrachtigen van de reiningingsorganen om de filtertussenwand schoon te wassen in de vloeistof om mogelijk resterend filterkoekmateriaal dat achter is gebleven op de filtertussenwand te verwijderen uit het filter en vormingsorganen voor het aanbrengen van een deklaag voor het 25 toevoegen van een bepaalde hoeveelheid filterkoekvormend materiaal als eerste dekLaag voor de vloeistof ter vorming van een precoat-suspensie en voor het doen circuleren van de precoat-suspensie door het filter ter vorming van een eerst gevormde filterkoek op de filtertussenwand.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende 30 beschrijving waarin ook de voordelen zijn vermeld die zijn verkregen met de werkwijze-inrichting volgens de uitvinding, hetgeen ook nader is toegelicht aan de hand van de beschreven voorkeursuitvoeringen, die nader zijn toegelicht in de bijgevoegde tekening, waarin: fig. 1 een perspectivisch aanzicht is van een filtratiesys-35 teem volgens de uitvinding waarbij gedeelten van de inwendige struktuur van de filtreerruimte zijn verwijderd en fantoom zijn weergegeven ter verkrijging van een duidelijker beeld, fig. 2 een perspectivisch vooraanzicht is van een deel van het 8300010 i % * -6- 22928/Vk/mb filtratiesysteem dat is weergegeven in fig. 1, met verwijderde delen en open gedeelten om een duidelijkere voorstelling te geven van de inwendige struktuur van de filtreerruimte, fig. 3 een vergrote dwarsdoorsnede is van de vertikale filtreer-5 elementen binnen de filtreerruimte om duidelijker de wijze aan te geven waarbij de gebruikte filterkoek en de verzamelde stoffen worden verwijderd van--de filtreertussenwand, fig. 4 een dwarsdoorsnede is van de filterelementen weergegeven in fig. 3 en 10 fig. 5 perspectivisch een deel is van de precoat-eenheid met opengebroken gedeelten om de inwendige struktuur hiervan beter te kunnen weergeven.
Met betrekking tot fig. 1 kan worden gesteld dat daarin een filtratiesysteem is weergegeven dat een filtratie-eenheid 100 bevat en 15 een eenheid 200 voor het aanbrengen van een eerste deklaag (precoat).
De twee eenheden zijn met elkaar verbonden zodat vloeistof kan doorstromen, met een bron voor toe te voeren vloeistof 20 met behulp van een leiding waarin een regelklep is aangebracht. Een afvoer 40 voor filtraat en een afvoer 50 voor het afvoeren van vaste afvalstoffen is aangebracht ter 20 verwijdering van vloeistof en vaste stoffen uit de eenheden, welke onderdelen hierna nader zullen worden beschreven.
Nog niet helder gemaakte of onzuivere vloeistof of toe te voeren vloeistof wordt in het filtratiesysteem gepompt via toevoer 20 met behulp van toevoerporap 21, hetgeen een in de handel verkrijgbaar 25 type kan zijn. De toe te voeren vloeistof wordt door de pneumatisch gecontroleerde klep 22 gevoerd aanwezig in de toevoerleiding 23, door een in serie gekoppelde filtreerpomp 24 (waarvan de functie hierna nader zal worden beschreven), via een filtreerpompafvoerleiding 25 voor het toevoeren aan de filtreereenheid 100 via een bovenste filtreereenheidverdeel-30 stuk 26 en een hieronder gelegen filtreertoevoerverdeelstuk 27. Geschikte regelkleppen 28 zijn aangebracht in de vloeistofleidingen vanaf de afvoerleiding 25 van de filtreerpomp naar de verdeelstukken 26 en 27 van de toevoer om een terugstroming van de toe te voeren vloeistof te voorkomen.
35 De filtreereenheid 100 omvat een filtreerruimte 110 die aan beide uiteinden is voorzien van afdekkingen 111, die verwijderbaar afsluitend zijn om het inwendige mechanisme een service-beurt te kunnen geven, zoals het vervangen van versleten onderdelen. Een doorgang 112 8300010 ° r λ -7- 22928/Vk/mb wordt gevormd in de bodem van de filtreerruimte 110 en via geschikte asblokken wordt een roteerbaar aangedreven afvoerboor 113 ondersteund in draagvlak 114. Een aandrijfmotor 115 voor de boor bij de afvoer, zal wanneer deze wordt geactiveerd de afvoerboor 113 doen roteren zodat de 5 vaste stoffen die in trog 112 vallen naar de afvoer 50 leiden waar waaiers 116 die zijn aangebracht op de as 113a van de boor de vaste materialen samenpersen binnen een pneumatisch geregelde vlinderklep 117, die periodiek wordt geopend om de vaste materialen af te voeren uit het systeem via de afvoeropening 50. De vloeistof die wordt verwijderd door de samen-10 persbewerking passeert de filtreerruimte door de afvoerleiding 118, waardoor de inhoud van de filtreerruimte wordt geledigd, en een pneumatisch gecontroleerde klep 119 naar een filtreerdrainagepomp 120.
Niet helder gemaakte vloeistof die wordt toegevoerd aan filtreerruimte 110 via de bovenste en onderste verdeelstukken 26 en 27 15 voor de toevoer wordt door de coaxiaal, vertikaal geplaatste filter-elementen 160 gevoerd naar een holle filtreerbuis 162 en afgevoerd via de filterafvoer 40 of via de filtraatafvoerleiding 30 om door de pneumatisch geregelde· kleppen 31, 32 of 33 te worden gevoerd afhankelijk van de fasecyclus van het bewerkingssysteem, dat hierna nader zal worden 20 toegelicht.
