NL8200862A - Veerbuffer. - Google Patents

Description

1 N.0. 30 893 - 1 -

Veerbuffer.

De uitvinding heeft betrekking op een veerbuffer voor vast-houdtouwen voor het bevestigen van voorwerpen, in het bijzonder voor het vastsjorren van voorwerpen op voertuigen, met aan steeds een eind van twee trekankers aangebrachte aansluitdelen voor de 5 vasthoudtouwen en met, bij de van aansluitdelen afkeerde einden van de trekankers aangebrachte, tegen steeds een eind van een druk-veer steunende steunpunten.

Een veerbuffer van de bovengenoemde soort, is uit DE-0S-2855909 bekend. De bekende veerbuffer is in zoverre niet bevre-10 digend, dat de opbouw daarvan zeer gecompliceerd is. De gecompliceerde opbouw wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt doordat twee verschillend gevormde, de veer tussen zich insluitende, telescoopachtig,in elkaar grijpende trekankers gebruikt worden.

Set doel van de uitvinding is een veerbuffer van het boven-15 genoemde soort te verschaffen, die uit eenvoudige delen bestaat, makkelijk te monteren is en een compacte constructie mogelijk maakt.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de door de binnenkant van de drukveer lopende trekankers uit delen met dezelfde vorm bestaan, die aanslagen voor het begrenzen van de 20 slag voor het beperken van de maximale slag van de drukveer hebben.

De veerbuffer volgens de uitvinding heeft het voordeel dat deze op bijzonder economische wijze te vervaardigen is, daar de trekankers dezelfde vorm hebben. Omdat de trekankers van aanslagen voor het begrenzen van de slag voorzien zijn, wordt het gevaar van 25 overbelasting van de drukveer geëlimineerd. Dit is in het bijzonder dan van voordeel, als de drukveer in een rubber- of kunststofom-hulsel ingebed is.

Yerdere bijzonderheden en kenmerken van de uitvinding blijken uit de volgconclusies en de volgende beschrijving van verschillende 30 uitvoeringsvoorbeelden. Daarbij tonen:

Eig. 1 een eerste veerbuffer tijdens de montage; fig. 2 een doorsnede langs de lijn II-II in fig. 1; fig. 3 een doorsnede door de afgemonteerde veerbuffer; fig. 4 een doorsnede door de over 90° gedraaide, afgemonteerde 35 veerbuffer volgens fig. 3; fig. 5 een met fig. 3 overeenkomende doorsnede door de veer- 8200862 f ? - 2 -t buffer in de aanslag stand; fig. 6 een gewijzigde veerbuffer in de montagestand; fig. 7 een doorsnede langs de lijn 7II-VII in fig. 6; fig. 8 de gemonteerde veerbuffer volgens fig. 6 en 7; 5 fig. 9 doorsnede van de veerbuffer volgens fig. 8, en wel in een ten opzichte van fig. 8 over 90° gedraaide stand; fig. 10 de veerbuffer volgens fig. 6 - 9 in de aanslagstand; fig. 11 een andere veerbuffer tijdens de montage; fig. 12 de veerbuffer volgens fig. 11 tijdens de montage in 10 een tweede montagestadium; fig. 13 een bovenaanzicht van de veerbuffer volgens fig. 12; fig. 14 de veerbuffer volgens fig. 11 - 13 in een ander montagestadium; fig. 15 een met fig. 13 overeenkomend bovenaanzicht van de 15 veerbuffer in het, in fig. 14 afgebeelde, montagestadium; fig. 16 de gemonteerde veerbuffer in de ruststand; fig. 17 de veerbuffer volgens fig. 16 in de aanslagstand en fig. 18 voor beter begrip, een perspectivische afbeelding van de trekankers van de veerbuffers volgens fig. 11 - 17 niet wegge-20 laten veer.

In de fig. 1 - 5 is 1 een als schroefveer gevormde drukveer, die in een omhulsel 2 uit rubber of een elastische kunststof met overeenkomstige elastische eigenschappen als rubber, ingebed is.

De door de drukveer 1 en het omhulsel 2 gevormde cilinder omsluit 25 delen van twee trekankers 3> die dezelfde vorm hebben en uit smeed-stukken bestaan. Elk van de trekankers 3 is van paarsgewijs aangebrachte aanslagen voor het begrenzen van de slag 4 voorzien, die voor de beperking van de maximale slag van de drukveer 1 dienen.

De aanslagen voor het begrenzen van de slag worden door uitsteeksels 30 van een vlak deel van de trekankers 3 gevormd. Bij de tegenover elkaar liggende einden zijn de trekankers steeds van een aansluit-deel 5 en een dwarsjuk 6 voorzien. 7 zijn dwarsdelen, die steunpunten voor de drukveer 1 vormen en in hoofdzaak de vorm van schijven hebben, welke insnapfleuven 8 voor steeds een dwarsjuk en 35 een inbrengsleuf 9 voor de trekankers hebben. Om de dwarsdelen 7 in de bedrijfsstand te brengen, wordt de drukveer tijdens de montage met behulp van stempels 10 van een montageinrichting samengedrukt. Zodra de dwarsdelen in de in fig. 1 en 2 afgebeelde stand gebracht zijn, kunnen de stempels 10 verwijderd worden en ontspant de druk-40 veer zich in zekere mate. De delen komen daarbij in. de in fig. 3 en 8200862 * t ƒ - 5 - 4 afgebeelde stand· Ook in deze stand staat de:„drukveer 1 onder voorspanning.

Bij belasting verwijderen de aansluitdelen 5 zich van elkaar totdat de aanslagen voor het begrenzen van de slag met de naar 5 elkaar toegekeerde kopvlakken van de dwarsdelen 7 in aangrijping komen. Een verdere vervorming van de drukveer is dan niet meer mogelijk. In fig. 5 is de stand met de maximale slag van de veerbuffer volgens fig. 1 t/m 4 weergegeven. Zoals bovendien uit fig. 5 blijkt, is het mogelijk om ten minste een van de trekankers 3 van 10 een schaalverdeling 11 te voorzien, die de grootte van de optredende krachten aangeeft.

Be veerbuffer volgens fig. 6 t/m 10 komt in opbouw en werkingswijze in vergaande mate met de veerbuffer volgens fig. 1 t/m 5 overeen. Bij de tweede veerbuffer worden trekankers 12 met steeds 15 een snslag voor het begrenzen van de slag 13 gebruikt. De aanslagen voor het begrenzen van de slag 13 zijn ook hier tussen steeds een bevestigingsdeel 14 en een dwarsjuk 15 aangebracht. Het dwarsjuk 15 is daarbij in tegenstelling tot het dwarsjuk 6 van het eerste uit-voeringsvoorbeeld ïï-vormig uitgevoerd. Zoals het beste in fig. 7 20 te zien is, ondersteunen de einden van de benen 16, 17 van het dwarsjuk 15 in insnapgleuven 18 steeds een schijfvormig dwarsdeel 19, dat ook in dit geval weer van een inbrengsleuf 20 voorzien is.

Terwijl bij de beide hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeel-den de trekankers 3 en 13 van steeds een dwarsjuk 6 resp. 15 waten 25 voorzien, dat via een dwarsdeel 7 resp. 19 tegen de drukveer 1 steunde, d.w.z· dat terwijl bij de tot nu toe beschreven constructies elke veerbuffer uit vijf delen bestond, de veerbuffer volgens fig. 11 t/m fig. 18 slecht uit drie delen bestaat. Bit wordt bereikt doordat men trekankers 21 gebruikt, waarvan het dwarsjuk 22 30 tevens de functie van een dwarsdeel heeft. Ook in dit geval is elk trekanker tussen het ene door het dwarsjuk 22 gevormde eind en het andere door een aansluitdeel 23 gevormde eind van een aanslag voor het begrenzen van de slag 24 voorzien. De aanslagen voor het begrenzen van de slag worden in dit geval echter door een schuin 35 lopend deel van het trekanker 21 gevormd.

Bij de montage van de veerbuffer volgens fig. 11 t/m 18 gaat men iets anders te werk dan bij de montage van de hierboven beschreven veerbuffer. Men brengt eerst, zoals in fig. 11 aangegeven is, de trekankers binnen in de binnenkant van het omhulsel 2. Yer-40 volgens drukt men de drukveer 1 samen met behulp van stempels 10, 8200862 - 4 - 1 ι r zoals in fig. 12 t/m 14 aangegeven is, en wel tot zover dat de cilindrische delen 25 in de nabijheid van het dwarsjuk 22 komen.

Is deze, in de fig. 12 en 13 aangegeven stand bereikt, dan draait men een van de trekankers 21 over 90°. De aansluitdelen 23 staan 5 na het draaien dwars op de doorsteeksleuven 26 (zie in het bijzonder fig. 18) in de dwarsjukken 22. Als men daarna de drukveer 1 ontlast, dan komen de schouders 27 van de aansluitdelen 23 met de insnapgleuven 28 van de dwarsjukken 22 in aangrijping.

De dwarsjukken hebben bij de naar elkaar toegekeerde zijden 10 bovendien geleidingsdelen 29 > waardoor de trekankers 21 in een middenstand ten opzichte van de drukveer 1 worden gehouden.

Alle beschreven veerbuffers hebben steeds onder voorspanning staande drukveren. Deze veerbuffers munten door compactheid en eenvoudige onderdelen uit. De montage van de beschreven veerbuffers 15 is in zeer korte tijd'uit te voeren en een verspannende bewerking van de gebruikte onderdelen is voldoende.

Ten slotte is bij de beschreven veerbuffers de verdeling van de krachten van voordeel.

8200862

Claims (5)

1. Yeerbuffer voor vasthoudtouwen voor het bevestigen van voorwerpen, in het bijzonder voor het vastsj.orren van voorwerpen op voertuigen, met bij steeds een eind van twee trekankers aange- 5 brachte aansluitdelen voor de vasthoudtouwen en met bij de van de aansluitdelen afgekeerde einden van het trekanker aangebrachte tegen steeds een eind van een drukveer steunende steunpunten, met het kenmerk, dat de door de binnenkant van de drukveer (1) lopende trekankers (3, 12, 21) uit delen met dezelfde vorm 10 bestaan, die aanslagen voor het begrenzen van de slag (4, 13) voor het beperken van een maximale slag van de drukveer (l) hebben.

2. Yeerbuffer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de trekankers (3, 12, 21) als smeedstukken gevormd zijn. 15 3· Yeerbuffer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de trekankers (3, 12, 21) tussen een eind dat een aansluitdeel (5, 14> 23) vormt en een eind dat een dwarsjuk (6, 15, 22) vormt van ten minste een aanslag voor het begrenzen van de slag (4> 13> 24) voorzien is. 20 4· Yeerbuffer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aanslagen voor het begrenzen van de slag (4, 13) door uitsteeksels van een vlak basislichaam van de trekankers (3, 12) worden gevormd.

5· Yeerbuffer volgens een van de conclusies 1 t/m 3> met 25 het kenmerk, dat de aanslagen voor het begrenzen van de slag (24) door een schuin lopend deel van de trekankers (21) worden gevormd. é. Yeerbuffer volgens een van de conclusies 3 t/m met het kenmerk, dat de aanslagen voor het begrenzen van 30 de slag (4, 13, 24) van het ene trekanker (3, 12, 21) in de stand met maximale slag van de veerbuffer direct of door tussenschakeling van een dwarsdeel (7, 19) tegen het dwarsjuk (6, 15, 22) van het daarbijbehorende andere trekanker (3, 12, 21) steunen.

7· Yeerbuffer volgens conclusie 6, met het 35 k e n m e r k, dat de dwarsdelen (7, 19) door schijven met snap-gleuven (8, 18) en een naar een zijde open zijnde inbrengsleuf (9, 20) voor de trekankers (3, 12) gevormd worden.

8. Yeerbuffer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de drukveer (l) door een in een omhulsel 40 (2) uit rubber of een elastische kunstof ingebed zijnde schroefveer wordt gevormd. 8200862