NL8202588A - Gestroomlijnde bekleding voor langgerekte elementen. - Google Patents

Gestroomlijnde bekleding voor langgerekte elementen. Download PDF

Info

Publication number
NL8202588A
NL8202588A NL8202588A NL8202588A NL8202588A NL 8202588 A NL8202588 A NL 8202588A NL 8202588 A NL8202588 A NL 8202588A NL 8202588 A NL8202588 A NL 8202588A NL 8202588 A NL8202588 A NL 8202588A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
army
riser
elongated element
longitudinal axis
section
Prior art date
Application number
NL8202588A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Exxon Production Research Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Exxon Production Research Co filed Critical Exxon Production Research Co
Publication of NL8202588A publication Critical patent/NL8202588A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B17/00Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
    • E21B17/01Risers
    • E21B17/012Risers with buoyancy elements
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B1/00Hydrodynamic or hydrostatic features of hulls or of hydrofoils
    • B63B1/32Other means for varying the inherent hydrodynamic characteristics of hulls
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B35/00Vessels or similar floating structures specially adapted for specific purposes and not otherwise provided for
    • B63B35/44Floating buildings, stores, drilling platforms, or workshops, e.g. carrying water-oil separating devices
    • B63B35/4413Floating drilling platforms, e.g. carrying water-oil separating devices
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E21EARTH OR ROCK DRILLING; MINING
    • E21BEARTH OR ROCK DRILLING; OBTAINING OIL, GAS, WATER, SOLUBLE OR MELTABLE MATERIALS OR A SLURRY OF MINERALS FROM WELLS
    • E21B17/00Drilling rods or pipes; Flexible drill strings; Kellies; Drill collars; Sucker rods; Cables; Casings; Tubings
    • E21B17/01Risers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L1/00Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
    • F16L1/12Laying or reclaiming pipes on or under water
    • F16L1/123Devices for the protection of pipes under water
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02TCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO TRANSPORTATION
    • Y02T70/00Maritime or waterways transport
    • Y02T70/10Measures concerning design or construction of watercraft hulls

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mining & Mineral Resources (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Geochemistry & Mineralogy (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Earth Drilling (AREA)
  • Piezo-Electric Or Mechanical Vibrators, Or Delay Or Filter Circuits (AREA)
  • Control Of Motors That Do Not Use Commutators (AREA)
  • Oscillators With Electromechanical Resonators (AREA)

Description

* ........................... ' ' 4. - ^ f ^ ! ................;_________________________________.................
VO 3^65
Betr.: Gest roomin' jnde bekleding voor langgerekte elementen.
De uitvinding heeft betrekking op een gestroamlijnde bekleding voor door straming veroorzaakte spanningen op een cilindrische construc-tie als gevolg van een relatieve beveging van de constxuctie met betrek-king tot een vloeiend medium, vaarin de constructie is ondergedompeld.
* 5 Meer in het bijzonder is de bekleding volgens de uitvinding nuttig bij stijg-buizen voor boorwerkzaamheden onder vater voor het verminderen van de door de straming veroorzaakte spanningen in de stijgbuis.
Het buitengaats boren naar olie en gas gescMedt doorgaans bij een haven of nabij een riviermonding ter plaatse vaarvan sterke stromingen 10 optreden. Deze stromingen kunnen groter zijn dan drie meter per seconde, vaarbij de stroming van de installatie af danwel er naar toe gericht is, afhahkelijk van het geti j. In het bijzonder geldt deze stroming bij de stijgbuis van een boorinstaHatie. Het doel van de stijgbuis is te voor-zien in een stromingstraj ect tussen een boorvaartuig en een boorput voor 15 het geleiden van de boorstreng naar de boorput. Spanningen, velke worden veroorzaakt door sterke strcmingsomstandigheden geven, zoals bekend, aan-leiding tot breuk van de stijgbuis, zodat deze op de zeebodem terecht kan kcmen. Spanningen in de stijgbuis vorden groter naarmate de stroming toeneemt en deze spanningen· worden eveneens groter naarmate de put lager 20 gelegen is.
Wanneer moet vorden gewerkt bij sterke stromingen, vordt de stijgbuis ondervorpen aan tenminste twee soorten spanningen. De eerste vordt veroorzaakt door aan de tup geinduceerde wisselende krachten, welke de stijgbuis doen trillen in een ri dating, welke haaks op de stromings-25 richting staat. Wanneer het. water de stijgbuis passeert vordt de top van-af elke zijde door golvingen beinvloed. Dit veroorzaakt fluctuerende . krachten op de stijgbuis dvars op de stroomrichting. Wanneer de frequen-tie van deze harmonisehe last nabij de resonantiefrequentie van de stijgbuis ligt, zullen zeer sterke trillingen dvars op de stroming optreden.
30 Het tweede type spanningen vordt veroorzaakt door remmende krachten, welke de stijgbuis in de stromingsrichting verplaatsen als gevolg van de weer- · stand van de stijgbuis ten opzichte van die stroming. Deze remmende krachten vorden weer versterkt door trillingen aan de topzijde van de stijgbuis. _ De stijgbuis, welke trilt als gevolg van het scbudden van de voor zijde _z&l 35 de vaterstroom daaromheen sterker verbreken dan wanneer de stijgbuis niet beweegt. Dit resulteert in een min of meer grote energie-overdraeht van 8202588 - 2 - * * * de stroom op de stijgbuis, derhalve een grotere remitting.
Yoor het verminderen van de door de stroming veroorzaakte spanning in een stijgbuis van een boorinstallatie, heeft men de stijgbuis voorzien van een gestroomlijnde bekleding. Deze bekleding bestaat nit ge-5 strooralijnde lichamen, die zich zodanig instelt, dat dit in hoofdzaak in Sen lijn komt te liggen met de waterstroming. Gebleken is, dat deze · bekledingen in grote mate de remmingen en krachten aan de top van de stijgbuis kunnen verminderen als gevolg van het verminderen of verbreken van het lagedruk-oppervlak aan de stroamafwaartse zijde van de stijgbuis. ;;; 10 Een voorbeeld van een gestroomlijnde bekleding, bestemd voor stijgbuizen bij boorinstaliaties is omschreven in het Amerikaanse oc-trooischrift k.ljl.6jk. De bekleding volgens dit octrooischrift is ver-vaardigd nit twee halve schalen, welke onderling verbonden zijn door een scharnier aan de voorrand van de bekleding en door bevestigingsmiddelen 15. aan het aehtereinde. Het nensgedeelte van de bekleding heeft een langs-opening voor het doorlaten van de stijgbuis. Yoorgesteld wordt de bekleding rechtstreeks aan de stijgbuis te .bevestigen, -wanneer deze dezelfde afmetingen heeft als de openingen in het nensstnk van de bekleding. Wanneer de'stijgbuis kleiner is dan de opening in dat nensgedeelte van de • .20 bekleding, of wanneer de bekleding aan een aantal pijpen bevestigd moet worden, wordt voorgesteld de bekledingsschalen te bevestigen aan kragen, welke zich aan de stijgbuis bevinden. De kragen nemen.de schommelende • beweging van de bekleding op de stijgbuis op en voorzien in radiale en axiale legervlakken voor de bekleding.
"25 Hoewel de bekende, gestroomlijnde bekledingen doelmatig zijn bij het .verminderen van de door de stroming veroorzaakte spanningen in de stijgbuis, bestaat de behoefte aan een bekleding, welke snel en gemakke-lijk aan de stijgbuis bevestigd kan worden, welke voorzien is van drijf-eenheden of een mantel. Drijfeenheden worden gebruikt om de stijgbuis te 30 . doen drijven en worden vervaardigd in overeenstemming met de afmetingen . . van die stijgbuis, met voorzieningen voor het doorlaten van de smoor- en doodpompleidingen, hydraulische leidingen, klemmen en andere bevestigingsmiddelen op de buisverbindingen. De eenheden zijn normaliter 3-5 meter lang, waarbij een aantal eenheden op elk buisstuk zijn bevestigd. Het is • 35 moeilijk de bekleding volgens het Amerikaanse octrooischrift ^.171.67^ direkt op de drijfeenheden te bevestigen, zodat deze bekleding goed past — aangezien de oppervlakken van de eenheden inJhet algemeen niet zuiver rond 8TF2X8 8 0*~ ' ; - ·:“ * '*··'· .-;';· • c·* ··» · ·· ' . -___________________________________ __________________________________ lias * ** *·.
' ··. * ,v- -'a; -iVrv .. ' ' -SSS '.·.·. ·' zijn, terwijl zij aanzienlijk in diameter kunnen Terschillen van de ene • . ·. ♦ ":%v' ~ buissectie tot de volgende. Vastzetten van kragen op een stijgbuis met drijfeenheden en dan vervolgens deze' bekleding aan de kragen te bewesti- : 1¾ :.ΙΙ> -- ;v ^
gen, verzekert een goede Terbinding.Het installeren Tan kragen is echter · . vX‘V
5 tijdrovend, waardoor de kosten voor bet toepassen Tan bekledingen op een stir-bui* . v- /: • stijgbuis toenemen. '· V'-V-- . . *v ·* · · * r
De uitrinding beoogt de nadelen Tan de bekende constructie te --- .
ondervangen en te Toorzien in een gestroamlijnde bekleding, welke om de langsas'wan een in boofdzaak stijg, langgerekt element kan warden wast- " --
Id gezet, waardoor de door de strommg weroorzaakte kraehten qp dat element
Terminderd kunnen warden. De bekleding heeft een symmetrisehe construe- . ' · tie met een neusgedeelte τοογ het opnemen Tan het langgerekbe element en een staartgedeelte dat zich Tanaf het neusgedeelte uitstrekt. Het neus- iliSg i gedeelte heeft een opening Tolgens de langsas τοογ het opnemen Tan het ;· S */; - V-j· -.
15- langgerekte element. Legermiddelen, ondersteund door de constructie, τοογ- S’- .
zien in een contact tussen het langgerekte element en de constructie. Mid- - ./ delen, welke Terbonden zijn met de legers nemen Tariaties in het buitenTlak Tan .het langgerekte element op,' zodat de langsas Tan de neus Tan de _-: bekleding in hoofdzaak ewenwijdig loopt :aan de langsas Tan het langgerek-20 te element, wanneer deze bekleding om dat element heen draait. .De bekleding is in het bijzonder geschikt om te warden gebruikt hij een .langgerekt ‘ :.-.Ϋ* ;/ ’. ' -element met een niet-gelijimatig'buitenTlak.
%v5L-:.;;£vk. ·ί
In een ToorkeursuitroeringsTorm wordt. een aantal bekledingen. draai’^aar ·' baar gemonteerd op een stijgbuis τοογ een boorinstallatie onder toepassing Tan drijfeenheden, Terraardigd uit -kunstschuim. De legermiddelen bestaan · bij Toorkeur uit legerkussens en de middelen, welke Terbonden zijn met de i.-. .-- legermiddelen Toor het opnemen Tan Tariaties in het· buitenTlak Tan de drijfeenheid bestaan doelmatig Uit een Terenstel, dat binnen het neusge-• deelte Tan de bekleding gelegen is. Het Terenstel Toorziet in de Teerkracht :V.. -. - ...
Ϊ0 welke nodig. is om onregelmatigheden in het buitenTlak Tan de drijfeenheid • -. *-*r ·· '*'· te conrpenseren.
Aan het boTen- en ondereinde Tan de stijgbuis zijn tegenhoudende middelen aanwezig am Tertikale bewegingen Tan de bekleding langs de buissectie te Toorkomen. Tegenhoudende middelen bestaan doelmatig uit ringen, # - v- ' " 55 welke passend samenwerken met de boTenste en onderste bekledingen Tan de buissectie en dragen ertoe bij, dat de langsas Tan de bekleding in hoofd-—zaak eTenwijdig blijft aan de langsas Tan de buissectie.
-----82 02 5 88 ·. 1 · ., · ·.: > · ; '
Volgens een andere uitvoeringsvorm bestaan de-legermiddelen ΐ
nit rollen of een combinatie Tan legerkussens en rollen. De middelen, S
velke zijn verbonden met die legers kunnen bestaan nit schroef- of ge-bogen veren, velke de legermiddelen tegen de drijfeenheid aandrukken. - r: 5 Volgens een andere mtvoeringsvoim kunnen de legermiddelen bevestigd |b';;
. zijn aan een elastisch materiaal, zoals een elastomeer of kunstrubber, I? V
vaardoor de legermiddelen ten opzichte van de bekleding kunnen bevegen, . · .··*'" "r en derhalve varxatxes xn bet bnxtenvlak van de drijfeenheid opgenamen •kunnen vorden.
. - . * TO De bekleding volgens de uitvinding beeft kragen aan de langs- einden van bet nensgedeelte van de bekleding om te voorzien in een veer-stand aan axiale krachten van naburige bekledingen op de buissectie.
Bet is duidelijk, dat de bekleding volgens de uitvinding grote voordelen beeft ten opzicbte van de bekende. De bekledingen kunnen draai-15 baar vorden gemonteerd op een drijfeenheid., velke een ongelijkmatig buitenoppervlak heeft, zonder het vooraf monteren van kragen op de stijg-buis, vaarop dan de bekleding moet vorden gemonteerd, Wanneer toegepast op een boorbuis blijft de langsas van de bekledingen in boofdzaak even-vijdig aan de langsas van de stijgbuis. De bekledingen kunnen op elkaar 20 om een stijgbuis vorden gemonteerd, velke voorzien is van drijfeenbeden, vaarbij de bekledingen onderling onafhankelijk kunnen draaien.
De construetieverking en verdere voordelen van de uitvinding vorden onder.vervijzing naar de tekening besproken. Daarin toont : fig. 1 een zij-aanzieht van een gedeelte van een stijgbuis van 25 een boorinstallatie onder vater met gestroomlijnde bekledingen volgens de uitvinding, velke daaraan zijn bevestigd en vaarbi j tvee ringen duide-lijkheidsbalve zijn veggebroken; . .
fig. 2 een perspectiviscb aanzicht van een bekleding volgens fig. 1,'vaarbij eveneens een gedeelte duidelijkbeidshalve is veggebroken; 30 fig. 3 een doorsnede over de lijn IIX-UI van fig. 2; fig. k een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een bekleding volgens de uitvinding; fig. 5 op vergrote scbaal een doorsnede over de lijn V-V. van fig. k, vaarbij de kragen aan de boven- en onderzijde duidelijkbeidsbalve 35 zijn vervijderd; fig. 6 een perspectiviscb aanzicht van een andere uitvoerings----- vorm van een bekleding volgens de uitvinding; “ ΪΓ0ΤΊ5ΊΕΓ8 __ r-'-λ;·· ··; w' * Ί<«ΪΛ pggg;; « 5 ,,r' - fig. T een doorsnede .over de lijn VU-VH van fig. 6; fig. 8 een doorsnede over.de lijn VIII-VHI van fig. 7; ill:; fig. 9 op vergrote sehaal aaaziehten van andere uitvoerings- ' • · · · . . . ,/ vormen voor het opnemen van bevegingen van de .bekledingskussens volgens 5 fig. 6 - 8; en . :¾¾1 . ··"· . fig. 10' een doorsnede van een andere uitvoeringsvorm van een i;\.
veersysteem voor bet leveren van veerkracht op de legerkussens van de · "V ·' . bekledingen volgens fig. 2-8. / /
Pig. .1 toont een sectie 10' van een stijgbnis voor een boor- to installatie, vaaraan gestroomlijnde bekledingen 20 volgens de uitvinding ; - .· . ... ·*-. '' --zijn bevestigd- De stijgbuissectie 10’ is ongeveer 16 meter lang en is i^iy-S··-.
I.-·_ een van de vele secties van een boorstreng (niet veergegeven), velke • zieh uitstrekt tussen een drijvend boorvaartuig en een boorput op de zeebodem. De stijgbuisstreng zelf kan enkele henderden meters in lengte 15 zijn. De stijgbuissectie 10 beeft een centrale pijp 11, smoor- en doodspompleidingen 12 en stuurleidingen (niet veergegeven). De stijgpijp, smoor- en doodspompleidingen en ook de andere leidingen van de stijg-buissectie 10 zijn amvat in drijfeenheden 13, bestaande nit balf-ronde secties nit .kunstschuim. Dit sebuim bevat kleine glaskogeltjes, velke 20 vorden samengehonden door een epoxy-of polyesterhars. Het oppervlak van elke eenheid 13 is bekleed met een laag fiberglas, velke de eenbeid te-gen stoten en sebnren bescbermt. Eoestvrijstalen strippen 15 van bet type, : zoals deze vorden gebruikt hij bet amsnoeren van zware kratten, vorden gebruikt om de eenheden 13 aan de stijgpijp 11 te bevestigen. De strip- 25 pen 15 en de bevestigingsmiddelen 16. zijn opgenomen in de eenbeden 13 voor bet veiminderen van ongevenste hydrodynamiscbe krachten op de -.
. stijgbuissectie 10 vanneer .vater daarlangs stroomt. Twee vastboudplaten of ringen 17 zijn met bouten of klemaen danwelnanderszins bevestigd aan ¾ de stijgbuissectie 10 nabij de boven- en ondereinden van die sectie 10 : ·.
30 omte voorkomen, dat de bekledingen 20 op-en-neer over de stiagbuis- ; sectie kunnen bevegen.
Ofscboon de buitenvlaiken van de eenbeden ..13 cilindrisch zijn ' veergegeven, zijn ook de -buit envlakken van de eenheden 13 in bet algemeen niet geligkmatig. Eenheden 13, doorgaans drijfeenheden, velke op de • ’'Γ V >: 35 stijgbuis zijn gemonteerd, bebben ©nregelmatigbeden aan bun buitenvlakken.
De afstand tussen de langsassen van de stijgbuissectie en bet buitenvlak/ — van de eenbeden kunnen vijf of meer centimeter verscbillen. Bepaalde ~ 8202588 ^ ” ' "Γ Λ**'* it ·· * - ’’ ! ·..·*''·'·; .,. "
_ ____ : k': :V^V
• · ·λ - β - ' -¾¾ drijfeenheden 13 bebben afgebrokkelde .hoeken en randen en andere afge-' scbuurde kanten als gevolg van besehadigingen · tijdens behandeling aan boord van bet vaartuig of tijdens bet installeren van de eenbeden op de ' •stijgbuis. ; 5 .Enkele uitvoeringsvormen van bekledingen volgens de uitvinding . . - ·-' voor bet monteren op een stijgbuisseetie 10 zijn in de tekeningen veer-gegeven. Bij elke uitvoeringsvorm blijft de langsas van de bekleding op de stijgbuisseetie 10' in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van die , v\ - ·... ‘:v? sectie. "De bekledingen 20 konnen boven elkaar op de stijgbuisseetie 10 vorden j -7 - TO gemonteerd, zoals blijkt uit fig., 1 en deze bekledingenskunnenronafbanke- lijk onderling draaien, zelfs vanneer de drijfeenbeden een onregelmatig ίΡ·: '~λή ' '''ci-v- buitenvlak bebben. Deze eigensebap van de uitvinding is in bet bijzonder '· • · Λ,; -/'Λ·'·: van belang voor de levensduur van de bekleding, vanneer de stijgbuissec- ,'·'·*- i ·" ' ·* V·· '·- -" ’· tie 10. .in; bet water vordt gebracht let de daarop aangebracht bekledingen 15 20. De stijgbuisseetie in bet ondereinde van de doorlaat van een boor- Γ ' vaartuig of joist onder bet vateroppervlak van een half ondergedompeld boorvaartuig vordt ondervorpen aan stromingen.uit.verschillende richtingen als gevqlg .van de onderlinge verking van golven en stromen en bet boorvaartuig. Deze'kraehten, velke op de versehillende bekledingen verken, 20 - doen deze heebter ten opzicbte van elkaar draaien en vanneer zij niet nauvkeurig op de stijgbuis geeentreerd .'zijn, kunnen de bekledingen botsen •en .kunnen ·ζί j bescbadigen of in elkaar baken.
.De bekleding 20 volgens fig.v 2 en 3 'is in hoofdzaak symmetriscb Γίί;" en omvat een neusgedeelte 21 met een centrale langsopening of boring voor V.
25 bet opnemen van de drijfeenheid 13. Een geheel met-bet neusgedeelte vormt een staartgedeelte 22 met stabilisatievinnen 23 aan bet acbtereinde.
• * ' V. .·... V
Deze vinnen 23 licbten de bekleding op de straining, zodat.bet achterein- de zicb steeds aan de stroemafwaartse zijde vaxrde stijgbuisseetie 10 be- vindt. De binnenvlakken van bet staartgedeelte bebben versterkingsribben r v ; v . * i.*»- 'i'' \ 30 2k, velke borizontaal over de binnenvlakken van bet staartgedeelte ver-lopen en dragen bij :tot de sterkte van de bekledingssebaal.
De bekleding 20 bestaat'-'uit tvee halve scbalen., velke aan bet ; ; vooreinde van bet'neusgedeelte bevestigd zijn door snel losneembare ver-.bindingen 25 en aan bet acbtereinde van bet staartgedeelte door scbarnie-35 ren 26. Voorbeelden van dergelijke verbindingen zijn in de bandel verkrijg- .
bare excentriscbe knevelverbindingen. Deze verbindingen zijn bij voor-— kenr met de band bedienbaar en roestvrij . De bevestigingsmiddelen 25 8202588 “ ^ ^ r w~ „ - * * - 7 bevinden zieh bij voorkeur aan de voorrand van de bekleding om.de wa-terstroom zo min mogelijk te verstoren vanneer deze langs de bekle-ding beweegt. De scharnieren .26 .bestaan uit buizen, welke op elkaar gericht .zijn en samen worden gehouden door pennen, zoals dit bij stan-5 daard scharnieren gebruikelijk is.
Volgens andere uitvoeringsvormen van de uitvinding kunnen bevestigingsmiddelen zowel aan de voor- als aehtereinden van de bekle-. ding vorden gebruikt, danwel bevestigingsmiddelen aan bet aehtereinde en scharnieren aan bet vooreinde.
10 De bekleding 20 kan om de drijfeenheid 13 worden gezet door een scharnierverbinding van de sehaalhelften aan het aehtereinde, vaaraa het neusgedeelte van de bekleding om de drijfeenheid heen ge-legd vordt. De voorranden van de schalen worden dan door de bevestigingsmiddelen 25 vastgezet. Eventneel kunnen de sehaalhelften tesa-15 men om de drijfeenheid 13 worden gezet en vervolgens sehamierpennen worden aangebraeht.., waarna de bevestigingsmiddelen 25 worden gesloten om de schalen samen te houden.
De bekleding 20 heeft kragen 27 aan de boven- en ondereinden van het neusgedeelte can te voorzien in een axiaal legervlak, dat kan 20 samenwerken met naburige bekledingen of de tegenhoudende plaat 17» afhankelijk van de plaats van de stijgbuissectie 10. Bij voorkeur zijn de kragen 27 als een geheel gevormd met de sehaaldelen van de bekleding en zijn uit. hetzelfde materiaal vervaardigd als het liehaam van de bekleding.' 25 De bekleding 20 kan zijn vervaardigd uit een materiaal, dat sterk genoeg is am het eigen gewicht te dragen en. best and tegen de . krachten, welke resulteren uit de vaterstrcaning. De bekleding kan zijn , . . vervaardigd .uit kunststof, zoals thermoplastisch eopolymeer of acrylo- nitriel, butadieen, styreen, bekend onder de handelsnaam ABS. Wanneer 30 een extra sterkte gewenst is, kan het kunststofmateriaal versterkt zijn met fiber glas. De bekleding kan ook best aan uit .dun metaal, zoals aluminium of nikkellegeringen. De bekleding is doelmatig vervaardigd uit een materiaal, dat.weinig drijfkracht heeft, zodat.deze geen bij-drage vormt aan het geuieht van de stijgbuis 16. Bovendien wordt hier-35 door de stabiliteit van de bekleding verbeterd door deze zichzelf op 8202588 - 8 - de stroming richt. Aanvdej.bekleding kah?elke gevenste drijfkracht warden gegeven door het maken van .ribben. 2k. uit kunstsehuim of .dergelijke. Een gemakkelijk drijvende sehaal vordt. verkregen uit een synthetische schuimkern, velke zich. bevlndt tussen buitenbekledingen uit fiberglas.
5 Voor vat betreft. de afmetingen van.de bekleding 20 zij opge- merkt, datde dikte, gemeten over de dvarsas k5 (zie fig. 3) in hoofd-zaak vordt bepaald door de diameter van de drijfeenheid 13. De lengte van de bekleding langs de dwarsas U6 hangt in hoge mate af van het ont-verp. De lengte van de bekleding is een compromis -tussen tegenstrij— / \ 10 dige eisen. Enerzijds bepalen ruimten langs de randen met geleidingen of andere uitsteeksels* fabricagekostenovervegingen en een zo klein mogelijk gevieht vereisen een korte en stevige bekleding. De verhou-ding tussen afremming en lengte betekent een lange bekleding, aangezien bekend is, dat de remmende kraehten afnemen naarmate de lengte groter 15 vordt. Onder de meeste toepassingen is het zeer vaarsehijnlijk, dat de lengte/dikteverhouding groter is .dan 3. Praktisehe begrenzingen voor vat betreft remmingen, stabiliteit tegen stampen en de kans op trillingen aan de topzijde betekenen, dat de lengte/dikteverhouding niet kleiner mag zijn dan ongeveer r1,,5. Bij voorkeur ligt de lengte/ . 20 dikteverhouding tussen ongeveer 2 en 2,5.
Bij een zeer doelmatige uitvoeringsvorm van. de bekleding 20 ligt het hydrodynamisehe centrum van de bekleding stroomafwaarts van het draaipunt. van de bekleding. De plaats van het hydrodynamische midden is van belang, aangezien ditbepaalt of de bekleding zich al -dan .
25 niet op de stroom zal riehten. Wanneer :het hydrodynami sehe midden stroomafwaarts van het rotatieeentrum is gelegen, zal de bekleding verkenals een stabiele vindvij zer. en met een minimum aan remming zich .op de stroming riehten. Wanneer het‘hydrodynamische midden stroom-opvaarts van het rotatieeentrum .is gelegen, zal de bekleding een an-30 dere richting zoeken en zal een.disori§ntatie optreden, ’velke grote remkraehten' veroorzaakt.
Zoals blijkt uit fig. 2 en 3 zal de bekleding 20 draaiend samenverken met de eenheid 13· via de legerkussens 28 en 29. De leger-vlakken.van de kussens 28 en 29 zijn'big voorkeur coneaafevoor een 35 goede samenverking met het convexe vlak van de drijfeenheid 13. De . '“randen U3 van de kussens hellen naar buiten toe voor het vergemakke- 8202588 9 _ lijken yan de bevegingen van de kussens oyer.-het .bui tenylak.yan de eenheid. De kussens kunnen elke gesehikte -lengte hebben teneinde de eenheid .13 gedurende een bepaalde tijd. te doen draaien .zonder dat er vrijving optreedt en' de bekledingssehalen in contact kunnen vorden ge-5 bracht met de drijfeenheid. Fig. 2 en 3 tonen vier kussens 28, twee nabij de bovenzijde yan de bekleding en elk geplaatst op eenzelfde afstand yan de yoorrand yan de bekleding alsmede twee kussens, welke op dezelfde wijze zijn geplaatst nabij de onderzijde van de bekleding. Zoals nog zal hlijken kunnen de kussens 28 ook in een ander patroon zijn . 10' gezet om deze am de drijfeenheid te doen draaien en contact daarmede te voorkomen.
Twee legerkussens 29 (slechts kussen 29 is in de tekeningen · weergegeyen) warden aan de stroomafwaartse zijde van de drijfeenheid 13 door het verenstel 30 aangedrukt. Het ene verenstel bevindt zich 15 nabij de bovenzijde van de bekleding 20 en het tweede verenstel (niet weergegeven) bevindt zich.nabij de.bodem.daarvan. De kussens hebben dezelfde afstand ten opziehte van de langseinden van de bekleding als de kuss.ens 28 ten'behoeve van een optimale stabiliteit.. Elk kussen . 29 is door klinknagels, bouten, lijm, cement of andere gesehikte mid- .
. 20 delen verbonden met het einde van een zuiger 31, welke kan telescoperen binnen een huis 32 met betrekking tot de eenheid 13. De zuiger is binnen .het huis 32 bevestigd door een eindkap 33 en een .flens 3^. De -zuiger 31 wordt in zijn bewegingen begrensd door een sehroefVormige drukveer 35, waarvan het ene einde steunt tegen de zuigerkop en het 25 andere einde tegen de freemconstruetie 36. De veer 35 maakt het moge- .. lijk, dat de kussenvariaties in de buitendiameter van de drijf eenheid • kunnen eempenseren, tervijl een goede passing van de bekleding op de .
• eenheid'gewaarborgd is. I
De freemconstruetie 36 strekfc zieh uit tussen de schaalhelf-30 ten van .het staartgedeelte van de bekleding. De einden 37 van de freemconstruetie zijn T-vormig uitgevoerd en kunnen samenwerken met camplementaire T-vormige groeven in. het. binnenvlak van het staart-gedeelte van de sehalen. De freemconstruetie 36 met daaraan bevestigd het verenstel 30, kan in de bekleding vorden gezet nadat de schaal-35 helften op de drijf eenheid 13 zijn geplaatst en daaraan bevestigd.
~ ffanneer de bekledingshelften op hun plants zijn, wordt "de freemconstruc- 8202588 10.-.
tie 36 van bovenaf op zijn plaats .gebraeht-. Voor het vergemakkelijken van bet inbrengen van de freemconstruetie in. de sehalen van .de bekleding en am schade aan de legers 29 tijdens bet monteren te voorkemen, kan de zuiger 31 in het huis 32 worden teruggetrokken, en vastgehouden door 5 bet aandraaien van de moer 38 op de draadstang 39, welke aan de zuiger is bevestigd en door de veer 35 en bet freem 36 naar buiten steekt. Wanneer de freemconstruetie 36 met het verenstel 30 op zijn plaats is, wprdt de moer 38 losgedraaid en over de stang 39 gedraaid, waarna bet ; verenstel 30 bet legerkussen 29 tegen de eenbeid 13 drukt. Moer 38 is 10 bij voorkeur zelf-borgend om verlies tegen te gaan.
De legerkussens 28 en 29 zijn vervaardigd uit elk gescbikt materiaal dat voldoende legervlak vormt tussen de kussens en de drijf-eenheid 13 en dat de bekleding doet draaien bio stroomwisselingen. De samenstelling van de legerkussens bangt in boge mate af van de samen-15 stelling van bet oppervlak van de draai-eenheid, de veer spanning tussen de kussens en de drijfeenbeid en de verwacbte levensduur van die kussens. Gesehikte materialen voor · bet gebruik van drijfeenheden uit kunst-stof zi^n polyurethaan, Teflon en nylon, waarbij nylon de voorkeur ver-dient... . ‘ .
20 De kussens 29 moeten met voldoende .kracht- tegen de drijfeen- heid worden aangeperst teneinde de langsas van bet neusgedeelte van de bekleding in boofdzaak evenvijdig aan .de langsas van de stijgbuis te bouden....De legerkussens moeten eebter aiet .met een zodanig sterke kracht worden aangedrukt, dat. de wrijvingskraehten tussen de kussens 25 en de eenbeid .13 bet onmogelijk maakt., dat de bekleding zieh op de eenbeid .instelt -wanneer de riehting van de oceaanstromen verandert. Voor het effeetief verminderen van de stromingskracbten op de stijgbuis, moet de bekleding in een riehting worden gebraebt van ongeveer 5 graden en bij voorkeur binnen 2 graden ten opziebte van de stroomrichting.
30 De kracht welke wordt .uitgeoefend op-bet kussen 29 kan .worden ingesteld door het regelen van de afmetingen .van de sebroefveer 35· Deze veer-kraebt .kan door de deskundige worden ingesteld^ rekening houdende met het gewicht van.de bekleding, de verwaehte wri^vingseoefficient tussen de kussens 29 en de eenbeid 13 en de hydrodynamisehe kraehten, welke 35 worden verwacht te werken op de bekleding 20.
-- Overeenkomstig de uitvinding kunnen de legerkussens 28 en 29 8202588 i ι^~....... - —---------—..............................- -- .
.χ 9 - 13: elke afmeting hebben .met mat en '. die .bet mogeligk maken dat .de bekleding vrig om de drigfeenheid kan draaienbig .veranderingen .van. stroomricb-ting. Big voorkeur is de breedte van bet' legervlak van de kussens groter dan de ruimte aan .bet buitenvlak van.de drigfeenheid 13. Het is 5 ook niet noodzakeligk, dat de legerkussens dezelfde afmeting bebben.
De kussens 28 en 29, veergegeven in Tig. 2 en 3 tonen deze uitvoerings-vorm en legerkussens van andere verm en afmetingen, die volgens de uitvinding kunnen worden toegepast.
Het is ook niet noodzakeligk, dat twee legerkussens 29 zicb 10. aan de stroomafwaartse zigde van de drigfeenheid 13 bevinden. Slecbts een kussen 29 kan big dit uitvoeringsvoorbeeld tegen de eenbeid 13 worden aangedrukt. Twee of meer kussens 29, velke tegen de eenbeid 13 worden aangedrukt., verdi enen de voorkeur voor bet verkriggen van een grotere stabiliteit tegen stampen.
15. De kussens 29 beboeven niet in betzelfde vertikale vlak te r liggen als veergegeven in f.ig. 2 en 3.Een bekleding met drie kussens, velke tegen de eenheid 13 worden aangeperst aan de strocanafwaartse zigde van .die bekleding, kan bigvoorbeeld zodanig .zign opgesteld, dat twee kussens zieh ‘bevinden nabig de bodem van de bekleding in betzelf- - · - 20. de horizontals vlak met elk kussen op geligke afstand van bet .vertikale vlak dat· door de as k6 gaat (zie fig. 3) en een derde kussen nabig* de -••Wt « - ...
top van de bekleding in een vertikaal vlak, dat eveneens door de as hS \ loopt.
De bekledingen 20 kunnen aan de stiggbuissectie 10 op bet 25 boorvaartuig worden bevestigd, .terwigl de stiggbuis beveegt. De bekledingen worden big voorkeur zodanig aan de stiggbuis bevestigd, dat • de legerkussens samenverken met vlakken van de drigfeehbeden, welke in .
’ hoofdzaak vrig* zig'n van spleten of “uitsteeksels. De drigfeenheden zign ;· big voorkeur .zodanig opgesteld, dat kussens 28 en 29 zieb niet bevinden' 30 .in ui t spar ingen, vaar in de .strippen '15' worden gezet., evenmin op de na-den tussen naburige drigf eenheden. .©m er zeker van te zign, dat de kussens op de .gevenste plaatsen op de eenbeid komen, .zign afstandsringen tussen .de bekledingen gevoegd. .
De eerste faze' van bet: installeren van bekledingen 20 op een • 35' stiggbuissectie is bet bevestigen van .de onderste tegenboudring 1'7 op de "buisseetie. Deze ring meet bet droge gewieht van alle op de sectie te 8202588 -12 .
monteren .bekledingenkunnen dragen. Be bekledingen worden dan boven elkaar aan.de stijgbuissectie bevestigd. Fig. 1 toont .zes bekledingen, welke aan de stijgbuissectie 10 zijn.bevestigd. Het aantal bekledingen, dat op de buisseetie moet vorden gemonteerd, hangt af van de afmetingen 5 van de bekledingen, de lengte van.de buisseetie en of al dan niet af- standsringen tussen de bekledingen warden gebruikt. Wanneer de bekledingen op de stijgbuissectie zijn gemonteerd, wordt de bovenste tegenboudring 17 aan de stijgbuissectie bevestigd.'
Zodra de bovenste bekledingen op de buisseetie gemonteerd 10 zijn kunnen de onderste bekledingen op de seotie worden blootgesteld aan de golf- en stromingskraehten. Bij deze uitvoeringsvorm houden de legerkussens 28 en 29 tezamen met de veerstelsels 30 de langsas van de bekledingen in hoofdzaak evenwijdig aan de langsas van de stijgbuis-sectie.
• 15. De tegenhoudende ringen 1T worden bij voorkeur zodanig aan de stijgbuissectie 20 bevestigd, dat de kragen 27 onderling in glij-contaet zijn. Voldoende ruimte tussen de bekledingen moet aanwezig zijn om deze ten opzichte van elkaar te doen draaien. De kragen 27 van de bekledingen voorkomen dat deze zieh slechts zeer beperkt van elkaar 20 af kunnen bewegen. Deze maatregel draagt bij te voorkomen, 'dat door verdraaiing van de bekledingen i-de langsassen niet meer evenwijdig lopen met de langsas van de stijgbuissectie. Ook wordt voorkomen, dat de be-. kledingen ten opzichte van elkaar kantelen. Yerder zouden de staart-gedeelten 22 van naburige bekledingen met elkaar in aanraking kunnen 25 komen.
Het volgende voorbeeld illustreert het belang van het hand-haven van de langsas van de bekledingen in hoofdzaak evenvijdig aan de . · .
• langsas van de stijgbuisseetie 10. Volgens dit voorbeeld zijn bekledingen gelijk aan die weergegeven. in fig. 1 - 3 op een stijgbuissectie 30 gemonteerd. Elke bekleding heeft een hoogte van 152 Λ em en een lengte van 25J+ cm. De stijgbuissectie heeft drijfeenheden, welke elliptisch zijn uitgevoerd met een buitendiameter welke varieert van 96,52 em tot 101,5 cm· De neusgedeelten van de bekledingen zijn zodanig bemeten, dat een drijfeenheid .van 101,5 cm kan worden opgenomen. De af stand tussen 35 de staartgedeelten van de bekledingen, wanneer deze gemonteerd zijn op “een drijf eenheid is 7*62 em. Onder deze omstandigheden zal, wanneer de 8202588 - p*........ ...... .........................
„ \ *r * -13.'- bekledingen Tolgens.de korte as (96,52 cm' diameter) zijn gericbt en vrij kunnen' draaien' on de langsas met ..betrekking tot- de..langsas van de buissectie, de langsas van de bekleding ongeveer Ιδη graad kan bewegen buiten de evenwijdige ops telling suet betrekking tot de langsas van de 5 Tmissectie. Deze' enkele graad is oorzaak,' dat de top van elk staart-stuk van de bekleding ongeveer A,3 em verplaatst. Wanneer twee naburi-• ge bekledingen J,62 em van elkaar liggen ktimnen de staartstukken in een stijgbuissectie in tegengestelde ricbting draaien en zullen dan tegen elkaar aan komen.
10. Fig. ^ en 5 tonen een uitvoeringsvorm van de wijze waarop de legerkussens tegen een drijfeenbeid worden aangeperst., om er zeker van . te zijn, dat de langsassen van de neusgedeelten van de bekledingen in hoofdzaak evenwijdig blijven aan de langsas van de stijgbuissectie.
De bekleding 120 is gelijk aan de bekleding 20 volgens fig. 2 en 3* met 15. uitzondering, dat rollen 128 en 129 bet legercontact vormen tussen de bekleding en de drijfeenheid 13, waarbij elke sehaal twee opstaande ribben 137- heeft, welke borizontaal over bet buitenvlak van de schalen .. ' verlopen. Tier rollen 128 zijn aan bet neusgedeelte 121 van de bekle ding bevestigd door een freemstel 138. De freems 138 zijn opgenomen in ... 20 ribben 137-, welke vanaf de voorrand van bet neusgedeelte van bet staart-stuk van de bekleding aflopen. De opstaande ribben lopen scbuin van voor naar achter, waarbij de grootste dikte van derribben zicb nabij - de rollen bevindt. De rollenfreems 138 zijn binnen de ribben 137 be-; vestigd door bouten, klinknagels, lessen of andere gesehikte middelen. ‘ 25 De rollen 128 worden op bet freemgestel gesteund op aziale assen 139·
De rollen 128 -kunnen zijn vervaardigd uit rubber, plastic of een ander gescbikt materiaal. Het toepassen van ribben 137 cm een .gedeelte van de : rollen 128 op te nemen, is gewenst ©m de afmetingen van de bekleding zo klein mogelijk te houden.
30 Verenstellen 13D (waarvan-er sleebts een .in .fig. 4 is getoond) zijn gelijk aan de veerconstruetie 30' in fig. 2 -. 3·' Elk stel 130 om-vat een rol 129, welke door een sehroefvormige -trekveer 135 tegen de drijfeenheid 13 wordt geperst. Het -aanpersen van de rollen 129 tegen de drijfeenheid 13' is oorzaak, dat een goede passing wordt verkregen, ter-35 wijl de bekleding om de drijfeenheid* draait. Zuiger 131 wordt in bet - -buis 132 gebouden door een eindkap 133 en een flens 13¾.
8202588 ^ · * -1¾ -
Pig. 6.-8 tonen een andere uitvoeringsvorm .met andere midde-len voor het leveren van een .legerkracht aan...de stroomafwaartse zijde van de bekleding. Deze bekleding 220'heeft een neusgedeelte 221 en een staartgedeelte 222..Het neusgedeelte 221 heeft een eentrale opening 5 voor het opnemen .van de drijfeehheid 13· Plexibele veermiddelen 230, welke een geheel vormen met het neusgedeelte 221 lever en de veerkracht voor het aandrukken van de legerkiissens 229 aan de stroomafwaartse zij-de van de drijfeenheid. In de qngespannen toestand is de kromtestraal van elk veerqrgaan 230 lets kleiner dan de kromtestraal van de drijΓΙΟ eenheid. 13- Wanneer de sehalen van de hekleding cm de drijfeenheid zijn gezet, wijken de veerorganen 230 iets uit en passen zieh aan aan de gro-tere diameter van de eenheid, waarbij een veerkracht op de kussens 229 wordt uitgeoefend.
De veerorganen 230 zijn doelmatig vervaardigd uit kunststof 15. met elastische eigensehappen. Bij voorkeur zijn de -sehalen van de bekleding de veerorganen 230's beide vervaardigd uit kimstsehuim dat ge-laagd is tussen twee lagen fiberglas.
De kragen 227 zijn bevestigd aan de boven- en onderzijde van de bekleding om te voorzien in een legervlak dat bestand is tegen druk 20 en axiale belasting vanaf naburige bekledingen. De kragen bestaan uit segment en om het spreiden van de veerdelen 230 en het neusgedeelte 221 . te bevorderen.
Qm de bekledingen, weergegeven in fig. 6-8 te kunnen mon-" . teren op drijfeenheden met verschillende omtrekken, "kan het doelmatig 25 zijn de bekledingen aan te passen aan een drijfeenheid met de grootste omtrek. .De eenheden, welke een omtrek hebben welke kleiner is dan die van de grootste, kunnen worden gemonteerd onder tussenvoeging van een of meer elastische sluitringen of platen tussen de legerkussens en de veerorganen 230.
30 Pig. 9 toont een uitvoeringsvorm .van een plaat 218 tussen de kussens .229 en het veerorgaan 230. -De dikte van de plaat 218 is zodanig, dat het kussen 229 met de drijfeenheid .-13'. samenwerkt onder voldoende kracht .om er zeker van te zijn, dat de langsas van de bekleding in hoofd-zaak evenwijdig loopt aan de langsas van .de eenheid 13' wanneer de be-35 kleding om de stijgbuis draait. Eoestvrijstalen bouten 219' houden het -•kussen 229 «η ie plaat tegen het veerorgaan 230. De plaat is bij voorkeur 8202588 ; -15..- P»·' vervaardigd nit zaebt, elastiscb.materiaal,· zoals.eeh syntbetiscb of natuurligk.materiaal, · bigvoorbeeld synthetisehe of natuurlijke rubber, polyuretbaan, of een ander' gesehikt elastomeer materiaal, zodat de le-gerkussens 229 een doelmatige verbinding .met .'bet liehaam Tan de be-5 kleding vormen. Het elastisebe materiaal. moet samengeperst kunnen warden door bet kussen 229 en zign oorspronkeligke vonn. veer innemen vanneer dit niet door bet kussen' 229 "wordt aangeperst.
* Tervijl fig. 9 een plaat 218' toont .met 'kussens 229 kunnen pla ten overeenkomstig de plaat 218' 00k warden gebruikt met kussens 228 en.
10. met kussens 28 en 29, veergegeven in fig. 2 en 3.
jig. 10' toont een mecbanisme voor bet aandrukken van een le-gerkussen tegen een drigfeenbeid 13- Het kussen 339 is gelijk aan de kussens 228 en 229 van fig. 6-8. Kussen 339 is door daartoe gesebikte middelen verbonden met een stigf ondersteuningsorgaan 340, voorzien Tan 15. flenzen 33¾ aan de boven- en ondereinden daarvan. Het gtkmorgaan 3¾0 .beeft een flens 334., velke door een tegenbouder 332' in de bekledings-construetie 330 wordt Tastgebouden. Tegenbouder 332 Toorkomt bewegingen : van bet steunorgaan 340 met betrekking tot de bekledingseonstructie 330 vanneer deze cm de drigfeenbeid draait- Het kussen 339 en bet steun-20 orgaaa 340 -vordendoor een gebogen drukveer 333 tegen de eenbeid 13 ge-.. drukt. ..
Een langgerekt element met een bekleding Tolgens de uitvin-ding, welke erop gemonteerd is, kan door een Tloeiend medium bevegen, , . danwel kan bet Tloeiende medium ‘langs bet element bevegen of beide. Jn 25 bet algemeen is het Tloeiend medium water, hetzij zoet- of zeevater , docb bet Tloeiende medium kan 00k luebt of een ander gas zign.
De bekleding volgens de uitvinding is bestemd τοογ pigpen of andere in boofdzaak stigve constructies Toor het .verminderen Tan de ' * kracbt van de stroming daartegen en is niet beperkt tot stiggbuizen van ·.
30 boorinstallaties onder water. De bekleding'kan 00k worden. gebruikt op pigplei&ingen, produetiepigpen of op vertikale pigpen, .velke .big de olie-winning worden gebruikt.
Uit bet bovenstaande bligktV dat de uitvinding grote voordelen -beeft boven de tot nu toe bekende constructies. Het grote voordeel is 35 . bet makkeligke baateren en installer envan de bekleding 6p de stiggbuis-"secties met drigfeenbeden, welke stabiel gemonteerd-kunnen worden, zelfs 8202588 -: 16, op niet-gelijkraatige oppervlakken,.zoals.deze' worden geyonden op drijf-eenheden -voor stijghuizen, terwijl de veerstand klein is vaarmede deze om een drijfeenheid .kan draaien vaxineer de stroomri dating yerandert.
Het is duidelijk dat de tiityinding niet heperkt is tot de ge~ 5 tekende en hesproken uitvoeringsyormen^ doch dat ook yariaties mogelij^ zijn zonder huiten het kader van de uitvinding te treden.
• str.
I '1 / 8202588 " '

Claims (12)

  1. 2. Bekleding volgens conclusie 1 met het kenmerk, .dat de symme- ’’ . : : trische constructie hestaat uit kunststofsehuim tussen tvee lagen fiher- ; glas. ' · • 3. Bekleding volgens conelusie 1 ..met. het kenmerk, dat de leger- f ; middelen hestaan uit .legerkussens.
  2. 20. Bekleding volgens conclusie 1-3 met het kenmerk, dat de le- germiddelen samenverken met het langgerekte element aan de stroomaf- | I - ' i .- i .vaartse zijde van dat langgerekte element. 5 PTr-: ! . - · ; ί: Γ ' ‘5. Bekleding volgens conelusie 1 met het kenmerk, dat de midde- ! len, velke samenverken met de legermiddelen voor het mogelijk maken • 25. · van-hevegmg van de hekleding, hestaan uit elastisch materiaal tussen l - ' i de legermiddelen en de constructie, velk elastiseh materiaal vordt sa- | : mengedrukt door, hevegingen van de legermiddelen ten opziehte van de i' constructie in een riehting dvars. op de langsas van dat langgerekte element en veer terugkeert in zijn oorspronkeligke vorm vanneer geen 30 druk op het elastische materiaal vordt uitgeoefend.
  3. 6. Bekleding volgens conclusie 1 of 5 met het kenmerk, dat de mid delen, velke verhonden zijn met de legering hestaan uit een polyurethaan-laag tussen de legermiddelen en de constructie. .--7-- Bekleding volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de leger- 8202588 t · 18 ./ :¾. t·*.. J··*.' ^ middelen bestaan uit een legerkussen, dat.. samenverkt .met het langge- I · ‘ rekte element aan.de zi^de van het' element,. velke gerieht is naar het staartgedeelte van de bekleding, tervijl de middelen, ..velke samenver- .. ken met de legermiddelen, -bestaan ..uit middelen voor het drukken van het 5 legerkussen tegen het langgerekte element.
  4. 8. Bekleding volgens conclusie 7 -met het kenmerk, dat de middelen voor het aandrukken van het legerkussen een verenstel is.
  5. 9. Bekleding volgens eonelusie 7 met het kenmerk, dat de middelen voor het aandrukken van het kussen elastiseh materiaal is. IQ 10. Bekleding volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de leger middelen bestaan uit een rol velke in contact is met het langgerekte v ··· · '.·· = element, vanneer de constructie cm het langgerekte element draaitE, ter- r vijl de middelen, velke samenverken met de legering bestaan uit een verenstel voor het aandrukken van de rol tegen dat langgerekte element. 15 11· - Bekleding volgens conclusie 10 met het kenmerk, dat de rol : ' ·>./. samenverkt met het langgerekte element aan de stroomafwaartse zijde van dit element.. • ; 12. Bekleding volgens conclusie 11, bestaande uit -een aantal rol- len, velke met .de constructie zijn gekoppeld voor de samenverking van 20 het .langgerekte element aan de stroomopwaartse zijde van dit element. •13. Bekleding volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de con- ; structie opstaande horizontale ribben heeft, velke zijn verdeeld over . . elke zijde van het .neusgedeelte van de bekleding en aehtervaarts vanaf . ; de voorkant van de bekleding, ' vaarbig tenminste een van de rollen samen-. 25 verkt met de stroomopwaartse zij&e van het langgerekte element, dat ge^eeltsli'’'-deeltelajk in een van de ribben is opgenomen. ... 1^.- Bekleding, velke draaibaar gemonteerd. is om de langsas van het langgerekte element voor het verminderen van de door de stropm veroor- . : zaakte krachten op het element .vanneer dirt-in een vloeiend medium is . 30 ondergedompeld, bestaande uit een symmetrische constructie met een neusgedeelte voor het opnemen van het langgerekte element en een staartgedeelte, dat zieh .vanaf dat neusgedeelte uitstrekt, velk neusgedeelte een opening "in de langsas heeft voor .het opnemen van het langgerekte • element.; uit legermiddelen, velke .verbonden zrijn met de eonstructie om 35 te voorzien in een legering tussen het' langgerekte element en die con- :_structie en uit middelen welke met de constructie samenverken voor het 8202588 ' ~ 19. ; aandrukkemvande legermiddelen tegen. het.langgerekte.element teneinde de langsas van .het'.neusgedeelte-van die bekleding in.hoofdzaak even-vijdig te houden aan de langsas van het' langgerekte element.. 15* · Bekleding volgens eonclusie -l-Vaaet het kenmerk, dat de leger-5 mlddelen'.best aan .uit temninste eSn legerkussen,-terwijl de middelen voor het aandrukken van de legering tegen hefrlanggerekte element.be-staan uit tenminste een verenstel.
  6. 16. Bekleding volgens eonclusie 1V .met het kenmerk., ..dat de leger middelen bestaan nit een rol, tervijl de middelen voor het aandrukken . 10 van de legermiddelen tegeh het langgerekte element bestaan uit een ve-; renstel, .dat. met die rol gekoppeld is. 17* Bekleding volgens eonclusie 1V met het kenmerk, dat de leger middelen met het langgerekte element samenwerken aan dezelfde zijde van het element als het staartgedeelte van de bekleding. 15 18-· . Bekleding-volgens eonclusie 1T met het kenmerk, dat deze voorzien is -van legermiddelen, velke verbonden zijn met de constructie om te voorzien in een samenverking tussen de constructie en het langge-; rekte element.aan.de stroomopvaartse zi|de van-'het langgerekte-element.'. 19,· Bekleding volgens eonelusie Ί b'. met het 'kenmerk, dat de mid- 20 delen voor. het aandrukken van de legermiddelen tegen het langgerekte . . element , een geheel vormen met het neusgedeelte en geplaatst zijn aan dezelfde zijdevan. dat element als het staartgedeelte van de bekleding. ..- : : 20. Bekleding. volgens eonclusie 1¾ met het kenmerk, dat deze voorts ’ legermiddelen bevat, .velke verbonden zijn met de langseinden van het -. .25 neusgedeelte van. de bekleding am te .voorzien in een axiaal legervlak voor die bekleding.
  7. 21. Stijgbuisseetie -met een in boofdzaak ronde doorsnede, deel . .. .Uitmakende van een boorstreng, velke zich uitstrekt tussen-een boorput j ..op de bodem en een daarboven aanvezige constructie, velke stijgbuissee-- 30 . tie een bekleding ..heeft uit een liehaam,. dat gestroomlijnd is in dvars-doorsnede voor bet verminderen van de =spanningen in de stiggbuissectie veroorzaakt door de vaterstream,/vaarbij'het. breedste.gedeelte.draai-baar gemonteerd is am die stijgbuisseetie, legermiddelen. gekoppeld zi^jn met dat liehaam. om.te voorzien' in een samenverking tussen de stijg-.35 buissectie en dat liehaam en middelen, .velke gekoppeld zijn met de leger-_middelen voor het. veroorzaken van een beveging van de legermiddelen ten 8202588 - 20.- opzichte van dat lichaam.
  8. 22. Stijgkuissectie vqlgens eonclusie 21 met het kenmerk, dat deze tegenhoudende middelen heeft, .velke gesteund vorden op de stijg-huissectie can in hoofdzaak kevegingen van de kekleding over de langs- 5 as van de stijgkuis sectie te ondervangen.
  9. 23. Stijgbuissectie vqlgens eonclusie 22 met het kenmerk,. dat de tegenhoudende middelen op de stijgkuissectie zich aan de koven en onderzijde van de kekleding kevinden. 2b. Bekleding volgens eonclusie 21 met het kenmerk, dat deze 10. legermiddelen kevat, velke verkonden zijn met .de langseinden van het kreed- ste gedeelte van die kekleding am te voorzien in een axiaal legervlak. voor die kekleding.
  10. 25. Stijgbuissectie volgens eonclusie 2k met het kenmerk, dat de . tegenhoudende middelen samenverken met legermiddelen, velke verkonden .-- 15 zijn met de langseinden van het kreedste gedeelte van de de kekleding teneinde de langsas van de kekleding in hoofdzaak evenwijdig te houden aaa.de.langsasvaa.de stijgkuissectie.
  11. 26. Stijgbuisseetie volgens eonclusie 21 'metehe^rkfenmerk, dat deze een aantal kekledingen. heeft, velke axiaal op een lijn daaraan 20 kevestigd zi^n. : 27· Stijgkuissectie volgens eonclusie 26 met het kenmerk, dat elke kekleding legermiddelen heeft, velke .kevestigd zijn aan elk .langseinde ._ van die kekleding cm te voorzien in een veerstand tegen axiale krachten i · / ' op de kekleding.
  12. 28. Stijgkuisseetie volgens eonclusie 26 of 27 met het kenmerk, dat de tegenhoudende middelen op de stijgbuissectie aan de hoven- en onderzijde daarvan vertikale kevegingen van de kekledingen over de . . stijgkuisseetie.voorkomen. ' : 29· Stiggkuisseetie volgens eonelusie 28 met..het .kenmerk, dat de 30 tegenhoudende middelen aan-de koven- en onderzi jde van de kekledingen zijn-gemonteerd voor het handhaven van de langsas van-de kekleding in hoofdzaak evenvijdig aan de langsas van de stijgkuisseetie. • 30.. .Bekleding voor een bnder vater-hoorhuis met een aantal pijpen en.een drijyend stelsel,-te gekruiken cm..pigpen vaar het drijvende stel- 35. sel.kestaat uit half-cirkelvormige drijfeenheden, vervaardigd uit licht materi&ai.met een convex, niet-gelijkmatig'kuitenvlak en klemmiddeleh 8202588 ' IBP—" ' ........... t- * -- 21 - voor het vasthouden van de drijfeehheid op de pijpen, hestaande uit een lichasm van in hoofdzaak stijf materiaal .ter' vorma.Bg van een ge-stroomlijnde, symmetrische eonstruetie met een',neusgedeelte en een staartgedeelte,.velk.neusgedeelte een opening volgens de langsas heeft 5 voor het opnemen van de dri jfeenheid;-verende middelen uit flexihel materiaal., .velke ziehbevinden in het .neusgedeelte van het liehaam aan de stroomafwaartse zi'jde van de drijfeenheid, vaarbij het binnenvlak van .verende middelen concaaf is asuigepast aan het convexe huitenvlak van de drijfeenheid en Hit legermiddelen, velke .verhonden zijnmet het . 10. 'binnenvlak van de verende middelen, velke verende Ttnflflelpn de legermiddelen tegen de drijfeenheid aandrukken. i i· i i . · j i . ; · » f 8202588
NL8202588A 1981-06-26 1982-06-25 Gestroomlijnde bekleding voor langgerekte elementen. NL8202588A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US27777381 1981-06-26
US06/277,773 US4398487A (en) 1981-06-26 1981-06-26 Fairing for elongated elements

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8202588A true NL8202588A (nl) 1983-01-17

Family

ID=23062287

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8202588A NL8202588A (nl) 1981-06-26 1982-06-25 Gestroomlijnde bekleding voor langgerekte elementen.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4398487A (nl)
JP (1) JPS5850291A (nl)
AU (1) AU8534782A (nl)
BE (1) BE893648A (nl)
BR (1) BR8203720A (nl)
CA (1) CA1186214A (nl)
DE (1) DE3223035A1 (nl)
FR (1) FR2508569A1 (nl)
GB (1) GB2104940B (nl)
NL (1) NL8202588A (nl)
NO (1) NO822131L (nl)
SE (1) SE8203961L (nl)

Families Citing this family (95)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4474129A (en) * 1982-04-29 1984-10-02 W. R. Grace & Co. Riser pipe fairing
WO1985001261A1 (en) * 1983-09-13 1985-03-28 University Of Bath Fairing sections
JPS6290432A (ja) * 1985-10-11 1987-04-24 Kajima Corp 渦励振防止手段を施した柱状構造物
US5421413A (en) * 1993-11-02 1995-06-06 Shell Oil Company Flexible fairings to reduce vortex-induced vibrations
US5549417A (en) * 1993-11-19 1996-08-27 Shell Oil Company Subsea pipeline shroud
US5410979A (en) * 1994-02-28 1995-05-02 Shell Oil Company Small fixed teardrop fairings for vortex induced vibration suppression
US5875728A (en) * 1994-03-28 1999-03-02 Shell Oil Company Spar platform
US5984584A (en) * 1996-05-10 1999-11-16 Shell Oil Company Fairings for drilling riser control pod hoses
US6048136A (en) * 1996-07-19 2000-04-11 Shell Oil Company Vortex induced vibration protection for deepwater drilling risers
US6010278A (en) * 1996-07-19 2000-01-04 Shell Oil Company Fairings for deepwater drilling risers
US5738034A (en) * 1996-10-23 1998-04-14 Reading & Bates Development Co. Fairing system for subsea drilling rigs and method for installation and removal
US6196768B1 (en) * 1996-11-15 2001-03-06 Shell Oil Company Spar fairing
US7467913B1 (en) 1996-11-15 2008-12-23 Shell Oil Company Faired truss spar
US6223672B1 (en) 1996-11-15 2001-05-01 Shell Oil Company Ultrashort fairings for suppressing vortex-induced-vibration
US5722340A (en) * 1996-12-11 1998-03-03 Mobil Oil Corporation Fairing for marine risers
WO1998029299A1 (en) * 1996-12-31 1998-07-09 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Spar with features against vortex induced vibrations
US6092483A (en) * 1996-12-31 2000-07-25 Shell Oil Company Spar with improved VIV performance
US6263824B1 (en) 1996-12-31 2001-07-24 Shell Oil Company Spar platform
US6227137B1 (en) 1996-12-31 2001-05-08 Shell Oil Company Spar platform with spaced buoyancy
US6067922A (en) * 1997-05-08 2000-05-30 Shell Oil Company Copper protected fairings
GB9710440D0 (en) 1997-05-22 1997-07-16 Apex Tubulars Ltd Improved marine riser
WO1999005389A1 (en) * 1997-07-23 1999-02-04 Cuming Corporation A floating system for a marine riser
FR2772336B1 (fr) * 1997-12-12 2000-01-14 Doris Engineering Plate-forme semi-submersible d'exploitation d'un champ petrolier en mer et procede d'installation d'une telle plate-forme
US6309141B1 (en) 1997-12-23 2001-10-30 Shell Oil Company Gap spar with ducking risers
EG21949A (en) * 1999-04-08 2000-04-30 Shell Int Research System for reducing vortex induced vibration of a marine element
US6571878B2 (en) * 1999-09-16 2003-06-03 Shell Oil Company Smooth buoyancy system for reducing vortex induced vibration in subsea systems
US7017666B1 (en) * 1999-09-16 2006-03-28 Shell Oil Company Smooth sleeves for drag and VIV reduction of cylindrical structures
JP4521924B2 (ja) * 2000-03-27 2010-08-11 日本飛行機株式会社 半没水体のストラット
JP4562235B2 (ja) * 2000-03-30 2010-10-13 日本飛行機株式会社 半没水体
US6488447B1 (en) * 2000-05-15 2002-12-03 Edo Corporation Composite buoyancy module
US6702026B2 (en) * 2000-07-26 2004-03-09 Shell Oil Company Methods and systems for reducing drag and vortex-induced vibrations on cylindrical structures
US6401646B1 (en) 2000-09-14 2002-06-11 Aims International, Inc. Snap-on rotating reduction fairing
US6695540B1 (en) 2000-11-14 2004-02-24 Weldon Taquino Vortex induced vibration suppression device and method
US6896447B1 (en) 2000-11-14 2005-05-24 Weldon Taquino Vortex induced vibration suppression device and method
US6632112B2 (en) 2000-11-30 2003-10-14 Edo Corporation, Fiber Science Division Buoyancy module with external frame
US6565287B2 (en) * 2000-12-19 2003-05-20 Mcmillan David Wayne Apparatus for suppression of vortex induced vibration without aquatic fouling and methods of installation
JP5134170B2 (ja) * 2001-08-17 2013-01-30 株式会社ゼニライトブイ 柱状部材を有する海洋構造物の抗力低減装置
US6695539B2 (en) * 2001-10-19 2004-02-24 Shell Oil Company Apparatus and methods for remote installation of devices for reducing drag and vortex induced vibration
US7121767B1 (en) 2001-11-14 2006-10-17 Cuming Corporation Rugged foam buoyancy modules and method of manufacture
US6805201B2 (en) * 2002-01-31 2004-10-19 Edo Corporation, Fiber Science Division Internal beam buoyancy system for offshore platforms
US7096957B2 (en) * 2002-01-31 2006-08-29 Technip Offshore, Inc. Internal beam buoyancy system for offshore platforms
US20040187429A1 (en) * 2003-03-28 2004-09-30 William Gross Drag reducing rotatable fairing usable on poles, posts and other structures
US20060021560A1 (en) * 2004-05-02 2006-02-02 Mcmillan David W Tail fairing designed with features for fast installation and/or for suppression of vortices addition between fairings, apparatus incorporating such fairings, methods of making and using such fairings and apparatus, and methods of installing such fairings
US7328747B2 (en) * 2004-05-03 2008-02-12 Edo Corporation, Fiber Science Division Integrated buoyancy joint
US8029210B2 (en) * 2004-05-17 2011-10-04 Shell Oil Company Methods and apparatus for installation of VIV suppression during installation of marine pipeline
AU2005302031B2 (en) * 2004-11-03 2008-10-09 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Apparatus and method for retroactively installing sensors on marine elements
US7674074B2 (en) * 2004-11-12 2010-03-09 Viv Suppression, Inc. ROV friendly vortex induced vibration inhibitor and method of use
US7316525B2 (en) * 2005-01-07 2008-01-08 Shell Oil Company Vortex induced vibration optimizing system
WO2006110658A1 (en) * 2005-04-11 2006-10-19 Shell Internationale Research Maatschappij B.V. Systems and methods for reducing vibrations
US20060280559A1 (en) * 2005-05-24 2006-12-14 Allen Donald W Apparatus with strake elements and methods for installing strake elements
US20070003372A1 (en) * 2005-06-16 2007-01-04 Allen Donald W Systems and methods for reducing drag and/or vortex induced vibration
CA2630957A1 (en) * 2005-07-12 2007-01-18 Robie Bonilla Gris Covering element for protecting structures against scouring and drag force
US20090220307A1 (en) * 2005-09-02 2009-09-03 Donald Wayne Allen Strake systems and methods
US8408154B2 (en) * 2006-03-07 2013-04-02 J. Ray Mcdermott, S.A. Strakes
NO327944B1 (no) * 2006-03-15 2009-10-26 Sinvent As En finne for reduksjon av vannstrom-indusert belastning pa et marint stigeror
US20080025800A1 (en) * 2006-07-28 2008-01-31 Lou Watkins Fairing for marine drilling risers
USRE48123E1 (en) 2006-08-09 2020-07-28 Asset Integrity Management Solutions, L.L.C. Twin fin fairing
US7337742B1 (en) * 2006-08-09 2008-03-04 Viv Suppression, Inc. Twin fin fairing
GB2455678A (en) * 2006-11-22 2009-06-24 Shell Int Research Systems and methods for reducing drag and/or vortex induced vibration
BRPI0719131A2 (pt) * 2006-11-22 2014-02-04 Shell Int Research Sistema para reduzir arrasto e/ ou vibração induzida por vórtice de uma estrutura, e, método para modificar uma estrutura sujeita a arrasto e/ ou vibração induzida por vórtice.
US8523492B2 (en) * 2007-01-05 2013-09-03 Benton Frederick Baugh Method of installing fairings around vertical pipes
GB2445751B (en) * 2007-01-17 2009-02-25 Trelleborg Crp Ltd Fairing
US20100150662A1 (en) * 2007-02-15 2010-06-17 Donald Wayne Allen Vortex induced vibration suppression systems and methods
BRPI0808832A2 (pt) * 2007-03-14 2014-08-26 Shell Internationale Res Maartschappij B V Sistema e método de supressão de vibração induzida por vórtice
MX2010001475A (es) * 2007-08-13 2010-03-01 Shell Int Research Sistemas y metodos para producir el arrastre y/o la vibracion inducida por vortice.
US7934888B2 (en) * 2008-01-18 2011-05-03 Viv Suppression, Inc. Marine anti-foulant system and methods for using same
BRPI0822537A2 (pt) * 2008-05-01 2015-06-23 Shell Int Research Método para determinar uma configuração de dispositivo de supressão de vibração induzida por vórtice para uma estrutura.
US9074426B1 (en) * 2010-11-05 2015-07-07 VIV Solutions LLC Method and apparatus for accommodating tubular diameter changes
CN102071883A (zh) * 2010-12-03 2011-05-25 上海交通大学 采用可旋转整流罩的水下立管涡激振动抑制装置
NL2005866C2 (nl) * 2010-12-16 2012-06-19 Lankhorst Mouldings B V Omhullingselement voor een pijpleiding, alsmede matrijs voor vervaardiging daarvan.
US9022075B2 (en) * 2010-12-31 2015-05-05 VIV Solutions LLC Fairing having improved stability
US9511825B1 (en) * 2011-01-05 2016-12-06 VIV Solutions LLC Apparatus for suppressing vortex-induced vibration of a structure with reduced coverage
US8727667B2 (en) 2011-02-08 2014-05-20 VIV Solutions LLC Vortex-induced vibration suppression device and mating collar system
GB2498808B (en) * 2012-01-30 2015-05-13 Acergy France SAS Stoppers for structures attached to hybrid riser towers
US8944722B1 (en) * 2012-10-10 2015-02-03 VIV Solutions, LLC Spring systems for vortex suppression devices
CN102865044B (zh) * 2012-10-11 2015-03-04 江苏科技大学 仿翼型自适应水下立管涡激振动抑制及减阻装置
US9869128B1 (en) 2012-11-24 2018-01-16 VIV Solutions LLC Installation systems and methodology for helical strake fins
US9523247B1 (en) * 2013-03-05 2016-12-20 VIV Solutions LLC Spaced VIV suppression system
CN103604020B (zh) * 2013-11-13 2015-08-19 青岛迪玛尔海洋工程有限公司 管道涡激振动整流罩
US9546523B1 (en) * 2014-06-06 2017-01-17 VIV Solutions LLC Collars for multiple tubulars
US10865910B1 (en) 2015-04-17 2020-12-15 VIV Solutions LLC Coupled fairing systems
US9677688B1 (en) 2015-06-02 2017-06-13 VIV Solutions LLC Fairing having an offset opening
US9702482B1 (en) 2015-06-23 2017-07-11 VIV Solutions LLC Two-piece U-shaped fairing
US10337649B1 (en) 2016-03-02 2019-07-02 VIV Solutions LLC Strake system
US10473131B1 (en) 2016-07-10 2019-11-12 VIV Solutions LLC Helical strakes and collar
US10107048B2 (en) * 2016-09-29 2018-10-23 Ensco International Incorporated Weathervaning riser joint
US10344785B1 (en) 2017-01-03 2019-07-09 VIV Solutions LLC Multiple component fairing
US10669785B1 (en) * 2017-08-30 2020-06-02 VIV Solutions LLC VIV suppression devices with buoyancy modules
CN107620680B (zh) * 2017-09-11 2018-10-23 北京金风科创风电设备有限公司 抑制围护结构振动的流线体、设备、吊装塔筒的方法
US11261675B2 (en) 2018-01-16 2022-03-01 VIV Solutions LLC Methods for constructing a helical strake segment using one or more shell sections and fins
WO2020008224A1 (en) 2018-07-06 2020-01-09 Total Sa Fairings for aquatic structures
US11261670B1 (en) * 2019-07-08 2022-03-01 VIV Solutions LLC VIV suppression for retrofit with minimal tooling
US10890272B1 (en) 2019-08-30 2021-01-12 VIV Solutions LLC U-shaped fairing with hinged blocks
US11873797B1 (en) * 2020-10-14 2024-01-16 VIV Solutions LLC Nacelle coupled fairings
CN112853942B (zh) * 2021-01-11 2022-04-12 大连理工大学 一类减小桥墩水阻的铰接整流板

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1104254A (en) * 1912-06-28 1914-07-21 Gustav R Eddelbuttel-Reimers Strut-cover of stream-line surface.
US1408868A (en) * 1920-01-13 1922-03-07 Pierpont E Dutcher Mast, stack, or the like
US1943827A (en) * 1929-01-25 1934-01-16 Bendix Brake Co Shaft mounting
US2675283A (en) * 1949-11-19 1954-04-13 John B Thomson Bearing
US3020107A (en) * 1959-02-04 1962-02-06 Beteiligungs & Patentverw Gmbh Rotatable arrangement, especially for dredges
US3060886A (en) * 1961-07-05 1962-10-30 Commercial Engineering Corp Underwater tow cable
US3461830A (en) * 1968-02-20 1969-08-19 Shell Oil Co Fairings for a marine towline
GB1248605A (en) * 1968-11-23 1971-10-06 Fathom Oceanology Ltd Low drag fairing configuration for flexible towing cables
US3729756A (en) * 1971-02-17 1973-05-01 Data Packaging Corp Flotation assembly
US3712261A (en) * 1971-04-01 1973-01-23 Ocean Science & Eng Fairing
DE2149592A1 (de) * 1971-10-05 1973-04-12 Ver Flugtechnische Werke Stroemungsguenstige verkleidung, insbesondere fuer unterwasserkabel
GB1530149A (en) * 1975-12-19 1978-10-25 Plessey Co Ltd Hydrodynamic cable fairing
CA1059841A (en) * 1976-10-08 1979-08-07 Neville E. Hale Fairing for pipes
US4078605A (en) * 1977-02-25 1978-03-14 Cameron Iron Works, Inc. Riser pipe string
DE3520233C1 (de) * 1985-06-05 1986-07-31 Franz 6305 Buseck Orlita Kolbenpumpe mit rotierendem Kolben

Also Published As

Publication number Publication date
SE8203961D0 (sv) 1982-06-24
GB2104940B (en) 1985-04-17
FR2508569B1 (nl) 1985-04-19
AU8534782A (en) 1983-01-06
JPS6114317B2 (nl) 1986-04-18
NO822131L (no) 1982-12-27
BE893648A (fr) 1982-12-27
JPS5850291A (ja) 1983-03-24
GB2104940A (en) 1983-03-16
US4398487A (en) 1983-08-16
SE8203961L (sv) 1982-12-27
DE3223035A1 (de) 1983-02-17
FR2508569A1 (fr) 1982-12-31
BR8203720A (pt) 1983-06-21
CA1186214A (en) 1985-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8202588A (nl) Gestroomlijnde bekleding voor langgerekte elementen.
US8550171B2 (en) Flexible hang-off arrangement for a catenary riser
AU2005241044B2 (en) Tail fairing designed with features for fast installation, apparatus incorporating such fairings, methods of making and using such fairings and apparatus, and methods of installing such fairings
EP1468164B1 (en) Riser for connection between a vessel and a point at the seabed
CN102348864A (zh) 立管管夹
US4582601A (en) Polymeric basket frame for a traveling water screen
FI87000C (fi) Genomgaong foer en lina
US8182176B2 (en) Tendon-supported membrane pipe
KR20040019056A (ko) 수량 조절 게이트 및 그의 엑츄에이터
US3786637A (en) Oil fence
FR2839339A1 (fr) Methode de dimensionnement d&#39;un element de colonne montante avec conduites auxiliaires integrees
WO2008102201A2 (en) Improved marine buoy
WO1998019018A1 (en) Improvements relating to pile wrappers
US3517519A (en) Adjustable vessel pipe ramp with elastically flexible hinge joints
US8408154B2 (en) Strakes
JP5207003B2 (ja) フラップゲート
CN205745826U (zh) 一种复合管道张紧接头
JP6268109B2 (ja) 浮力式防水装置
US20090242207A1 (en) Strake systems and methods
CA2194136C (en) A straight line motion producing apparatus
CN215167949U (zh) 一种钢结构节能桁架固定装置
CN214565822U (zh) 自行车卡扣
CN212826835U (zh) 一种自动张紧的保温板覆膜装置
EP1088947A3 (de) Längsstossverbindung von auf einer Unterkonstruktion befestigten, als Sandwichelemente ausgebildeten Dachelementen
JPH11303013A (ja) ポンツーンユニットの連結構造

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed