NL8120458A - Muntslot voor een wagentjesstelsel, dat in het bijzonder boodschappen- en bagagewagentjes bevat. - Google Patents

Description

8120458 VO 3579

Muntslot voor een wagentjesstelsel, dat in het bijzonder boodschappenen bagagewagentjes bevat.

De uitvinding heeft betrekking op een muntslot, dat kan worden'gemonteerd aan een wagentje, dat deel is van een stelsel van dergelijke wagentjes, in het bijzonder boodschappen- en bagagewagentjes. Het muntslot is uitgevoerd voor het losmaken van een vastgezet wagentje 5 door het insteken van een munt, en voor het terugbetalen van het als waarborg gestorte bedrag wanneer het wagentje wordt teruggebracht, waarbij het slot is voorzien van twee blokkeerbare sleutelgaten voor het opnemen van afzonderlijke sleutels, waarvan er een is verankerd aan het wagentje» waaraan het slot is gemonteerd. Het slot is verder zodanig 10 ingericht, dat wanneer een munt wordt ingestoken, een sleutelgat wordt vrijgemaakt voor het opnemen en vastzetten van de aan hetzelfde wagentje verankerde sleutel, zodat het andere sleutelgat een sleutel vastzet, die behoort tot een ander wagentje of een koppeleenheid, zodat wanneer de aan hetzelfde wagentje verankerde sleutel in het eerstgenoemde sleu-15 telgat is gestoken, het andere sleutelgat is vrijgemaakt voor het losmaken van de andere- sleutel, en zodat het eerstgenoemde sleutelgat wordt vrijgemaakt voor het losmaken van de daarin vastgezette en aan hetzelfde wagentje verankerde sleutel, en voor het terugbetalen van de munt, wanneer de andere sleutel in het andere sleutelgat is gestoken.

20 Het losmaken en verankeren van het wagentje wordt dus gedaan door het eenvoudig steken van een sleutel in een sleutelgat en het verwijderen daaruit. De sleutels zijn met voordeel door een ketting bevestigd aan de wagentjes. Het aan elkaar grendelen van de wagentjes is niet afhankelijk van hun onderling of met de koppeleenheid volledig juist 25 in lijn liggen.

Het sleutelstelsel maakt ook een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm mogelijk, aangezien in ieder geval de tot de wagentjes behorende sleutels kunnen zijn uitgevoerd als een drager voor de munt, en het eerstgenoemde sleutelgat kan zijn ingericht voor het alleen aan-30 vaarden van een sleutel, die een munt draagt. Dit betekent, dat betaling en het insteken van de tot hetzelfde wagentje behorende sleutel kunnen worden gecombineerd.

Het doel van de uitvinding is aan te tonen op welke 8120458 2 wijze het muntslot kan worden ontworpen als een constructie, die niet alleen eenvoudig is te bedienen, maar die ook een eenvoudig en stevig ontwerp heeft en dus geschikt is als een eenheid, die op een ruimte-sparende wijze kan worden ontworpen, die gemakkelijk aan het wagentje 5 kan worden bevestigd en die zelfs een bevredigende werking kan geven wanneer zij wordt bediend door weinig geschooldé mensen.

Dit doel is volgens de uitvinding bereikt, doordat elk sleutelgat een tuimelaar heeft, die een aanslag kan vastzetten in een blokkeerstand in een van de sleutelgaten voor het daarin vastzetten van 10 een sleutel, en doordat de aanslag beweegbaar is vanuit deze blokkeerstand naar een blokkeerstand in het andere sleutelgat door middel van aan-slageenheden, die vanaf de aanslag uitsteken in afzonderlijke sleutelgaten, en die kunnen worden bediend door een sleutel, die in het betreffende sleutelgat wordt gestoken.

15 Dit betekent, dat er een gemeenschappelijke aanslag is voor beide sleutelgaten, welke aanslag kan worden bewogen naar en vastgezet in elke blokkeerstand door afzonderlijke sleutels en tuimelaars, aangezien de aanslagwerking wordt geregeld door.de wisselwerking tussen de vereiste sleutels voor het bedienen van het slot. Aan het gren-20 delmechanisme kan een stevige constructie worden gegeven, omdat het slechts weinig onderdelen heeft, die moeten worden bewogen. De mogelijkheid van het uitvoeren van het muntslot voor bediening door sleutels, waarvan er een is geconstrueerd als een drager voor een munt, kan volgens de uitvinding op een eenvoudige wijze worden bevredigd, doordat een van 25 de tuimelaars alleen is uitgevoerd voor wisselwerking met een sleutel, die een munt draagt. Bovendien maakt het beginsel van een gemeenschappelijke aanslag een ruimtesparende constructie mogelijk, aangezien volgens de uitvinding de sleutelgaten kunnen zijn ontworpen als twee sleufkana-len, die tegenover elkaar en evenwijdig met elkaar zijn geplaatst en in-30 gericht voor hét opnemen van sleutels, ontworpen voor het insteken, en dat de aanslagen in hun afzonderlijke kanalen uitsteken.

Een eenvoudige uitvoeringsvorm van het muntslot kan volgens de uitvinding ook zijn, dat de aanslag is uitgevoerd als een zwaaibare eenheid, waarvan de draaihartlijn tussen de vlakken van de 35 sleutelgaten en evenwijdig daarmee ligt, waarbij de aanslag aan zijn vrije einde op afstand van de hartlijn is voorzien van tegengesteld uit- 8120458 3 stekende vastzetuitsteeksels, die in afhankelijkheid'van de stand van de aanslag door ingrijping afzonderlijke sleutels kunnen vastzetten.

Overeenkomstig de uitvinding kunnen de tuimelaars zijn uitgevoerd voor zowel een veerkrachtige vastzetwerking op de sleutels in 5 een richting tegengesteld aan hun insteekrichting als voor het onbeweeglijk vastzetten van de sleutels in een richting dwars op hun insteekrichting. Behalve als positieve geleiding van de tuimelaars, kan de veerkracht worden benut voor het uitstoten van een sleutel, die is losgemaakt door het insteken van een andere sleutel, en verzekert het blokkeren dwars 10 op de insteekrichting van de sleutels, dat de in het slot gestoken sleutel zelfs in de blokkeerstand is vastgezet indien het wagentje tijdens het bewegen wordt onderworpen aan. stoten.

Bovendien kan een eenvoudige en ruimtesparende uitvoeringsvorm van het muntslot volgens de uitvinding ook bestaan uit het 15 gemaakt zijn van de aanslag als een dubbelwandig lichaam, waarbij elke zijwand van het lichaam naar zijn eigen sleufvormig kanaal is gericht, de wanden op onderlinge afstand zijn geplaatst, en de aanslag en de tuimelaars zodanig zijn ingericht, dat de tuimelaars in de blokkeerstand aanliggen tegen de binnenzijde van. de zijwand, waarvan de buitenzijde 20 is gericht naar een geblokkeerd sleutelgat.

In het navolgende zal de uitvinding gedetailleerd worden uiteengezet met verwijzing naar de tekening, waarin:

Fig. 1. een uitvoering toont van vier boodschappenwa-gentjes, elk voorzien van een uitvoeringsvorm van het muntslot volgens 25 de uitvinding, zodat twee van de wagentjes onderling zijn verankerd, het derde wagentje is verankerd aan een koppeleenheid en het vierde wagentje is losgemaakt, fig. 2 op een grotere schaal een schuine voorstelling is, gezien van onder dit slot, 30 fig. 3 een schematische weergeving is door het slot vol gens de lijn III-III in fig. 2 met een sleutel in het slot gestoken en een op het punt staande in het slot te. worden gestoken sleutel, fig. 4 een uitvoeringsvorm toont van een muntslot volgens de uitvinding volgens de lijn IV-IV in fig. 6, 35 fig* 5 dezelfde uitvoeringsvorm is met de sleutel inge stoken volgens de lijn V-V in fig. 6, 8120458 k fig. 6 dezelfde uitvoeringsvorm in doorsnede is in de blokkeerstand rechts van een ingestoken sleutel, terwijl de andere sleutel in de linker zijde van het slot is gestoken, fig. 7 dezelfde uitvoeringsvorm is met de sleutel in 5 de linker zijde gestoken direct voorafgaande aan het losmaken van de slotaanslag voor het vastzetten van de linker sleutel en het losmaken van de rechter .sleutel, ' fig. 8 dezelfde uitvoeringsvorm is met de linker sleu tel vastgezet en de rechter sleutel losgemaakt, en 10 dè- fig. 9-1^· schematische afbeeldingen zijn van het muntslot met sleutels in verschillende bedrijfsstanden.

Figuur 1 toont een uitvoering van vier wagentjes A, B, C en D. Van deze vier wagentjes is A verankerd aan een koppeleenheid T, bijvoorbeeld in de vorm van een stijl of een muur. Het wagentje B is 15 verankerd aan het wagentje A, het wagentje C is verankerd aan het wagentje B en het wagentje D is losgemaakt van zijn verankering aan het wagentje C.

Elk der wagentjes A - D heeft een muntslot in een doosvormig huis 1, aan een einde waarvan twee sleutelgaten 2 en 3 aanwezig 20 zijn. Een sleutel Ij- behoort tot het muntslot en kan worden gestoken en vastgezet in het sleutelgat 2. Deze sleutel U is door een ketting 5 bevestigd aan het huis 1 of aan het wagentje, waaraan het huis is bevestigd. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm is de sleutel k ook ontworpen als drager voor een munt, omdat hij een met de munt overeenkomende uitsparing 25 7 heeft.

De sleutel U is gevormd als een tong voor het insteken, aan het insteekeinde waarvan zich een uitsparing 8 bevindt met toegang van buiten. Deze uitsparing strekt zich uit in de sleutel door de bodem van de uitsparing 7. In de in figuur 5 getoonde uitvoeringsvorm,' over-30 brugt de uitsparing diametraal een groot gedeelte van deze bodem. Zij kan echter ook iets korter of langer zijn, zodat zij slechts over enige afstand in.de bodem reikt of over enige afstand voorbij de. bodem.

Bij de getoonde uitvoeringsvorm is het huis 11 van het muntslot ontworpen als een langwerpige, opstaande doos met een recht-35 hoekige doorsnede. De sleutelgaten 2 en 3 monden uit in de bodem van het huis en hebben de gedaante van sleufvormige kanalan voor het opnemen van 8120458 5 . sleutels, gevormd als platte tongvormige eenheden voor het insteken.

Een aanslag 13, die vrij kan draaien aan een dwarspen 12, is gemonteerd in het huis 11. De pen 12 strekt zich uit tussen de vlakken van de sleutelgaten 2 en 3 en evenwijdig daarmee. Aan het van de pen weggekeerde 5 einde heeft de aanslag 13 aan weerszijden een vastzetuitsteeksel 1^, welke uitsteeksels in het draaivlak in tegengestelde richting uitsteken, en aan zijn onderste rand twee vastzetuitsteeksels 15, die in het draaivlak in tegengestelde richtingen uitsteken. De sleutels U hebben zij-inkepingen 16, overeenkomende met de uitsteeksels 1^ en een overeenkom-10 stige sleuf 17, waarin de uitsteeksels 15 kunnen aangrijpen wanneer de sleutels in het huis 11 zijn gestoken. Verder is de aanslag 13 voorzien van twee aanslageenheden 18 in de vorm van uitsteeksels, die in het draaivlak in tegengestelde richtingen uitsteken. Deze aanslageenheden steken uit vanaf de aanslag aan weerszijden van de pen 12 en in de sleu-15 telgatkanalen 2 en 3.

- Bovendien bevat het huis drie tuimelaars, verplaats baar in de lengterichting van het huis en elk bestaande uit twee tuimel-eenheden 19 en 20, die evenwijdig met elkaar zijn gemonteerd. Elke eenheid 19 en 20 wordt bediend door een drukveer 21, die zich bevindt tus-20 sen het bovenste einde van de eenheid en de bovenplaat 22 van het huis.

De twee eenheden van elke tuimelaar zijn ontworpen voor wisselwerking met hun afzonderlijk sleutelgatkanaal. Voor dir doel heeft elke eenheid gedeeltelijk een aanslagvlak 23 voor de in het betreffende kanaal ge- ' stoken sleutel, gedeeltelijk een raakvlak dat zijdelings is gericht 25 en door middel waarvan de eenheid de aanslag 12 in aanraking kan houden met een in het huis gestoken sleutel.

Bovendien is de aanslag 13 geconstrueerd als een dubbelwandige eenheid, waarvan de twee zijwanden 25 en 26 zijn gericht naar hun afzonderlijke respectievelijke sleutelgatkanalen 2 en 3, en zijn de 30 aanslag 13 en de tuimeleenheden 19 en 20 zodanig uitgevoerd, dat een tui-meleenheid in een blokkeerstand van de aanslag aanligt tegen de binnenzijde van de zijwand, waarvan de buitenzijde is gericht naar een sleutelgatkanaal, dat is geblokkeerd.

Het slot werkt op de volgende wijze.

35 De in figuur 6 getoonde situatie wordt als uitgangs- stand genomen. In dit voorbeeld is een sleutel H(D), waarvan wordt aange- 8120458 6 nomen dat hij in zijn uitsparing 7(D) een munt houdt, vastgezet aan het huis 11 in het sleutelgatkanaal 2(D).

De aanslag 13 wordt naar rechts gezwaaid, zodat de rechter vastzetuitsteeksels 1U en 15 aangrijpen in de inkeping 16 en de 5 sleuf 17 van de sleutel. De tuimeleenheid 19, waarvan het aanslagvlak 23 uitsteekt in het sleutelgatkanaal 3(D), komt in aanraking met de binnenzijde van de wand 26 van de aanslag via haar raakvlak 2b en verzekert dus het aangrijpen van de uitsteeksels 11+ en 15 in de uitsparingen 16 en 17.

10 Een andere sleutel b{c) wordt over enige afstand in het sleutelgatkanaal 3(D) gestoken tot tegen het aanligvlak 23 van de tuimeleenheid 19. Een verder insteken van de sleutel b[C) drukt de tuimeleenheid 19 naar hoven, zodat de veer 21 wordt samengedrukt en het raakvlak 2b wordt weggetrokken vanuit zijn raakst and met de binnenzijde 15 van de wand 26, en tegenover een in deze wand zich bevindende sleuf, met streeplijnen getoond in de tekening, en de sleutel b(c) begint te lopen op de aanslageenheid 18 van de aanslag 13, welke eenheid uitsteekt in het sleutelgatkanaal 3(D). Zie figuur 7. Het verder insteken van de sleutel U(C) zwaait de aanslag naar links, zodat de aangrijpverbinding 20 tussen de aanslag 13 en de sleutel l+(D) wordt losgemaakt, terwijl de aanslag dan via zijn uitsteeksels 11+ en 15 naar links draait in aangrijping met de uitsparingen 16(C) en 17(c) van de sleutel U(C). De andere tuimeleenheid 20 is dan klaar voor het uitvoeren van een omschakeling vanuit de in figuur 8 getoonde stand naar de in figuur 6 getoonde stand, zie 25 figuur 8,.

De sleutel U(C) draagt .geen munt, en de middentuimelaar, die zich tegenover de muntsleuf 7 bevindt, is iets langer dan de andere tuimelaars, zodat hij kan reiken in een sleufvormige axiale uitsparing in de bodem van de sleuf 7. Deze uitvoering heeft het gevolg, dat een 30 sleutel zonder munt het losmaken alleen kan produceren door het steken in het sleutelgatkanaal, dat een zodoende verlengde tuimelaar heeft.

Bovendien, hebben beide sleutels b{O) en U(C) een schouder 2β, en zijn zij zodanig ingericht, dat de schouders van de sleutels naar elkaar zijn gericht bij het steken in het huis 11. De schouders 35 . zijn zodanig hoog, dat zij zouden botsen en dus hun onderlinge langsbewe-ging blokkeren indien geen inkepingen 27 en bijbehorende uitsteeksels voor 8120 A 5 8 7 het langsbewegen zouden zijn aangebracht in de schouders. Door het aan deze inkepingen, die open zijn in de bewegingsrichting, en de uitsteeksels geven van verschillende breedten, gemeten in de dwarsrichting van . de sleutels, kunnen de inkepingen en uitsteeksels een code verschaffen, 5 zodat alleen op elkaar afgestemde sleutels in hetzelfde huis kunnen worden gebruikt. Derhalve kan worden bereikt, dat alleen wagentjes, die bijvoorbeeld tot dezelfde ondernemer behoren, aan elkaar kunnen worden gekoppeld. ,

Een stelsel wagentjes, uitgerust met muntsloten volgens 1.0 de uitvinding werkt gedetailleerd als volgt.

Wanneer het achterste wagentje D van een rij wagentjes A, B, C, D,die is verankerd aan de koppeleenheid T van de rij moet worden losgemaakt, zie figuur 1, moet' een munt 28 in de uitsparing 7 worden gestoken van de sleutel 4(D) van het wagentje 4.. De sleutel 4(d) wordt 15 dan in het sleutelgat 2(d) gestoken van het huis 1(d), bevestigd aan het wagentje D. Zie de figuren 9 en 10.

De bij-het wagentje C behorende sleutel 4(D) is reeds verankerd aan dit slothuis 1(D), zie de figuren 9 en 10, aangezien hij is gestoken in het sleutelgat 3(D) van het huis 4(D) waar hij is vastge-20 zet door de aanslag van het slot 1(D).

Beide sleutels 4(D) en 4(C) hebben schouders 26 met overeenkomende code-vormende uitsteeksels en uitsparingen., zoals hiervoor beschreven. Bovendien is de uitvoering zodanig, dat de sleutels 4 alleen in de sleutelgaten 2 en 3 kunnen worden gestoken met de schouders 26 25 naar elkaar gericht. Zie figuur 10.

Wanneer de sleutel 4(D) zodanig ver in het sleutelgat 2(D) is gestoken, dat de schouder 26(D) van deze sleutel langs de schouder 26(C) is bewogen van de sleutel 4(C), vastgezet in het sleutelgat 3 (D), in de richting naar het slothuis, zie figuur 10, is de aanslag van 30 het slot 1(D) losgemaakt door bediening gedeeltelijk direct door de sleutel 4(D), gedeeltelijk door de munt 28, gestoken in de sleutel 4(D), zodat de aanslag de sleutel 4(.C) losmaakt en de sleutel 4(D) vastzet, zie figuur 10, waarna de sleutel 4(C) kan worden verwijderd uit het sleutelgat 3(D) van het wagentje D en het wagentje D is losgemaakt, zie figuur 35 1. Het wagentje kan dan vrij overal worden verplaatst met zijn eigen ___ sleugel 4(D) en de daarin gestoken munt vastgezet in het huis 1(d).

8120458 _____________ _______________________ 8

Wanneer het wagentje D wordt teruggebracht naar een rij wagentjes of direct naar de koppeleenheid T, wordt de sleutel van het achterste wagentje van de. rij of van de koppeleenheid T, in het in figuur 1 getoonde voorbeeld de sleutel MO van het wagentje C, weer 5 in het sleutelgat 3(b) gestoken van het wagentje D, zie figuur 12, totdat 'de schouder 26(C) van de sleutel MO is bewogen langs de schouder 26(D) van de sleutel Md), verankerd in het slothuis 1(D), hetgeen vrij kan worden gedaan aangezien beide schouders 26(C) en 26(D) overeenkomstige blokkeercodes hebben. Dezelfde omstandigheden zullen heersen voor 10 de sleutels 1+ van de andere wagentjes van dezelfde rij, alsmede voor de sleutel van de koppeleenheid T. Wanneer de sleutel MO volledig is ingestoken, zal hij de aanslag bedienen van het slot 1(D), zodat hij gedeeltelijk de sleutel Md) losmaakt van het wagentje D zelf,, gedeeltelijk - de sleutel MO tegenhoudt van het wagentje C. Zie. figuur 13. De sleutel 15 Md) kan worden verwijderd uit het slothuis 1(D) en de munt 28 kan weer * worden verwijderd uit de sleutel Md). Het wagentje D is dan weer ge koppeld aan de rij wagentjes en klaar voor opnieuw huren. Zie figuur 1M Een ankerplaat voor de ketting 5, die de sleutel MD) verbindt met het huis 1.1, is aangeduid met 29. 30 is een plaat, gebruikt 20 voor het aan een wagentje bevestigen van het huis 11.

ft 12 0 4 5 8

Claims (6)

1. Muntslot, dat kan worden gemonteerd aan een wagentje, dat deel is van een stelsel van dergelijke wagentjes, in het bijzonder boodschappen- en bagagewagentjes, welk slot is uitgevoerd voor het losmaken van een vastgezet wagentje door het insteken van een munt, en voor : 5 het terugbetalen van het als waarborg gestorte bedrag wanneer het wagentje wordt teruggebracht, waarbij het slot is voorzien van twee blokkeerbare sleutelgaten voor het opnemen van afzonderlijke sleutels, waarvan er een is verankerd aan het wagentje, waaraan het slot is gemonteerd, dat verder zodanig is uitgevoerd, dat wanneer een munt wordt ingestoken, een 10 sleutelgat wordt vrijgemaakt voor het opnemen en vastzetten van de aan hetzelfde wagentje verankerde sleutel, zodat het andere sleutelgat een sleutel vastzet, die behoort bij een ander wagentje of een koppeleenheid, zodat wanneer de met hetzelfde wagentje verankerde sleutel in het eerstgenoemde sleutelgat is gestoken, het andere sleutelgat is vrijgemaakt 15 voor het losmaken van de andere sleutel, en zodat het eerstgenoemde sleutelgat is vrijgemaakt voor het losmaken van de daarin vastgezette en aan hetzelfde wagentje verankerde sleutel en voor het terugbetalen van de munt, wanneer de andere sleutel in het andere sleutelgat is ge-, stoken, met het kenmerk, dat elk sleutelgat een tuimelaar heeft, uitge- 20 voerd voor het vastzetten van een aanslag in een blokkeerstand in een van de sleutelgaten voor het vastzetten van een daarin gestoken sleutel, en dat de aanslag beweegbaar is vanuit deze blokkeerstand naar een blokkeerstand in het andere sleutelgat door middel van aanslageenheden, die vanaf de aanslag uitsteken in de afzonderlijke sleutelgaten, en die kun-25 nen worden bediend door een sleutel, die.in het betreffende sleutelgat wordt gestoken.

2. Muntslot volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de sleutelgaten zijn ontworpen als twee sleufvormige kanalen, die tegenover en evenwijdig met elkaar zijn aangebracht, en zijn uitgevoerd voor het 30 opnemen van voor het insteken ontworpen sleutels, en dat de aanslageenheden in hun afzonderlijke kanalen uitstéken.

3. Muntslot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat __ de aanslag is uitgevoerd als een zwaaibare eenheid, waarvan de draaihart- 8120458____________ _________ 10 . ί lijn tussen de vlakken ligt van de sleutelgaten en evenwijdig daarmee, waarbij de aanslag aan zijn vrije einde op afstand van de hartlijn is voorzien van in tegengestelde richtingen uitstekende vastzetuitsteek-, seis, die in afhankelijkheid van. de stand van de aanslag vastzettend 5 kunnen aangrijpen in afzonderlijke'sleutels. k. Muntslot volgens een der conclusies . 1 - 3, met het kenmerk, dat de tuimelaars zijn uitgevoerd voor zowel een. veerkrachtige vastzetwerking op de sleutels in een richting tegengesteld aan hun in-steekrichting, als voor het onbeweeglijk vastzetten van de sleutels in 10 een richting dwars op hun insteekrichting.

5. Muntslot volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de aanslag is uitgevoerd als een dubbelwandig lichaam, van welk lichaam elke wand naar zijn. eigen sleufvormig kanaal is gericht, dat de wanden op onderlinge afstand.'liggen, en dat de aanslag en.de tuimelaars zodanig 15 zijn aangebracht, dat de tuimelaars in de hlokkeerstand aanliggen tegen de binnenzijde van de zijwand, waarvan de buitenzijde is gericht naar een geblokkeerd sleutelgat.

6. Muntslot volgens een der voorgaande conclusies, uitgevoerd voor bediening door sleutels,, waarvan er een de vorm heeft van 20 een muntdrager, met het kenmerk, dat een van de tuimelaars is uitgevoerd voor het alleen samenwerken met een sleutel, die een munt draagt.

7. Muntslot volgens conclusie 1 en 3, met het kenmerk, dat. de aanslageenheden van de aanslag de gedaante hebben van uitsteeksels, die vanaf de aanslag naar beide zijden van de hartlijn van het heen- en 25 weerbewegen van de aanslag, uitsteken. 8120458