De filterelementen 160 zijn coaxiaal aangebracht op de filter-buis 162 en gescheiden door een aantal afstandhouders 164 zodat perforaties 163 gevormd op de filterbuis 162 in verbinding staan met het binnenste van de filterschijf, zoals duidelijk is weergegeven in fig. 3. De holle 25 filterbuis 162 is roteerbaar aangebracht in een op geschikte wijze afgesloten ondersteuning 151, aangebracht aan een uiteinde 111 van de filtreerruimte 110 en in een andere afgesloten ondersteuning bij de afvoer van filterhuis 109 aan de andere zijde. De filterbuis 162 is aan beide uiteinden gesloten en heeft perforaties 163 die hierin zijn gevormd 30 die in verbinding staan met het inwendige van de filterelementen 160 waardoor de helder gemaakte vloeistof passeert die moet worden afgevoerd (40) uit de filtereenheid.
Elk filterelement 160 omvat een draagstruktuur of afstandhouder 167 bedekt met een gaasvormig net of filtertussenwand 168. De 35 dragerstruktuur 167 ondersteunt het gaas of tussenwand 168 in een naar buiten lopende tapse wijze gezien vanuit het centrum van het element naar de buitenrand. Het filterdoek of het fijne gaas of de tussenwand 168 die de dragerstruktuur 167 bedekt is een gaas met fijne openingen zodat alle 8300010 -8- 22928/Vk/mb vaste deeltjes die in de vloeistof zijn gesuspendeerd, met een grootte van ten minste ongeveer 47 pn worden vastgehouden op het gaas wanneer vloeistof door het filterelement wordt gepompt. De grootte van de openingen zal echter afhankelijk zijn van de deeltjesgrootte van de 5 filterhulpstof die wordt toegepast en van de deeltjesgrootte van de gesuspendeerde verontreinigingen. Het buitenoppervlak van elk van de filterelementen 160 heeft een metallische rand 169 die hierop is aangebracht zodat deze enigszins het gaas of de tussenwand overlapt en deze afsluit aan het buitenoppervlak van elk filterelement 160.
10 Een aantal wissers 180 is aangebracht tussen de filterelementen 160 om het buitenoppervlak hiervan te reinigen. De wissers 180 worden elk aangebracht op een afstandhouder 164 die de afzonderlijke filterelementen van elkaar scheidt zodat elke wisser in contact is met het tegenover gelegen vlak van de twee nabij gelegen filterelementen. Een 15 aandrijfmotor 165 voor het filterelement is werkzaam verbonden met de filtreerbuis 162 om de buis te roteren. Wanneer de filterelementen 160 zodoende worden geroteerd ten opzichte van de wissers 180 (tijdens een deel van de fasecyclus van het bewerkingssysteem, dat hierna nader zal worden beschreven) zal dit een relatieve beweging veroorzaken van het gehele 20 oppervlak van elk filterelement dat moet worden onderworpen aan de wisbewerking.
Elk van de wiselementen 180 omvat een armgedeelte 181 waaraan vezelhoudende borstels 182 op geschikte wijze zijn aangebracht. De wisarm 181 strekt zich radiaal naar buiten uit vanaf de filterbuis 162 en 25 over het ruimte-element 164 waarop het is aangebracht. Een paar stoppen 186 zijn op geschikte wijze aangebracht op de binnenwand van de filtreer-ruimte 110 om te voorkomen dat de wissers roteren wanneer de filterbuis 162 en de filterelementen 160 worden geroteerd. Daarom zullen de wissers 180 stationair blijven en de uit vezels bestaande borstel 182 mechanisch 30 het totale oppervlak van de filterelementen 160 zullen reinigen wanneer de aandrijfmotor voor het filterelement 165 wordt bekrachtigd.
Het is gebleken dat een rotatiesnelheid die zodanig is dat de relatieve beweging tussen de uit vezels bestaande borstels en de filterelementen 160 niet groter is dan 1000 inch per minuut en bij voorkeur 35 tussen ongeveer 200 en 400 inch per minuut moet zijn om de filterkoek te verwijderen van de filtertussenwand 168.
Voor een beter begrip van de uitvinding zal de fasecyclus van de bewerking van het filtratiesysteem nader worden toegelicht waarbij addi- 8300010 ft t Λ -9- 22928/Vk/mb tionele strukturele vormen nader zullen worden beschreven.
Na het opstarten worden zowel de filtreereenheid 100 als de precoat-eenheid 200 vrijgemaakt van mogelijke vloeistof en de filterele-menten 160 hebben geen filterkoek, hierop gevormd op de filtertussenwand 5 168. De pomp 21 voor het toevoeren van vloeistof en de filtreerpomp 24 worden bekrachtigd zodat vloeistof vanuit toevoer 20 wordt toegevoerd via een open pneumatisch geregelde klep 22 in de toevoerleiding voor de vloeistof 23, via filtreerpomp 24, afvoerleiding van de filtreerpomp 25, via toevoerverdeelstukken 26 en 27 en naar de filtreerruirate 110. Een 10 gebogen schotvormige plaat 108 is aangebracht binnen filtreerruimte 110 op de plaats waar de vloeistof wordt toegevoerd uit het bovenste verdeel-stuk 26 om te voorkomen dat de toegevoerde vloeistof direkt wordt afgevoerd op het filterelement 160.
Wanneer de toegevoerde vloeistof de filtreerruimte 110 vult 15 stroomt de toegevoerde vloeistof door de filterelementen 160 naar het filterafvoerhuis 109 via de filtraatafvoerleiding 30, door de pneumatisch geregelde klep 31 in recirculatieleiding 34 en via de pneumatisch geregelde klep 33 in leiding 36 voor aanmaakvloeistof. De toevoer van vloeistof wordt voortgezet zodat deze door de leiding 36 voor het aan-20 maken van vloeistof stroomt-'tot een zodanig tijdstip dat een bepaald vloeistofniveau is verkregen in een precoat-vat 210 op welk tijdstip een vloeistofniveau-controle-orgaan 212 wordt bekrachtigd zodat de open pneumatisch geregelde klep 33 wordt gesloten waarbij de stroom door de leiding 36 voor het aanmaken van vloeistof wordt gesloten. Vloeistof 25 stroomt niet door de precoat-vulleiding 35 tot een zodanig tijdstip dat filtreerhulpstofmateriaal wordt toegevoerd voor de vorming van de precoat-filtreerkoek, hetgeen hierna nader zal worden beschreven.
Wanneer de filtreerruimte 110 en de precoat-tank 210 zijn gevuld met toe te voeren vloeistof is het filtratiesysteem klaar om de 30 precoat-fasecyclus van het systeem te beginnen. Om de precoating te starten van de filtertussenwand 168 van de filterelementen 160 wordt de pneumatisch geregelde klep 22 gesloten en een precoat-pomp 213 en filterpomp 24 worden bekrachtigd om yloeistof uit de precoat-tank 210 te doen circuleren door de precoat-pomp 213, afvoerleiding 214 voor de precoat-pomp, door het 35 bovenste filter toevoerverdeelstuk 26 naar de filtreerruimte 110. Wanneer de precoat-pomp 213 wordt bekrachtigd wordt de pneumatisch geregelde klep 32 in de precoat-vulleiding 35 geopend waardoor vloeistof die moet worden gecirculeerd van daaruit uit de filtreerafvoerleiding 130 kan stro- 8300010 -10- 22928/Vk/mb
' I
% % men naar de precoat-tank 110. De circulerende vloeistof wordt door de filterelementen 160, de filtreerbuis 162, door de filtraatafvoerleiding 30, de recirculatieleiding 34 en de leidingen 36 voor het aanmaken van vloeistof geleid, omdat het bekrachtigen van deprecoat-pomp 213 het vloeistof-5 niveau van de vloeistof aanwezig in de precoat-tank 210 zal verlagen, waarbij de pneumatisch geregelde klep 33 in antwoord op een tweede vloei-stofniveauregelaar 211 wordt geopend. Het bekrachtigen van de filtreer-pomp 24 zal de vloeistof door de recirculatieleiding 34 trekken, door de filterpomp 24 naast de filterpompafvoerleiding 25 en naar de bovenste 10 en onderste filtertoevoerverdeelstukken 26 en 27.
Terwijl de vloeistof wordt gecirculeerd door het systeem in deze gesloten lus wordt droge filterhulpstof of precoat-materiaal toegevoegd aan de vloeistof aanwezig in de precoat-tank 210 met behulp van een toevoer 220 voor de filtreerhulpstof. De toevoer 220 voor de filtreer-15 hulpstof bestaat uit een vultrechter 221 met een schacht 222 die zich longitudinaal uitstrekt binnen de trechter en met hierop aangebracht een roerder 223 en toevoerboor 224. De bodem van de vultrechter 225 is konisch gevormd en verzekerd binnen de vultrecherrruimte 221, om te voorkomen dat precoat-materiaal of filtreerhulpmateriaal, hierin aanwezig, 20 daaruit wordt afgevoerd behalve via afvoer 226 in de bodem van de konus.
De schacht 222 is op geschikte wijze ondersteund in het ondersteunende oppervlak en haken zijn aangebracht in de wand van de vultrechter 221 voor de filterhulpstof op de bodem en aan de bovenkant van de vultrechter voor rotatie met behulp van een precoat-aandrijfmotor 227 die mechanisch is 25 verbonden met de schacht 222, zodat na bekrachtiging van de aandrijfmotor voor de toevoer 227 de schacht 222, roerder 223 en toevoerboor (schroef) 224 zullen roteren. Door het versnellen en stampen van de toevoerboor 224 wordt een bepaalde afgemeten hoeveelheid filtreerhulpstof aanwezig in vultrechter 221 toegevoerd aan de precoat-tank 210. De turbulentie van 30 de vloeistof die door de precoat-tank 221 wordt gevoerd, bewerkstelligt een suspensie die wordt gevormd in de precoat-tank, die wordt gepompt door de precoat-pomp 213 via de afvoerleiding 214 verbonden met de precoat-pomp zodat de suspensie wordt gecirculeerd via het filtratiesysteem in een gesloten lus.
35 Wanneer de gewenste hoeveelheid filtreerhulpmateriaal is toe gevoegd aan de precoat-tank 210 wordt de aandrijfmotor 227 voor de toevoer van de precoat niet langer bekrachtigd, maar zet de precoat-pomp 213 de circulatiebeweging voort voor de inhoud van de precoat-tank 210 naar 8300010 * ψ -11- 22928/Vk/mb de filtreerruimte 110 via de filterelementen 160 en het terugvoeren hiervan naar de precoat-tank of het geleiden door de filterporap 24 voor recirculatie door de filtreerruimte 110. Het bekrachtigen van zowel de precoat-pomp 213 als de filterpomp 24 geeft een hoge stroomsnelheid 5 voor de circulatie door de filterruimte 110 en de filterelementen 160 die snel een gelijkmatige filterkoek als precoating vormen op de tussenwand 168 van de filterelementen 160. Het filtreerhulpstofmateriaal dat wordt toegevoegd aan de vloeistof wordt gecirculeerd in de gesloten lus om te hechten op de filtreertussenwand 168 waarbij de gewenste filterkoek als 10 precoating wordt gevormd. De vloeistof wordt blijvend gecirculeerd in de gesloten lus tot een glas 45, dat is aangebracht in de afvoerleiding naar het bovenste filtreertoevoerverdeelstuk 26 nagenoeg volledig gezuiverd en schoon is, hetgeen aangeeft dat al het filtreerhulpmateriaal is verwijderd uit de vloeistof en verzameld op de filtreertussenwand ter 15 vorming van een volledige filterprecoating op de filterelementen 160.
Wanneer de filtertussenwand 168 van de filterelementen 160 zijn voorzien van de precoating wordt de pomp 21 voor de toe te voeren vloeistof, bekrachtigd en de pneumatisch geregelde klep 22 geopend waardoor de vloeistof kan worden toegevoerd via toevoer 20. Omdat het vloei-20 stofniveau in de precoat-tank 210 zich bevindt bij het gewenste niveau van de precoat-fasecyclus van de bewerking wondt de pneumatisch geregelde klep 33 gesloten door de werking van de vloeistofniveauregelaars 212.
De precoat-pomp 213 wordt niet langer bekrachtigd, klep 32 wordt gesloten en de klep die samenwerkt met de filterafvoer 40 wordt geopend om het 25 filtraat te kunnen verwijderen uit de filtreerruimte 110.
Nadat het aanbrengen van de precoating is beëindigd en om de eenheid van de precoating op de filtertussenwand 168 te handhaven wordt de filterpomp 24 bekrachtigd tijdens het eerste deel van de filtratie-cyclus om een voldoende drukverschil te handhaven over de filterkoek om 30 te voorkomen dat filterkoek wegslipt op de filtreertussenwand 168. Ten einde deze verhoogde snelheid te kunnen handhaven wordt de pneumatisch geregelde klep 31 geopend waardoor het filtraat dat door de filterelementen 160 stroomt kan worden gerecirculeerd naar de filtraatafvoerleiding 30, recirculatieleiding 34 en terug naar de toevoerleiding 23 voor toe 35 te voeren vloeistof die wordt toegevoerd aan filterpomp 24 om te worden teruggevoerd naar de filtreerruimte 110. De niet helder gemaakte vloeistof die wordt geleid door de toevoer 20 naar de toevoerleiding 23 voor de toe te voeren vloeistof wordt samengebracht met het recirculerende 8300010 -12- 22928/Vk/mb
> I
♦ % filtraat uit de recirculatieleiding en de' in serie verbinding van de pomp 21 voor de toe te voeren vloeistof en de filtratiepomp 24 handhaaft een hogere stroomsnelheid door de filterelementen 160 ten einde een te voren bepaald drukverschil te handhaven over de filterkoek van de filter-5 elementen 160. Wanneer niet gezuiverde toe te voeren vloeistof wordt geleid door de filterelementen 160 neemt de druk over de filterelementen toe door het verwijderen van stoffen uit de toe te voeren vloeistof, welke stoffen zich verzamelen op of in de filterkoek.
Nadat een bepaalde hoeveelheid samen te voegen stoffen is in-10 gevangen in of op de filterkoek wordt een drukverschil bewerkstelligd tussen de pneumatisch geregelde kleppen 31 en 22. Wanneer dit drukverschil voldoende groot is geworden kan een terugstroming van niet gezuiverde vloeistof optreden naar het filterafvoerhuis 109 via de pneumatisch geregelde klep 31 in de recirculatieleiding 3^. Daarom geldt 15 dat wanneer de druk over de filterelementen 160 een bepaalde waarde bereikt een drukgevoelige schakelaar 61 wordt bekrachtigd waardoor de pneumatisch geregelde klep 31 wordt gesloten zodat wordt voorkomen dat niet gezuiverde vloeistof vanuit recirculatieleiding 3^ naar het fil-treerafvoerhuis 109 wordt gevoerd. Het sluiten van de drukschakelaar 61 20 beëindigt ook de werking van de filterpomp 24 zodat filtratie zal voortduren bij de stroomsnelheid die wordt bepaald door de invoer- of toevoer-pomp 21.
De filtratie wordt vervolgens voortgezet tot een zodanig tijdstip dat de drukval over de filterelementen 160 een niveau bereikt dat 25 wordt bepaald door de drukafhankelijke regelaar 62 die wordt bekrachtigd in afhankelijkheid van de druk die wordt aangegeven op een drukmeter 63. Wanneer een dergelijke druk is bereikt wordt de filtratiecyclus onderbroken ten einde de inhoud uit de filtreerruimte 110 af te voeren, de gebruikte filterkoek te reinigen en de verzamelde stoffen uit de filter-30 elementen 160 en het afvoeren van de vaste stoffen uit de filtreerruimte 110 ter bereiding van een precoating van de gezuiverde filtreertussen-wand 168 en het automatisch terugvoeren van het filtratiesysteem voor een verdere filtratiebewerking.
Wanneer de vaste stoffen zijn afgescheiden uit de toegevoerde 35 vloeistof en zijn verzameld op de filtreertussenwand waarop de filterkoek is aangebracht en de opgeloste gasvormige stoffen zijn geadsorbeerd door het filterkoekmateriaal verhogen deze verzamelde stoffen het druk- 8300010 -13- 22928/Vk/mb verschil over de filterelementen tot een zodanig tijdstip dat de filterkoek is gebruikt en de verzamelde stoffen moeten worden verwijderd uit de filterelementen 160 ten einde een efficiënte filtratie van de toe te voeren vloeistof te kunnen voortzetten. Wanneer de filtratiefasecyolus 5 van de bewerking wordt beëindigd door het einde van het gebruik van de filterkoek worden de pomp 21 voor het toevoeren van vloeistof en de filterpomp 24 niet langer bekrachtigd en de toevoerklep 22 wordt gesloten, de filterafvoerpomp 120 wordt bekrachtigd en de normaal gesloten pneumatisch geregelde kleppen 119 en 129 worden geopend voor het afvoeren van 10 de volledige hoeveelheid vloeistof uit de filtreerruimte 110. De inhoud van de filtreerruimte 110 kan naar een bewaartank worden gepompt voor het terug-invoeren naar een toevoerleiding of naar een ander geschikt reservoir.
Om te voorkomen dat filterkoek wordt meegevoerd tijdens de af-15 voer moet de afvoerpomp 120 voldoende groot zijn om een drukverschil te verkrijgen over de filterelementen 160 om de gebruikte filterkoek samen te persen tot de filtertussenwand 168. Vacuümbrekers 65 zijn aangebracht op de filtreerruimte 110 om een snelle afvoer van de inhoud van de filterruimte mogelijk te maken om dit drukverschil te kunnen bewerkstel-20 ligen. De vloeistof die aanwezig is in de ruimte wordt afgevoerd via trog 112 en door een filtraatafvoerleiding 128 die is aangebracht tussen het huis 109 van de filterafvoer en de afvoerleiding 118 met hiertussen de pneumatisch geregelde klep 129. Vloeistof die wordt geleid door de filterelementen 1βθ naar het huis 109 van de filterafvoer passeert door 25 de pneumatisch geregelde klep 129, aangebracht in de filtraatafvoerleiding 128 en wordt naar de afvoerleiding 118 gevoerd.De vloeistof aanwezig in de filtreerruimte 110 die niet door de filterelementen 160 wordt gevoerd wordt afgevoerd door de afvoerleiding 118 die in vloeistofverbinding staat met trog 112. Tijdens de afvoerbewerking worden alle kleppen automatisch 30 gesloten behalve de twee afvoerkleppen 119 en 129. Wanneer de inhoud van de filtreerruimte 110 is afgevoerd worden de kleppen 119 en 129 gesloten en een luchtinjectieklep 166 en filtreerafvoerklep 40 worden geopend waardoor lucht of een ander gas wordt toegevoerd en de filtreerruimte 110 wordt onder druk gebracht zodat mogelijke vloeistof die is ingevangen in 35 de filterkoek wordt uitgedreven uit de filterkoek naar de filterbuis 162 waarbij het filterkoekmateriaal wordt gedroogd ter verkrijging van een additioneel te winnen filtraatprodukt en om de droogte van het filterkoek te maximaliseren voordat het wordt verwijderd van de filtreertussen- 8300010 - w -14- 22928/Vk/mb wand 168 en wordt afgevoerd uit de filtreerruimte 110.
Wanneer de inhoud van de filtreerruimte 110 is af gevoerd en de lucht onder verhoogde druk, toegevoerd aan de ruimte 110 de resterende vloeistof heeft uitgedreven uit de filterkoek wordt de filterkoek samen-5 geperst op de tussenwand, gedroogd en deze Is klaar om te worden afgevoerd uit de filtreerruimte 110, De filteraandrijfmotor 165 wordt bekrachtigd, de filterbuis 162 geroteerd en de filterelementen 160 worden geroteerd tegen de stationaire borstel of wissers 180. De rotatie van de filterelementen 160 tegen de wissers 180 zal ervoor zorgen dat de gebruikte filter-10 koek en de verzamelde stoffen worden verwijderd uit de filtertussenwand 168 en naar beneden gevoerd in trog 112 waar de roterende boor 113 deze stoffen verder zal voeren uit de filtreerruimte 110.
Ten einde een volledige afvoer van de filterkoek en de verzamelde stoffen te verzekeren en om een mogelijke opbouw in hetovergangs-15 gebied te voorkomen tussen de cilindrische filtreerruimte 110 en het troggedeelte 112 zijn trillende zijplaten 145 aangebracht over een deel van de filtreerruimte 110 zodat de stoffen worden verwijderd uit de filtreertussenwand 168 die dan vallen op de trillende zijplaten 145, die door de trilbeweging het materiaal naar beneden doen glijden naar 20 trog 112 voor het verwijderen daar met behulp van de boor 113. Wanneer de afvoerboor 113 wordt geroteerd worden het gebruikte filterkoekmateriaal en de verzamelde stoffen naar buiten geleid uit de filtreerruimte 110 door een pneumatisch geregelde vlinderklep 117 vanwaar het materiaal wordt afgevoerd. Na een bepaalde tijdsduur gerekend vanaf de tijd dan de materi-25 alen zijn verwijderd wordt de aandrijfmotor 165 voor het filter en de aandrijfmotor 115 voor de afvoerboor niet langer bekrachtigd en wordt de vlinderklep 117 gesloten.
Wanneer het gebruikte filterkoekmateriaal en de verzamelde stoffen zijn afgevoerd uit de filtreerruimte 110,heeft een bepaald verlies 30 plaats aan vloeistof, waardoor het vloeistofniveau in de precoat-tank 210 wordt verlaagd. Wanneer dit heeft plaatsgehad wordt de tank opnieuw gevuld tot het gewenste niveau door het bekrachtigen van de vloeistofregelklep 211, waardoor klep 33 wordt geopend zodat voldoende filtraat kan binnenstromen door leiding 36 voor de aanmaakvloeistof om het vloeistofniveau 35 te doen stijgen in de precoat-tank 210 tot het gewenste niveau dat wordt bepaald door regelaar 212.
Het is gebleken dat wanneer de gebruikte filterkoek en de verzamelde stoffen zich bevinden in een halfdroge toestand de wissers 180, 8300010
** I
-15- 22928/Vk/mb aangebracht tussen elk filterelement 160 de filtertussenwand 168 niet volledig zuiveren, althans niet voldoende om deze te kunnen toepassen bij bepaalde bewerkingen zoals voor het verwerken van eetbare olie. Daarom moet nadat de filterruimte 110 is vrijgemaakt van de vaste stoffen en de 5 afvoerbewerking is beëindigd de filterruimte 110 opnieuw worden gevuld met vloeistof.
Dit opnieuw vullen kan worden uitgevoerd door het opnieuw toevoegen van vloeistof die eerst is afgevoerd uit de filterruimte 110 naar de bewaartank of dit kan worden uitgevoerd door het bekrachtigen van de 10 toevoerpomp 121 en filterpomp 24 om toe te voeren vloeistof toe te voeren door toevoer 20 om de filterruimte 110 te vullen met toe te voeren vloeistof op een wijze zoals eerder is beschreven.
Na een bepaalde tijdsduur om er zeker van te zijn dat de fil-treerruimte 110 volledig is gevuld wordt de toevoerpomp 21 en de filter-15 pomp 24 gestopt en de aandrijfmotor 165 voor het filter wordt bekrachtigd. De filterelementen 160 worden geroteerd tegen de stationaire wissers 180 om een goede reiniging te bewerkstelligen van de tussenwand 168 door het wrijven van de tussenwand tegen de wissers 180 terwijl deze zijn gedompeld in de vloeistof aanwezig in de filtreerruimte 110. Na een bepaalde tijd3-20 duur wordt de aandrijfmotor 165 voor het filter niet langer bekrachtigd en het filtratiesysteem is nu klaar om opnieuw de precoat-fase in te gaan zoals eerder is beschreven.
Hoewel de uitvinding nader is toegelicht aan de hand van een bepaalde uitvoeringsvorm, zal het duidelijk zijn dat voor een deskundige 25 een aantal veranderingen kan worden aangebracht en equivalente bewerkingen kunnen worden uitgevoerd binnen het kader van de uitvinding. Samengevat kan wofden gesteld dat de uitvinding betrekking heeft op een filtratiesysteem onder toepassing van een aantal coaxiaal, vertikaal geplaatste filterelementen voor het helder maken van een vloeistof die 30 hierdoor wordt geleid. Na het verzamelen van een bepaalde hoeveelheid stoffen of materialen op of in de filterkoek wordt de filterkamer afgesloten en de inhoud afgevoerd, waardoor een drukverschil ontstaat over de filterelementen om de integriteit van de filterkoek op de filterwand te handhaven. Nadat de inhoud van de filterruimte is afgevoerd en de 35 ruimte op een positieve druk is gebracht ter verwijdering van mogelijk filtraat dat achterblijft in de filterkoek wordt de filterkoek gedroogd op de filtertussenwand voordat de filterkoek wordt verwijderd. De bepaalde filterkoek en de verzamelde stoffen worden verwijderd van de filtertussen- 8300010
“ P
-16- 22928/Vk/mb wand en geleid uit de filtreerruimte via een afvoersysteem. De filtreer-ruimte wordt gevuld met vloeistof en de filtertussenwand wordt mechanisch gereinigd om mogelijke resterende materialen hieruit te verwijderen. Een hoeveelheid precoat of filtreerhulpmateriaal wordt toegevoegd aan de vloei-5 stof in de filtreerruimte en de filtreerhulpstofbevattende vloeistof wordt door de filterelementen gecirculeerd en het filtratiesysteem in een gesloten lus om een voorgevormde filterkoek te vormen op de filtentussen-wand. De stroomsnelheid tijdens de circulatie is voldoende om de filterkoek die aldus is gevormd als een geheel te handhaven tot een zodanige Ί0 tijd dat de filterkoek een voldoende hoeveelheid op te vangen stoffen uit de af te voeren stroom heeft verzameld om een bepaald drukverschil hierover te verkrijgen, waardoor de eenheid van het filterkoek op de filter-tussenwand wordt behouden bij een bepaalde stroomsnelheid van binnenstromende vloeistof.
15 8300010

Claims (4)

1. Inrichting voor het helder maken van een verontreinigde vloeistof door het verwijderen en verzamelen van de aanwezige veront-5 reinigingen en het automatisch afvoeren van de aldus verzamelde verontreinigingen, met het kenmerk, dat deze inrichting bestaat uit: een houder voor het opvangen van de verontreinigde vloeistof met hierin gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen, filterorgaan met een filtertussenwand voor het ondersteunen 10 van het filterkoekmateriaal en dit wordt ondersteund binnen de houder voor het verwijderen en verzamelen van gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen uit de vloeistof die in de houder blijven en de helder gemaakte vloeistof wordt hieruit afgevoerd, organen die reageren op de omstandigheden, instelbaar in afhan-15 kelijkheid van de verzameling van een bepaalde hoeveelheid verontreinigingen door het filter voor het onderbreken van het verwijderen en verzamelen van de verontreinigingen uit de verontreinigde vloeistof aanwezig in de houder en het af voeren van de helder gemaakte vloeistof hieruit,. afvoerorgaan verbonden met de houder voor het afvoeren van de 20 verontreinigde vloeistof uit de houder met een voldoende snelheid om het filterkoekmateriaal dat is aangebracht op de filtertussenwand samen met het filter samen te persen op de filtertussenwand, waardoor de scheiding van de filterkoek uit de filtertussenwand wordt voorkomen, samendrukorganen die een vloeistofverbinding vormen met de 25 houder en bekrachtigbaar zijn om een positieve gasdruk uit te oefenen op de houder waarbij het samengeperste gas door het filter wordt gevoerd voor het verwijderen van een deel van de hierin aanwezige vloeistof en het drogen van het filterkoekmateriaal dat wordt gedragen door de filtertussenwand, 30 reinigingsorganen die zijn aangebracht binnen de houder, in contact met het filter voor het verwijderen van de verzamelde filterkoek van de filtertussenwand en het geleiden van het materiaal uit de houder, organen voor het opnieuw vullen van de houder met vloeistof en het bekrachtigen van de reiningingsorganen om de filtertussenwand schoon 35 te wassen in de vloeistof om mogelijk resterend filterkoekmateriaal dat achter is gebleven op de filtertussenwand te verwijderen uit het filter en vormingsorganen voor het aanbrengen van een deklaag voor het toevoegen van een bepaalde hoeveelheid filterkoekvormend materiaal als 8300010 ν' . -18- 22928/Vk/mb eerste deKLaag voor de vloeistof ter vorming van een precoat-suspensie en voor het doen circuleren van de precoat-suspensie door het filter ter vorming van een eerst gevormde filterkoek op de filtertussenwand.
2. Inrichting voor het helder maken van een verontreinigde 5 vloeistof door het verwijderen en verzamelen van verontreinigingen uit deze vloeistof en het automatisch afvoeren van de aldus verzamelde verontreiniging, met het kenmerk, dat deze bestaat uit: een houder voor het opvangen van de verontreinigde vloeistof die hierin gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen bevat, 10 filterorganen met een filtertussenwand voor het dragen van filterkoekmateriaal en deze wordt ondersteund binnen de houder voor het verwijderen en verzamelen van de in de vloeistof aanwezige gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen, die in de houder achterblijven en waaruit de helder gemaakte vloeistof wordt verwijderd, 15 organen die reageren op de omstandigheden, instelbaar in afhan kelijkheid van de verzameling van een bepaalde hoeveelheid verontreinigingen door het filter voor het onderbreken van het verwijderen en verzamelen van de verontreinigingen uit de verontreinigde vloeistof aanwezig in de houder en het afvoeren van de helder gemaakte vloeistof hieruit, 20 zuiveringsorganen aangebracht binnen de houder, in contact met het filterorgaan voor het verwijderen van de verzamelde stoffen aangebracht op het filterkoekmateriaal en uit de filtertussenwand en het geleiden van het materiaal uit de houder, precoat vormende organen voor het toevoegen van een te voren 25 bepaalde hoeveelheid precoat-filterkoekvormend materiaal aan de vloeistof aanwezig in de houder ter vorming van een precoat-suspensie en voor het doen circuleren van de precoat-suspensie door het filter ter vorming van een precoat-filterkoek op de filtertussenwand en organen voor het doen recirculeren van het filtraat dat wordt 30 afgevoerd uit het filter door de precoat-filterkoek om een bepaald drukverschil te bewerkstelligen over de filterkoek zodat de eenheid van de precoat-filterkoek wordt gehandhaafd.
3. Werkwijze voor het helder maken of „ .iveren van een vloeistof die gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen bevat door het 35 verwijderen en verzamelen van de ver •• treinigingen uit de vloeistof en het afvoeren van de verzamelde stoffen die uit de vloeistof zijn verwijderd, met het kenmerk, dat een niet heldere, verontreinigingen bevattende vloeistof door 8 3 0 0 0 1 0 -19- 22928/Vk/mb . - c- een of‘meer filters wordt geleid, aangebracht binnen een houder die de verontreinigde vloeistof bevat en een filterkoek bevat ondersteund door een filtreertussenwand om de verontreinigingen te verzamelen, uit de houder gereinigde vloeistof wordt afgevoerd die is ge-5 leid door het filter en de verontreinigingen zijn verzameld op of in de filterkoek ondersteund door de filtertussenwand, het doorvoeren van niet gezuiverde, verontreinigingen bevattende vloeistof door het filter wordt onderbroken door de verzameling van een bepaalde hoeveelheid verontreinigingen, 10 het afvoeren van de niet gezuiverde, verontreinigingen bevat tende vloeistof uit de houder bij een stroomsnelheid waarbij de filterkoek wordt samengeperst op de filtertussenwand om de afscheiding van de filterkoek uit de filtertussenwand te voorkomen, het drogen van het filterkoekmateriaal dat wordt ondersteund 15 door de filtertussenwand door het toevoeren van een gas onder verhoogde druk aan de houder en het doorvoeren van dit gas door de filterkoek, waarbij een deel van de vloeistof die hierin aanwezig is wordt verwijderd, het verwijderen van de verontreinigingen bevattende filterkoek uit de filtertussenwand en het geleiden van de verontreinigingen bevat-20 tende filterkoek uit de houder, het opnieuw vullen van de houder met vloeistof en het wassen van de filtertussenwand ter verwijdering van mogelijke resterende filterkoek die hierop is achtergebleven en het toevoegen van een bepaalde hoeveelheid precoat-filterkoek 25 vormend materiaal aan de vloeistof aanwezig in de houder ter vorming van een precoat-suspensie en het doen circuleren van de precoat-suspensie door het filter ter vorming van een precoat-filterkoek op de filtertussenwand.
4. Werkwijze voor het helder maken van een vloeistof die hierin 30 gesuspendeerde en opgeloste verontreinigingen bevat door het verwijderen en verzamelen van de verontreinigingen uit de vloeistof en het afvoeren van de verontreinigingen die aldus zijn verwijderd, met het kenmerk, dat een niet heldere, verontreinigingen bevattende vloeistof door een filter wordt gevoerd dat binnen de verontreinigde vloeistof bevattende 35 houder een filterkoek bevat die de verontreinigingen Verzamelt en die wordt ondersteund door een filtertussenwand, het afvoeren van de helder gemaakte vloeistof uit de houder door het filter en het verzamelen van de verontreinigingen op of in de 8300010 -2°- 22928/Vk/mb v ' ' X ' filterkoek aangebraoht op de filtertussenwand, het onderbreken van het doorvoeren van niet gezuiverde,-verontreinigingen bevattende vloeistof door het filter nadat de verzameling van een bepaalde hoeveelheid verontreinigingen heeft plaatsgehad, 5 het verwijderen van de verontreinigingen bevattende-filter- . koek uit de filtertussenwand en het geleiden van de verontreinigingen bevattende filterkoek uit de houder, toevoeging van een bepaalde hoeveelheid precoat-filterkoek-vormend materiaal dan de vloeistof aanwezig in de houder, zodat een 10 preooat-suspensie wordt gevormd en het doen circuleren van de precoat-suspensie door het filter ter vorming van een precoat-filterkoek op de filtertussenwand en het doen recirculeren van het filtraat dat is afgevoerd uit de precoat-filterkoek waardoor een bepaald drukverschil wordt verkregen over de filterkoek ter handhaving van de eenheid van de precoat-15 filterkoek. Eindhoven, januari 1983 83 0 0 0 1 0
NL8300010A 1977-06-22 1983-01-03 Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof. NL8300010A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US80911977A 1977-06-22 1977-06-22
US80911977 1977-06-22

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8300010A true NL8300010A (nl) 1984-08-01

Family

ID=25200583

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8300010A NL8300010A (nl) 1977-06-22 1983-01-03 Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof.

Country Status (7)

Country Link
JP (1) JPS59127614A (nl)
AU (1) AU555019B2 (nl)
CA (1) CA1190483A (nl)
DE (1) DE3300394A1 (nl)
FR (1) FR2539049B1 (nl)
GB (2) GB2134003B (nl)
NL (1) NL8300010A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110102140A (zh) * 2019-06-17 2019-08-09 广州杰威锁具有限公司 一种餐厨废气低成本排气处理系统

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3413467C2 (de) * 1984-04-10 1986-09-25 BÖWE GmbH, 8900 Augsburg Filter für Reinigungsmaschine
JPH0218371Y2 (nl) * 1985-08-23 1990-05-23
JPH0685972U (ja) * 1993-04-27 1994-12-13 龍夫 岡崎 フロースイッチバルブ
EP1114665A1 (de) * 2000-01-07 2001-07-11 Faudi Filtersysteme GmbH Anschwemmfiltrierverfahren und -vorrichtung
CN105745000A (zh) * 2013-11-18 2016-07-06 株式会社大赛璐 过滤装置、过滤方法及醋酸纤维的制造方法
CN106267982A (zh) * 2016-10-19 2017-01-04 佛山市绿星环保科技有限公司 一种过滤机用的陶瓷分配阀装置
CN113634205A (zh) * 2021-08-10 2021-11-12 宿迁联盛科技股份有限公司 一种反应釜
CN115074140B (zh) * 2022-06-07 2023-04-28 新疆农业科学院农产品贮藏加工研究所 果蔬籽仁油及活性成分连续榨取方法及装置

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3200105A (en) * 1960-08-08 1965-08-10 Phillips Petroleum Co Filter aid conditioning
CH399422A (de) * 1962-05-28 1965-09-30 Ciba Geigy Filterpresse
US3705649A (en) * 1972-03-30 1972-12-12 Kostas Savas Arvanitakis Desludger apparatus and process
US3705648A (en) * 1972-03-30 1972-12-12 Kostas Savas Arvanitakis Filtration system
DE2227821B2 (de) * 1972-06-08 1980-02-28 Holstein Und Kappert Gmbh, 4600 Dortmund Verfahren zum Entfernen und Austragen von Filterriickständen aus Kesselflitern
IT1023016B (it) * 1972-08-21 1978-05-10 Hydromation Filter Co Apparecchio e procedimento per pulire setti filtrani
US3907681A (en) * 1973-11-12 1975-09-23 F W Means & Company Filter system and method
US3957636A (en) * 1974-03-06 1976-05-18 Kostas Savas Arvanitakis Method and apparatus for liquid/solid separation
US4001115A (en) * 1974-06-21 1977-01-04 Kostas Savas Arvanitakis Filtration system with storage and dilution reservoirs
CH627375A5 (en) * 1977-02-12 1982-01-15 Filtrox Maschinenbau Ag Method for terminating a filtration process and for subsequent emptying and cleaning of the filtration device and device for this purpose and use of the method
GB2077130B (en) * 1980-06-07 1984-01-25 Linderfort Ltd Filtration apparatus

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN110102140A (zh) * 2019-06-17 2019-08-09 广州杰威锁具有限公司 一种餐厨废气低成本排气处理系统
CN110102140B (zh) * 2019-06-17 2021-06-08 广州杰威锁具有限公司 一种餐厨废气低成本排气处理系统

Also Published As

Publication number Publication date
GB2134003B (en) 1985-12-18
GB2134003A (en) 1984-08-08
JPS59127614A (ja) 1984-07-23
GB8417660D0 (en) 1984-08-15
GB2143742A (en) 1985-02-20
FR2539049A1 (fr) 1984-07-13
DE3300394A1 (de) 1984-07-12
JPH0143567B2 (nl) 1989-09-21
AU1001883A (en) 1984-07-05
GB2143742B (en) 1985-12-18
CA1190483A (en) 1985-07-16
DE3300394C2 (nl) 1988-06-01
FR2539049B1 (fr) 1989-09-08
AU555019B2 (en) 1986-09-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CN1147344C (zh) 从液体中滤出微粒的方法和装置
US3705648A (en) Filtration system
EP0303310B1 (en) Method and apparatus for refining oils or fats
US3497452A (en) Method and apparatus for clarifying a liquid
US2044096A (en) Dry cleaning system
US3957636A (en) Method and apparatus for liquid/solid separation
US4192746A (en) Liquid clarification system
WO1990014872A1 (en) Method and apparatus for clarifying liquids
NL8300010A (nl) Inrichting en werkwijze voor het zuiveren van een verontreinigde vloeistof.
JPS58153509A (ja) 連続「ろ」過機
US4591446A (en) Method of filtering and a device for filtering solid-containing liquids
KR101106072B1 (ko) 원심력 필터 시스템의 불순물 제거 장치
US4410433A (en) Vertical filter system
US3705649A (en) Desludger apparatus and process
KR20060021848A (ko) 액체에서 입자를 연속 여과하는 방법 및 장치
EP0145842A2 (en) Process and apparatus for removing suspended solids from a liquid
JP2001089789A (ja) 食用油の再生方法及び装置並びにシステム
US2893925A (en) Method and apparatus for reclaiming solvent from a cleansing wash
JP3781297B2 (ja) ろ過機におけるセイフティースクリーンの洗浄装置
CZ280382B6 (cs) Filtrační zařízení, zejména k oddělování hrubých částeček ze suspenze mazacích kapalin
JP2696666B2 (ja) 加圧濾過装置
US1302813A (en) Process of maintaining filters in filtering condition.
JPH02126908A (ja) 連続式固液分離装置
GB2077130A (en) Filtration apparatus
JP3109644B2 (ja) ろ材の洗浄再生方法

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed