NL8220328A - Televisie weergeef stelsel met gereduceerde lijnaftastartifacten. - Google Patents

Description

% VO b7J2 s2l.ij,,ï s

Betr.: Televisie weergeef stelsel met gereduceerde lijnaftastartifacten.

De uitvinding heeft betrekking op een televisieweergeefinrichting, zoals een televisie-ontvanger, welke bestemd is voor een gereduceerde zichtbaarheid van regelaftastartifacten, die een gevolg zijn van geïnterlinieerde aftasting van het tafereel, dat wordt afgeheeld.

5 De op dit moment in gebruik zijnde televisie-ontvangers:: en moni tors leveren niet de best mogelijke beelden binnen de beperkingen van de bestaande regelaftastnormen. Het is gewenst subjectieve verbeteringen te verschaffen teneinde een "high-fidelity"-weergave te verkrijgen. Dit probleem is gedetailleerd besproken in het artikel "High Definition 10 Television Studies On Compatible Basis With Present Standards" door

Broder Wendland in het boek "Television Technology in the 80's", gepubliceerd door SMPTE.

Een groot probleem bij aftaststelsels met 525 regels per raster en 30 rasters per sec (525/30), zoals het NTSC-stelsel en bij andere 15 stelsels, zoals het 625/25 (PAL) stelsel zijn die artifacten, welke afkomstig zijn uit het regelaftastproces zelf. De artifacten doen zich in hoofdzaak voor tengevolge van het interliniëringsproces in de normen. Inter liniëring is een methode voor "sluiterwerkingj’, equivalent aan het sluiterproces bij de filmtechnologie. Het doel van de interliniëring is 20 het vergroten van de flikkersnelheid van het beeld, dat wordt weergegeven teneinde de waarneembaarheid van het periodiek optreden en verdwijnen (flikkeren) van het beeld te reduceren. Een grote flikkersnelheid is gewenst, omdat deze het voorkomen van een continu aanwezig beeld geeft.

Bij een 525/30-stelsel worden 525 regels in 1/30 sec afgetast, 25 waardoor een steekproeffrequentie van 30 Hz optreedt. Het interliniëringsproces deelt het beeld of raster van 525 regels in twee opeenvolgende velden met 262,5 regels, betiteld als oneven (regels 1, 3, 5» ··· ) en even ( regels 2, H, 6, ... ) velden. De 262,5 regels van het oneven veld worden afgetast in 1/60 sec, gevolgd door de aftasting van nog eens 30 262,5 regels van het even veld, waarbij de regels van het even veld de ruimten tussen de regels van het oneven veld innemen. In wezen kan het door elk veld afgetaste raster worden beschouwd als een wit of gekleurd beeld te verschaffen, dat is doorschoten met een niet-gemoduleerd zwart raster (fig. 1). Tijdens het daaropvolgende veld worden de zwarte regels 35 van het zwarte raster van het voorafgaande veld overschreven door de wit- 8220328 - 2 - te lijnen van het volgende veld, doch in plaats van dat de zichtbaarheid van het zwarte raster wordt geëlimineerd, ontstaat door het subjectieve effect of de illusie een schijnbare vertikale drift van het zwarte raster. Het zich bewegende zwarte raster kan gemakkelijk worden waargeno-5 men wanneer men een weergeefinrichting met breed scherm op een geringe afstand beschouwt.

Een andere artifact, welke wordt veroorzaakt door geïnterlinieerde aftasting, is een gevolg van de zichtbaarheid van de aftastregels bij randen van zich bewegende objecten. Dit is een gevolg van een verschil in 10 positie van het zich bewegende object van veld-tot-veld. De randen van zich bewegende objecten hebben de helft van de nominale vertikale resolutie en nemen een gerafeld of getand voorkomen aan, gebroken door duidelijk zichtbare zwarte aftastregels. Fig. 2a toont de invloed van een zwart circulair object, dat zich beweegt, tegen een witte achtergrond, 15 waarbij de getande randen duidelijk zichtbaar zijn.

Voor het verkrijgen van een vlakke-veldrepresentatie van een re-gel-afgetast veld, worden regels van videosignalen, welke representatief zijn voor elke regelaftasting van het beeld, opgewekt. Deze regelaftas-tingen worden naar de tijd of in ruimte of eventueel in beide mogelijk-20 heden gescheiden, zodat bij weergave een beeld wordt verkregen, dat een storende regelaftaststructuur heeft. De regelaftaststructuur wordt verbeterd door tenminste een regel van het afgetaste videosignaal in de ver-tragings- of geheugeninrichting op te slaan. Het signaal wordt zodanig behandeld, dat uit het geheugen niet slechts de regelaftastingen met de 25 storende regelstructuur, doch ook videosignalen, die interstitiële regels van het videosignaal voorstellen, worden onttrokken. De eerstgenoemde en interstitiële regels worden weergegeven om de regelaftaststructuur te elimineren. Bij een andere uitvoeringsvorm wordt de flikkersnelheid, welke een gevolg is van het aftasten van eerste en interstitiële regels 30 progressief verbeterd door dezelfde informatie een aantal malen weer te geven.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een afgetast beeld, dat een informatieveld bevat en het 35 "zwarte raster" toont ·, fig. 2.een volledig rasterbeeld van een zich bewegend, cirkelvor- .· mig object, weergegeven door geïnterlinieerde regelaftasting, waarbij een . getand-randeffeet optreedt; 8220328 t' - 3 - fig. 3 en 9 in blokschemavorm uitvoeringsvormen volgens de uitvinding, waarin door interpolatie van opeenvolgende regels interstitiële regels voor weergave worden gevormd; fig. 5 en 6 details van de uitvoeringsvorm volgens fig. 3; 5 fig. 7 een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij een veld-vertragingsgeheugen wordt gebruikt voor het verschaffen van interstitiële regels voor weergave; fig. 8 een televisie-ontvanger met een weergeefinrichting volgens de uitvinding; 10 fig. 10 een schema ter toelichting van de uitvoeringsvorm volgens fig. 9; fig. 11 een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarin een geheugen van 527 horizontale regels een herhaalde uitlezing van een volledig NTSC-raster mogelijk maakt, zonder dat ingangsinformatie verΙοί 5 ren gaat; fig. 12 het geheugen volgens fig. 11 op verschillende tijdstippen; fig. 13 hetzij afwisselend opgeslagen en geldende informatie, hetzij afwisselende, geldende en geschatte informatie, afhankelijk van de 20 aanwezigheid of afwezigheid van een beweging in het tafereel; en fig. 1^ een blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij door een herhaalde, volledige-rasterinformatie de regel-aftaststructuur verder door schatting is gereduceerd.

Bij de configuratie volgens fig. 3 worden normale, analoge ge-25 ïnterlinieerd-afgetaste NTSC-kleurentelevisiesignalen vanuit een (niet afgeheelde) bron toegevoerd aan een klem 10 en worden deze signalen in digitale vorm omgezet door een analoog-digitaal omzetter 12, welke met een klokfrequentie werkt onder bestuur van een kloksignaal, dat uit een (niet afgeheelde) bron aan een klem 1^ wordt toegevoerd. De kloksignalen 30 worden ook aan geschikte gedeelten van de rest van fig. 3 toegevoerd om de verschillende werkingen te .temperen. In het algemeen gesproken, wordt het gedigitaliseerde videosignaal toegevoerd aan een schattingsinrieh-ting 300, welke interstitiële geschatte regels bij een dubbele frequentie voor toevoer aan een weergeefinrichting levert. Het gedigitaliseer-35 de samengestelde videosignaal wordt toegevoerd aan een luminantie-chro-minantie decodeerinrichting, weergegeven als een rechthoek 1^, die de luminantiesignalen (ï) en de twee chrominantiesignalen (I, Q,) van elkaar 8220328 - Ί+ - scheidt en deze respectievelijk toevoert aan luminantie-, I- en Q-schat-tingsinrichtingen 16, 17 en 18. Elke schattingsinrichting levert een reeks regels van niet-gewijzigd videosignaal (Fu), ten opzichte van het geldende videosignaal vertraagd over H (de tijd van êên horizontale 5 regel, welke hij de in de Verenigde Staten van Amerika geldende normen ongeveer 63 ^us bedraagt). Elke schattingsinrichting levert tevens tegelijkertijd regels van geschatte of geïnterpoleerde videosignalen (F ).

e

Het vertraagde niet-gewijzigde videosignaal uit de luminantie-informa-tie F ^ wordt toegevoerd aan een eerste-in-eerste-uit- (FIFO)-buffer 20, 10 welke bijvoorbeeld een CCD-vertragingslijn kan omvatten. Het uit de luminantie-informatie Fgy afkomstige geschatte videosignaal wordt op een soortgelijke wijze toegevoerd aan een FIFO-buffer 22. Het niet-gewijzigde vertraagde videosignaal, dat afgeleid wordt uit de I- en Q-kleur-informatie (F^, F^q) wordt toegevoerd aan de respectieve FIFO-buffers 15 2h en 26, en de geschatte kleurinformatie (F^, F^), wordt toegevoerd aan buffers 28 en 30. Elk van de zes buffers ontvangt continu informatie en de buffers worden afwisselend in paren 20, 22; 2l, 28; 26, 30 uitgelezen voor het continu verschaffen van afzonderlijke Y-, I- en Q-uit-gangssignalen. De opbouw van de buffers kan overeenkomen met die, be-20 schreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial Ho. 12^.107. De buffers zijn bestemd voor het aannemen van een ingangssignaal, dat met een frequentie is geklokt en voor het uitlezen van het signaal met een dubbele frequentie. De.werking met dubbele frequentie tijdens het uitlezen vergroot de bandbreedte van het signaal met een factor twee en verkort te-25 .vens.de duur van de signalen met een factor twee. Derhalve wordt elke actieve regel van videosignalen, die normaliter in bij benadering 53 mi-crosec (^us) optreedt en welke in een buffer in 53 yus wordt geregistreerd, uit de buffer uitgelezen in ongeveer 26 ^us. Teneinde een continu videosignaal te verkrijgen omvat een driepolige omschakeltuimelschakelaar of 30 . elektronische poort 32 een tuimelaar 32a, die met de uitgangen van de buffers 20 en 22 is gekoppeld om elke buffer selectief met een digitaal-ana-loog uitgangsomzetter (DAC) 3^ te verbinden. Op een soortgelijke wijze dient een tuimelaar b van de schakelaar 32 om de uitgangen van de buffers 2k en 28 afwisselend met een DAC 36 te koppelen en koppelt een tuimelaar 35 c de uitgang van.de buffers 26 en 30 met een DAC 38. De afzonderlijke Y-, I- en Q-signalen worden opnieuw opgebouwd en.gefilterd voor het verschaffen van een opnieuw opgebouwd analoog signaal, dat geen kwantiserings- 8220328 - 5 - stappen bezit. De opnieuw opgebouwde Y-, I- en Q-signalen worden toegevoerd aan een matrixketen 1+0, welke R-, G- en B-signalen levert, welke worden toegevoerd aan een weergeefinrichting met een kinescoop, welke wordt bedreven met een frequentie van 31,5 kHz voor het aftasten van 5 262,5 regels van vertraagde, niet-verwerkte videosignalen, afgewisseld met 2β2,5 regels van geschatte videosignalen in 1/60 sec voor een totaal van 525 regels.

Derhalve levert de inrichting volgens fig. 3 voor elk veld met 262,5 regels bij geïnterlinieerde ingangsvideosignalen 525 regels van 10 progressief afgetaste of niet-geïnterlinieerde videosignalen en vertraagt deze. Een dergelijk beeld benadert het voorkomen van een vlak-weergave (weergave zonder aftastregels) beter, zoals blijkt uit het beeld van een zich bewegend circulair object, dat op een geïnterpoleerde wijze wordt weergegeven en in fig. 2b is aangegeven.

15 Fig. 1+ toont het FOFO-bufferpaar 20, 22 in meer gedetailleerde blokschemavorm. In fig. 1+ wordt het geschatte signaal F toegevoerd aan 6 een ingangsklem ^10 en naar de ingangen van geschatte-signaalvertra-gingslijnen D^ en Dg gevoerd. Het niet-gewijzigde, vertraagde signaal F^ wordt toegevoegd aan een ingangsklem 1+12 en wordt naar de ingangen van 20 de geklokte vertragingslijnen D^ en Dn^ gevoerd, welke CCD-vertragings-lijnen kunnen zijn. Een registratieklokgenerator is via schakelaars 32e en 32b, in de aangegeven posities, met de vertragingslijnen Dgg en D^ verbonden, waardoor D^ en D^ gelijktijdig met een geringe frequentie worden geklokt voor het toevoeren van de respectieve geschatte, en niet-25 gewijzigde signalen. Het toevoeren geschiedt in bij benadering 53 ^us. Tijdens het toevoerinterval wordt de uitgangsklem 1+11+ via de schakelaar 32a met.de uitgangen van de vertragingslijnen D^ en D^ gekoppeld voor het ontvangen van een signaal uit diê vertragingslijn, welke wordt geklokt. In de weergegeven posities is de uitleesklok 1+16 door de schake-30 laar S2 en de schakelaar 32c met de klok D^ gekoppeld, welke met het dubbele van de registratiefrequentie uitleest. De schakelaars 32a, 32b en 32d worden gelijktijdig beïnvloed door een schakelbesturingsketen 1+18, welke horizontale synchronisatiesignalen ontvangt, die indicatief zijn voor het begin van elke horizontale ingangsregel. Het horizontale syn-35 chronisatiesignaal kan bijvoorbeeld worden verkregen uit een (niet af-gebeelde) synchronisatiescheidingsinrichting, welke is gekoppeld met de ingangsklem 10 van fig. 3, waaraan het analoge videosignaal wordt toege- 8220328 - 6 - voerd. De schakelaars 32a, d en e worden "bij het optreden van het volgende horizontale synchronisatie-interval uit de in fig. 1 aangegeven posities gebracht. De schakelaars worden op elk horizontaal synchronisatie-tijdstip beïnvloed, zodat zij van positie wisselen. De schakelaar S2 wordt 5 met het dubbele van de snelheid van de schakelaars 32 beïnvloed. De besturing van de schakelaar S2 geschiedt door het terugstellen van een teller en de schakelbesturingsketen 420 op het moment van optreden van elke binnenkomende, horizontale synchronisatiepuls. De teller k20 telt uit-leesklokpulsen, gelijk aan het aantal opzamelcellen van een vertragings-10 lijn, en schakelt de schakelaar S2 om teneinde de uitleesklokgenerator 4l6 met de tweede uit te lezen vertragingslijn te koppelen, juist op het moment, dat de eerste van het paar wordt geleegd. Derhalve wordt S2 normaliter omgeschakeld bij het tijdstip gelegen bij het midden van een regel van het binnenkomende videosignaal. Derhalve zijn op de uitgangsklem . 15 in4 continu videosignalen aanwezig. Fig. 4b toont als F^j ?u de videosignalen, welke aan de klem 410 of 412 worden toegevoerd, welke signalen in hoofdzaak identiek zijn. Het uitgaande videosignaal 430, bestaande uit afwisselende, naar de tijd gecomprimeerde F, F^-segmenten is eveneens in tijdrelatie daarmede aangegeven.

20 Fig. 5 toont de opbouw van een schattingsinrichting, zoals de sehattingsinriehting 16 van fig. 3. Zoals uit fig. 5 blijkt, wordt het ingangssignaal toegevoerd aan een vertragingslijn 510 met een vertraging van éên.regel (1H) en aan een ingang van een optel- of sommeerketen 512. Aan een andere ingang van de optelinrichting 512 wordt een videosignaal 25 toegevoerd, dat over 1H is vertraagd. Het uitgangssignaal van de optel-inriehting is een signaal met een amplitude, gelijk aan de som van de amplituden van de ingangssignalen. Om het signaal te normaliseren, teneinde een signaal met een amplitude, gelijk aan het rekenkundige gemiddelde van.de ingangs- en vertraagde ingangssignalen te verschaffen wordt 30 de amplitude in een dempingsinrichting 514 door twee gedeeld. De gemiddelde uitgangssignalen worden toegevoerd aan een uitgangsklem 516 en stellen het geschatte uitgangssignaal Fg voor. Het niet-vertraagde ingangssignaal .wordt ook toegevoerd aan een uitgangsklem 518 en stelt het uitgangssignaal F^.voor.

35 Men kan ook andere schattingsinrichtingen toepassen. Fig. 6 toont een lineaire interpolator, waarin het ingangssignaal wordt toegevoerd aan een cascade van vertragingslijnen 612, 6l4 en 616 van 1H. De ingangs- en 8220328 - 7 - uitgangssignalen van elke vertragingslijn worden toegevoerd aan individuele vermenigvuldigers 618, 626, 628 en 630, welke normale 8x8-verme-nigvuldigers kunnen zijn om de signalen met een bekende functie (verkregen uit de ROM 620) te vermenigvuldigen. De vermenigvuldiger-ROM 620 5 wekt een lopende variabele op in responsie op horizontale synchronisatie-pulsen, die aan een ingangsklem 62^ worden toegevoerd, en voert de lopende variabele als tweede ingangssignaal aan de vermenigvuldigers 618, 626, 628 en 630 toe. Het vermenigvuldigde uitgangssignaal van de vermenigvuldigers wordt toegevoerd aan een sommeerketen 632 om op een uit-10 gangsklem 63¾ een geschatte waarde Fg van een interstitieel signaal op te wekken, zoals meer gedetailleerd is beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 262.619. De niet-gewijzigde regels F^ worden uit het vertraagde ingangssignaal 610 aan de uitgang van de vertragingslijn 612 van 1H verkregen en aan de uitgangsklem 636 toegevoerd.

15 De inrichting volgens fig. 3 vereist wanneer.deze bij de lineaire interpolator volgens fig. 6 wordt gebruikt, drie van dergelijke interpo-latoren. De inrichting volgens fig. 9 voorziet in vergelijking met de inrichting volgens fig. 3 in een vlakke-veldweergave uit geïnterlinieerde samengestelde videosignalen door het gebruik van een enkele lineaire 20 . interpolator en slechts twee FIFO-buffers. In fig. 9 wordt het samengestelde videosignaal, dat of analoog of digitaal kan zijn, via een ingangsklem '910 toegevoerd aan.de ingang van een lineaire interpolator 912 en aan een cascade van vertragingslijnen 91U - 918. Het uitgangssignaal van de vertragingslijn 9”·^ is aangeduid met F^ en de uitgangs-25 signalen van de vertragingslijnen 916 en 918 zijn respectievelijk aangeduid met F^+^ en F g. Het overeenkomstige niet-vertraagde ingangssignaal is aangeduid met F^ ^, overeenkomende met de aanduidingen, welke in de bovengenoemde Amerikaanse octrooiaanvrage Serial No. 262.619 worden gebruikt. Het uitgangssignaal van de interpolator 912, aangeduid met 30 ^η+ι/2 wor^ toegevoerd aan een even-regelbuffer 920, terwijl het door de vertragingslijn 91¼. vertraagde signaal F^ wordt toegevoerd aan een oneven-.regelbuffer 922. De uitgangssignalen van de buffers 920 en 922 worden toegevoerd aan.de klemmen van een schakelaar of poort, welke is weergegeven als een thermoschakelaar 925. De schakelaar 925 voert de uitgangssigna-35 len uit de buffers 920 en 922 via twee wegen aan de uitgangen van een luminantie-chrominantie deeodeerinrichting 92^ toe. Een van de twee banen . bevat een.vertragingsinrichting 926. De deeodeerinrichting wekt Y-, I- en 8220328 - 8 - Q-signalen op, welke worden toegevoerd aan een matrix 928, waarin R-, G-en B-signalen worden opgewekt, die aan een weergeefinrichting 930 worden toegevoerd. De vertraging van elk van de vertragingslijnen 91 ^ - 918 wordt zodanig ingesteld, dat deze iets groter is dan 1H. Voor het NTSC-5 stelsel is de extra vertraging gelijk aan de tijd van een halve periode van de kleuronderdraaggolf (SC/2). Dit zal meer gedetailleerd worden toegelicht onder verwijzing naar fig. 10, welke steekproefpunten hij gedeelten van vier opeenvolgende horizontale regels 10.10 - 1016 toont. Ter illustratie is aangenomen, dat het nemen van steekproeven geschiedt hij 10 . een frequentie H x SC en in faze met de I-as. De onderste regel 1016 stelt de geldende ingangsregel F^ ^ voor, terwijl de regels 1011)·, 1012 en 1010 respectievelijk overeenkomen met F^, F^+^ en F^^. De relatieve faze van de chrominantiecomponent is voor elke steekproef aangegeven. Tevens is een stippellijn 1018 aangegeven, welke een regel van geschat 15 videosignaal voorstelt, welke vanuit de omgevende vier afgetaste regels van het ingangsvideosignaal wordt geïnterpoleerd. Wanneer wordt aangenomen, dat de geldende, geschatte pixel 1020 is, is het duidelijk, indien de vertragingsinrichtingen 91^· - 918 elk een vertragingswaarde van 1H .hebben, de schatting wordt gevormd uit de waarden van de pixels 1022 -20 1028, die vertikaal om het punt 1020 zijn gelegen. Bij een dergelijke rangschikking dient de schatting evenwel plaats te vinden op basis van vier punten, waarvan er twee een waarde Y-I en twee een waarde van Y+I hehhen. Derhalve zou de ehrominantiewaarde worden onderdrukt en zou de resulterende geschatte waarde slechts luminantie omvatten. Deze mono-25 chrome schatting wordt belet door het gebruik van een vertraging, welke ten opzichte van 1H. is vermeerderd met het bedrag van een halve on-.derdraaggolfperiode, hetgeen hij benadering 11)-0 nanosec voor de normale ÏÏTSC is. Met deze vertragingen wordt de interpolatie voor het punt 1020 afgeleid uit vier nabijgelegen steekproeven 1030 - 1036, welke langs een 30 diagonaal liggen en door een regel 1OUO worden begrensd. Alle steekproeven 1030 - 1036 hebben dezelfde onderdraaggolffaze, zodat de chrominan-tiewaarde niet uit de waarde van de geschatte pixel verdwijnt.

De interpolatie in de interpolator 912 levert een geschatte videoregel 10.18. tussen ingangsregels 1012 en 1011+, waardoor een videoregel 35 wordt verkregen, welke is aangeduid met en welke gelijktijdig optreedt met de geldende videoregel. Aangezien twee videoregels gelijktijdig .worden" opgewekt , moet een tijdcompressie worden toegepast, zoals 8220328 - 9 - beschreven onder verwijzing naar fig. 3, en.de tuimelaar 925 wordt gebruikt om de geschatte en niet-gewijzigde regels voor een verdere behandeling in een tijdmultiplex- of tijd-afwisselend patroon te rangschikken, De vertragingslijn 926 is een vertraging van 1/2H, welke in ver-5 band met de tijdcompressie dezelfde invloed heeft als een vertraging van 1ïï bij de standaard frequentie. De luminantie-chrominantie decodeer-inriehting 92^ verschaft som- en verschilsignalen teneinde respectieve luminantie- en chrominantiesignalen te verkrijgen. De I- en Q-signalen worden door fazedetectie ten opzichte van het salvosignaal gescheiden 10 en.de resulterende Y-, I- en Q-signalen worden aan de matrix 928 toegevoerd om te worden omgezet in R, G en B, welke worden toegevoerd aan de weergeefinrichting 930 teneinde bij een aftastfrequentie van 31,5 kHz te worden weergegeven. Derhalve accepteert de inrichting volgens fig.

9 geïnterlinieerde, samengestelde videosignalen en wekt deze bij de veld-.15 frequentie een vlakke-veldweergave op, bestaande uit regels van niet-gewijzigde videosignalen, a'fgewisseld met regels van lineair geschatte videosignalen. Derhalve wordt het aantal regels, dat wordt weergegeven, verdubbel, waardoor de zichtbaarheid van de regelaftaststructuur wordt gereduceerd.

20 Bij de inrichting volgens fig. 7 wordt een veldopzamelinrichting gebruikt voor het opwekken van een volledig raster van 525 regels van niet-geïnterlinieerde videosignalen voor weergave, afkomstig uit velden van geïnterlinieerde ingangsvideosignalen. In fig. 7 worden geïnterlinieerde velden van samengestelde kleursignalen met horizontale video-25 regels, geïdentificeerd door horizontale synchronisatiesignalen, welke optreden met.een frequentie van 15-73^ Hz, via een ingangsklem 701 toegevoerd aan een tempeer/besturingsketen 702 en aan een A/D-omzetter 70U.

De signalen worden in de ADC 70U gedigitaliseerd en worden als een geldig signaal aan de ingang van een veldvertragingsinrichting J06 en aan 30 een FIFO-buffer 708 toegevoerd. Voor elke regel van het geldende videosignaal, toegevoerd aan de ingang van de FIFO-buffer 708, wordt een overeenkomstige regel uit het voorafgaande veld vanuit de uitgang van de ver-tragingsinrichting 706 aan een FIFO-buffer 710 toegevoerd. De geldende en wat veld betreft vertraagde signalen, die aan de buffers 708 en 710 wor-35 den toegevoerd, komen overeen met de geldende en geschatte signalen, die aan de buffers in fig. 3 worden toegevoerd. De buffers 708 en 710 ontvangen hun ingangssignalen continu en lezen de signalen sequentieel uit 8220328 - 10 - met een regelfrequentie, welke het dubbele is van die van de "bijbehorende ingangssignalen (31,5 kHz), zoals beschreven onder verwijzing naar fig. 1*. .De signalen van 31,5 kHz op de uitgangen van de buffers ΤΟδ en 710 worden afwisselend aan een geleider 712 toegevoerd door een tuimel-5 schakelaar of poort 71¾, welke wordt bestuurd door een schakelaandrijf-besturingsketen 716, die door de tempeerbesturingsketen 702 wordt gesynchroniseerd. Derhalve treden naar de tijd gecomprimeerde videosignalen met de dubbele frequentie of een frequentie van 31,5 kHz, op de geleider 712 op en deze signalen worden toegevoerd aan een luminantie-10 chrominantie decodeerinrichting 716 om de Y-, I- en Q-componenten van het samengestelde signaal te scheiden voor omzetting in analoge vorm door een DAC-stelsel 718* De analoge Y-, I- en Q-signalen worden toegevoerd aan matrix- en video-aandrijfketens, weergegeven als een rechthoek 720, welke ketens een weergeefbuis 722 aandrijven, waarbij een af-15 tasting plaats vindt bij 31,5 kHz, het dubbele van de horizontale frequentie van het ingangssignaal. De vertikale afbuigfrequentie is 1/6o sec, de normale veldfrequentie van het video-ingangssignaal. De inrichting volgens fig. 7 vereist slechts een veldopzamelinrichting voor het verschaffen van een progressief afgetaste, niet-geinterlinieerde weergave 20 van 525 regels in 1/6o sec voor NTSC (625 regels in 1/50 sec voor PAL en soortgelijke signalen). Hierdoor wordt het regelaftastpatroon geredu-ceerd en verkrijgt men een betere benadering van een vlak-veldweergave zonder een storende toename van de flikkeringen. De inrichting volgens fig. 7 heeft het voordeel, dat slechts een veldopzamelinrichting nodig .25 is voor het verschaffen van de progressief afgetaste, niet-geïnterlinieerde weergave, doch heeft het bezwaar, dat elk weergegeven raster bestaat uit een geldend veld en een voorafgaand veld. Tijdens een verschuiving van het tafereel, kan dit leiden tot de weergave van een ras-teraftasting,.bestaande uit geïnterlinieerde nieuwe-en oude-tafereel-30 informatie. Voorts kan de flikkerfrequentie niet met meer dan een factor 2:1 worden vergroot. De inrichting volgens fig. 11 omvat een geheugen, dat in staat is . iets meer dan een raster van ingangsinformatie op te slaan en maakt.een progressief afgetaste, niet-geïnterlinieerde weergave mogelijk, waarbij de flikkerfrequentie voor een betere nabootsing 35 van.een vlak veld wordt vergroot. In fig. 11 wordt het analoge, geïnterlinieerde videosignaal via .een ingangsklem 1110. toegevoerd aan .een ADC 1112 en aan.een' synchronisatieketen 11¾. Digitale informatie van het pa- 8220328 - 11 - rallelle type wordt aan een geheugen toegevoerd met een architectuur, welke het gemakkelijkst kan worden begrepen door deze af te beelden als een wiel 1116. Het wiel heeft een dikte van 8 bits, overeenkomende met het aantal ingangsregels, en de afstand tussen de binnen- en de buiten-5 straal stelt het aantal steekproeven per horizontale regel voor, dat voor het geval van ITSC-signalen, waarvan steekproeven worden genomen met viermaal de onderdraaggolffrequentie, overeenkomt met 910 bits. Derhalve stelt elke taartvormige sectie 910 steekproeven, elk van 8 bits, voor. Het signaal wordt aan het geheugen toegevoerd door een registratie-10 adresgenerator, welke is weergegeven als een sleepcontact 1118, dat elke regel van ingangsvideosignalen in een taartvormig segment, zoals 11002 registreert, zodat.de oudste informatie in elke regel bij de buitenrand van het wiel optreedt en de nieuwste pixelinformatie in de 8 geheugenbits bij de binnenste straal wordt opgeslagen. In de weergegeven stand is het 15 sleepcontact 1118 begonnen met een veld door regel 1 van veld 1 in het taartvormige segment 11001 te registreren en daarna achtereenvolgens de regels 3, 5, 7 in de segmenten 11003, 11005 respectievelijk 11007 te registreren, enz langs het wiel. Het veld, dat werd ingeleid door registratie in 11001 werd voltooid door een halve regel in het segment 11525 te 20 registreren, waardoor 262,5 regels of êên veld worden voltooid.

Het geheugensegment 11525, als aangegeven in fig. 11, wordt geadresseerd door een UITLEES-sleepcontact 113^, dat in de door de pijl aangegeven richting om het geheugenwiel roteert en het REGISTRATIE-sleep-contact 1118 volgt met éên horizontale regel, overeenkomende met een seg-25 ment. Een overeenkomstig UITLEES-sleepcontact 1136 aan de tegenovergelegen zijde van het geheugenwiel roteert in dezelfde richting als het UITLEES-sleepcontact 113^, doch een veld later, waardoor het sleepcontact 1136 oudere informatie uitleest.

Een tuimelaar, weergegeven als een schakelaar 1138 werkt met 2^ 30 teneinde de UITLEES-sleepcontacten 113^ en 1136 afwisselend te verbinden met een uitgangsgeleider 1140, die de signalen toevoert aan een luminan-tie-chrominantie decodeerinriehting 11^2, die de signalen in Y-, I- en Q-componenten decodeert, welke over een matrix 11^^ aan een weergeefinrichting 11^6 worden toegevoerd voor een progressief afgetaste weergave van 35 regels, die afwisselend worden afgenomen uit posities van het geheugenwiel, die op een afstand van êên veld van elkaar liggen.

In fig. 11 is het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 weergegeven als 8220328 - 12 - een sleepcontact dat zojuist de regelregistratie 525 van het eerste of oneven veld in het geheugensegment 11525 heeft beëindigd en bezig is met de registratie van de eerste regel van het volgende veld (regel 2 van het even veld) in .het segment 11002. Het UITLEES-sleepcontact 113*+ 5 volgt het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 met êêm geheugensegment en het overeenkomstige sleepcontact 1136 roteert om het wiel in dezelfde richting als het UITLEES-sleepcontact 113*+. Wanneer het UITLEES-sleepcontact 113*+ zich op het segment 11525 bevindt, bevindt het UITLEES-sleepcontact 1136 zich op een leeg adres bij het adres 11001.

^ Tijdens de volgende horizontale ingangsinformatieregel, zal het REGISTRATIE-sleepcontact'1118 in het segment 1100*+ registreren, terwijl de UITLEES-sleepcontacten 1136 en 113*+ respectievelijk naar de segmenten 11001 en 11002. stappen, en wordt regel 1 van het oneven veld uit het segment 11001 uitgelezen en wordt de zojuist geregistreerde regel 2 van *5· het even veld uit het segment 11002 uitgelezen. Het uitlezen gaat afwisselend .voort met een frequentie van 8xSC, waardoor een videotijdcompres-sie meteen factor 2 wordt verkregen. Derhalve treedt het uitlezen van de twee regels van het videosignaal in de segmenten 11001 en 11002 op binnen de tijd, welke nodig is om een enkele regel in het segment 20 1100*+ te registreren.

Naarmate de tijd voortgaat gedurende het tweede veld, beweegt het sleepcontact 1118 zich in rechtse richting en registreert dit even regels in geheugensegmenten, terwijl het uitlezen voortgaat, waarbij het UITLEES-sleepcontact 1136 oneven regels uitleest, terwijl het sleepcon-25 tact 113*+ de overeenkomstige, zojuist geregistreerde even regel uitleest.

Tenslotte zal.het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 een zodanige positie bereiken, als is aangegeven in fig. 12a, waarin het sleepcontact juist gereed is met het registreren van de even regel 52*+ in het geheu-gensegment 1152*+ en naar het volgende lege segment 12001 is gestapt. Tegelijkertijd, stapt het UITLEES-sleepcontact 113*+ naar het segment 1152*+, dat. zo juist is verlaten door het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 en tegelijkertijd stapt het UITLEES-sleepcontact 1136 naar het segment 11525» Tijdens het volgende regelinterval van het ingangssignaal wordt 35 het segment 12001 ..geregistreerd of gevuld met de eerste regel van het eerste veld van het.volgende raster. Op het.moment, dat het segment 12001 juist vol is, is het uitlezen van het.segment 11525 voltooid. Het REGIS- 8220328 j - 13 - TRATlE-sleepcontact 1118 stapt naar het laatste, lege segment 12003, terwijl tegelijkertijd het UITLEES-sleepcontact 1136 naar het volgende segment 11002 stapt en het UITLEES-sleepcontact 113¼ twee ruimten voorwaarts stapt naar.het segment 11001. Deze positie is weergegeven in fig. 12b.

5 Terwijl het segment 12003 wordt gevuld met de tweede videoregel van het oneven veld van.het tweede raster, leest het UITLEES-sleepcontact 1I3U regel 1 van.het voorafgaande raster uit, in snelle opeenvolging gevolgd door het uitlezen van regel 2 van het voorafgaande raster door het sleep-contact 1136.

10 Het uitlezen van.de regels 1 en 2 uit de segmenten 11001 en 11002 vormt het begin van het tweede uitlezen van het voorafgaande raster. Het uitlezen van het raster vindt plaats in de tijd, welke nodig is om één veld van geldende informatie te registreren. Aangezien de geldende informatie niet in.het geheugen kan worden geregistreerd voordat de twee-15- de uitlezing van de op dit moment opgeslagen informatie heeft plaats gevonden, gaat het UITLEES-sleepcontact 113¼ in rechtse richting om het geheugenwiel vooraf aan het REGISTRATIE-sleepcontaet 1118 totdat bij het eind van het binnenkomende eerste veld van het tweede raster de sleep-contactposities zijn, als aangegeven in fig. 12c.

20 In fig. 12c zijn de sleepcontacten 113^+ en 1136 zodanig gepo sitioneerd, dat de laatste gedeelten van het voorafgaande raster worden uitgelezen door.een tweede uitlezing van de regels 52¼ en 525 uit de geheugensegmenten 1152¼ en 11525· Het REGISTRATIE-sleepcontaet 1118 bevindt zich op de geheugenplaats, welke 11523 was en registreert daarin 25 regel 2 van het tweede veld van het tweede raster, waardoor het geheugen-segment 11523 wordt omgezet in het identificatiegetal 12002. Wanneer het uitlezen van 1152¾ en 11525 is voltooid, stapt het UITLEES-sleepcontact 1136 in rechtse richting naar 12001 in gereedheid voor de volgende uit-leesperiode en stapt het sleepcontact 113¼ in linkse richting over éên 30 stap naar het segment 12002, terwijl het REGISTRATIE-sleepcontaet 1118 in rechtse richting over éên geheugensegment naar 11525 stapt. Hierdoor wordt het UITLEES-sleepcontact 113¼ achter het REGISTRATIE-sleepcontaet 1118. geplaatst voor de volgende uitleesperiode, als aangegeven in fig. 12d, gedurende welke het UITLEES-sleepcontact 1136 achtereenvolgens de 35 oneven segmenten 12001, 12003 ... doorloopt en het UITLEES-sleepcontact 113¼ de.even segment 12002, 1200¼. op een overeenkomstige wijze doorloopt.

Bij het eind van de.eerste uitlezing van het tweede raster, zijn 8220328 - 1U - de sleepcontactposities als aangegeven in fig; 12e. De sleepcontacten 113¾ en 1136 zijn zodanig gepositioneerd, dat de regels 52¾ en 525 uit de segmenten 1252¾ en 12525 worden uitgelezen en het REGISTRATIE-sleep-contact 1118 is zodanig gepositioneerd, dat in het segment 11522 wordt 5 geregistreerd (welk segment thans "oude" informatie bevat of in wezen leeg is. Het segment 11522 wordt opnieuw geregistreerd met regel 1 van veld 1 van een derde raster (en wordt dan 13001) op hetzelfde moment, dat de laatste twee regels van raster 2 uit 1252¾ en 12525 worden uitgelezen. De tweede uitlezing van raster 2 begint daarmede, dat het sleep-10 contact 110¾ over twee regels naar voren naar het segment 12001 springt, terwijl het sleepcontact 1136 naar voren stapt naar 12002 in gereedheid voor de tweede uitlezing van regels 1 en 2 van raster 2. Op dit moment stapt het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 naar voren naar het segment 1152¾ in gereedheid om in dit segment de tweede oneven regel van veld 3 15 te registreren, waardoor deze wordt verbonden met de identificatie 13003. Men zal inzien, dat dit dezelfde toestand is als die welke aanwezig was bij het begin van de tweede uitlezing van raster 1. De werking duurt voort met een cyclische voortbeweging en vertraging van de UITLEES-sleepcontacten ten opzichte van de REGISTRATIE-sleepcontactpositie ten-20 .einde meervoudige uitlezingen van elk raster te verschaffen, terwijl tegelijkertijd wordt voorzien in een continue registratie in de raster-opzamelinrichting, welke slechts twee geheugenregels meer dan een volledig raster bevat. Tengevolge van de twee extra geheugensegmenten over . een raster, leidt de werking tot een linkse voortgang of "precessie" . .25 van de twee "lege" segmenten langs de omtrek van het wiel.

Fig. 11b. is een meer gedetailleerd blokschema van besturingsge-deelten van het geheugenstelsel volgens fig. 11a. Dié elementen in fig. 11b, welke overeenkomen met elementen in fig. 11a, zijn van dezelfde verwijzingen voorzien. Het geheugen 1116 is weergegeven als een normaal, 30 rechthoekig geheugen met 527regels, elk bestaande uit 910 pixels, elk met 8 bits. Het adres van elke pixel omvat een meest significante bit (MSB), welke verband houdt met het regelnummer en een minst significante bit (LSB), welke verband houdt met het pixelnummer. De REGISTRATIE-pixeladressen. worden 'opgewekt door.een pixeladresteller 1^8, die ¾xSC-35 klokpulsen ontvangt en 910. bepaalde adressen levert, die aan.het.geheugen. 11.16, als .het . LSB REGISTRATIE-adres worden.toegevoerd. De MSB van de REGISTRATIE-adressen'worden verkregen door een door 527.delende teller- 8220328 - 15 - keten, weergegeven als een blok 1150, die horizontaal frequente pulsen telt en als een gedecodeerd uitgangssignaal het MSB-stuursignaal van het adres van het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 levert. Zoals beschreven, beweegt het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 zich periodiek zonder stoppen 5 door het geheugen.

Het REGISTRATIE-sleepcontact 1136 voert een regelmatige voortgang door het geheugen in synchronisme met het REGISTRATIE-sleepcontact uit, doch ten opzichte daarvan verschoven over een constant aantal van 265 regels. Derhalve kan de MSB voor de adressen voor het UITLEES-sleepcontact 10 1136 worden verkregen door het gedecodeerde uitgangssignaal van een door . 527 delende tellerketen 1152, welke door een decodeerinrichting 115¼ op nul wordt teruggesteld elke keer, dat de teller 1150 de telling van 265 bereikt. De MSB, geleverd door de tellerketen 1152 wordt toegevoerd aan het MSB-gedeelte van het UITLEES-adres van het geheugen 1116 via een 15 halve-regelschakelaar 1156, welke wordt beïnvloed door een 2 fH-signaal, afgenomen door een decodeerinrichting 1158, die met de adresteller 111+8 is gekoppeld. De decodeerinrichting 1158 decodeert het uitgangssignaal van de .teller 11^-8 en levert elke keer, dat de telling een waarde van . 8f Λ55 of 910. bereikt, een uitgangspuls. De LSB van het UITLEES-adres 20 wordt verkregen door een pixeladresteller 1160, aangedreven door een 8xSC-klok, hetgeen leidt tot het uitlezen van elke informatieregel met de dubbele registratiefrequentie.

.De MSB voor het besturen van het UITLEES-sleepcontact 113¼ wordt verkregen door een door 527 delende tellerketen 1162, die horizon-25 taal frequente signalen telt en adresbesturingssignalen levert, die via een schakelaar 1156 aan de MSB-ingang van het geheugen worden toegevoerd.

Het naar voren en naar achteren stappen van de positie van het UITLEES-sleepcontact 113¼ ten opzichte van het REGISTRATIE-sleepcontact 1118 geschiedt door een 263-decodeerinrichting 116k, welke reageert op 30 een telling van 263 door de tellerketen 1150 en welke de teller 1162 op de telling van 262 instelt, waardoor het sleepcontact 113¼ het sleepcon-tact 1118 volgt. Een 527—decodeerinrichting 1165 reageert op een volle telling van 527 van de teller 1150 en stelt op dat moment de teller 1162 in op een telling 1. Aangezien de tellerketen 527 zichzelf bij het optre-35 den van de volle telling van 527 op een telling nul terugstelt, veroorzaakt het terugstellen, dat de adressen voor het sleepcontact 113¼ met een.regel, zoals vereist, aan de adressen voor het sleepcontact 1118 voor- 8220328 - 16 - afgaan.

Meervoudige uitlezingen van hetzelfde raster kunnen leiden tot een fout in de chrominantiefaze,.welke een gevolg is van het gemis aan voltooiing van een volledig, uit vier velden bestaand chrominantie-5 raster. Voor dit doel kan het aan de luminantie-chrominantie decodeer-inrichting 11^1 toegevoerde uitgangssignaal een fazeverschuiver doorlopen om de chrominantiefaze aan het begin van het uitlezen van elk nieuw raster te verschuiven. Hiertoe is een 001-decodeerinrichting 1166 met de uitlees-MSB-regel gekoppeld en stelt deze een flip-flop in, welke is 10. gekoppeld met de fazebesturingsingang van de decodeerinrichting 11U2.

Bij de inrichting volgens fig. 1^ wordt gebruik gemaakt van het volledige-raster-plus-twee-rregelstelsel, zoals 1100 van fig. 11 tezamen met een schattingsinrichting, zoals de schattingsinrichting volgens fig.

3 voor het leveren van zich herhalende, volledige rasters van 525 regels 15 uit het geheugen 1116 doorschoten met 525 geschatte interstitiële regels teneinde een progressieve weergave van 1050 regels met een grote flikker-frequentie te verkrijgen. In fig. 1^ wordt een progressief videosignaal met een dubbele frequentie (525 regels in 1/60 sec) geleverd aan de uitgang van de schakelaar 1138, zoals onder verwijzing naar fig. 11 is be-20 schreven. Deze informatie met dubbele frequentie wordt door een luminantie-chrominantie decodeerinrichting 11+10 gevoerd om te worden gescheiden in Y-, I- en Q-componenten, welke worden toegevoerd aan een schattings-inriehting 300 van het in fig. 3 afgebeelde type, behoudens, dat de vertragingen gelijk zijn aan H/2 (overeenkomende met ongeveer 31,T yus) .25 voor het opwekken van interstitiële regels. De schattingsinrichting 300' schat de waarde, welke een interstitiëel afgetaste regel zou hebben en verschaft paren niet-gewijzigde en geschatte regels, die naar de tijd worden gecomprimeerd met een verdere factor 2. Deze schattingen vinden plaats voor elk van.de Y-, I- en Q-signalen, welke dan worden toegevoerd 30 aan .een DAC-stelsel 11+20 voor het opwekken van analoge Y-, I- en Q-signalen, die via.een matrix 1^22 kunnen worden toegevoerd aan een weer-geefinriehting \k2k .teneinde een progressief, afgetast beeld van 1050 regels bij elke 1/60 sec te verschaffen.

Big. 8 toont een televisie-ontvanger, voorzien van.de weergeef-.35 eenheden volgens.de uitvinding. In fig. 8 is.een antenne 802 gekoppeld met een' afsteminrichting δοΗ,.welke êën kanaal uit die kanalen kiest, welke, door. de antenne worden ontvangen en dat kanaal omzet in een tussenfre- 8220328 - 17 - quent (IF) kanaal.voor versterking door een IF-versterker 806. Het versterkte signaal.wordt toegevoerd aan een tweede detector 808 voor demodulatie tot de "basisband. Aan.de uitgang van.de tweede detector treedt een samengesteld televisiesignaal, tezamen met een audiosignaal op, 5 welk laatste FM-gemoduleerd is op een draaggolf van h35 MHz. De FM-draaggolf wordt gekozen door een audiofilter 810 en toegevoerd aan een audiio-FM-detector 812 voor het verschaffen van een basisband audiosignaal, dat aan een audioversterker 81^ en een luidspreker 816 wordt toegevoerd. Het samengestelde videosignaal aan de uitgang van een tweede 10 detector wordt toegevoerd aan een synchronisatiescheidingsinrichting 820, welke de horizontale synchronisatiesignalen afscheidt om te worden gebruikt bij het sleutelen van een AVR-programma- of besturingsketen 822 en voor andere doeleinden in de ontvanger en weergeefeenheid. Het samengestelde videosignaal, dat aan de programmeerinrichting 822 wordt toege-15 voerd, wordt gesleuteld en de amplitude van het gesleutelde signaal wordt gebruikt om de versterking van.de regelbare trappen in de afstem-inrichting 8oU en de versterker 8θ6 te regelen. Het samengestelde videosignaal wordt ook toegevoerd aan een weergeefeenheid volgens de uitvinding, welke.een weergeefeenheid kan zijn, overeenkomende met de weergeef-20 .eenheid 700 van fig. 7· Zoals beschreven, ontvangt de weergeefeenheid 700 een veld van geïnterlinieerde signalen bij elke 1/60 sec en levert in een gelijk interval een progressief afgetast, of niet-geïnterlinieerd raster, dat informatie uit het geldende veld en uit het voorafgaande veld omvat. Het is duidelijk, dat een weergeefinrichting van het schattings-25 type, zoals deze onder verwijzing naar fig. 3 is beschreven, in plaats van de weergeefinrichting 700 in fig. 8 kan worden toegepast.

Zoals vermeld, doet zich bij de inrichting volgens fig. U een probleem voor in de aanwezigheid van een verandering in het tafereel of een sterke beweging in een tafereel, in welk geval meervoudig geïnter-30 linieerde beelden op het afgetaste raster optreden. In afwezigheid van een beweging, zoals bijvoorbeeld in gebieden, waarin een zich niet-wijzigende achtergrond aanwezig is, levert de weergeefinrichting echter door de progressieve aftasting vergeldende videoregels, geïnterlinieerd met regels uit een veldopzamelinrichting, een nauwkeurige representatie 35 van het beeld. De interpolatoren volgens de fig. 3 en 9 geven slechts een schatting van het interstitiëlè videosignaal, welke soms foutief kan zijn, De invloed van beweging beïnvloedt evenwel het geschatte video- 8220328 « - 18 - signaal niet op een sterke wijze·. Fig. 13. toont, een inrichting, voorzien van een schattingsinrichting en een veld- of rasteropzamelgeheugen, tezamen met een inrichting voor omschakeling tussen schattingen, afhankelijk van het feit of een "beweging in een bepaald gedeelte van het raster, dat 5 wordt geschat, aanwezig is. In fig. 13 wordt het digitale videosignaal via een ingangsklem 1310 toegevoerd aan de ingangen van een interpolatie-regelschattingsinrichting 900 en een veldopzamelgeheugenstelsel 700. De schattingsinrichting 900 komt overeen met de lineaire interpolator, welke in het algemeen met 900 is aangeduid en in fig. 9 is afgebeeld. Het veld-10 opzamelgeheugenstelsel 700 komt overeen met het stelsel volgens fig. 7.

Het ingangssignaal, dat aan de ingangsklem 1310 wordt toegevoerd, wordt ook toegevoerd aan een bewegingsdetector 1312 om te worden vergeleken met vertraagde informatie teneinde de aanwezigheid of afwezigheid van beweging vast te stellen door het opwekken van een schakelbesturingssignaal op een uitgangsgeleider 131^. Het signaal op de geleider 131U wordt toegevoerd aan een multiplexschakelaar 1316, die in aanwezigheid van een beweging aan een uitgangsketen het signaal uit de schattingsinrichting 900 toevoert en in afwezigheid van een beweging aan de uitgangsketen het uitgangssignaal van.het veld- of rasteropzamelgeheugen toevoert. De uit-20 gangsketen kan zijn voorzien van een luminantie-chrominantie decodeer-inrichting, een matrix en.een weergeefinrichting, zoals weergegeven in fig.· 7 of 9· .De.bewegingsdetector 1312 kan zijn voorzien van een eerste en tweede vertragingslijn 1320 en 1322, welke vertragingslijnen respectie-25 .velijk dienen voor het ontvangen van laagdoorlaat gefilterde geldende en wat veld.betreft vertraagde signalen, en deze verder te vertragen door een transmissielijnvertragingsinrichting, zoals een CCD-vertragings-lijn, Bij elke stap van de vertraging vergelijken, wanneer het signaal de.vertragingsinrichtingen 1320 en 1322 passeert, vergelijkingsinrich-30 tingen, die in het algemeen zijn aangeduid met 132^, elke geldende pixel met een veld^vertraagde overeenkomende pixel en wekt elke vergelijkings-inrichting een signaal op, dat indicatief is voor.de mate van aanpassing. De signalen worden gesommeerd via weegweerstanden, die in het algemeen zijn aangeduid met 1326, en worden toegevoerd aan een vergelijkingsin-35 richting 1328, die.het gewogen signaal vergelijkt met een.voorafbepaalde drempelwaarde, weergegeven.door een batterij 1330, om vast te stellen of er al dan geen locale beweging in het'tafereel aanwezig is. Om de tijd 8220328 * - 19 - van optreden vein .de signalen, welke worden behandeld, aan te passen aan de tijd van optreden van het stuursignaal, kunnen verdere vertragings-inrichtingen 1332 en 133^ noodzakelijk zijn. Men kan ook gebruik maken van andere bekende typen bewegingsdetectoren.

5 Het is duidelijk, dat volgens de uitvinding ook andere uitvoe ringsvormen mogelijk zijn. Meer in het bijzonder kunnen niet-afgeheelde weergeeffuncties in.geschikte punten aanwezig zijn; dergelijke functies omvatten gammacorrectie, vertikale en horizontale apertuurcorrectie, kleur-, tint-, helderheid- en contrastregeling, vergrendeling, vertra-10 gingsaanpassing, "coring” en "paring", hetgeen alle bekende functies zijn en welke op een bekende wijze worden gerealiseerd. Ofschoon bij de afgeheelde uitvoeringsvormen de functies daarvan volgens een digitale modus worden vervuld, kan gebruik worden gemaakt van een analoge signaalverwerking .

15 8220328

Claims (9)

1. Stelsel voor het verschaffen van een vlakke-veldrepresentatie van een regel-afgetast beeld gekenmerkt door organen voor het opwekken van afgetaste regels van videosignalen, die elk representatief zijn voor een regelaftasting van de beeldinformatie, welke afgetaste regels van 5 videosignalen, indien zij worden weergegeven, leiden tot een storende regelaftaststructuur, organen voor het opslaan van tenminste êên regel van de afgetaste regels van videosignalen voor het verschaffen van een opgeslagen videosignaal, organen om het opgeslagen videosignaal te vergelijken met tenminste êên naar de tijd naastgelegen aftastregel van het 10 videosignaal teneinde een geschatte waarde van het videosignaal te verschaffen, .welke zou worden opgewekt door een regelaftasting van het beeld tussen de opgeslagen en naastgelegen lijnen, waardoor een geschat-.te videoregel wordt verkregen, organen om de opgeslagen, geschatte en naastgelegen regels naar de tijd te comprimeren met een factor, welke 15 verband.houdt met het quotiënt van een som en het aantal afgetaste videoregels per raster, waarbij deze som de som van het aantal geschatte regels en de afgetaste videoregels per raster is, en organen om video-velden.weer te geven door een progressieve aftasting van de afgetaste videoregels, afgewisseld met de geschatte videoregels, waardoor de sto-20 rende regelaftaststructuur minder zichtbaar wordt gemaakt.

2. Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de videosignalen samengestelde kleurentelevisiesignalen zijn en de vergelijkingsorganen zijn voorzien van organen om de luminantiecomponent van de chrominantie-component van het samengestelde videosignaal te scheiden.

3. Stelsel volgens conclusie 2 gekenmerkt door organen om de ge noemde component van het. samengestelde signaal te •vertragen teneinde eerste, tweede en derde vertraagde componentsteekproeven te vormen, die relatief ten opzichte van een geldende componentsteekproef zijn vertraagd, en organen om gewogen waarden van het samengestelde segment en tenminste 30 sommige van de vertraagde steekproeven te sommeren teneinde een geïnterpoleerd signaal te vormen, dat representatief is voor de geschatte videoregels. Stelsel volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het aantal afgetaste videoregels per raster 525 is, het aantal geschatte regels 525 is 35 en de genoemde factor 2 is. 8220328 - 21 - 4 * ψ 4

5· Televisieweergeefstelsel voor het.verschaffen van een vlakke- veldrepresentatie van een.regel-afgetast beeld uit videosignalen, die representatief zijn voor afgetaste-regelheeldinformatie gekenmerkt door vertragingsorganen voor het opslaan van tenminste een regel van de af-5 getaste-regelvideosignalen voor het verschaffen van het opgezamelde videosignaal, schattingsorganen, die met de vertragingsorganen en met een bron vande afgetaste-regelvideosignalen zijn gekoppeld om het opgeslagen videosignaal te vergelijken met tenminste éên naar de tijd naastgelegen regel van.de afgetaste-regelvideosignalen voor het ver-10 scha,ffen van een geschatte waarde van het videosignaal, welke zou worden opgewekt door.een regelaftasting van het beeld in een baan, welke fysisch is gelegen tussen de afgetaste banen, voor het leveren van de opgeslagen en'naastgelegen videosignalen, waardoor regels van geschatte videosignalen worden verkregen, tijdcompressie-organen, welke met de , 15. schattingsorganen en de vertragingsorganen zijn gekoppeld om de opgeslagen, naastgelegen en geschatte videosignalen naar de tijd te comprimeren met een factor, welke verband houdt .met het quotiënt van een som en het aantal afgetaste regels van afgetaste-regelbeeldinformatie per raster, waarbij deze som de som van het aantal geschatte regels en de afgetaste 20 .regels van de afgetaste-regelvideosignalen per raster is, en weergeef-organen, die met de tijdcompressie-organen zijn gekoppeld voor het weergeven van videovelden door een progressieve aftasting van de regels van geschatte videosignalen, afgewisseld met regels van de afgetaste-regelvideosignalen. .25 6. Stelsel voor het vormen van een beeld van een tafereel, dat op een geïnterlinieerde wijze volgens regels wordt afgetast voor het achtereenvolgens opwekken van eerste en tweede velden van geïnterlinieerde regel-aftastvideosignalen, waarvan elk raster representatief is voor het tafereel, gekenmerkt door organen om in een geheugen tenminste een volle-30 dig raster van de videosignalen op te slaan, organen voor het weergeven van een raster van regel-aftastvideosignalen uit het geheugen op een progressieve, niet-geïnterlinieerde wijze om de zichtbaarheid van de regel-af tast structuur van het beeld te.verkleinen, waardoor de flikkerfrequen-tie op een storende wijze afneemt, en organen om de weergeefstap uit oude 35 beeldinformatie te herhalen, waardoor de storende,.geringe flikkerfre-quentie toeneemt.

7. Stelsel volgens conclusie 6 gekenmerkt door organen om de video- 8220328 % 4 ~ · - 22 - signalen naar de tijd te comprimeren met een factor, welke afhankelijk is van het aantal genoemde herhalingen.

8. Stelsel volgens conclusie 7 met het kenmerk, dat de factor de som van éên plus het aantal genoemde herhalingen is. 5 9· Stelsel volgens conclusie 6 gekenmerkt door organen voor het op zamelen van tenminste één van de regel-aftastvideosignalen uit het geheugen voor het verschaffen van een opgezamelde videoregel, organen om de opgezamelde videoregel te vergelijken met tenminste een ruimtelijk naastgelegen, afgetaste videoregel voor het verschaffen van een schatting 10 van de waarde van het videosignaal, dat zou worden opgewekt door een regelaftasting van het tafereel tussen de regels van het raster, waardoor geschatte videoregels worden verkregen, en organen om de geschatte videoregels afwisselend met de regel-aftastvideosignalen uit het geheugen weer te geven om de zichtbaarheid van de regelaf tast structuur van 15. het beeld verder te verkleinen.

10. Televisieweergeefstelsel voor het vormen van een beeld van een tafereel, dat wordt weergegeven door eerste en tweede velden van geïnterlinieerde regels van videosignalen gekenmerkt door geheugenorganen, die met .de bron van videosignalen zijn gekoppeld om tenminste een ras- 20 ter van de videosignalen regelbaar'op te slaan, registratiebesturings-organen, die.met.de geheugenorganen en de bron van videosignalen zijn gekoppeld om de registratie van de videosignalen in de geheugenorganen te regelen teneinde tenminste één volledig raster van de videosignalen in de geheugenorganen op te slaan, en uitleesbesturingsorganen, die met 25 de geheugenorganen zijn gekoppeld voor uitlezing uit het geheugen.

11. Stelsel.voor het vormen van een beeld van een tafereel, dat op een geïnterlinieerde wijze volgens regels wordt afgetast voor het achtereenvolgens ' opwekken van eerste en tweede velden van geïnterlinieerde regel-aftastvideosignalen, waarvan elk raster representatief is voor het 30 tafereel, gekenmerkt door organen voor het in een geheugen opslaan van een veld van de videosignalen voor het vormen van opgezamelde videosignalen, organen voor het naar.de tijd comprimeren van de eerste videosignalen teneinde naar de tijd gecomprimeerde eerste videosignalen te verschaffen, organen om de opgezamelde videosignalen naar de tijd.te 35 comprimeren teneinde naar de tijd.gecomprimeerde opgeslagen videosignalen te verschaffen, organen om de naar de tijd gecomprimeerde eerste en opgeslagen videosignalen aan een.multiplexbewerking met tijdverdeling 8220328 ι -23- V te.onderwerpen teneinde gemultiplexte videosignalen te verschaffen, en organen om de.gemultiplexte videosignalen op een progressieve niet-ge-ïnterlinieerde wijze weer te geven om.de zichtbaarheid van.de regelaf-taststructuur van het beeld te verkleinen. 5 12, Stelsel volgens conclusie 11.met het kenmerk, dat de multiplex- organen afwisselende regels van de eerste en opgezamelde videosignalen op een regel-voor-regelbasis verschaffen.

13. Stelsel voor het vormen van een beeld van een tafereel, dat op een geïnterlinieerde wijze volgens regels wordt afgetast voor het ach-10 tereenvolgens opwekken van eerste en tweede velden van geïnterlinieerde regel-aftastvideosignalen, waarvan elk raster representatief is voor het tafereel, gekenmerkt door organen voor het in een geheugen opslaan van tenminste een veld van de videosignalen voor het vormen van vertraagde, regel-aftastvideosignalen, organen voor het weergeven van een veld van 15 regel-aftastvideosignalen op een progressieve, niet geïnterlinieerde wijze, afwisselend tussen regels van de videosignalen en regels van de vertraagde videosignalen waardoor opeenvolgende weergegeven rasten bestaan uit even en oneven aangrenzende velden. 8220328