NL8201861A - Inrichting voor het omzetten van een negatief beeld in een positief. - Google Patents

Description

t * * T tJ/EA/1413

INRICHTING VOOR HET OMZETTEN VAN EEN

NEGATIEF BEELD IN EEN POSITIEF.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het omzetten van een negatief beeld in een positief.

Bekende inrichtingen voor het omzetten van filmbeelden in videosignalen voor opname of presentatie op tele-5 visie hebben het nadeel, dat deze omvangrijk zijn, het gebruik van zware projectielampen vereisen, problemen hebben met betrekking tot de warmtedissipatie en lastige filmhouders hebben.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt een omzet-10 inrichting voor een negatief naar een positief beeld verschaft omvattende: een basisorgaan met aan éën einde middelen voor het daarop monteren van een videokamera; een ten minste nagenoeg loodrecht op het andere einde van het basisorgaan gemonteerd huis, waarbij het huis een lamphuis omvat waarin een 15 lamphouder is aangebracht, een spiegelhuis waarin een spiegel is aangebracht voor het naar de videokamera reflecteren van van het lamphuis komend licht, en een ruimte tussen het lamphuis en de spiegel waarin een negatieve film kan worden gestoken.

20 De uitvinding zal nu als voorbeeld aan de hand van de bijgevoegde tekeningen worden beschreven.

Fig. 1 is een gedeeltelijke doorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting voor het omzetten van een negatief beeld in een positief volgens de uitvinding, met een 25 daarop gemonteerde videokamera.

Fig, 2 is een aanzicht van de beeldomzettingsinrich-ting van fig. 1 in de gedemonteerde toestand?

Fig. 3 is een bovenaanzicht van een basisorgaan van de beeldomzettingsinrichting van fig. 1.

30 Fig. 4 is een onderaanzicht van het onderste ge deelte van een lamp- en spiegelhuis waarin het basisorgaan van de beeldomzettingsinrichting van fig. 1 omgenomen moet worden.

Fig. 5 is een zijaanzicht van het basisorgaan en 35 het lamp- en spiegelhuis waarbij in detail een schroefknop 8201861 i i - 2 - wordt getoond voor het op het basisorgaan bevestigen van het lamp- en spiegelhuis.

Fig. 6 is een onderaanzicht van het bodemdeel van het lamp- en spiegelhuis waarin het basisorgaan is geplaatst.

5 Fig. 7 is een perspectivisch aanzicht van een voor beeld van een spiegelhuis.

Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht van een ander voorbeeld van een spiegelhuis.

Fig. 9 is een doorsnede van een verder voorbeeld van 10 een spiegelhuis.

Fig. 10 is een gedetailleerde dwarsdoorsnede van een deel van het spiegelhuis van fig. 9.

Fig. 11 is een voorbeeld van een tussen het lamp-huis en het spiegelhuis van de beeldomzettingsinrichting van 15 fig. 1 te plaatsen filmhouder.

Fig. 12 is een doorsnede van de een film opnemende filmhouder volgens lijn 12-12 in fig. 11.

In fig. 1 wordt een videokamera 1 getoond met een van een adaptorlens (close-uplens) 3 voorzien opjectief 2, 20 welke kamera l aan één einde van een basisorgaan 5 is geplaatst en door middel van een met een verdraaibare knop 12 verbonden schroefbout 11 die aangrijpt in een schroefkast 4 van de videokamera Γ, in die stand is bevestigd. De videokamera 1 omvat een negatief/positief omkeerschakelaar 45 die gekoppeld is 25 met een videokleurensignaalbewerkingsschakeling 46, waarvan dé werking later zal worden beschreven. De adaptorlens 3 en het objectief 2 kunnen door een veerkrachtig orgaan 6 van bijvoorbeeld een viltmateriaal worden ondersteund, welk veerkrachtig orgaan aan het basisorgaan 5 kan zijn bevestigd. Aan 30 het andere einde van het basisorgaan 5 bevindt zich een cilindervormig huis 7 waarvan één einde op het basisorgaan 5 is aangebracht, en welk huis 7 een lamphuis 7a omvat waarin bijvoorbeeld een 60 watt lamp 40 is opgenomen die gedragen wordt door een lamphouder 13. De lamphouder 13 is aan een demon-35 tabel orgaan 7b bevestigd dat aan het boveneinde van het lamphuis 7a is geplaatst en koelvinnen 7c omvat. Het demontabele orgaan 7b en de vinnen 7c worden op gunstige wijze vervaardigd van een goed thermisch geleidend materiaal zodat warmte van het onderste gedeelte van het lamphuis 7a afgevoerd kan 8201861 * * - 3 - worden. Aan het ondereinde van het huisorgaan 7a bevindt zich een transparant maar thermische geleidend orgaan 25 dat opgenomen is in een uitsparing in het ondereinde van het huis 7a en nabij een afschermingsdeel 7d. Het thermische gelei-5 dende orgaan 25 helpt bij de dissipatie van warmte uit de inrichting onder het lamphuis 7a.

Een spiegelhuis 7e dat een deel vormt van het cilindervormige huis 7 bevindt zich .op het basisorgaan 5. Het spiegelhuis 7e omsluit een spiegel 15 die op een roteerbare 10 as 16 is aangebracht. De spiegel 15 kan van buitenaf geroteerd worden om de as 17.die, indien deze over kleine hoeken geroteerd wordt, het effect zal hebben van het convergeren en divergeren van de vertikale lijnen in. het beeld van een geprojecteerde film. Het spiegelhuis 7e heeft twee openingen, 15 en wel een. eerste opening 21 die zich aan het boveneinde van het spiegelhuis 7e bevindt voor het doorlaten van licht vanaf het lamphuis 7a tot naar de in het spiegelhuis 7e aanwezige spiegel 15, en een tweede opening 20 voor het door de zijde van het spiegelhuis 7e en in de lens 3 van de videokamera 20 1 doorlaten van het door de spiegel 15 gereflecteerde licht.

Tussen het thermisch geleidende orgaan 25 en de eerste opening 21 zijn middelen aanwezig voor het in de lichtbaan plaatsen van kleurenfilters 23, die in een houder 24 worden opgenomen. De houder 24 is aangebracht in een 25 sleuf in het onderste gedeelte van het lamphuis 7a tussen het geleidende orgaan 25 en een diffuse glasplaat 26. Onder het filter 23 bevindt zich de diffuse glasplaat 26 die dient om het van de lamp 14 komende licht te verspreiden. Een veer-plaat 27 voor de film, van welke plaat 27 ëën einde aan het 30 lamphuis 7a is bevestigd, bevindt zich in een ruimte tussen het lamphuis 7a en het spiegelhuis 7e. In deze ruimte kan een filmhouder 40 worden opgenomen die op deze wijze eenvoudig in de van de lamp 14 komende lichtbaan gestoken kan worden.

De veerplaat 27 helpt bij het positioneren van de filmhouder 35 40 tussen uitstekende geleidingspennen 28 en de eerste opening 21. Getoond wordt dat het onderste gedeelte van het spiegelhuis 7 tegen een aanslagflens 8 van het basisorgaan 5 is gemonteerd, welke flens tegen een gedeelte 34 van het spie- 8201861 - 4 - gelhuis 7a aankomt, op een later te beschrijven wijze.

Fig. 2 toont de relatie van het cilindrische huis 7, het basisorgaan 5 en de videokamera 1 voor de montage.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van een voorbeeld van 5 het basisorgaan 5 waarin de uitsparing 10 wordt getoond waarin de videokamera 1 wordt opgenomen, en waarbij ook de plaats van de schroefbout 11 en de verdraaibare knop 12 daarvoor wordt getoond, met behulp waarvan de videokamera l aan het basisorgaan 5 wordt bevestigd. Een plat gedeelte 9 aan de boven-10 zijde van het basisorgaan 5 strekt zich uit vanaf het einde waar zich het cilindrische huis 7 bevindt tot nagenoeg tweederde van de totale lengte van het basisorgaan 5, waarbij het huiseinde daarvan halfcirkelvormig is ter aanpassing aan de cilindrische vorm van het huis 7, waarmee het samenwerkt.

15 De rand van het platte gedeelte 9 heeft een flens 8a, die in fig. 3 met stippellijnen is aangegeven, en in hoofdzaak evenwijdige zijden omvat die zich benedenwaarts uitstrekken in vertikale richting loodrecht op het platte gedeelte 9, tot een afstand die gelijk is aan de hoogte van het in fig.

20 5 weergegeven basisorgaan 5. Aan het huiseinde van het basis orgaan 5 is de flens 8a binnenwaarts van het platte vlak 9 verplaatst, zoals in fig. 3 met een stippellijn is aangegeven. Hierdoor wordt ruimte verkregen voor de aanslagflens 8 die langs de einörand van het vlak 9 loopt en buitenwaarts 25 onder een hoek staat ten opzichte van de loodlijn op het vlakke gedeelte 9. De onderrand van de flens 8 rust op een plaat 33 die door middel van schroeven 35 aan de onderzijde van het cilindrische huis 7 is bevestigd. De plaat 33 is ook half-cirkelvormig aan êên einde ter aanpassing aan de cilin-30 dervorm van het huis 7, en ook aan de flens 8. Dit heeft een nauwkeurige aangrijping tussen de flens 8 en de plaat 33 van de onderzijde van het huis 7 tot gevolg, zoals in fig.

5 en 6 wordt getoond. Bovendien wordt het basisorgaan 5 in zijdelingse richting opgesloten door het contact van de 35 flens 8 met het gedeelte 34 van het huis 7, zoals in fig. 1 wordt getoond.

Figuren 4, 5 en 6 tonen een spanknop 36 die aangebracht is tussen de plaat 33 en het bodemvlak van het huis 8201861

• V

- 5 - 7. Door de spanknop 36 aan te halen, welke spanknop 36 een van schroefdraad voorzien deel 37 omvat dat door een moer 38 loopt, kan een plaat 39 omhoog gedrukt worden tegen een onderste flens 32 van het huis 7, waardoor het huis 7 dus tegen het 5 basisorgaan 5 wordt vastgedrukt.

Fig. 7 toont een voorbeeld van een spiegelhuis 6b waarbij de openingen 20 en 21 overeenkomen met de in fig. 1 getoonde openingen. Ook wordt in fig. 7 getoond dat rotatie-knoppen 17 en 18 aanwezig zijn, die verbonden zijn met de as 10 16, waardoor de spiegel 15 dus van buiten af om de as 16 geroteerd kan worden, zoals in fig. 1 wordt getoond. De spiegel 15 kan ook onder 45 graden met de hartlijn van het cilindervormige huis 7 worden bevestigd. Bovenop het oppervlak van het spiegelhuis 7e bevinden zich de uitstekende geleidingspen-15 nen 28’met bijvoorbeeld een in hoofdzaak halve bolvorm met een radius van 2mm, welke de filmhouder 40 over de opening 21 geleiden. De uitstekende geleidingspennen 28 zorgen ervoor dat de filmhouder 40 gemakkelijk over de opening 21 kan worden aangebracht, vooropgesteld dat deze voor de houder 20 40 ver genoeg van elkaar zijn aangebracht, opdat deze houder vrij tussen de pennen kan bewegen, zodat een negatief 47 (een kleuren- of zwart/wit negatief) ten opzichte van de opening 21 kan worden bewogen, zodat eventuele details waar de videokamera 1 op in moet zoemen, in het midden van het 25 beeld geplaatst kunnen worden. In dit voorbeeld bevinden de uitstekende geleidingspennen 28 zich op gelijke afstanden zodat de filmhouder 40 heen en weer bewogen kan worden over de opening 21 in de door pijl A in fig. 7 aangegeven richtingen, waarbij deze ook over 90 graden geroteerd kunnen worden ten-30 einde in de door pijlen B in fig. 7 aangegeven richtingen te verschuiven.

Fig. 8 toont een ander voorbeeld van een spiegelhuis 7e waarbij de uitstekende geleidingspennen 28 groter zijn uitgevoerd dan in fig. 7.

35 Fig. 9 toont een verder voorbeeld van een spiegel huis 7e, waarbij het huis 7e een grote cirkelvormige opening 21b heeft en geleidingsmiddelen 28a voor het geleiden van de aan een basis 29 bevestigde filmhouder 40, welke basis 29 roteerbaar wordt ondersteund tussen veerklemmen 30 en een 8201861 v v .

- 6 - cirkelvormige huisflens 22. De basis 29 kan ook rechthoekig van vorm zijn en zijn bevestigd met veerklemmen 30 in een niet getoonde vierkante opening, waarbij de filmhouder 40 in roteerbaar op de basis 29 gemonteerde steunmiddelen 28a 5 wordt opgenomen.

Fig. 10 toont in detail een constructie van de klem 30 en de plaatsing van de basis 29 ten opzichte van de huisflens 22. In het geval waar de basis 29 roteerbaar in de opening 21b is gemonteerd, kan het gewenst zijn om de basis 10 29 nauwkeurig in het rotatievlak te positioneren. In dit geval heeft de basis 29 een afgeronde ringvormige groef 31 aan zijn onderste zijvlak, welke groef een overeenkomend ringvormig uitsteeksel of een reeks halfbolvormige uitsteeksels 31a opneemt, welke uitsteeksels in een ringvorm in de 15 klem 30 zijn aangebracht. De klem 30 is door een schroef 30a bevestigd aan de flens van een spiegelhuis, en de vorm van de klip 30 is zodanig, dat op de basis 29 een omhoog gerichte druk wordt uitgeoefend, teneinde deze op de juiste plaats te houden.

20 Fig. 11 is een voorbeeld van de filmhouder 40 welke een bovenste en een onderste gestel resp. 41a en 4lb omvat, die elk een aantal vensters 43a en 43b hebben met afmetingen die geschikt zijn voor de te gebruiken film. De gestellen hebben scharnieren 42 aan één zijde zodat de bovenste en 25 onderste gestellen 41a en 41b over elkaar gevouwen kunnen worden . Het bovenste gestel heeft een aantal uitsteeksels 44a langs zijn zijdenterwijl het andere gestel overeenkomstige gaten 44b heeft die de uitsteeksels 44a op kunnen nemen. De uitsteeksels 44a dienen om het negatief 47 te geleiden, 30 wanneer dit in de houder 40 is gestoken.

Fig. 12 is een dwarsdoorsnede volgens lijn 12-12 van fig. 11 van de twee platen 41a en 41b in de gesloten toestand en met een negatief 47 daartussenin.

Zoals eerder beschreven zijn het demontabele orgaan 35 7b en de vinnen 7c voor koeldoeleinden van een thermisch geleidend materiaal vervaardigd, de lamphouder 13 is echter bij voorkeur van een kunststofmateriaal vervaardigd. Alhoewel het overige gedeelte van de inrichting van kunststof kan worden vervaardigd, kunnen enige van de onderdelen of 8201861 •x * ^ - 7 - alle van een metaal worden vervaardigd, bijvoorbeeld kunnen de klem 30 en de schroeven 35 van metaal zijn.

De werking van de omzetinrichting voor een negatief beeld in een positief zal nu in detail aan de hand van de 5 bijgevoegde tekeningen worden beschreven. De lamp 14 van het lamphuis 7a schijnt door het negatief 47 dat in de houder 40 is opgenomen, waarbij de houder 40 tussen de veerplaat 27 en de opening 21 van het spiegelhuis 7e is bevestigd zodat het beeld van het negatief 47 van de spiegel 15 in de lens 10 van de videokamera 1 wordt gereflecteerd welke videokamera een televisiesignaal levert dat het beeld van het negatief 47 weergeeft. De kleuren zijn negatief en teneinde de videokamera 1 een positief beeld te laten tonen, is het nood-zakèlijk om in een schakeling in te grijpen voor het omkeren 15 van de kleuren. Dit kan geschieden door in een bewerkings-schakeling 46 voor videokleurensignalen een schakelaar 45 voor negatieve naar positieve omschakeling op te nemen. Het omschakelen van de schakeling 46 wijzigt de gammacompensatie-karakteristieken en de halpiekdetectie van de automatische 20 versterkingscontrole (automatic gain control = AGC) schakelt om naar piekdetectie. De schakelaar schakelt ook een omkeer-inrichting voor het luminantiesignaal (het signaal dat de helderheid en de afzonderlijke kleurenbijdragen van het signaal bepaalt) en een omkeerinrichting voor het chrominantie-25 signaal (het bij het luminantiesignaal gevoegde signaal voor het verkrijgen van de kleureninformatie)in, zodat de met zwart in het negatief 47 overeenkomende signalen wit Worden en omgekeerd, en de kleuren..ook in hun complement worden gewijzigd. Wanneer een positief beeld, d.w.z. een dia, getoond 30 moet worden wordt de schakelaar 45 eenvoudig omgezet in de positieve stand waardoor de schakeling 46 wordt uitgeschakeld en de kleuren van het van het positief komende beeld dus ongewijzigd blijven. Alhoewel het negatief 47 in het algemeen beschreven is als van een kleurenfilm, kan bij de bovenbeschre-35 ven inrichting ook een zwart/wit negatief worden gebruikt.

De videokamera 1 kan kleurregelorganen omvatten zoals een kleurtoonregelorgaan dat ingesteld kan worden om kleurenaf-wijkingen van het negatief 47 of positief te compenseren.

8201861 - 8 -

Ook kunnen kleurzwemen worden toegevoegd om bepaalde kleuren-kenmerken van het negatief 47 te versterken. Een kleurtoon-regelorgaan kan gebruikt worden voor het compenseren van variaties in de kleur van het baismateriaal waarop de af-5 druk 47 wordt gemaakt, daar dit vaak varieert met het speci- ' ale type filmfabrikaat. Bovendien kunnen de filters 23 worden verwisseld om variërende eigenschappen van het gebruikte type film te compenseren. Een automatische versterkingsregel-schakeling in de videokamera 1 wordt gebruikt voor de compen-10 satie van donkere en lichte negatieven 47 en positieven,en om de hoeveelheid door de kamera ontvangen licht in te stellen.

De uitgangssignalen die representatief zijn voor het beeld van het negatief 47 kunnen worden overgebracht 15 op een televisieontvanger om op het scherm daarvan weergegeven te worden of overgebracht worden naar een videobandre-corder die een bewerkingsinrichting kan omvatten voor het aan het signaal toevoegen van informatie zoals ondertitels.

De inrichting volgens de onderhavige uitvinding 20 zoals hierboven beschreven heeft het voordeel, dat deze een compact en vertikaal projecterend deel heeft dat gebruik maakt van., laag-vermogen projectielampen, waardoor de warmte goed weggehouden wordt van de video-apparatuur en de lenzen, terwijl filters bovendien eenvoudig verwis-25 seld kunnen worden en de inrichting gebruikt kan worden met veel verschillende soorten filmhouders. De inrichting omvat ook een besturingsschakelaar voor omschakeling van negatief naar positief al naar gelang een positief of negatief beeld geprojecteerd moet worden. De schakelaar 45 wordt in de bo-30 venbeschreven uitvoeringsvorm met de hand bediend, maar de inrichting kan ook een automatische schakelaar omvatten, zodat de signaalbewerkingsschakeling 46 in de juiste beeld-omzetstand geplaatst kan worden wanneer de kamera 1 op het basisorgaan 5 wordt gemonteerd, mogelijk d.m.v. de verdraai-35 bare knop 12 ..De inrichting heeft ook het voordeel dat de videokamera gemakkelijk van de basis van de inrichting los gemaakt kan worden en dat de basis en het huisdeel zelf van elkaar gescheiden kunnen worden om deze gemakkelijk te kunnen dragen en in een kleine ruimte op te kunnen slaan.

820 1 8 6 1

Claims (7)

1. Inrichting voor het in een positief beeld omzetten van een negatief, gekenmerkt door een basisorgaan met aan êën einde middelen voor het daarop monteren van een videokamera, een ten minste nagenoeg loodrecht op 5 het andere einde van het basisorgaan gemonteerd huis, omvattende een lamphuis waarin een lamphouder is opgenomen, een spiegelhuis waarin een spiegel is opgenomen voor het naar de videokamera reflecteren van van het lamphuis komend licht, en een ruimte tussen het lamphuis en het spiegelhuis waarin 10 een negatieve film gestoken kan worden.

2. Inrichting volgens conclusie 1, verder gekenmerkt door in de lichtbaan aangebrachte kleurenfilter-middelen voor het compenseren van de eigenschappen van het basismateriaal van de negatieve film.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat op het spiegelhuis geleidingsmiddelen voor het geleiden van een filmhouder zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de filmhouder in het vlak van de negatieve 20 film in de geleidingsmiddelen kan worden geroteerd.

5. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de spiegel van buiten het spiegelhuis met de hand roteerbaar is.

6. Inrichting volgens ëën van de voorgaande con-25 clusies, gekenmerkt door een videokamera met een negatief naar positief omkeerschakelaar voor het in of uitschakelen van een kleurensignaalbewerkingsschakeling voor omzetting van negatief naar positief beeld.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het k e n-30 merk, dat de negatief naar positief omkeerschakelaar automatisch wordt bediend wanneer de videokamera op het basisorgaan wordt gemonteerd. 8201861