NL8203366A - Signaleringsstelsel voor controle-indicatie. - Google Patents

Signaleringsstelsel voor controle-indicatie. Download PDF

Info

Publication number
NL8203366A
NL8203366A NL8203366A NL8203366A NL8203366A NL 8203366 A NL8203366 A NL 8203366A NL 8203366 A NL8203366 A NL 8203366A NL 8203366 A NL8203366 A NL 8203366A NL 8203366 A NL8203366 A NL 8203366A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
signal
test mode
test
security system
response
Prior art date
Application number
NL8203366A
Other languages
English (en)
Original Assignee
American District Telegraph Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by American District Telegraph Co filed Critical American District Telegraph Co
Publication of NL8203366A publication Critical patent/NL8203366A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G08SIGNALLING
    • G08BSIGNALLING OR CALLING SYSTEMS; ORDER TELEGRAPHS; ALARM SYSTEMS
    • G08B29/00Checking or monitoring of signalling or alarm systems; Prevention or correction of operating errors, e.g. preventing unauthorised operation
    • G08B29/12Checking intermittently signalling or alarm systems

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Security & Cryptography (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Alarm Systems (AREA)
  • Selective Calling Equipment (AREA)

Description

if ί vo 369¼
Betr.: Signaleringsstelsel voor controle-indicatie.
De uitvinding heeft betrekking op een signaleerstelsel en meer in het bijzonder op een stelsel, dat een hoorbare of zichtbare indica-tie versehaft van het feit, dat het signaleerstelsel vordt beproefd, -· - "· tezamen met een indicatie van het resultaat of de resultaten van de be-5 proeving.
Er zijn tot πα toe beveiligingsstelsels ontvikkeld, vaarbij een aantal aftastinrichtingen, zoals ultrasone, microgolf-, schakelcon-tact-, brandbeveiligings- enz.inriehtingen door een kabel met een aantal aders met een eentrale besturingseenheid is gekoppeld. De centrale be-10 sturingseenheid bezit in vele gevallen een lokale aankondiging in de vorm van een geluidsinrichting, velke voorziet in een hoorbare indicatie, dat een alarmtoestandsignaal naar de centrale besturingseenheid is overge-dragen. Bovendien kan de centrale besturingseenheid zijn voorzien van een aankondiging van de plaats van de aftastinriehting, die het alarm-15 toestandindieatiesignaal levert. Voorts zijn vele van deze beveiligingsstelsels voorzien van organen voor het beproeven van het stelsel, -waar-• bij bijvoorbeeld een buiten het terrein aanvezige persoon, die met een telefoon kiest, wordt belemmerd, zodat het stelsel kan worden beproefd zonder overdracht naar een brandpost, een politiepost of een buiten het 20 terrein gelegen beveiligingspost.
Ofschoon verschillende bekende beveiligingsstelsels zijn voorzien van aftastinrichtingen, vaarin zich lampen bevinden, die opflitsen wanneer de bepaalde aftastinriehting is overtreden, zoals bij het voor een ultrasone aftastinrichting langsgaan, blijkt uit een wandelbeproeving 25 van dergelijke aftastinrichtingen niet duidelijk, dat het uitgangssig-naal van de aftastinrichting in vezen wordt overgedragen naar de centrale besturingseenheid, die voor een dergelijke aftastinrichting vordt ge-bruikt. Het is evenmin duidelijk, dat de centrale besturingseenheid in staat is het alarmtoestandsignaal te ververken. Een compromis van het 30 stelsel tussen de aftastinrichting en de besturingseenheid omvat bijvoorbeeld knoeien met de kabel, hetzij opzettelijk, hetzij toevallig, en een vandelbeproeving, die , ofschoon zij een mate van zekerheid ten aanzien van de verkzaamheid van de aftastinrichting zelf verschaffen, niet voorzien in een indicatie van de verbinding tussen de uitgang van de aftast-35 inrichting en een centrale eenheid en verder.
Misschien is een meer belangrijk probleem bij het beproeven 8203366 \ \ - 2 - van beveiligingsstelsels het ontbreken.van het constant eraan herinne-ren, dat bet stelsel zich in de beproevingsmodus bevindt. Ofschoon bij bekende stelsels op een centraal besturingspaneel testindicatorlampen aanwezig zijn, verkrijgt men, -wanneer personeel bezig is bij bet beproe-ven van bet stelsel in punten, die op een afstand van bet paneel zijn 5 gelegen, geen indicatie, dat het stelsel zicb in een testmodns bevindt, waarbij alarmsignalen worden belemmerd en waarbij de verbindirig met de buitenwereld tijdelijk is afgesneden. Indien bijvoorbeeld een brand optreedt, terwijl het stelsel zicb in een testmodus bevindt, kan personeel, dat zich niet bewuisfc is, dat het stelsel zicb in een testmodus 10 bevindt, aannemen, dat bet brandalarmindicatiesignaal in wezen van buiten . bet terrein af afkomstig is.
Het probleem wordt verzwaard, wanneer, zoals gewoonlijk het geval is, de inbraakalarm/brandalarmbesturingseenheid volledig wordt uitgeschakeld en met het stelsel een afzonderlijke testeenheid wordt 15 verbonden om het gehele stelsel te beproeven. Ofschoon de testeenheid zelf zich bij de besturingseenheid kan bevinden, is het niet nodig de eenheden op een plaats aan te brengen en indien de testlampen van het stelsel zich slechts op het testeenheidbesturingspaneel bevinden, zal het feit, dat het stelsel zich in de testmodus bevindt, en niet naar 20 ander personeel worden overgedragen, hetzij in de centrale besturingseenheid, hetzij elders in de beveiligde faciliteit.
Het is natuurlijk mogelijk, dat het individu, dat de test-volgorde inleidt, vergeet, dat het stelsel in een testmodus is gebracht en het terrein zal verlaten. In een dergelijk geval vindt op het ter-25 rein in het geheel geen beveiliging plaats, aangezien de voornaamste funeties van het stelsel worden belemmerd teneinde de beproeving mogelijk te maken.
Bij het stelsel volgens de uitvinding wordt een sterk hoorbare en/of ziehtbare indicatie, dat het stelsel in de testmodus is gebracht, 30 geleverd in de vorm van een signaal, dat over het gehele gebied, dat wordt beproefd, wordt overgedragen nadat de testvolgorde eenmaal is in-geleid. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm bestaat deze zeer herkenbare indicatie uit een luid, periodiek piepgeluid, dat over de gehele beveiligde faciliteit hoorbaar is, zodat iedereen binnen de beveiligde fa-35 ciliteit zal merken, dat het stelsel wordt beproefd. Daarna vindt elke normale beproevingsmethode plaats, waarbij het periodieke piep- of 8203363 - 3 - distinctieve signaal vat type betreft, vordt gevijzigd in bijvoorbeeld een signaal met constante toestand bij gunstig testresultaat. Hetgeen derhalve vordt geleverd, is een te vijzigen testmodusherinneringssignaal. In het geval van een beveiligingsstelsel met aftastinrichtingen, die met 5 een besturingseenheid zijn gekoppeld, voorziet het inschakelen of het z.g. "overtreden" van een bepaalde aftastinrichting in een verandering in het signaaltype. Zo kan bijvoorbeeld een individu het stelsel in de test-modus brengen en daarna een vandeltest uitvoeren, vaarbij verschillende aftastinrichtingen vorden overtreden, vaarbij de verandering in het sig-10 naaltype aan de persoon een indicatie geeft, niet slechts dat aftastinrichting verkt om zijn aanvezigheid te detecteren, doch ook, dat het resulterende alarmtoestandsignaal in vezen naar een.verkende besturingseenheid is overgedragen.
Teneinde de aftastinrichtingen, velke zijn beproefd, bij te 15 houden, kan een indicator in de besturingseenheid IN vorden gegrendeld om aan te geven, dat de bepaalde aftastinrichting is beproefd en op de juiste vijze verkt. Van meer belang is, dat de verandering in hoorbaar of zichtbaar signaaltype voor elke overtreden aftastinrichting erin voorziet, dat het te wijzigen testmodusherinneringssignaal de persoon, 20 die de vandeltest uitvoert, volgt. Zo kan bijvoorbeeld bij het passeren van een deur een schakelcontact vorden verbroken, velk overtreden van de aftastinrichting door een constante toon vordt aangegeven. Nadat de persoon de deur heeft gepasseerd, vordt de deur gesloten en keert de toon dan terug tot een pieptoon, Dit vordt gevolgd door veer een constante 25 toonindicatie vanneer de persoon bijvoorbeeld een gebied binnentreedt, dat door een ultrasone aftastinrichting is beveiligd. Daarna kan de persoon met de hand een branddetectie-aftastinrichting beinvloeden, velke beinvloeding vordt aangegeven door een toon met constante toestand. In elk geval vordt het distinctieve testmodussignaal naar een ander, sterk 30 herkenbaar signaal gevijzigd, vanneer de persoon de vandeltest uitvoert.
De hoorbare of zichtbare indicaties van een testmodusvolgorde en het beinvloeden van een testinrichting kunnen vorden verschaft door geluidsinrichtingen of lampen in de centrale eenheid en de op een afstand gelegen centrale eenheden, of deze indicatoren kunnen over de gehele 35 beveiligde faciliteit aanvezig zijn. Voor voontoepassingen is het geble-ken, dat een geluidsinrichting in een centrale besturingseenheid een voldoend bestrijken van de gehele voning kan verschaffen, vaarbij even- 8203366
« V
- k - tuele verwijderde aftastinrichtingen, bijvoorbeeld in een garage, kunnen worden beproefd door de betreffende alarmtoestandindicatie te vergrende-len, zelfs indien het te wijzigen testmodussignaal in de op een afstand gelegen plaats niet hoorbaar of zichtbaar is.
5 Bij een bepaalde uitvoeringsvorm verkrijgt men toegang tot het stelsel voor beproevingsdoeleinden door het invoeren van een vooraf-hepaalde passeercode in een sleutelinrichting of door gebruik te maken van een sleutel. Bij het eerste invoeren van een passeercode en het bein-vloeden van een testknop kan de overdracht van buiten het terrein af 10 worden belemmerd en worden geluidsinrichtingen in of een centrale be- sturingseenheid en/of een op een afstand gelegen besturingseenheid, even-als de lampen gedurende een voorafbepaalde tijd in een constante toestand beinvloed teneinde een controle van jle werkzaamheid van niet slechts de lampen en de geluidsinrichtingen mogelijk te maken, doch ook te controle-15 ren, dat voorafbepaalde gedeelten van het stelsel eveneens in werking zijn. Dit is een zelf-test reeks, die voor de voile test wordt gebruikt.
Eetgeen tijdens de initiele zelf-test periode kan worden getest is bij-voorbeeld de werking van stelselklokken en oscillatoren, de werking van schuifregisters, de werking van voedingsbronnen enz. Derhalve worden in 20 een initiele periode testmodusaankondigingsinrichtingen beinvloed om te zien of zij werken, waarbij de aankondigingsinrichtingen tevens voorzien in een indicatie, dat bepaalde inwendige ketens eveneens werkzaam zijn.
Na een initiele zelf-test periode, waarin de persoon, welke de testreeks uitvoert, kan vaststellen, dat stelselfunctie-indicatoren 25 in werking zijn, kan het stelsel automatisch overgaan naar een .test-modus, waarbij een distinctief signaal wordt opgewekt om de persoon en ieder ander op het terrein eraan te herinneren, dat het stelsel zich in een testmodus bevindt. 1
Tijdens de normale testprocedure kunnen alle testinrichtingen 30 worden beinvloed, waarbij het gedetecteerde beinvloeden van een aftast-inrichting het type van de testmodusindicatie vijzigt in een ander type, zoals een constante-toestandssignaal, terwijl tegelijkertijd een indica-tie van de identiteit van een met succes beproefde aftastinrichting wordt vergrendeld. Dit betekent, dat elke aftastinrichting, die tijdens 35 de testreeks is beinvloed of overschreden, op een besturingspaneel wordt aangekondigd teneinde een indicatie te geven van het feit welke aftast-inrichtingen in wezen zijn beinvloed en werkzaam blijken te zijn.
8203366 * * . .-5-
Terwijl een succesvolle testindicatie wordt vergrendeld, houdt de hoorbare of visuele indicatie van het bexnvloeden van de af-tastinrichting op, nadat de aftastinrichting buiten werking is gesteld, hetzij doordat de persoon de kamer verlaat, de deur sluit, enz. Dit 5 voorziet in een verder beveiligingsniveau, aangezien, indien de aftast-inriehting niet onwerkzaam werd gemaakt, hetgeen het geval zou zijn vanneer een deur daarna niet wordt gesloten, het stelsel niet naar het oorspronkelijke testmodusindicatiesignaal zou terugkeren, doch veeleer het constante-toestandsignaal zou blijven leveren teneinde een onjuiste 10 functie van het stelsel aan te geven.
Op' elk moment, nadat het stelsel in een testmodus is gebracht, kan het zijn, dat een gebruiker wenst alarmtoestandaankondigingsinrich-tingen, zoals alarmsirenes. evenals testmodusaankondigingsinrichtingen, te beproeven. Het kan zijn, dat hij.initieel niet de alarmsirenes voor Ί5 elke beproeving in werking wenst te'stellen, aangezien in woonwijken dit op sommige uren onaanvaardbaar zou kunnen zijn. Op toelaatbare tijdstippen is het evenwel van belang de alarmtoestandaahkondigings-inrichtingen te beproeven. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm geschiedt dit door een tweede of later beinvloeden van een testknop, waarbij de 2.0 geluidsinriehtingen ranede besturingseenheid in werking worden gesteld, de lampen of andere visuele indicatoren van de besturingseenheden in wer-.king worden gesteld en bovendien lokale alarmtoestandaankondigingsinrich-tingen worden beinvloed. Alarmtoestandaankondigingsinrichtingen omvatten sirenes aan de omtrek van het terrein of flikkerlichten.
25 Bij weer een andere uitvoeringsvorm kan het stelsel instantaan uit de testmodus worden gebracht door het invoeren van de voorafbepaalde passeercode of toegangscode in een op een afstand gelegen besturingseenheid of de centrale besturingseenheid. Indien derhalve een brand of inbraak tijdens de testmodusreeks zou plaats vinden, kan een persoon, 30 die een dergelijke gebeurtenis waarneemt, de testmodus onmiddellijk be-eindigen, waardoor de alarmtoestandindicatie hetzij buiten het terrein of naar de zich op het terrein bevindende plaats, waarin zich het contro-lepersoneel bevindt, wordt gezonden.
Op deze wijze wordt een testmodusherinneringssignaal geleverd, 35 dat alle personeel in een faciliteit voorziet van een indicatie, dat een testmodusreeks aan de gang is. Dit beveiligingsniveau wordt verkregen* onafhankelijk van de afmetingen van de gecontroleerde faciliteit, onaf- 8203366 -6-- * » hankelijk van de'plaats van de besturingseenheid en onaf hankelijk van het aantal personen in de faciliteit. In de tveede plaats voorziet een verandering in type van het testmodussignaal door bet beproeven van niet slechts een overtreden van de aftastinrichting, doch de verkelijke 5 overdracht van een alarmtoestandsignaal naar de besturingseenheid in een verder niveau van stelligheid van de verkzaamheid van het stelsel, door-dat de persoon, velke de beproeving uitvoert, er niet slechts van vordt verzekerd, dat de aftastinrichtingen verkzaam zijn, doch ogenblikkelijk op de hoogte vordt gesteld van het feit, dat de aftastinrichting in 10 verbinding staat met de besturingseenheid en de besturingseenheid de signalen op de juiste vijze ververkt. Het te vijzigen testmodusherinne-ringssignaal voorziet derhalve in een indicatie van de totale verkzaam-heid van het stelsel.
Ofschoon het bovenstaande geldt voor beveiligingsstelsels, 15'. is het duidelijk, dat het testvolgorde-aankondigingsstelsel volgens de uitvinding ook van nut is voor het aangeven, dat andere typen stelsels vorden beproefd, vaarbij het testherinneringssignaal vat type betreft vordt gevijzigd in responsie op een type kriterium, dat verband houdt met de testmodus. Derhalve kunnen de resultaten van een test, velke 20 vordt uitgevoerd op plaatsen, die op een afstand van het besturingspa-neel zijn gelegen, in de op een afstand gelegen plaats ter beschikking vorden gesteld. Bovendien kan meer dan een signaaltype vorden gebruikt om de resultaten van verschillende testen aan te kondigen.
De uitvinding zal onderstaand nader vorden toegelicht onder 25 vervijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 -een schematische afbeelding van het gebruik van een distinctief signaal om aan te geven, dat een stelsel in een testmodus is gebracht, gevolgd door een vijziging in het type van het signaal voor een succesvolle beproeving; 30 fig. 2 een schematische illustratie van een vandeltest bij een faciliteit, die door het stelsel volgens fig. 1 is beveiligd; fig. 3 een stroomdiagram ter toelichting van een testmodus-reeks, vaarbij testmodusaankondigingsinrichtingen in verking vorden gesteld, gevolgd"door het inleiden van een testmodusherinneringssignaal; 35 · fig. k een stroomdiagram van een stelsel, vaarbij de testmodus- reeks volgens fig. 3 vordt gebruikt, en de testmodus vordt verkregen door het invoeren van een toegangscode, vaarbij tevens de invloed van de toe- 8203366 ψ~ “ : - Τ - gangscode op versehillende fancties van het stelsel is aangegeven, en het gebruik van een tijdelijke passeercode is geillustreerd als het bein-V vloeden van slechts bepaalde functies van het stelsel; en fig. 5 een bloksehema ter illustratie van een uitvoeringsvorm 5 van.het stelsel volgens fig. 1*.
Zoals uit fig. 1 blijkt, is een beveiligingsstelsel, dat kan vorden beproefd, voorzien van een besturingseenheid 10, een aftastin-riehting 12. en een kabel 1U met een aantal aders, die de aftastinrich-ting met de besturingseenheid verbindt. Een testknop of -schakelaar 16 10 kan in de besturingseenheid vorden beinvloed om het beveiligingsstelsel in een testmodus te brengen. Wanneer het beveiligingsstelsel in een testmodus vordt gebracht, vordt een belemmeringssignaal over een lijn 18. naar een buiten het terrein opgestelde communicator 20 gevoerd, velke vordt gebruikt om alarmtoestandsignalen over te dragen naar buiten het 15 terrein gelegen plaatsen en vel zodanig, dat een alarmtoestandsignaal en het type daarvan kan vorden overgedragen naar bijvoorbeeld een brand-veerpost, een politiepost of een buiten het terrein gelegen beveiligings-post. Bovendien vordt bij het bexnvloeden van de testknop 16 een belem-meringssignaal over een lijn 22 gebruikt om lokale alarminrichtingen 2k 20 te belemmeren, velke lokale alarmaankondigingsinrichtingen, zoals sire-nes, flikkerlichten en dergelijke kunnen omvatten.
Meer in hetlbijzonder vindt in een beveiligingsstelsel een vandeltest plaats door een persoon, velke hier is aangegeven bij 26, • ‘ velke persoon tijdens de vandeltest een aftastinrichting beinvloedt of 25 overtreedt teneinde de verkzaamheid van een aftastinrichting vast te stellen. Voor volumetrische aftastinrichtingen, vaaronder ultrasone af-tastinrichtingen, microgolfaftastinrichtingen of passieve infrarood aftastinrichtingen, vordt een aftastinrichting slechts door de aanvezig-heid van een individu in het beveiligde gebied overtreden. Voor omtreks-30 of puntaftastinrichtingen, vordt een aftastinrichting bijvoorbeeld overtreden door het openen van een deur, een venster of deksel, het door-snijden van een draad of het omleggen van een bepaalde schakelaar. Voor trillingsaftastinrichtingen kan het overtreden van de aftastinrichting het opvekken van een nagebootste trilling omvatten.
35 Zoals reeds is vermeld, is het van belang aan het personeel binnen de beveiligde faciliteit aan te geven, dat het stelsel, dat de faciliteit beveiligt, vordt beproefd. Dit geschiedt bij een bepaalde 8203366 - 8 - uitvoeringsvorm door het gebruik van een geluidsinrichting 30 of een sterke lamp 32, velke bij het inleiden van de testmodusreeks voorziet in een sterk distinctief testmodusherinneringssignaal. Bij de veerge-geven uitvoeringsvorm kunnen de signalen, die vanuit of de geluidsin-5 richting of de lichthron afkomstig zijn, een gepulseerde golfvorm heb-hen, zoals aangegeven door het periodieke signaal 3^, of het signaal kan zijn "chirped1' doordat de frequentie van de puls tijdens het opvek-ken daarvan snel vordt gevijzigd. In elk geval vordt het distinctieve signaal in alle gehieden binnen de faciliteit, velke vordt beproefd, 10- ter beschikking gesteld. Voor meer in het hijzonder luide geluidsin- riehtingen, kan afhankelijk van de afmetingen van de faciliteit dit ka-rakfceristieve distinctieve signaal vanuit een plaats naar de faciliteit worden gezonden. Men kan ook testmodusherinneringssignalen elders binnen de faciliteit opvekken teneinde ervoor te zorgen, dat personen bin-15' · nen de faciliteit ervan op de hoogte zijn, dat het beveiligingsstelsel vordt beproefd.
Ket verschaffen van een dergelijk testmodusherinneringssig-naal is bijzonder nuttig voor het vaarschuven van personeel binnen de beveiligde faciliteit, dat het stelsel, dat beproefd vordt, niet langer 20 met bijvoorbeeld buiten het terrein gelegen controleposten is verbonden. Bovendien is het een herinnering voor het personeel binnen het terrein, dat alle lokale alarminrichtingen zijn uitgeschakeld. Wanneer zich een noodtoestand voordoet, zoals een brand of een inbraak, kan het zijn, dat de persoon anderen van de situatie op de hoogte vens't te stellen door of 25 het beveiligingsstelsel naar de normale bedrijfsmodus daarvan te laten terugkeren of door gebruik te maken van sommige andere communicatiemidde-len.
Wanneer een persoon eraan herinnerd is, dat het beveiligingsstelsel vordt beproefd, voert bij de gebruikelijke testprocedure een per-30 soon de bovengenoemde vandeltest uit, vaardoor een reeks aftastinrich-tingen vorden overschreden. In het stelsel volgens de uitvinding vordt het type van het sterk distinctieve testmodusherinneringssignaal gevij-zigd in een ander sterk distinctief signaal, dat indicatief is voor de vastgestelde overtrading van een aftastinrichting. Dit signaal kan bij-35 voorbeeld een constant-toestandsignaal 36 zijn, dat bij een voorkeurs-uitvoeringsvorm vordt opgevekt gedurende de tijd, dat een aftastinrichting vordt overschreden. De verandering in type van het testmodusher- 8203366 - 9 - inneringssignaal in een aftastinrichtingsovertredingssignaal geeffc aan de persoon, velke de vandeltest uitvoert, een indicatie ran de resulta-ten van de vandeltest, in hoofdzaak, dat zijn aanvezigheid is vastge-steld, dat dit feit is overgedragen naar een besturingseenheid en dat 5 de "besturingseenheid op'de juiste vijze verkt om het overschrijden van de aftastinrichting te detecteren. Nadat de persoon zich ervan over-tuigd heeft, dat de bepaalde aftastinrichting verkt, schakelt hij de aftastinrichting uit door of zelf het gehied, heveiligd door de aftastinrichting, te verlaten of door een andere uitschakelroutine, vaarbij 10 het testmodusherinneringssignaal veer vordt hersteld, zoals aangegeven hij 38.
Bij een bepaalde uitvoeringsvorm vordt een indicator ho in de besturingseenheid 10 gelijktijdig met het opvekken van het aftastinrichting-overtredings3ignaal vergrendeld om te voorzien in een indicatie van vel-15 ke aftastinrichtingen zijn beproefd en tijdens de vandeltest verkzaam te zijn gebleken.
Indien een persoon om de een of andere reden een aftastinrichting niet buiten verking zou stellen, zou het aftastinrichtingover-tredingssignaal blijven voortduren, zoals aangegeven bij hi, tot het 20 moment, vaarop de persoon, velke de vandeltest uitvoert, in staat is de aftastinrichting buiten verking te stellen. Derhalve voorziet de vijzi-ging in het type van het testmodusherinneringssignaal voor een overtre-den van een aftastinrichting in een verder testniveau doordat niet slechts de persoon, velke de test uitvoert, er verzekerd van vordt, dat 25 de aftastinrichting in verking is, doch dat hij er tevens van verzekerd vordt, dat hij de aftastinrichting op een succesvolle vijze buiten verking heeft gesteld bij het terugkeren van het distinctieve testmodusherinneringssignaal. Dit belet het uitschakelen van een aftastinrichting bij een toevallig falen door bijvoorbeeld een beveiligde deur te laten 30 aan staan en maakt het mogelijk, dat de persoon een corrigerende verking uitvoert voor of een op een onjuiste vijze verkende aftastinrichting of een toevallige situatie, die bij de vandeltest van het stelsel is ver-oorzaakt.
Zoals aangegeven in fig. 2, volgt het testmodusherinnerings-35 signaal/affcastinrichtingovertredingssignaal de vandeltest, doordat de -vandeltest aan de persoon een instantane indicatie geeft van de resul-taten van opeenvolgende aftastinrichtingsovertredingen. Derhalve kan een 8203366 - 10. - persoon in een positie h2 het beveiligingsstelsel bijyoorbeeld bij een besturingseenheid UU in testmodus brengen, zodat een geluidsinrichting b6 of een lichtbron Π8 hetzij een hoorbaar, hetzij een zichtbaar sig- -naal 50 levert, dat het inleiden ran een testmodusreeks aangeeft. De 5 persoon kan dan naar de politie 52 gaan, waar het openen van een deur, als bepaald door de aftastinrichting 5b, ertoe leidt, dat een aftastin-richtingsovertredingssignaal 56 wordt opgevekt. Nadat de deur is ge~ sloten wordt het testmodusherinneringssignaal 50 veer opgevekt en volgt dit de persoon bijvoorbeeld naar een positie 58, waar de persoon bij-10 voorbeeld een tweede aftastinrichting 60, zoals een rookdetector wenst te beproeven. Teneinde de rookdetector te overtreden bexnvloedt hij de aftastinrichting met de hand door het indrukken van een testknop. Dit leidt ertoe, dat een aftastinrichtingsovertredingssignaal 56 opnieuv wordt opgevekt. De persoon kan dan het beproeven van de aftastinrichting 15 wensen uit te sehakelen door de testknop los te laten, op welk moment het testmodusherinneringssignaal 50 opnieuw optreedt. Daarna kan de persoon in de positie 62 komen binnen een beveiligd gebied 6b, dat door een volumetrische aftastinrichting 66 wordt gecontroleerd. Bij het binnen-treden van het beveiligde gebied zal veer een aftastinrichtingovertre-20 dingssignaal 56 optreden. Op deze wijze zijn de testmodusherinnerings-/ aftastinrichtingsovertredingssignalen op een eenvoudige wijze beschikbaar om aan de persoon, welke de wandeltest uitvoert, de resultaten van de test te verstrekken en derhalve kan men zeggen, dat deze de persoon bij de wandeltest volgen.
25 In fig. 3 illustreert een stroomdiagram een type testmodus reeks, vaarbij een verdere indicatie van de verkzaamheid van het beveiligingsstelsel kan worden verkregen. Bij deze uitvoeringsvorm kan een testmodus worden ingeleid, als aangegeven 'bij 70, door het beinvloeden van een testmodussehakelaar, hetgeen, als aangegeven bij 72, leidt tot 30 het beletten van een overdracht naar punten buiten het terrein'. Daarna kunnen als een deel van een zelf-beproeving alle testmodusaankondigings- inrichtingen, zowel hoorbbaar als zichtbaar, in werking worden gesteld, zoals aangegeven bij 7^- met een sterk aistinctief signaal, dat een const ante-toestandsignaal kan zijn, waarbij de beinvloeding gedurende een 35 voorafbepaalde periode plaats vindt. Het doel van het in werking stellen van de testmodusaankondigingsinrichtingen in tegenstelling met de alarm-toestandsaankondigingsinrichtingen, ’oestaan daarin, dat een persoon test- 8203366 - 11.- modusindicatorlampen en testmodusgeliiidstelsels kan.testen. Het kan ook gevenst zijn bepaalde stelselfuncties,. zoals de batterij spanning, de verking van stelselklokken of de verkzaamheid van andere kritiscbe ketens te beproeven.
5 Na het tijdelijk beinvloeden van de testmodusaankondigings- inriehtingen, vordt de normale testmodus ingeleid, vaarbij een testmodusherinneringssignaal vordt opgevekt, als aangegeven bij j6. Vervolgens kunnen aftastinrichtingen in verking vorden gesteld of overtreden, zoals aangegeven bij JQ, hetgeen leidt tot een verandering van het type van 10 het testmodusherinneringssignaal, als aangegeven bij 80. Dit leidt ook tot een vergrendeling van een alamstatusindicator, als aangegeven bij 82. Bij het buiten verking stellen van de aftastinrichting, als aangegeven bij 8^, vordt het testmodusherinneringssignaal opnieuv ingeleid.
Het is evenvel mogelijk niet slechts de testmodusaankondigings-15 inrichtingen, doch ook de lokale alarmaankondigingsinrichtingen te beproeven en dit geschiedt door een tveede beinvloeden van een testmodus-knop, als aangegeven bij 86. Bij een dergelijke verdere testmodusbe-invloeding vorden niet slechts de testmodusaankondigingsinrichtingen gedurende een voorafbepaalde tijd in verking gesteld, doch vorden ook 20 de lokale alarmaankondigingsinrichtingen in verking gesteld. Lokale alarmaankondigingsinrichtingen omvatten bijvoorbeeld sirenes, flikker-lichten, enz, vaarbij het stelsel, veergegeven in fig. 3} een zodanige configuratie heeft, dat bij verschillende typen tests verschillende dis- tinctieve indicaties vorden gegeven.
25 Wanneer bijvoorbeeld een testmodusherinneringssignaal van een periodiek "chirped"-type aan een aftastinrichtingsovertredingssignaal van een constante-toestandstype vordt aangenomen, is het mogelijk de testmodusaankondigingsinrichtingen te voorzien van een gepulseerd sig-naal, vaarbij de pulsduur aanmerkelijk langer is dan de "chirps, velke 30 behoren bij het testmodusherinneringssignaal. Op deze vijze kan het type van het testmodusherinneringssignaal op meer dan een manier vorden ge-vijzigd om te voorzien in meer dan een type indicatie van de verkzaam-heid van een stelsel.
Zoals uit fig. b blijkt, is er, zoals er bij bijna elk type 35 beveiligingsstelsel, een toegangscode of .sleutel, velke vordt gebruikt om het stelsel in paraatheid te brengen. De toegangscode kan als een passeercode bij een sleutelstelsel vorden ingevoerd of de toegangscode 3203356 - 12. - kan worden gegeven door de configuratie van een bepaalde sleutel. In elk geval wordt bij stelsels van het toegangscodetype een toegangscode, hier weergegeven bij 90, gebruikt voor het beeindigen van een eerder aanwezige testmodusreeks, als aangegeven bij 92. Voor testmodusreeksen 5 ’ stelt het invoeren van de toegangscode een testmodustoets of -schakelaar in werking, als aangegeven bij j terwijl in het normale geval tevens een paraatfunctie wordt ingeleid, als aangegeven bij 96, waardoor het gehele stelsel operationeel kan worden gemaakt. Als een verdere functie van de toegangscode kan deze' eventuele lus-shuntinstructies elimineren, 10 als aangegeven bij 98. In het algemeen werken de meer geraffineerde be-veiligingsstelsels met een aantal lussen, elk met een of meer aftast-inrichtingen, die bijvoorbeeld verschillende gebieden bevexligen of ver-schillende functies verschaffen, zoals inbraakdetectie, branddetectie, medische nooddetectie, omtrekspenetratiedetectie, enz. Het is derhalve 15. nuttig, dat een toegangscode het elimineren van eventuele voorafgaande lussen de instructies van het stelsel mogelijk maakt.
Is bij het invoeren van een toegangscode een normale functie het uitschakelen van alle alarmtoestandaankor.digingsinrichtingen, als aangegeven bij 100, en het tevens in werking stellen van ingangs/uit-20 treedvertragingen, als aangegeven bij 110, zodat toegang tot de facili-teit kan worden verkregen. Bovendien kan, indieneen test van een stelsel leidt tot het vergrendelen van alarmstatusindicatoren, als aangegeven bij 82, het invoeren van de toegangscode een terugstelling met de hand mogelijk maken, zoals aangegeven bij 112, zodat de resultaten van een 25 voorafgaande beproeving kan worden gewist. Bovendien kan het invoeren van de toegangscode worden gebruikt voor het tot stand brengen van een type terugstelling.
Verder kan een tijdelijke passeercode worden toegewezen aan personeel van een tweede niveau, bijvoorbeeld onderhoudspersoneel of 30 schoonmaakdiensten, zoals aangegeven bij 11U 3 welke slechts een gedeelte van de functies van het beveiligingsstelsel bestuurt, bijvoorbeeld het mogelijk maakt, dat deze personen de alarminrichtingen uitschakelen en ingangs- en uittreedvertragingen mogelijk maken, waardoor deze persoon het stelsel na toegang in werking kunnen stellen en in de paraattoestand 35 kunnen brengen. Het gebruik van de tijdelijke passeercode belet evenwel een eventueel andere toegang tot het stelsel en voorziet derhalve in een verder beveiligingsniveau.
8203366
Tr - 13 -
Het beinvloeden van de testmodustoets dient om de testmodus in te leiden, als aangegeven bij 70 en zoals beschreven onder verwijzing naar fig. 3. Opgemerkt wordt, dat de toegangscode instantaan in staat is om de testmodus te elimineren door bet gebruik van een terugstelpuls, 5 velke vordt toegevoerd bij 72, 7^ 5 76 en 88, vaarvan de functie later zal vorden beschreven. Een belangrijk kenmerk van een stelsel, vaarbij een toegangscode vordt gebruikt, is, dat de testmodusreeks kan vorden verbroken. Dit leidt er in combinatie met de aanvezigheid van een test-modusherinneringssignaal toe, dat iemand op het terrein, nadat hij er-10 aan is herinnerd, dat het stelsel zich in de testmodus bevindt, de test-modus onmiddellijk kan uitsehakelen en een lokale alarmaankondiging en overdracht naar een punt buiten het terrein kan verschaffen.
Eetgeen thans zal vorden beschreven, is een type stelsel, vaarbij een testaankondiging, lokale alarmaankondiging en het testmodus-15 her inner ingss ignaal met een type, dat;.in responsie op het resultaat van een beproeving van het stelsel kan vorden gevijzigd, mogelijk is.
Zoals uit fig, 5 blijkt, is een centrale of op een afstand ge-legen besturingseenheid 120 door een kabel 122 met een-aantal aders ver-bonden met aftastinrichtingen 12^ en 126, die respectievelijk rook, velke 20 indicatief is voor een brand, of intrusie, velke indicatief is voor een inbraak, kunnen bepalen. Tijdens het normale bedrijf voert een aftast-inrichtingsbesturings- en alarmtoestanddetectie-eenheid 128 van normale constructie gelijkstroomenergie uit een gelijkstroombron 130 en vissel-stroomenergie uit een visselstroombron 132 over de kabel met een aantal 25 aders aan de aftastinrichtingen toe. De eenheid 128 dient om de uitgangs-signalen van de verschillende aftastinrichtingen te detecteren, eerst vast te stellen, dat een alarmtoestand aanvezig is en daarna het type be-paalde alarmtoestand te identificeren. Zo kan bijvoorbeeld de aftast-inrichting 12^, velke een branddetectie-aftastinriehting is, een type 30 alarmtoestandssignaal leveren, dat naar de aftastinrichtingsbesturings-en alarmdetectie-eenheid vordt overgedragen, tervijl de aftastinrichting 126, die een onbevoegd binnendringen bepaalt, een ander type alarmtoestand-signaal levert. Het uitgangssignaal van de detectie-eenheid 128 is een signaal, dat de aanvezigheid van een alarmtoestand aangeeft. Dit signaal 35 vordt via een lijn 13^ toegevoerd aan een lokale alarmdecodeereenheid 136-Het type alarm vordt 00k over een lijn 138 toegevoerd aan een lokale aiarmdeeodeerinrichting 136. Deze decodeerinrichting levert het uitgangs- 8203366 - 1¾. - signaal· voor een lokale alarmaankondigingssignaalgenerator 11)-0 en een buiten het terrein gelegen alarmcamiminieator ibA . Bij een bepaalde uit-voeringsvorm wekt de generator 11*0 signalen op, die indicatief zijn voor het type bepaalde alarmtoestand. De informatie, die aan zowel de 5 lokale alarmaankondigingsinricht ing als de alarmcommunicat or wordt toe-gevoerd, bestaat uit een signaal, dat aangeeft, dat een alarmtoestand is gedeteeteerd, en de aard van de alarmtoestand. Het uitgangssignaal yan de generator 1Uo wordt toegevoerd aan een lokale alarmaankondigings-inrichting 112, welke bijvoorbeeld een sirene 1U1)· of een flikkerlicht 10. 11)-6 kan oravatten. De alarmaankondigingsinr icht ingen leveren signalen, die kenmerkend zijn voor het type alarm. Zoals bijvoorbeeld aangegeven door de golfvorm 1 U-δ wordt door de generator 11)-0 een nit drie pulsen hestaande reeks op een herhalende basis opgevekt om aan te geven, dat de bepaalde alarmtoestand een brand voorstelt. Indien de lokale alarmtoe-15 stand het gevolg is van een binnendringen, dat indicatief is voor in-braak, dan worden door de generator 11)0 pulsen". geleverd, weergegeven door de golfvorm 150.
Nadat de verking van een beveiligingsstelsel met lokale alarmaankondiging is beschreven, is het mogelijk het stelsel te voorzien 20 van een passeercodetoegang en een testreeks. Dit geschiedt als volgt.
Een passeercode, in het algemeen aangegeven bij 152, wordt toegevoerd aan een decodeerinrichting 151)·» die bij het invoeren van een juiste passeercode over een lijn 156 aan een teller 158 een terugstelsignaal levert. Het invoeren van de passeercode stelt de teller in alle gevallen 25 terug. Bovendien belnvloedt de decodering van de juiste passeercode een testknop of schakelaar 160, vaarvan de uitgang met de decodeerinrichting is gekoppeld en velke, wanneer deze in de aanwezigheid van een juiste passeercode vordt beinvloed, ertoe leidt, dat een signaal over een lijn 162 aan de teller 158 wordt toegevoerd om de teller vanuit de terugsteltoe-30 stand daarvan te klokken teneinde op de uitgangslijn no. 1 een uitgangssignaal te verschaffen. Dit uitgangssignaal wordt toegevoerd aan een tem-peerinrichting 161+, waarvan het uitgangssignaal over een lijn 166 geduren-de een voorafbepaalde tijd, voorgeschreven door de tempeerinrichting, wordt toegevoerd aan een paneellampregelaar 168, die met paneelindica-35 toren 170 is gekoppeld teneinde alle paneelindicatoren geaurende een voorafbepaalde tijd 169, tot stand gebracht door de tempeerinrichting 16k, in werking te stellen. Hierdoor verkrijgt men een indicatie, dat 8203388 - 15 - alle stelselindicatoren werkzaam zijn. De stelselindicatoren worden aangedreven door een stelselstatusdetector 172, die in het stelsel is opgencmen teneinde indicators, zoals een "voortgaan''-lamp op de juiste wijze te ontsteken wanneer een juiste passeercode is geaccepteerd, 5 een lamp cm aan te geven, dat visselstroom-energie aan het stelsel wordt toegevoerd, een lamp om aan te geven, dat er een fout is in de alarm-communicator, bijvoorbeeld een telecommunicatiefout, een lamp om de lus-status aan te geven, d.w.z. welke lussen in wezen operationeel zijn, een lamp om een zwakke hatterij aan te geven in het geval van aftast-10 inriehtingen, die batterijen gebruiken, een lamp om het type alarm aan te geven, dat wordt afgetast, een lamp om aan te geven, dat het stelsel paraat is, een lamp om een alarm of status aan te geven, en lampen om gebieden aan te geven, waaruit een alarmtoestand is bepaald.
Het uitgangssignaal van de tempeerinrichting iSb over de lijn 15 166 wordt ook toegevoerd aan een zelf-test signaalgenerator 17^-, welke tijdens het door de tempeerinrichting iSb b.epaalde interval een reeks korte pulsen levert. Het uitgangssignaal. van de generator 17^ vordt toegevoerd aan een testaankondigingsinrichting 176, welke kan zijn voorzien van een geluidsinrichting 178 of een lichtbron 180.
20 Het is de bedoeling, dat bij het eerste beinvloeden van de testknop 160 het gedurende een beperkte periode niet slechts mogelijk is een zelf-test functie uit te voeren, waarbij alle indicatorlampen vorden ontstoken, doch het ook mogelijk is de testaankondigingsinrichting te beproeven, onafhankelijk van het feit of deze een geluidsinrichting 25 of een lichtbron is. Dit geschiedt automatisch bij het eerste beinvloeden van een testknop l60.
Wanneer de tempeerinrichting 16h bijvoorbeeld na drie secon-den uitschakelt, wordt'het signaal van de lijn 166 verwijderd, waardoor de paneellampbesturingseenheid 163 buiten werking wordt gesteld en de 30 eerder ontstoken lampen worden gedoofd. Wanneer de tempeerinrichting 16b buiten werking wordt gesteld wordt bovendien een signaal over een lijn 182 toegevoerd aan een testmodusherinneringssignaalgenerator 18U3 -welke een signaal, in dit geval een periodiek gepulseerd signaal, opwekt, dat distinctief is voor het feit, dat het stelsel zich in de testmodus be-35 vindt, waarbij het signaal wordt toegevoerd aan de testaankondigingsinrichting 176 en derhalve aan of de geluidsinrichting 178 of de lichtbron 180. Bovendien stelt een signaal op de lijn 182 de poort 186 in 8203366 - 16 - verging teneinde het poorten van een alarmtoestandindicatiesignaal over de lijn 134 mogelijk te maken, velk signaal dan vordt toegevoerd aan een aftastinrichtingtestalarmsignaalgenerator 188. Wanneer vordt aangenomen, dat op dit moment geen van de aftastinriehtingen vordt overschreden, gaat 5 het stelsel voort met het leveren van een distinctief signaal, dat in-dieatief is voor het feit, dat het stelsel zich in een testmodus bevindt tot op het moment, dat op de lijn 134 een alarmtoestandindicatiesignaal optreedt .tengevolge van . het betreden van een van de aftastxnrxchtmgen van het stelsel. Dit signaal vordt via de poort 186 gepoort naar de gene-10 rator 188, velke een ander distinctief signaal, in dit geval een contante-toestantsignaal, opvekt, velk signaal aan de testaankondigingsinrichting vordt toegevoerd. Tegelijkertijd vordt over de lijn 191 aan de generator 184 een belemmeringssignaal toegevoerd, zodat het testmodusherinnerings-signaal vordt vervangen door een aftastinrichtingsactiverings- of aftast-15 inrichtingsbetredingssignaal.
Wanneer een aftastinrichting vordt uitgeschakeld, zal niet langer een signaal over de lijn 134 aan de generator 188 vorden toegevoerd en zal het belemmeringssignaal op de lijn 190 vorden geelimineerd, vaardoor het testmodusherinneringssignaal opnieuv tot stand vordt ge-20 bracht.
Wanneer vordt aangenomen, dat de gebruiker van het stelsel niet slechts een zelf-test van de testaankondigingsinrichtingen en de stelselindicatoren venst , doch tevens het lokale alarmaankondigings-stelsel'venst te beproeven, drukt de gebruiker de testknop ΐβθ voor de 25 tveede maal in. Hierdoor vordt de teller 158 zodanig geklokt, dat een uitgangssignaal aan de uitgangslijn nummer 2 vordt toegevoerd. De uit-gangslijn nummer 2 en de daaropvolgende uitgangslijnen zijn gekoppeld met een tempeerinrichting 190, die bij bexnvloeding een uitgangssignaal op de lijn 192 levert en vel gedurende een periode, die door deze tempeer-30 inrichting tot stand vordt gebracht. Dit signaal vordt op zijn beurt toegevoerd aan de paneellampbesturingseenheid 168 en verkt op dezelfde vij-ze als het signaal op de lijn 166. Bovendien vordt het signaal op de lijn 162 00k toegevoerd aan de generator 174 en het signaal op deze lijn voorziet veer in het testen van de testaankondigingsinrichting 176. Bo-35 vendien vordt het signaal op de lijn 192 toegevoerd aan de generator 140 om de lokale alarmaankondigingsinrichting 142 in een gevenste modus te bexnvloeden. Derhalve voorziet de tveede bexnvloeding van de testknop 8203366 r .
- it - 160 in het testen van niet slechts de stelselindicatoren en de test-aankondigingsinrichting, doch 00k de lokale alarmaahkondigingsinrich-ting. Zoals boven is vermeld, kan het ongevenst zijn dit op onbevoeg-de tijdstippen te doen en derhalve warden slechts na het tveede en daar-5 opvolgende beinvloeden van de testknop ΐβθ deze lokale alannaankondi-gingsinrichtingen beirrvloed.
De tempeerinrichting 1p0 levert na uitschakeling een signaal, dat vordt toegevoerd aan de lijn 182, velk signaal de generator 18¼ zo-danig beinvloedt, dat een t estmodusher inneringssignaal vordt verschaft, 10' tervijl tevens de poort 186 in verking vordt gesteld, zodat een vandel-test of een andere test kan vorden aangekondigd doordat het type van het testmodusherinneringssignaal vordt gevijzigd. Tegelijkertijd houdt het signaal naar de generator 1^-0 over de lijn 192 op, vaardoor de generator lUo hu.iten verking vordt gesteld.
15 In elk geval vordt vanneer een uitgangssignaal op de lijn 1,. 2, ...n van de teller 158. optreedt, een helermn.eringssignaalgenerator 200 in verking gesteld om over de lijnen 202 en 20b helemmeringssigna-len te leveren teneinde de alarmconnaunicator en de lokale alarmdecodeer-inrichting te helemmeren. Opgemerkt vordt, dat de helemmeringssignaal-20 generator de aftastinrichtingshesturings- en alarmtoestanddetectie-eenheid 128, die eontinu verkt, om alarmtoestandsignalen uit de aftastinrichtingen te detecteren en een signaal via de poort 186 aan de generator 188 toe te voeren, niet belemmerd.
Een kenmerk van het stelsel volgens de uitvinding is, dat hij 25 een tveede invoer van een passeercode in tegenstelling met een testknop de teller 158 vordt teruggesteld. Het terugstellen van de teller 158 dient om de testmodusprocedures te elimineren. vJanneer derhalve geen uit-gangssignalen op de lijnen 1,. 2 —n van de teller 158 aanvezig zijn, vordt niet slechts de belemmeringssignaalgenerator huiten verking gesteld, 30 doch houden 00k de signalen op de lijnen 166, 192 en 182 op, vaardoor de signaalgeneratoren 17^, 18U en 188 huiten verking vorden gesteld, tervijl tegelijkertijd het inschakelsignaal voor de paneelvandregelaar 168 vordt geelimineerd. Dit omdat door het vervijderen van een uitgangssignaal uit de teller 158 aan de ingang van of de tempeerinrichting 16U 35 8f de tempeerinrichting 190 de tempeerinrichtingen automatisch vorden teruggesteld en eventuele signalen aan de uitgang daarvan vorden vervij- * derd.
8 20 3 3 6 61 - 18 -
Ofschoon dit een methode is om de signaalgeneratoren 17^, 18^ terug te stellen en tevens de paneellampregelaar 368 terug te stel-len, is het natuurlijk mogelijk het terugstelsignaal naar al deze een-heden te leiden om deze te inactiveren. Er wordt op gewezen, dat de ge-5 nerator 388 niet wordt beinvloed door het verwijderen van de signalen op de lijnen 366, 192 of 182 en operatief blijft wanneer de poort 186 niet ' aanwezig was. De poort 186 wordt buiten werking gesteld door het verwi j-deren van het signaal op de lijn 182, waardoor een beinvloeding van de generator 188 wordt belet. Derhalve wordt door het toevoeren van een te-ΊΟ - rugstelsignaal over de lijn 156 aan de teller 158 de generator 188 in wezen indirekt huiten werking gesteld.
De uitvinding voorziet derhalve in een stelsel voor het ver-sehaffen van een distinctieve indicatie. dat een stelsel, zoals een be-veiligingsstelsel, zich in een testmodus bevindt, waarbij de distinctie-15' ve indicatie hoorbare en/of visuele indicaties omvat, dat een testreeks is aangekondigd, gevolgd door het testen van de stelselaftastinrichtingen tijdens de testreeks, waarbij de testresultaten worden aangegeven door het type van het hoorbare of ziehtbare signaal te wijzigen. Bij een uit-voeringsvorm met een beveiligingsstelsel wordt een periodiek signaal 20 in een constante-toestandssignaal gewijzigd wanneer een aftastinrichting is overschreden, zoals bijvoorbeeld door een wandeltest van de aftastinrichting, waardoor wordt voorzien in een herinnering, dat het stelsel zich in de testmodus bevindt, terwijl tevens wordt voorzien in een momen-tane communicatie naar de gebruiker van niet slechts de werkzaamheid van 25 de aftastinrichting, doch ook van de overdracht van het uitgangssignaal van de aftastinrichting naar een centrale besturingseehheid en de werkzaamheid van de besturingseenheid zelf. Wanneer een toegangscode wordt ge-bruikt om een testreeks in te leiden, wordt bij het voor een tweede maal invoeren van de toegangscode het stelsel uit de testmodus gebracht als 30 een extra beveiligingsmaatregel. Bovendien kan een zelf-test modus auto-matisch worden uitgevoerd voordat de volledige test plaats vindt, waarbij de zelf-test het testen van alle indicatie- en aankondigingsstelsels of slechts een gedeelte daarvan, indien gewenst, omvat.
8203366

Claims (12)

1. Stelsel voor het waarsehuwen van. de gebruiker van een beveiligingsstelsel, dat bet beveiligingsstelsel in een testmodus is gebracht, en het aangeyen van de resultaten van tests, die bij het stelsel zijn uitgevoerd gekenmerkt door organen (10, 30, 74, 18Us 178, 180), die in 5 responsie op het feit, dat het beveiligingsstelsel in een testmodus (70) wordt gebracht, voorzien in een eerste distinctief herkenbaar signaal (34, 50} over een voorafbepaald gebied (64) van het beveiligingsstelsel, en organen (10, 30, 80, 188, 178, 180) voor het verschaffen van een ander distinctief herkenbaar signaal (36, 56) over het vaorafbepaal-10 de gebied in responsie op het feit, dat het beveiligingsstelsel op een voorafbepaalde wijze op het testen van het beveiligingsstelsel in de test-modus reageert.
2. Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het beveiligingsstelsel is voorzien van aftastinrichtingen (54, βθ, 66, 124, 126), 15' die zich in een faciliteit (6k) bevinden, waarbij de testmodus een wandel-test omvat,.waarbij de aftastinrichtingen worden overschreden (78), en - -. waarbij de organen voor het leveren van het andere signaal zijn voorzien van organen (76), die in responsie op het buiten werking stellen (84) van een aftastinrichting het eerste signaal (34, 50) opnieuw tot stand 20 brengen, vaardoor het waarschuwingsstelsel de persoon volgt, die de wan-deltest uitvoert, en de persoon inlicht ten aanzien van de verkzaamheid van een overschreden en buiten werking gestelde aftastinrichting.
3. Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het beveiligingsstelsel is voorzien van een besturingseenheid (10, 40, 120) en af- 25 tastinrichtingen (54, 60, 66, 124, 126), die zich in een faciliteit (64) bevinden, waarbij het andere distinctieve signaal (36, 56) wordt geleverd in responsie op het overschrijden (78) van een aftastinrichting, de over-dracht (122) van het uitgangssignaal, dat door de overschreden aftastinrichting wordt opgewekt, naar de ’besturingseenheid (120) en een vooraf-30 bepaalde verwerking (128) van het uitgangssignaal door de besturingseenheid.
4. Stelsel volgens conclusie 1 net het kenmerk, dat het beveiligingsstelsel is voorzien van organen (154) voor het verschaffen van toe-gang tot het stelsel in responsie op een toegangscode (152) en organen 35 (154) om het beveiligingsstelsel uit de testmodus te brengen in responsie op het verschaffen van de toegangscode aan het beveiligingsstelsel. 8203366 - 20 -
5. St els el volgens conclusie U met het kenmerk, dat het beveiligingsstelsel is voorzien van een communicator (151) met punten buiten het terrein, organen (15^» l6o, 162, 153, 200} om de communicator (157) tijdens de testmodus te belemmeren, en organen (152, 15^+» 156» 153, 200) om de 5 communicator (151) in responsie op het toevoeren van de toegangscode (152) aan het beveiligingsstelsel opnieuv in verking te stellen.
6. Stelsel volgens conclusie U met het kenmerk, dat het beveiligingsstelsel is voorzien van een alarmtoestandaankondigingsinrichting (lU2), organen (200, 20^, 136) om de alarmtoestandaankondigingsinrieh- 10. ting tijdens de testmodus te belemmeren, en organen (200, 20^, 136) om de alarmtoestandsaankondigingsinrichting in responsie op het toevoeren van de toegangscode aan het beveiligingsstelsel opnieuw in verking te stellen.
7· Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de organen 15 voor het leveren van andere signalen zijn voorzien van organen (181, 188) om het eerste signaal te vijzigen teneinde het andere signaal te verschaf-fen.
8. Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het eerste signaal een periodiek signaal (3M is en waarbij het andere signaal een 20 constante-toestandssignaal (36) is.
9· Stelsel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eerste en andere signalen over het voorafbepaalde gebied hoorbaar zijn.
10. Stelsel volgens conclusie 9 gekenmerkt door organen (17*0 om het stelsel voordat dit in een testmodus wordt gebracht, zelf te testen. - 25
11· Stelsel volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat het stelsel is voorzien van een testmodusaankondigingsinrichting en indicator (176), en een alarmtoestandsaankondigingsinrichting (1^2), waarbij de zelf-test organen zijn voorzien van organen (160, 15^> 158, 16U, 166) om slechts de testmodusaankondigingsinrichting en indicator tijdens een voorafbe-30 paalde periode selectief in verking te stellen.
12. Stelsel volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat de organen voor het selectief in verking stellen zijn voorzien van met de hand te bedienen schakelorganen (160), organen (158, 16k, 182) om de testmodus-aankondigingsinriehting en indicator in verking te stellen in responsie 35 op een eerste beinvloeding van ee schakelorganen, en organen (158, 161, 182, 190, 192, 1U0) om de testmodusaankondigingsinrichting en indicator en de alarmtoestanasaankondigingsinrichting in responsie op een tveede beinvloeding van de schakelorganen_in verking te stellen. 8203366 ~
NL8203366A 1981-08-28 1982-08-27 Signaleringsstelsel voor controle-indicatie. NL8203366A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US29733081 1981-08-28
US06/297,330 US4412211A (en) 1981-08-28 1981-08-28 System for test sequence annunciation

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8203366A true NL8203366A (nl) 1983-03-16

Family

ID=23145859

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8203366A NL8203366A (nl) 1981-08-28 1982-08-27 Signaleringsstelsel voor controle-indicatie.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4412211A (nl)
JP (1) JPS5848195A (nl)
AU (1) AU556401B2 (nl)
BE (1) BE894227A (nl)
CA (1) CA1176724A (nl)
DE (1) DE3232114A1 (nl)
ES (1) ES8306277A1 (nl)
FR (1) FR2512233B1 (nl)
GB (1) GB2104697B (nl)
IT (1) IT1153722B (nl)
NL (1) NL8203366A (nl)
PT (1) PT75473B (nl)
SE (1) SE8204909L (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4555057A (en) * 1983-03-03 1985-11-26 Jfec Corporation & Associates Heating and cooling system monitoring apparatus
US4725818A (en) * 1985-09-13 1988-02-16 Simplex Time Recorder Co. Walk through test system
US4797657A (en) * 1987-05-27 1989-01-10 Instant Security Systems, Inc. Portable self-contained intrusion detector for passenger aircraft
FR2622033A1 (fr) * 1987-10-14 1989-04-21 Vigilec Systemes Dispositif de controle du fonctionnement d'une installation de protection anti-effraction
DE3832667A1 (de) * 1988-09-27 1990-04-05 Telefunken Electronic Gmbh Sicherungseinrichtung
JP2847385B2 (ja) * 1989-05-18 1999-01-20 積水ハウス株式会社 軒裏野縁を取付けた屋根パネル
US5164703A (en) * 1991-05-02 1992-11-17 C & K Systems, Inc. Audio intrusion detection system
US5235315A (en) * 1992-01-02 1993-08-10 Armatron International, Inc. Self test for obstacle detection system
US5499012A (en) * 1994-03-30 1996-03-12 C & K Systems, Inc. Intrusion detector test circuit which automatically disables a detected-event indicator
DE9408898U1 (de) * 1994-05-31 1995-09-28 Zettler GmbH, 80469 München Gefahrenmelder
US5686885A (en) * 1995-09-28 1997-11-11 Interactive Technologies, Inc. Sensor test method and apparatus
FR2756084B1 (fr) * 1996-11-18 1999-02-05 Schneider Electric Sa Systeme de detection d'intrusion comportant un test d'integrite
US6313744B1 (en) 1998-03-25 2001-11-06 Simplex Time Recorder Company Alarm system with individual alarm indicator testing
US6593850B1 (en) 2000-01-27 2003-07-15 Pittway Corp. Wireless intrusion detector with test mode
US6810379B1 (en) * 2000-04-24 2004-10-26 Sensory, Inc. Client/server architecture for text-to-speech synthesis
GB2370903A (en) * 2001-01-08 2002-07-10 Thorn Security A fire detector
US6614347B2 (en) * 2001-01-30 2003-09-02 Ranco Inc. Apparatus and method for providing alarm synchronization among multiple alarm devices
GB2375868B (en) * 2001-03-20 2005-09-21 Cooper Lighting & Security Ltd Alarm system
US6696940B2 (en) 2001-11-29 2004-02-24 Honeywell International Inc. System and method for loop diagnostics in a security system
US6737967B2 (en) * 2002-05-10 2004-05-18 Simplexgrinnell, Lp Wireless walk through test system
US7167088B2 (en) * 2002-05-10 2007-01-23 Simplexgrinnell Lp Wireless walk through test system
US8199010B2 (en) * 2009-02-13 2012-06-12 Lutron Electronics Co., Inc. Method and apparatus for configuring a wireless sensor

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE683675C (de) * 1929-01-04 1939-11-11 Frederick Reid Elektrische Alarmeinrichtung, insbesondere Feuermeldeanlage
DE1292043B (de) * 1967-01-31 1969-04-03 Siemens Ag Meldeanlage
US3487404A (en) * 1967-03-23 1969-12-30 Avco Corp Combined fire alarm,burglar alarm,and intercommunication system
US3781859A (en) * 1972-04-19 1973-12-25 Seabroad Electric Controlled wave pattern ultrasonic burglar alarm
US3846782A (en) * 1973-01-31 1974-11-05 R Brodsky Detection system for protected area with keyboard inhibitor for re-entry
US4056815A (en) * 1976-02-03 1977-11-01 Westinghouse Electric Corporation Battery operated transmitter circuit
US4138674A (en) * 1977-02-22 1979-02-06 Contronic Controls Limited Four wire multi-satellite intrusion alarm control system with tamper switch
FR2438864A1 (fr) * 1978-10-09 1980-05-09 Masi Simone Systeme de transmission et de centralisation d'informations
GB2054923B (en) * 1979-06-30 1983-04-13 Mather & Platt Alarms Ltd Self-testing alarm systems

Also Published As

Publication number Publication date
ES515310A0 (es) 1983-05-01
IT8223028A0 (it) 1982-08-30
SE8204909D0 (sv) 1982-08-27
ES8306277A1 (es) 1983-05-01
PT75473A (en) 1982-09-01
IT1153722B (it) 1987-01-14
GB2104697B (en) 1986-01-29
DE3232114A1 (de) 1983-03-31
GB2104697A (en) 1983-03-09
SE8204909L (sv) 1983-03-01
PT75473B (en) 1984-10-31
BE894227A (fr) 1982-12-16
FR2512233A1 (fr) 1983-03-04
JPS5848195A (ja) 1983-03-22
FR2512233B1 (fr) 1987-01-30
AU8778682A (en) 1983-03-03
CA1176724A (en) 1984-10-23
AU556401B2 (en) 1986-10-30
JPH0215111B2 (nl) 1990-04-11
US4412211A (en) 1983-10-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203366A (nl) Signaleringsstelsel voor controle-indicatie.
EP1400939B1 (en) A system for monitoring an environment
US4333074A (en) Security system
EP1713042B1 (en) Method and apparatus for providing graduated annunciation of an impending alarm in a security system
JPS6015999B2 (ja) 侵入警報装置
US3686668A (en) Fire and burglar alarm system
WO1990007170A1 (en) Security and alarm system
US9852593B2 (en) Method of implementing GPS based extended chime and special escort mode in security panel
JP3368994B2 (ja) 警報装置
KR100515056B1 (ko) 통신네트워크로 연결된 비상상황제어관리시스템과 이를이용한 비상상황제어관리사업방법 및 이를 컴퓨터에 의해실행할 수 있는 프로그램이 수록된 기록매체
GB2280709A (en) Building security system
JPH0863686A (ja) 巡回監視機能を備えた防犯監視システム
RU2043U1 (ru) Охранная сигнализация
JP3388027B2 (ja) 警報装置
JPH06208686A (ja) 警報装置
US7034717B2 (en) Pilot house critical event detection and alarm system
JP3329508B2 (ja) 報知発報機能を備えた防犯用警報機
JP3222372B2 (ja) 火災警報設備
CA2296784C (en) Exit guard system
JP2001311332A (ja) 開閉体制御システム
NL1003074C1 (nl) Beveiligingsinrichting.
JPH02301896A (ja) 警備情報の送信装置
JP2003109126A (ja) 警報装置及び非常検出装置
JP2004252716A (ja) 防犯システム
JP2000090381A (ja) ワイヤレスセンサ及びその保守点検方法と装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed