NL8200861A

NL8200861A - Veerbuffer.

Info

Publication number: NL8200861A
Application number: NL8200861A
Authority: NL
Original assignee: Rud Ketten Rieger & Dietz
Priority date: 1981-03-24
Filing date: 1982-03-03
Publication date: 1982-10-18
Also published as: DE3112050C2; BE892544A; IT8221157V0; DE3112050A1; GB2095365B; IT8220208A0; GB2095365A; IT1150343B

Description

N.0. 30 892 -1-

Yeerbuffer.

De uitvinding heeft betrekking op een weerbuffer voor aan trekkrachten onderworpen vasthoudtouwen voor het bevestigen van voorwerpen, in het bijzonder voor het vastsjorren van voorwerpen op voertuigen, met via steunschouders, telkens door een smaller 5 wordend eind van een trekveer, ondersteunde aansluitdelen voor de vasthoudtouwen en met organen voor het begrenzen van de slag die de maximale slag van de veer beperken, die steeds één geheel met steeds een aansluitdeel vormen.

Een veerbuffer van het bovenstaande soort is uit het Franse 10 octrooischrift 749497 bekend. Bij de bekende veerbuffer worden de aansluitdelen en de organen voor het begrenzen van de slag door gebogen draaddelen gevormd, waarbij een van de draadeinden een aansluitdeel vormt en het andere draadeind een langwerpig oog vormt. De ogen van twee organen voor het begrenzen van de slag grijpen in 15 elkaar.

De bekende veerbuffer is om meerdere redenen niet bevredigend. Ten eerste is het buigen van de aansluitdelen en van de organen voor het begrenzen van de slag verhoudingsgewijs omslachtig en kostbaar. Yan nadeel is bovendien de verhoudingsgewijs grote breedte van 20 de ogen en dat de ogen van de beide organen voor het begrenzen van de slag beperkte draaiende bewegingen ten opzichte van elkaar kunnen uitvoeren. Ook de ondersteuning van de trekveren door de door de draaddelen gevormde steunschouders laat te wensen over.

Het doel van de uitvinding is een veerbuffer van het boven-25 genoemde soort te verschaffen, die uit eenvoudige delen bestaat, die een smalle uitvoering toelaten en waarvan de organen voor het begrenzen van de slag geen draaiende bewegingen ten opzichte van elkaar kunnen uitvoeren.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat elk 30 orgaan voor het begrenzen van de slag een zich aan de steunschouder aansluitend staafvormig basislichaam heeft en elk basislichaam bij het van het aansluitdeel afgekeerde eind van een, naar een zijde open geleidingsbeugel voor het daarbij behorende andere basislichaam voorzien is.

35 De oplossing volgens de uitvinding heeft het voordeel, dat deze, wat betreft de vervaardiging, op technisch eenvoudige wijze te 8200861 ? ? · - 2 - ' verwezenlijke is en dat de organen voor het begrenzen van de slag voor het daar omheen wikkelen van de trekveer slechts in elkaar gestoken behoeven te worden.

Het os van bijzonder voordeel als de geleidingsbeugels ge-5 lijktijdig aanslagen voor de begrenzing van de slag vormen en de beide organen voor het begrenzen van de slag dezelfde vorm hebben, waarbij deze bij voorkeur als smeedstukken gevormd zijn.

De geleidingsbeugels kunnen of U-vormig of wel C-vormig gevormd zijn.

10 De uitvinding wordt hieronder aan de hand van twee in de bijgevoegde tekening afgeheelde uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt. Daarbij tonen: 3?ig. 1 een trekveerbuffer, gedeeltelijk in doorsnede, in niet gespannen toestand; 15 fig. 2 de trekveerbuffer volgens fig. 1 belast; fig. 5 het samenvoegen van de organen voor het begrenzen van de slag van de trekveerbuffer volgens fig. 1 en 2 voor het omgeven van de organen voor het begrenzen van de slag met de veer; fig. 4 de organen voor het begrenzen van de slag na het sa-20 menvoegen; fig. 5 een doorsnede langs de lijn Y-7 in fig. 4» fig. 6 een andere trekveerbuffer, gedeeltelijk in doorsnede, in de ruststand; fig. 7 de trekveerbuffer volgens fig. 6, gedeeltelijk in 25 doorsnede, in uitgerekte toestand; fig. 8 het zijaanzicht van de organen voor het begrenzen van de slag van de trekveerbuffer volgens fig. 6 en J; fig. 9 een vooraanzicht van de organen voor het begrenzen van de slag volgens fig. 8 en 50 fig. 10 een doorsnede langs de lijn X-X in fig. 9.

In fig. 1 is 1 een trekveer, waarbinnen twee organen voor het begrenzen van de slag 2 aangebracht zijn, die dezelfde vorm hebben en door smeedstukken worden gevormd. De organen voor het begrenzen van de slag 2 hebben steunschouders 5 voor het ondersteunen van de 35 zich vernauwende einden 4 en 5 van de trekveer 1. Aan de steunschouders sluiten de aansluitdelen 6 aan. Bij de van de aansluit-delen 6 afgekeerde einden van de organen voor het begrenzen van de slag, hebben deze basislichamen 7 > die de vorm van vlakke staven hebben. Bij elke van de vrije einden van de basislichamen 7 zijn 40 deze van een open geleidingsbeugel 8 voorzien. De geleidingsbeugels 8200851 * * . _ ^ _ 8 komen bij de volledig uitgetrokken trekveer tegen elkaar aan en vormen zo aanslagen voor het begrenzen van de slag. Zoals het beste in fig. 5 "te zien is, zijn de geleidingsbeugels 8 in het eerste uitvoeringsvoorbeeld ïï-vormig uitgevoerd, d.w.z. naar de zijkant 5 toe open. De gekozen vorm van de organen voor het begrenzen van de slag maakt het mogelijk om steeds twee organen voor het begrenzen van de slag, zoals in fig. 3 aangegeven is, voordat de trekveer wordt omgewikkeld, eenvoudig in elkaar te steken en deze in de in fig. 4 afgebeelde stand te brengen. Uit fig. 5 blijkt, dat de be-10 nodigde ruimte voor de staafvormige basislichamen van de organen voor het begrenzen van de slag buitengewoon klein is en daarom kan de middellijn voor het wikkelen van de in fig. 5 aangegeven trekveer zeer klein gehouden worden.

Omdat de basislichamen van delen 9 voorzien zijn, die ten 15 opzichte van de hartlijnen van de aansluitdelen 6 zijn verzet, verkrijgt men een zeer gunstige krachtverloop bij het werkzaam worden van de organen voor het begrenzen van de slag bij het begrenzen van de slag. De overdracht van de kracht bij de in aanslag gebrachte stand van de organen voor het begrenzen van de slag geschiedt, bij 20 ongeveer op de de hartlijnen van de organen voor het begrenzen van de slag, liggende in aanraking komende delen. Yan nadeel zijnde buigbelastingen van de organen voor het begrenzen van de slag zijn in elk geval niet te verwachten.

Vanzelfsprekend is een ongewild losraken van de organen voor 25 het begrenzen van de slag 2 nadat de trekveer 1 daar omheen is gewikkeld niet meer mogelijk.

Ook bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld worden twee identieke organen voor het begrenzen van de slag 9 gebruikt. In het tweede geval zijn de organen voor het begrenzen van de slag 9 echter van 30 in hoofdzaak C-vormige geleidingsbeugels 10 voorzien, die, door de symmetrische plaatsing een verbetering van het krachtverloop bij tegen elkaar aangebrachte geleidingsbeugels met zich meebrengen.

}. In dit geval moeten echter de basislichamen 7 in de nabijheid van de steunschouders 12 en de aansluitdelen 13 van steeds een inbreng-35 hals 14 voor de geleidingsbeugel 10 van het daarbij behorende andere basislichaam voorzien zijn.

Ook bij het tweede uitvoeringsvoorbeeld gebruikt men als organen voor het begrenzen van de slag 9 smeedstukken. De smeed-technische vervaardiging van de C-vormige geleidingsbeugel is door 40 de vorm iets kostbaarder dan de overeenkomstige vervaardiging van 3200861 Τ τ - 4 - een ΐΓ-vormige geleidingsbeugel.

Al met al kan gezegd worden dat door het geringe aantal delen en het eenvoudig monteerbaar zijn van de organen voor het begrenzen van de slag een merkbare verbetering van de bekende constructies 5 bereikt is.

8200861

Claims

1. Yeerbuffer voor aan trekkrachten onderworpen vasthoudtouwen voor het bevestigen van voorwerpen, in het bijzonder voor het vastsjorren van voorwerpen op voertuigen, met, via steunschouders tel-5 kens door een smaller wordend eind van een trekveer ondersteunde aansluitdelen voor de bevestigingstouwen en met de maximale slag van de veer begrenzende organen voor het begrenzen van de slag, die steeds een geheel met steeds een aansluitdeel vormen, met het kenmerk, dat elk orgaan voor het begrenzen van de 10slag (2; 9) een aan de steunschouders (3; 12) aansluitend staaf-vormig basislichaam (j; 11) heeft en elk basislichaam (7; 11) bij het van het aansluitdeel (6; 13) afgekeerde eind van een naar een zijde open geleidingsbeugel (8; 10) voor het daarbij behorende andere basislichaam (7; 11) voorzien is.

2. Yeerbuffer volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsbeugels (8; 10) aanslagen voor het begrenzen van de slag vormen.

3· Yeerbuffer volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de organen voor het begrenzen van de slag 20 (2; 9) dezelfde vorm hebben.

4· Yeerbuffer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de organen voor het begrenzen van de slag (2; 9) als smeedstukken zijn gevormd.

5· Yeerbuffer volgens een van de voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de geleidingsbeugels (8) in hoofdzaak ïï-vormig uitgevoerd zijn.

6. Yeerbuffer volgens een van de conclusies 1 t/m 4> met het kenmerk, dat de geleidingsbeugel (10) in hoofdzaak C-vormig uitgevoerd zijn. 30

7· Yeerbuffer volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk basislichaam (11) in de nabijheid van het aansluitdeel (13) van een inbrenghals (14) voor de geleidingsbeugel (10) van het andere basislichaam (11) is voorzien.

8. Yeerbuffer volgens conclusies 1-7> met het 35 kenmerk, dat de steunschouders (3) door het omtreksvlak van een afgeknot kegeldeel van de organen voor het begrenzen van de slag (2) gevormd zijn.

9« Yeerbuffer volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de basislichamen (7) delen (9) 40 hebben, waarvan de hartlijnen ten opzichte van die van de aansluitdelen (6) zijn verzet. 8200861