NL8203440A - Cassetteverloopstuk. - Google Patents

Cassetteverloopstuk. Download PDF

Info

Publication number
NL8203440A
NL8203440A NL8203440A NL8203440A NL8203440A NL 8203440 A NL8203440 A NL 8203440A NL 8203440 A NL8203440 A NL 8203440A NL 8203440 A NL8203440 A NL 8203440A NL 8203440 A NL8203440 A NL 8203440A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
reel
take
magnetic tape
adapter according
Prior art date
Application number
NL8203440A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8203440A publication Critical patent/NL8203440A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B25/00Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus
    • G11B25/06Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape
    • G11B25/066Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape adapted for use with containers of different sizes or configurations; adaptor devices therefor

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)
  • Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)
  • Unwinding Webs (AREA)

Description

V
\ \ T/tj/lh/1465
Cassetteverloopstuk.
De uitvinding heeft betrekking op verloopstukken voor cassettes, en meer in het bijzonder op een cassetteverloopstuk voor het opnemen van een kleine cassette met magneetband in een opneem en/of weergeefinrichting, zoals 5 een videocassetterecorder, die een grotere cassette gebruikt.
Kleine of "compact" videocassettes zijn ont-wikkeld om gebruikt te worden met draagbare televisiecamera's en recorders teneinde de afmetingen en het gewicht te beperken. De compact-cassette is kleiner van afmetingen 10 dan een conventionele videocassette en kan dus niet direkt in een videocassetterecorder die conventionele videocassettes gebruikt, worden opgenomen. Teneinde met een compact-cassette te kunnen werken op de videocassetterecorder met conventionele afmetingen, moet een cassetteverloopstuk 15 worden gebruikt.
Bij een cassetteverloopstuk waarmee een compact-cassette in een opneem/weergeefeenheid gebruikt kan worden die normaal een grotere cassette gebruikt, moet ddn van de voorraad en opwindspoelen van de compact-cassette of 20 moeten deze beide uit de vergrendelde toestand worden ont-grendeld tijdens het laden van de band, waarbij de magneetband van ddn of beide spoelen wordt afgewikkeld, uit de compact-cassette wordt getrokken en in het verloopstuk wordt geleid. De positie van de geladen magneetband kan echter 25 instabiel worden, dat wil zeggen het kan voorkomen dat deze bij het laden niet juist gericht en gespannen wordt.
Wanneer zowel de voorraad- als de opneemspoel verder niet na de voltooiing van de laadbewerking worden vergrendeld, kan de magneetband loskomen te hangen, waardoor 30 de opneem/weergeefeenheid moeilijk met de band kan werken.
De spoelen moeten natuurlijk worden ontgrendeld nadat het verloopstuk in.de eenheid is aangebracht voor het uitvoeren van een opneem en/of weergeefbewerking.
8203440 - % > -2-
Volgens de uitvinding wordt een cassetteverloopstuk verschaft voor gebruik met een signaalopname en/of weergeefinrichting van het cassettetype. Het verloopstuk dient voor het opnemen van een kleinere cassette die magneet-5 band bevat welke op normaal vergrendelde voorraad- en opwind-spoelen is gewikkeld. In het verloopstuk is een rotatie-kracht-overbrengingsinrichting opgenomen voor het op de opneemspoel opwinden van de magneetband, terwijl een met de overbrengingsinrichting verbonden krukinrichting'de magneet-10 band uit de kleinere cassette naar buiten trekt. Er kan een spoelontgrendelinrichting worden aangebracht die synchroon met de krukinrichting naar een eerste stand beweegt voor het voor rotatie ontgrendelen van een van de spoelen en naar een tweede positie voor het voor rotatie ontgrendelen 15 van beide spoelen. De rotatiekracht-overbrengingsinrichting beheerst de rotatie van de opwindspoel van de kleinere cassette bij het terugspoelen zodat de magneetband in een continu gespannen toestand wordt gehouden.
Fig. 1 is een weggesneden bovenaanzicht van 20 een kleine of compacte cassette welke magneetband omvat op voorraad- en'opwindspoelen;:
Fig. 2(a) en 2(b) verduidelijken de vergrendeling van de voorraad- en opwindspoelen van de compacte cassette van fig. 1; 25 Fig.3(a)is een weggesneden bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van een uitvoeringsvorm van een verloopstuk voor een compacte cassette volgens de onderhavige uitvinding;
Fig. 3(b) is een doorsnede van het verloopstuk 30 volgens de lijnen X-X1 in fig. 3(a);
Fig. 3(c) is een doorsnede van het cassette-verloopstuk volgens de lijn Y-Y1 van fig. 3(a);
Fig. 4 is een weggesneden bovenaanzicht van het cassetteverloopstuk van fig. 3(a) waarin een compacte 35 cassette is gestoken; en
Fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van een gedeelte van een compacte cassette waarbij de daarmee bruikbare beschermingsorganen voor het ongewenst wissen 8203440 * * ' -3- worden getoond.
In fig. 1 is te zien dat een kleine of "compact" cassette C voor gebruik met een signaalopneem en/of weer-geefinrichting een huis 1 omvat waarin een voorraadspoel 2, 5 en een opwindspoel 3 zijn ondergebracht. De voorraad- en opwindspoelen 2,3 omvatten elk gen geheel daarmee vormende naven. Aan de omtrek van de spoelen 2,3 zijn resp. grendeltanden 2a en 3a aangebracht. Op de voorraad- en opwindspoelen 2,3 is een magneetband 4 gewikkeld en geleidings-10 pennen 5A, 5B, 6A en 6B bepalen een bandbewegingsbaan tussen de voorraad- en opwindspoelen. Een gat of opening 7 voor het opnemen van een later te beschrijven ontgrendelpen 46 van het verloopstuk is tenminste door de onderwand van huis 1 tussen de voorraad en opwindspoelen 2,3 gevormd.
15 Grendelpallen 8,9 zijn resp. zwenkbaar op stationaire pennen 8a en 9a gemonteerd. Egn einde van elk van de pallen 8,9 ligt tegenover de opening 7, terwijl het andere einde daar-van door resp. torsieveren 10,11 wordt belas-t teneinde in aangrijping te komen met de grendeltanden 2a en 3a.
20 Een zwenkbaar deksel 12 wordt door een veer 13 in de gesloten. stand gehouden waardoor een opening van het huis 1 wordt afgesloten waarbij dit deksel tegelijkertijd de voorwand van het huis 1 vormt. Een beschermingsorgaan 14 voor ongewenst wissen is in tenminste twee oppervlakken van de compact-25 cassette C gevormd, zoals bijvoorbeeld de onder- en zijwanden.
Fig. 2(a) en 2(b) tonen de werking van de grendelpallen 8,9 voor het selectief verhinderen van de \ rotatie van de voorraad en opwindspoelen 2,3. Daar de grendelpallen 8,9 door de torsieveren 10,11 in aangrijping 30 met de grendeltanden 2a, 3a worden gedwongen zijn de opwind- en voorraadspoelen normaal tegen rotatie vergrendeld. De magneettand 4 wordt daardoor gewoonlijk in de compact-cassette C gespannen gehouden en kan niet los komen te hangen.
35 Wanneer de compact-cassette C in een hierna nader te beschrijven verloopstuk wordt opgenomen, steekt de ontgrendelpen 46 in het verloopstuk door het gat of de opening 7 en beweegt enigszins in de richting van de pijl 8203 4 40 « * -4- in fig. 2(a) en (b) teneinde een einde van de grendelpal 9 zodanig te verplaatsen dat deze grendelpal tegen de voorbe-lastingskracht van de torsieveer 11 inzwenkt waardoor het andere einde loskomt van de tanden 3a van de opwindhaspel 5 3, en de opwindhaspel dus vrij kan roteren.
Wanneer een verloopstuk met een compact-casse.tte C daarin aangebracht is in een signaalopneem en/of weergeef-inrichting zoals een v^deocassetterecorder, beweegt de ontgrendelpen 46 verder in de aangegeven richting teneinde, zoals getoond in fig. 2(b), zowel de grendelpal 8 als de grendelpal 9 te bewegen. Het gevolg is dat beide grendel-pallen 8,9 tegen de voorbelastingskracht van de torsieveren 10,11 inzwenken en de grendeltanden 2a van de voorraad-haspel 2 loskomen van de grendelpal 8, waardoor zowel de J.5 voorraad- als de opneemhaspel 2,3 vrij kunnen roteren.
Opgemerkt moet worden dat wanneer de compact-cassette C direkt (dat wil zeggen zonder een cassetteverloop-stuk) in een geschikte opneem en/of weergeefinrichting wordt opgenomen, zoals een draagbare televisiecamera met 20 opneemmogelijkheid, de pallen 8 en 9 worden verzwenkt teneinde de tanden 2a en 3a vrij te. laten en de spoelen 2,3 vrij te laten roteren.
Fig. 3(a) toont een uitvoeringsvorm van een verloopstuk A voor een compact-cassette overeenkomstig de 25 onderhavige uitvinding, bestemd om gebruikt te worden met een compact-cassette C in een informatiesignaal-opneem en/of weergeefinrichting. Een huis 21 van het cassetteverloopstuk A omvat een uitsparing 42 voor het opnemen van de compact-cassette C. Een naaf 23 kan met een aandrijfas van, 3Q hijvoorbeeld, een video«zassetterecorder worden gekoppeld, en heeft tanden 23a die aan de omtrek zijn gevormd en in aangrijping kunnen komen met een vrijloopwiel 24 dat weer in aangrijping is met de tanden 25a van een aandrijfwiel 25 voor het aandrijven van de opwindspoel van een compact-35 cassette. Een gat of opening 26 kan de gebruikelijke aan-drijfas voor de voorraadspoel van de videocassetterecorder opnemen.
Zoals in fig. 3(a) en 3(b) wordt getoond is een ,,,, 820 3 44 0 <* t -5- tandwiel 27 coaxiaal op de naaf 23 aangebracht en daarmee gekoppeld door middel van een koppeling 28 en een veer 29 (fig. 3(b)), Het tandwiel 27 is in aangrijping met een met de hand roteerbaar tandwiel 32 wanneer dit laatste 5 naar beneden wordt gedrukt, zoals in fig. 3(b) wordt getoond, teneinde de door een veer 33 geleverde omhoogge-richte voorbelasting te overwinnen.
In een bovenoppervlak van het met de hand roteer-bare tandwiel 32 zijn uitsparingen 32a, 32b gevormd voor 10 het opnemen van de vinger van de bedieningspersoon. In het ondereinde van het tandwiel 32 is een orgaan 30 gevormd met een gedeelte dat samenwerkt met een boveneindd van een pinion 31 wanneer het tandwiel 32 wordt ingedrukt. Wanneer een gebruiker zijn vinger in de uitsparing 32a of 32b van 15 het met de hand roteerbare tandwiel 32 steekt en dit naar beneden drukt en tegelijkertijd roteert, komt het met de hand roteerbare tandwiel 32 in aangrijping met Het tandwiel 27 teneinde de naaf 23 via de koppeling 28 te roteren, waarbij het orgaan 30 aangegrepen wordt door het pinion 31.
20 Een heugel 34 is in aangrijping met het pinion 31 en wordt verschuifbaar geleid door de geleidingen 35a, 35b en 35c.
De heugel ‘heeft een langwerpig gat 34a en in een rand daarvan zijn uitsparingen 34b en 34c gevormd. Een door een bladveer 37 belaste kogel of nok 36 is in kontakt met 25 deze rand en kan opgenomen worden door uitsparingen 34b of 34c teneinde de schuifstand van de heugel 34 te bepalen.
Zoals in fig. 3(a) wordt getoond is een kruk-mechanisme dat een zwenkarm 38 omvat door een pen 39 scharnierend in het huis 21 gemonteerd en aan een einde 30 gekoppeld met de heugel 24 door de aangrijping tussen een aan dat ene einde gemonteerde pen 38a en het langwerpige gat 34a van de heugel. Een tussenliggend deel van de zwenkarm 38 is met een in dwarsrichting verschuifbare hefboom 40 gekoppeld door aangrijping van een pen 38b die op deze 35 arm is gemonteerd, en een in een einde van de hefboom aangebracht langwerpig gat 40a. Aan het andere einde van de arm 38 is een geleidingspen 38c aangebracht voor het geleiden van magneetband uit een compact-cassette die door - 8203440 • * -6- het verloopstuk in een laadstand is opgenoraen. Een andere scharnierarm 41 is zwenkbaar door middel van een pen 42 in het huis 21 gemonteerd en is gekoppeld met de schuif-hefboom 40 door middel van een op deze arm gemonteerde pen 5 41a die aangrijpt in een langwerpig gat 40b dat in het andere einde van de hefboom is gevormd. Aan het vrije einde van de arm 41 is een geleidingspen 4lb aangebracht die de magneetband op een overeenkomstige wijze als de zwenkarm 38 geleidt.
10 In het huis 21 is een stuurhefboom 43 scharnierend op een pen 44 gemonteerd. Een uiteinde 43a van deze stuurhefboom wordt door een veer 47 tegen een uitsteeksel of schouder 40c aangedrukt welke op een tussenliggende plaats van de schuifhefboom 40 is gevormd. Aan een einde is met 15 de stuurhefboom 43 door middel van een pen 45a een grendel-hefboom 45 gekoppeld en deze is aan zijn andere einde voor-zien van een ontgrendelpen 46, zoals eerder beschreven.
In het huis 21 is een grendelorgaan 48 aangebracht voor het in het verloopstuk vasthouden van een 20. . compact-cassette. Zoals het beste in fig. 3(c) wordt getoond houdt een torsieveer 49 een zijoppervlak van de compact-cassette in kontakt met het grendelorgaan 48 wanneer de compact^cassette in het cassetteverloopstuk A is aangebracht .
25 Een beschermingsorgaan 50 ter voorkoming van het ongewenst wissen van de band wordt gevormd door een door middel van een pen 51 zwenkbaar in het verloopstuk A gemon-teerde hefboom en een einde van deze hefboom is in aan-grijping met een normaal op een compact-cassette aange-30 brachte wislip. Een veer 53 dwingt een einde van het bescher- mingsorgaan 50 in de richting tegen de klok in tegen een aanslag 52 aan. Wanneer een compact-cassette met een wislip in het verloop is opgenomen, is het einde van het beschermingsorgaan in kontakt met deze wislip teneinde de voor-35 belasting van de veer 23 te overwinnen, en de hefboom 50 zwenkt in de richting van de klok en trekt aan een draad 58 die met een uiteinde daarvan is verbonden en deze draad is verder verbonden met een beweegbaar orgaan 56 zodat bij deze 820 3 4 4 0 -7- « * beweging dit beweegbare orgaan 56 tegen een voorbelastings-kracht van een veer 57 in, waardoor het beweegbare orgaan een in het huis 21 gevormde opening 55 sluit, teneinde het ongewenst wissen van de raagneetband in de compact-cassette 5 te voorkomen.
Het in het cassetteverloopstuk A laden van een compact-cassette C zal nu worden beschreven. De compact-cassette wordt in de uitsparing 22 van het verloopstuk gestoken waarbij het scharnierende deksel 12 van de cassette 10 zich in zijn open stand bevindt. De gebruiker kan het scharnierende deksel bijvoorbeeld openen terwijl tegelijker-tijd de compact-cassette in het verloopstuk wordt gebracht.
De gebruiker steekt dan zijn vinger in de uitsparingen 32a, 32b van het met de hand roteerbare tandwiel 32 en roteert 15 dit tandwiel terwijl hij tegelijkertijd dit tandwiel naar beneden drukt. Het gevolg is dat het pinion 31 roteerbaar wordt aangedreven teneinde heugel 34 in de door pijl A aangegeven richting te verschuiven (fig. 3(a) )' waardoor de arm 38 in de richting van de klok om de pen 39 zwenkt zodat 20 de gdleidingspen 38c in een richting beweegt waarin magneet-band 4 uit de compact-cassette- C wordt. getrokken (fig. 4) .
De rotatie van de arm 38 in de richting van de klok drijft de schuifhefboom 40 in de door pijl C aangegeven richting, waardoor de scharnierarm 41 om de pen 42 in de richting 25 tegen de klok in zwenkt. Als gevolg van deze schuifbeweging van de schuifhefboom 40 grijpt het uitsteeksel of de schou-~ der 40c het einde 43a van de stuurhefboom 43 aan teneinde de stuurhefboom te zwenken om daardoor de grendelhefboom 45 in de door pijl E aangegeven richting te bewegen. Het ge-30 volg is dat de ontgrendelpen 46 tegen de grendelpen 9 voor de opwindspoel 3 drukt en deze ontgrendelt, waardoor de arm 38 en de geleidingspen 38c kunnen roteren teneinde magneetband 4 uit de compact-cassette te trekken. Wanneer het met de hand roteerbare tandwiel 32 nog verder wordt 35 geroteerd wordt de heugel 34 naar de stand gedreven waarin de kogel 36 in de uitsparing 34c van de heugel past, zoals in fig. 4 wordt getoond, waardoor de positie van de heugel wordt geblokkeerd. In deze positie zal de heugel 34 de 8203440 -8- zwenkannen 38,41 in hun resp. uitstekende standen gedreven hebben, zoals in fig. 3 is aangegeven met de onderbroken lijn en zoals in fig. 4 wordt getoond, teneinde de magneet-band 4 gespannen in het verloopstuk A te houden om daarna-5 in een videocassetterecorder geladen te worden. Het zal duidelijk zijn dat wanneer het tandwiel 32 wordt geroteerd om de heugel 34 en de arm 38 naar de in fig. 4 getoonde stand te bewegen, £n het uiteinde 43a van de stuurhefboom 43 over het uitsteeksel of de schouder 40c glijdt, de 3.0 stuurhefboom 43 in de richting tegen de klok in zwenkt onder invloed van de door de veer 47 uitgeoefende kracht teneinde de grendelhefboom 45 in de door pijl F aangegeven richting te bewegen waardoor de opwindhaspel 3 met de grendelpal 9 wordt vergrendeld.' 3-5 Aangenomen wordt dat het verloopstuk A met de compact-cassette C daarin als een conventionele videocassette in een videocassetterecorder is geladen. Wanneer het deksel 60 van het verloopstuk (dat overeenkomt met het deksel van een conventionele videocassette) in de recorder 20. scharnierend geopend is, zwenkt een losorgaan 59 synchroon met het deksel 60 teneinde een niet getoond mechanisme in staat te stellen een benedenwaartse kracht op punt P van de stuurhefboom 45 uit te oefenen (zie fig. 4) teneinde de grendelhefboom 45 in de richting van pijl E tot zijn uit-25 einde te-bewegen, waarna de grendelpallen 8,9 in de compact-cassette C gelijktijdig door de ontgrendelpan 46 wordt aangedreven om zowel de opwind als de voorraadspoel 2,3 te ontgrendelen.
Wanneer de magneetband van een compact-cassette 30 op de voorraadspoel wordt teruggewikkeld blijft bij voorkeur een klein deel van de band, of een aanloopstrook, op de opneemspoel gewikkeld teneinde te voorkomen dat de band aan te grote spanning wordt blootgesteld of breekt wanneer hieraan bij het zwenken van de armen 38,41 wordt getrokken 35 wanneer het met de hand roteerbare tandwiel 32 wordt verdraaid. Het zal duidelijk zijn dat de systeembesturing van een videocassetterecorder een geschikte actie uit kan voeren (zoals doorspoelen) direkt nadat gedetecteerd wordt 8203440 » * -9- wanneer de magneetband geheel teruggewikkeld is. Ook kan het terugspoelen van de videocassetterecorder gestopt worden vlak voordat de magneetband geheel van de opwindspoel is teruggewikkeld zodat tenminste een klein gedeelte van de 5 band daarop achterblijft.
Als een andere voorzorgsmaatregel kan een band-spanningsdetector worden aangebracht die het ongewenst spannen van de magneetband in het verloopstuk detecteert en de zwenkbeweging van de armen 38,41 stopt. De detector 10 kan ook een waarschuwing laten horen om de gebruiker te wijzen op de te hoge bandspanning. Deze bandspanningsdetector kan gunstig zijn wanneer een ongebruikte compact-cassette in het cassetteverloopstuk wordt geladen, waarbij de magneetband geheel op de voorraadspoel is gewikkeld, 15 of wanneer de gebruiker de magneetband met de hand op de voorraadspoel wikkelt. In het algemeen is de magneetband echter niet zo strak op de voorraadspoel gewikkeld dat daarvan niet een klein stuk magneetband afgetrokken kan worden, zelfs wanneer de voorraadspoel door de pal 8 wordt 20 geblokkeerd; en het genoemde probleem met betrekking tot een te hoge bandspanning. is-daardoor minimaal. In eln uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding wordt slechts ongeveer 5-6 cm magneetband ult de compact-cassette getrokken voor de opname in het cassetteverloopstuk, en een derge-25 lijke lengte kan gewoonlijk uit de cassette worden getrokken zonder-dat een te hoge bandspanning of breuk optreedt.
Het uit eeri cassetteverloopstuk A nemen van een compact-cassette zal nu worden beschreven. Het cassetteverloopstuk. met de compact-cassette wordt bij voorkeur eerst 30 uit de videocassetterecorder genomen en het met de hand roteerbare tandwiel 32 wordt in de richting tegen de klok in gedrukt terwijl dit naar beneden wordt gedrukt, zodat de uitsparing 34c van de heugel 34 loskomt van de nok 36 en in de door pijl P aangegeven richting beweegt (fig. 3(a)).
35 De zwenkarmen 38,41 bewegen in de richting tegen de klok in teneinde terug te keren tot in hun resp. uitgangsstand (in fig. 3(a)in getrokken lijnen getoond), en de schijfhef-boom 4Q schijft in de door pijl D aangegeven richting.
8203440 -10-
De schouder 40c zwenkt de stuurhefboora 43 ora de pen 44 ten-einde de grendelhefboom 45 in de richting van pijl E te bewegen en om de ontgrendelpen 46 alleen de grendelpal 9 van de compact-cassette te laten ontgrendelen, terwijl de 5 grendelpal 8 in de vergrendelde toestand blijft- Door de rotatie van het tandwiel 32 wordt via het tandwiel 27 het aandriijfwiel 25 via de koppeling 28, de naaf 23 en het vrijloopwiel 24 in de richting van de klok geroteerd. De eerder door de armen 38,41 gespannen magneetband wordt dus 10 op de opwindspoel van de compact-cassette gewikkeld. Nadat de magneetband geheel in de compact-cassette is gewikkdld, kan het grendelorgaan 48 ontkoppeld worden om de compaat-cassette nit het verloopstuk te nemen.
De rotatiesnelheid van het aandrijfwiel 25 is 15 groter dan de rotatiesnelheid van het met de hand roteer-bare tandwiel 32 vanwege de het tandwiel 27 en de naaf 23 omvattende drijfwerk, waardoor de magneetband tijdens het met de hand terugwinden continu wordt gespannen. Wanneer de magneetband sneller op de opwindspoel wordt gewikkeld 20 dan de zwenksnelheid van de armen 38,41, slipt de koppeling 28 teneinde een te grote bandspanning van de magneetband 4 te vermijden zodat de band tegen breuk wordt beschermd.
Ook kan een vrijloopkoppeling worden gebruikt zodat de zwenkarmen 38,41 niet zullen zwenken tenzij het met de hand 25 roteerbare tandwiel 32 wordt ingedrukt en geroteerd.
Een compact-cassette wordt voorzien van een uitsparing die door de stuurhefboom 43 of de grendelhefboom 45 aangegrepen kan worden zodat de compact-cassette niet op ongewenste wijze nit het cassetteverloopstuk kan worden 30 verwijderd wanneer magneetband uit de cassette wordt getrokken en in het verloopstuk wordt opgenomen.
Volgens een uitvoeringsvorm van een cassette-verloopstuk volgens de onderhavige uitvinding roteert de opwindspoel teneinde een stuk magneetband op te nemen dat 35 groter is dan het door de zwenkarm vrijgegeven stuk magneet-band. Wanneer de cassette dus uit h.et verloopstuk wordt verwijderd kan de magneetband geheel in de cassette worden gewikkeld en zal deze niet worden beschadigd. Wanneer de 8203440 -11- cassette voorzien is van een spoeltrergrendelingsmechanisme zoals boven beschreven, kan uit de cassettemagneetband worden getrokken en in het verloopstuk worden opgenomen terwijl de als voorblokkeringsfunktie van de cassette in 5 stand blijft.
,= 8 20 3 4 40

Claims (11)

1. Cassetteverloopstuk voor gebruik met een informatiesignaal-opneem en/of weergeefinrichting en geschikt voor het opnemen van een kleinere cassette, welk • verloopstuk voorzien is van een rotatiekracht-overbrengings- 5 inrichting voor het op een opwindspoel van de kleinere cassette op- of daarvan afwinden van een magneetband, gekenmerkt door een krukinrichting (33,40,41) voor het uit * de kleinere cassette trekken van de magneetband (4).
2. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 1, 10 verder gekenmerkt, door een spoelontgrendelinrichting (43, 45,45a, 46) die synchroon met de krukinrichting (38,40,41) werkt en in een eerste stand kan bewegen voor het, voor rotatie vrijlaten van de voorraad of de opwindspoel (2,3) welke normaal tegen rotatie vergrendeld, en in een tweede 15 stand kan bewegen voor het/ voor rotatievrijgeven van beide spoelen (2,3).
3. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de krukinrichting (38,40,41) een paar zwenkbaar beweegbare armen (38,41) omvat die met de magneet- 20 band (4) in kontakt kunnen komen,-.en een,met de armen (38, 41) verbonden schuif (40) voor het uitvoeren van een schuif-beweging bij de zwenkbeweging van de armen (38,41).
4. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schuif (40) een daarop gevormde 25 schouder (40c) heeft, en dat de spoel-ontgrendelinrichting (43,45,45a,46) een stuurhefboom (43) omvat voor het aangrij- \ pen van de schouder (40c) en een met de stuurhefboom (43.) gekoppelde grendelhefboom (45), die in reaktie op het kontakt van de stuurhefboom (43) met de schouder (40c) 30 geactiveerd wordt.
5. Cassetteverloopstuk. volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de grendelhefboom (45) een daaraan bevestigde opstaande pen (46) heeft welke selectief in de eerste en tweede stand van de haspelontgrendelinrichting 35 (43,45,45a,46) een paar spoelgrendelpallen (8,9). aan kan grijpen, welke pallen (8,9) behoren bij resp. de opwind-en voorraadspoel (2,3) van de compact-cassette CC)v -- 8203440 -13-
6. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de grendelhefboom (45) de opwindspoel (3) in de eerste stand vrijlaat.
7. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 1, 5 met het kenmerk, dat de rotatiekracht-overbrengingsinrich-ting (23-37) de beweging van de opwindspoel (3) en de spanning van de magneetband (4) in de cassette (C) beheerst.
8. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de rotatiekracht-overbrengingsinrich- 10 ting (23-37/) een met de hand roteerbaar drijfwerk (23-33) omvat en een de krukinrichting (38,40,41) met het met de hand roteerbare drijfwerk (23-33) koppelt voor het in reaktie op de rotatiebeweging van het met de hand roteerbare drijfwerk (23-33) zwenken van de krukinrichting (38, 15 40,41).
9. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de r-otatiekrachtoverbrengingsinrichting (23-37) verder een naaf (23) omvat voor het aandrijven van de opwindspoel (3), een met een met dehand roteerbaar 20 tandwiel (32) gekoppeld tandwiel (27), en een koppeling (28) voor het met de naaf (23) koppelen van het tandwiel (27).
10. Cassetteverloopstuk volgens· conclusie 9, met het kenmerk, dat de rotatiekracht-overbrengingsinrich-ting (23-37) een pinion (31) omvat voor het aangrijpen van 25 de heugel (34), een bij het met de hand roteerbare tandwiel (32) behorend orgaan (30) voor het koppelen van het met de hand roteerbare tandwiel (32) met het pinion (311, en een veer (33) voor het normaal buiten aangrijping met het tandwiel (271 en het pinion (31) dwingen van het met de 30 hand roteerbare tandwiel (32).
11. Cassetteverloopstuk volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de heugel (34) zwenkbaar verbonden is met een losbare grendelinrichting (34b,34c). voor het vast-houden van de heugel (34). 3203440
NL8203440A 1981-09-03 1982-09-02 Cassetteverloopstuk. NL8203440A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP13038081 1981-09-03
JP1981130380U JPS6020204Y2 (ja) 1981-09-03 1981-09-03 カセツト・アダプタ

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203440A true NL8203440A (nl) 1983-04-05

Family

ID=15032950

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203440A NL8203440A (nl) 1981-09-03 1982-09-02 Cassetteverloopstuk.

Country Status (16)

Country Link
US (1) US4470560A (nl)
JP (1) JPS6020204Y2 (nl)
AT (1) AT376057B (nl)
AU (1) AU8794082A (nl)
BR (1) BR8205112A (nl)
CA (1) CA1193719A (nl)
CH (1) CH649858A5 (nl)
DE (1) DE3232821A1 (nl)
ES (1) ES515456A0 (nl)
FR (1) FR2512248B1 (nl)
GB (1) GB2106473B (nl)
IT (1) IT1152519B (nl)
MX (1) MX151507A (nl)
NL (1) NL8203440A (nl)
PH (1) PH24639A (nl)
SE (1) SE449804B (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57123573A (en) * 1981-01-20 1982-08-02 Victor Co Of Japan Ltd Adapter for tape cassette
BE891313A (fr) * 1981-12-01 1982-03-31 Staar Sa Adapteur pour cassettes miniatures contenant une bande magnetique.
US4567536A (en) * 1982-05-31 1986-01-28 Victor Company Of Japan, Ltd. Adapter for a miniature type tape cassette
JPS5922271A (ja) * 1982-07-28 1984-02-04 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気テ−プカセツト
US4554603A (en) * 1982-07-30 1985-11-19 Victor Company Of Japan, Ltd. Adapter for a miniature type tape cassette
JPS60769U (ja) * 1983-06-16 1985-01-07 日本ビクター株式会社 小型テ−プカセツト用アダプタ
US4643304A (en) * 1983-11-12 1987-02-17 Hitachi Maxell, Ltd. Tape cartridge with extending reference surfaces
US4676678A (en) * 1984-02-21 1987-06-30 Kabushiki Kaisha Toshiba Ribbon cassette cartridge having a lid and a locator slot
JPS6137462A (ja) * 1984-07-31 1986-02-22 Silver Seiko Ltd 印字リボンカセツト
JPH0445183Y2 (nl) * 1984-09-14 1992-10-23
CA2015374A1 (en) * 1989-05-18 1990-11-18 Thomas A. Turgeon Topload tape cartridge for videocassette
US5034842A (en) * 1989-08-24 1991-07-23 Minnesota Mining And Manufacturing Company Carrier with thumb wind advance for videocassette
US5099378A (en) * 1989-08-24 1992-03-24 Minnesota Mining And Manufacturing Company Carrier with external interlock for videocassette
US5052634A (en) * 1990-01-29 1991-10-01 Shape Inc. Static tape cassette reel lock
US5234179A (en) * 1990-02-20 1993-08-10 Minnesota Mining And Manufacturing Company Videotape adaptor for use with a cartridge
JPH03283158A (ja) * 1990-03-30 1991-12-13 Sony Corp テープカセット
US5269480A (en) * 1991-08-21 1993-12-14 Huang Liang Hou Adaptor for rewinding or fast-forwarding an 8 mm video tape in a video home system video tape rewinder
JPH0559669U (ja) * 1991-12-20 1993-08-06 ミネソタ マイニング アンド マニュファクチャリング カンパニー 2ピース型ビデオカセット用リールブレーキアセンブリ
JP3552734B2 (ja) * 1993-07-30 2004-08-11 三星電子株式会社 磁気記録再生装置のテープ巻き戻し装置
GB2293593B (en) * 1994-09-27 1998-05-27 Lead Electronic Co Ltd Video tape cassette adapter
KR0148317B1 (ko) * 1995-08-21 1998-12-15 배순훈 Vcr의 릴록해제장치
US5969918A (en) * 1996-12-26 1999-10-19 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Cassette adaptor

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US29058A (en) * 1860-07-10 Gilbert h
JPS519608B1 (nl) * 1970-08-25 1976-03-29
DE2262899B2 (de) * 1972-12-22 1976-09-16 Kanal-Fernauge Julius Müller, 3284 Schieder-Schwalenberg Geraet zur ueberpruefung des zustands von hohlraeumen, insbesondere von kanalisationen
US4185307A (en) * 1975-12-23 1980-01-22 Olympus Optical Co., Ltd. Tape cassette
JPS587510Y2 (ja) * 1976-05-04 1983-02-09 松下電器産業株式会社 テ−プカセツト
FR2396382A1 (fr) * 1977-07-01 1979-01-26 Avp Lehrgerate Gmbh Dispositif a cassette de reproduction audiovisuelle
US4206487A (en) * 1977-10-13 1980-06-03 Olympus Optical Co., Ltd. Cassette magnetic recording and reproducing apparatus and mini-cassette adapter
US4151738A (en) * 1977-11-03 1979-05-01 General Electric Company Toxic gas monitor having automatic calibration
GB2019356B (en) * 1978-03-23 1982-04-21 Sony Corp Tape cassette
US4361137B1 (en) * 1980-01-14 1997-02-18 Air Shields Incubator having warm air curtain across access opening
JPS57123573A (en) * 1981-01-20 1982-08-02 Victor Co Of Japan Ltd Adapter for tape cassette
US4405098A (en) * 1981-05-27 1983-09-20 Technicolor, Inc. Extended play cassette

Also Published As

Publication number Publication date
CA1193719A (en) 1985-09-17
DE3232821A1 (de) 1983-03-31
SE449804B (sv) 1987-05-18
AU8794082A (en) 1983-03-10
GB2106473A (en) 1983-04-13
ATA331382A (de) 1984-02-15
JPS6020204Y2 (ja) 1985-06-17
IT1152519B (it) 1987-01-07
BR8205112A (pt) 1983-08-09
SE8205008L (sv) 1983-03-04
US4470560A (en) 1984-09-11
FR2512248B1 (fr) 1985-11-22
IT8223104A0 (it) 1982-09-02
MX151507A (es) 1984-12-04
SE8205008D0 (sv) 1982-09-02
FR2512248A1 (fr) 1983-03-04
GB2106473B (en) 1985-06-12
ES8306911A1 (es) 1983-06-01
AT376057B (de) 1984-10-10
JPS5839767U (ja) 1983-03-15
PH24639A (en) 1990-08-17
ES515456A0 (es) 1983-06-01
CH649858A5 (fr) 1985-06-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203440A (nl) Cassetteverloopstuk.
KR880002053B1 (ko) 테이프 카셋트
US4449676A (en) Tape cassette having a reel displacement limiting mechanism
NL8105305A (nl) Aanpasstuk voor een miniatuur bandcassette.
US5390055A (en) Loading system for tape cassette in recording and/or reproducing apparatus for storing and/or reproducing information on recording medium tape stored in cassette housing
EP0503937B1 (en) Tape player
NL8800399A (nl) Bandcassette.
RU2110854C1 (ru) Устройство перемотки ленты для аппарата магнитной записи и воспроизведения
JP2730106B2 (ja) テープカセット用アダプタ
US5613787A (en) Automatic journal loading assembly
JP3979208B2 (ja) 記録及び/又は再生装置
JPS6048822B2 (ja) テ−プカセツト用アダプタ
JP2762535B2 (ja) フィルムカートリッジ装填機構
JPS6128297Y2 (nl)
JP3431289B2 (ja) 磁気記憶部付フィルムを用いるカメラ
JPS6137691B2 (nl)
JPS6112627Y2 (nl)
WO2001009893A2 (en) Tape cassette
JPS6048821B2 (ja) テ−プカセットのリ−ル機構
JPS5826363A (ja) エンドレステ−プ走行装置
JPH04285751A (ja) テーププレーヤ
JPH0578086B2 (nl)
JPH05258427A (ja) テープカセットローディング機構
JPH0991810A (ja) 記録媒体ローディング機構
JPS6023426B2 (ja) カセツトアダプタ−

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed