NL8120347A - Inrichting voor een frame en dergelijke. - Google Patents

Inrichting voor een frame en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL8120347A
NL8120347A NL8120347A NL8120347A NL8120347A NL 8120347 A NL8120347 A NL 8120347A NL 8120347 A NL8120347 A NL 8120347A NL 8120347 A NL8120347 A NL 8120347A NL 8120347 A NL8120347 A NL 8120347A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
contact surfaces
sections
protrusions
cavity
parts
Prior art date
Application number
NL8120347A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187367C (nl
NL187367B (nl
Original Assignee
Davidson Mats Ingvar
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Davidson Mats Ingvar filed Critical Davidson Mats Ingvar
Publication of NL8120347A publication Critical patent/NL8120347A/nl
Publication of NL187367B publication Critical patent/NL187367B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187367C publication Critical patent/NL187367C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B7/00Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
    • F16B7/04Clamping or clipping connections
    • F16B7/044Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship
    • F16B7/0446Clamping or clipping connections for rods or tubes being in angled relationship for tubes using the innerside thereof
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2/76Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge with framework or posts of metal
    • E04B2/78Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge with framework or posts of metal characterised by special cross-section of the frame members as far as important for securing wall panels to a framework with or without the help of cover-strips
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B2/00Walls, e.g. partitions, for buildings; Wall construction with regard to insulation; Connections specially adapted to walls
    • E04B2/74Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge
    • E04B2/76Removable non-load-bearing partitions; Partitions with a free upper edge with framework or posts of metal
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B12/00Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior
    • F16B12/10Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like
    • F16B12/28Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for metal furniture parts
    • F16B12/32Jointing of furniture or the like, e.g. hidden from exterior using pegs, bolts, tenons, clamps, clips, or the like for metal furniture parts using clamps, clips, wedges, sliding bolts, or the like
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B2200/00Constructional details of connections not covered for in other groups of this subclass
    • F16B2200/30Dovetail-like connections
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T403/00Joints and connections
    • Y10T403/46Rod end to transverse side of member
    • Y10T403/4602Corner joint

Description

81203/,-, , PCT/N/31.151 -dV/kvn J /
Inrichting voor een frame en dergelijke
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor een opstelbaar frame.
Het is reeds bekend om een frame en een framevormi-ge inrichting te construeren met behulp van buisvormige steu-: 5 nen en koppelstukken. De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor dit doel en omvat steunen in de vorm van buisvormige elementen en koppelstukken, die vanaf het ene uiteinde in een buiselement kunnen worden gestoken, zodat deze kan worden verbonden met een ander overeenkomstig 10 buiselement langs een zijde hiervan onder rechte hoek op de langsas hiervan en in verschillende hoekstanden. Een dergelijke inrichting is reeds bekend uit het Zweedse octrooischrift 7312307/7. De buiselementen bezitten hierbij vier zijden en een aantal in de langsrichting van de zijden verlopende groe-; 15 ven. De benen van een U-vormig koppelelement kunnen in twee van dergelijke groeven worden geduwd en hier stevig op aan-grijpen door klemmen om de tegenover elkaar liggende wanden van de twee groeven, die naar elkaar toe zijn gericht, door middel van een schroef. Het koppelelement wordt zodanig op zijn 20 plaats op een buiselement gehouden en verbindt dit onder een i rechte hoek met een ander buiselement, doordat het koppelele-! ment in de eindopening van het tweede buiselement wordt gestoken en stevig op het element wordt vastgehouden, omdat de genoemde schroef door een gat in deze laatste steekt.
25 Bij een dergelijke inrichting is het klemeffect re- ! latief goed bij het eerste buiselement, als de benen van het koppelelement voldoende sterk worden gemaakt, doch de verbin-ding met het tweede buiselement vindt plaats zonder enige mogelijkheid tot vastzetten, waarbij de bevestiging alleen
; I
30 plaatsvindt doordat het gat van het buiselement bij wijze van spreken op de uiteinden van de schroef is gemonteerd. Hierdoor J kan de koppeling geen grote krachten opnemen en bij eventuele ! | trillingen en dergelijke periodieke krachten bestaat er een | grote kans op toenemende speling ter plaatse van de verbin-: 35 ding.
Het bovengenoemde probleem wordt opgelost door mid^ i i i del van een koppelstuk, waarbij het koppelelement in beide |....... buiselementen wordt bevestigd door dezelfde vastzethandeling.
8120347
OMOiW.LC
- 2 -
Het doel van de onderhavige uitvinding is het ver-schaffen van een inrichting, waarbij identieke buiselementen door middel van koppelstukken met elkaar kunnen worden ver-bonden op een bijzonder stabiele wijze, zodat grote statische ' 5 en dynamische krachten kunnen worden opgenomen.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een inrichting met een koppelstuk, dat op eenvoudige wijze kan worden uitgevoerd met behulp van rationele methoden en met beperkte gereedschapskosten.
10 De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weer-gegeven.
Fig. 1 is een zijaanzicht van het koppelstuk van een eerste uitvoeringsvorm van.de uitvinding.
15 Fig. 2 is een over 90° ten opzichte van het zijaan zicht uit fig. 1 afgebeeld tweede zijaanzicht van het koppelstuk;
Fig. 3 is een in fig. 2 vanaf rechts genomen eind- aanzicht; ;20 Fig. 4 geeft een gedeeltelijk opengewerkt aanzicht weer van drie koppelstukken en drie met elkaar verbonden buiselementen.
1 :
Fig. 5 is een perspectivisch aanzicht, waarbij drie koppelstukken zichtbaar zijn, die vier buiselementen met el-i 25' kaar verbinden; en
Fig. 6 en 7 zijn perspectivische aanzichten van de koppelstukken van een tweede uitvoeringsvorm.
Zoals uit de tekening blijkt, bestaat een volledig koppelstuk 1 uit twee identieke helften 2 (in de fig. 1-3 is 30 §gn helft met een doorlopende lijn en έέη helft met een on-derbroken lijn weergegeven), een schroef 3 met een inwendige : hexagonale bus en een moer 4 (de onderdelen 3 en 4 zijn in fig. 5 weergegeven). Elke koppelstukhelft 2 bezit een buiten-gedeelte 6 en een binnengedeelte 7. Het buitengedeelte 6 om- 35 vat een binnenwaarts gericht oppervlak 8, dat,indien de beide .
helften zijn samengevoegd ter vorming van een volledig koppelstuk, naar de andere helft is gericht.
De koppelstukken dienen voor het verbinden van twee buiselementen en een dergelijk koppelstuk is in fig. 4 in 8120347
Q1 40/2'lC
i - 3 - dwarsdoorsnede weergegeven. De buiselementen zijn met 22 aan-geduid en bestaan uit een dunwandig profiel, dat in een denk-beeldig vierkant kan worden ingeschreven. Buitenzijden 23 van het profiel verlopen volgens de zijden van het vierkant, ter-5 wijl in het midden van de hoek van het denkbeeldige vierkant groeven zijn gevormd door de wanden zodanig naar binnen te vou-wen, dat de bodems varf.. de respectieve groeven worden gevormd door een wandsectie 24, welke een hoek van 45° maakt met de buitenzijden 23. De zijwanden van de groeven worden gevormd 10 door secties 25, welke aansluiten op de wandsectie 23 en 24 en onder een hoek van 60° staan ten opzichte van de buiten-zijwanden 23. De wandsecties 23 vormen derhalve tezamen met de omringende secties. zwaluwstaartvormige secties.
Aangezien de buiselementen dienen samen te werken 15 met de koppelstukken, waarbij de binnengedeelten 7 van de koppelstukken in de uiteinden van de buiselementen worden ge-stoken, terwijl gelijktijdig de buitengedeelten 6 met de bui-tenzijde van de buisprofielen moeten kunnen worden verbonden door samenwerking tussen oppervlakken van de koppelstukken 20 en de wandsecties 23 en 24 van het buisprofiel, verdient het de voorkeur, dat de buiselementen over de gehele lengte het-zelfde profiel bezitten. Indien echter in een punt andere ele-menten dienen te worden bevestigd, is het niet bezwaarlijk dat ; het buisprofiel een afwijkende vorm heeft van het profiel van | 25 bepaalde langsdelen, mits deze afwijkende vorm de gewenste | verbinding van een koppelstuk niet beinvloedt.
Van het koppelstuk 1 moet het buitengedeelte 6 van de twee helften 2 om de zwaluwstaartvormige secties van het buiselement 22 grijpen en tegen twee tegenover elkaar liggende ; 30 oppervlakken 25 rusten. Het buitengedeelte 6 kan worden be- schouwd als een parallellepipedum met een zijde 13, vanaf wel-: ke het binnengedeelte 7 zich uitstrekt. Een uitsteeksel 15 met een contactvlak 16, dat vanaf een oppervlak 14 buiten-waarts verloopt en schuin naar het binnenoppervlak 8 is ge-! 35 richt, strekt zich uit vanaf een buiteneindvlak 14. Het oppervlak 14 staat loodrecht op het binnenoppervlak 8 en bij 1 het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld sluit het contactvlak 16 | een hoek van 60° in met het eindoppervlak 14. Bij een volledig koppelstuk vormen de tegenover elkaar liggende oppervlakken 8'1 2 0 3 47
0K022LC
- 4 - 16 van de twee helften de vastgrijpvlakken, welke de zwaluw-staartsectie van het buiselement, die wordt gevormd door de twee wandsecties 25, zullen omsluiten. Bij het oppervlak 13 be-; zit het buitengedeelte 6 schuine hoekkanten 17.
5 In het centrale vlak loopt een gat 18 door het bui- ' tengedeelte 6 heen voor een schroef 3, welk gat 18 eindigt in een uitsparing 19 voor het opnemen van de cirkelvormige kop van de schroef 3 of de hexagonale moer 4.
De binnengedeelten 7 van de twee helften, die tegen 10 elkaar zijn geplaatst om een koppelstuk te vormen,zijn bestemd om in het uiteinde van het buiselement te worden gestoken, . 1 waarbij zij hierin worden vastgeklemd als het oppervlak 16 van de buitengedeelten een ander buiselement omklemt. Op deze wijze : kan het buiselement, in het uiteinde waarvan de gedeelten 7 15 zijn gestoken onder een rechte hoek worden bevestigd op een tweede buiselement, waarop het buitengedeelte van het koppelstuk is geklemd, hetgeen op elke gewenste plaats in de langsrichting van dit tweede buiselement kan plaatsvinden.
Het binnengedeelte 7 bezit vier beenvormige uitsteek-20 sels 10. De buiteneinden van deze uitsteeksels vormen elk een oppervlak 11, dat in wezen in dezelfde richting is gericht als het binnenoppervlak 8, doch schuin ten opzichte hiervan ver- i loopt. De oppervlakken 11 zijn boven het oppervlak 8 gelegen ; (gezien in de richting van het oppervlak 8). Het gedeelte van ; 25 elk afwisselend uitsteeksel 10, dat boven het oppervlak 8 uit-steekt en het oppervlak 11 liggen tegenover de ene lange zij-kant van de koppelstukhelft 2, terwijl de andere uitsteeksels ! naar de andere zijkant zijn gericht. Oppervlakken 11 vormen | derhalve met elkaar een zigzagpatroon. De uitsteeksels 10 be-| 30 zitten ook schuine vlakken 21, die ten opzichte van de respec-| ; tieve oppervlakken 11 aan de andere zijde van het uitsteeksel I ! zijn gelegen (gezien in een richting loodrecht op het binnenoppervlak 8). De oppervlakken 21 zijn gevormd op kleine schou-ders 12. De uitsteeksels 10 zijn met elkaar verbonden door een 35 middengedeelte 9. ' j j Zoals werd opgemerkt, zijn de uitsteeksels 10 achter- j j eenvolgens in de langsrichting van de koppelstukhelft 2 in eeh I ; zigzagvorm aangebracht, zodat de uitsteeksels vier lagen vor-: ; men, die onder een hoek ten opzichte van elkaar verlopen. In 8120347 0140221.0 - 5 - dit verband wordt de langsverbinding van de koppelstukhelft beschouwd als verlopende in de richting van een denkbeeldig vlak, dat loodrecht op het binnenoppervlak 8 staat en centraal door het buitengedeelte 6 loopt en hiervoor een symmetrievlak 5 vormt, en voorts centraal door het binnengedeelte 7 loopt. Hierna wordt dit vlak aangeduid als het middenvlak.
De hoek tussen de oppervlakken 11 van de uitsteeksels 10 is gelijk aan de hoek van de wand 25 en bedraagt bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 120°. De overige opper-: 10 vlakken van de uitsteeksels 10 zijn het duidelijkst zichtbaar in fig. 4, waar rechtsonder een eindaanzicht is weergegeven van een koppelstuk, vanaf het uiteinde, waar het binnengedeel-te is gelegen. Zoals in deze tekening is weergegeven, zijn er ook oppervlakken 21 op de schouders 12 aanwezig, die bij het 15: weergegeven uitvoeringsvoorbeeld onder 30° staan ten opzichte van het respectieve oppervlak 11. Overige oppervlakken behoeven geen contact te maken met het profiel maar zijn vrije oppervlakken en kunnen derhalve een vrijere vorm hebben, zoals hierna zal worden aangeduid.
20 De fig. 1-3 tonen een koppelstukhelft 2 in getrok- ken lijnen, terwijl de onderbroken lijnen aanduiden op welke wijze een tweede koppelstukhelft met identieke vorm in het midden tegen de eerste helft kan worden geplaatst en de beide | helften tezamen een koppelstuk vormen, waarbij de twee binnen- ! 25 oppervlakken 8 naar elkaar toe zijn gericht en een middenvlak ! tussen de delen omgeven.
Ten gevolge van de verplaatsing van de uitsteeksels 10, passen deze, wanneer de beide helften tegenover elkaar liggen, tegen elkaar, zodat de respectieve oppervlakken 11 : 30: tegenover elkaar liggen, zoals rechts in fig. 4 is weergegeven.
De uitsteeksels 10 grijpen op laminaire wijze in elkaar, zoals in het midden van fig. 4 zichtbaar is, waarbij ervoor is j | . ; gezorgd, dat voldoende speling aanwezig is tussen de uitsteeksels. De koppelstukhelften dienen bij elkaar te worden gehou-35 den door de schroef 3, die door het gat 18 verloopt en waar-van de kop in de uitsparing 19 in de ene koppelstukhelft is | opgenomen, terwijl de moer 4 in de uitsparing 19 in de andere koppelstukhelft is opgenomen. Een pen 5 dient voor het bepalen | ; van de positie van de koppelstukhelften gedurende het samen-
i . .. I
8120347
0K022LC
- 6 - stellen, waarbij bij voorkeur de gaten voor de pen in de twee helften een enigszins verschillende diameter hebben, zo-dat de pen in de ene koppelstukhelft kan worden bevestigd en met speling in de tweede koppelstukhelft kan uitsteken. Dit 5 ; kan bij geheel verschillende koppelstukhelften echter worden bereikt door gebruik te maken van een pen met twee opeenvol-gende diameters.
De twee koppelstukhelften 2 kunnen identiek zijn, maar kunnen zelfs zo met hun oppervlak 8 tegenover elkaar wor-10 den samengevoegd door de onderlinge verplaatsing van de uit-! steeksels 10, welke bij het samenvoegen in elkaar grijpen. Voorts is een koppelstukhelft zodanig ontworpen,dat het, ge-zien in een deelvlak parallel aan het oppervlak 8 geen on-dersnijdingen bezit. Dit betekent, dat de koppelstukhelften 15 kunnen worden gegoten,bijvoorbeeld door gieten in een meta-len vorm,zodat zij gemakkelijk kunnen worden vervaardigd on-danks de gecompliceerde vorm. Er is slechts den gietvorm voor een koppelstukhelft nodig voor het vervaardigen van het vol-ledige koppelstuk.
20 Dezelfde eigenschappen gelden voor de koppelstuk helft volgens fig. 6. Evenals de koppelstukhelft volgens het hiervoor beschreven uitvoeringsvoorbeeld bezit deze koppelstukhelft dezelfde contactvlakken 16, 11 en 21. Deze uitvoe-ringsvorm is echter in nog grotere mate geschikt gemaakt voor 25 gieten in een vorm, doordat de koppelstukhelft, zoals uit de tekening blijkt, uitsparingen bezit, waardoor het koppelstuk een relatief kleine en nagenoeg uniforme materiaaldikte heeft. Aangezien de contactvlakken nagenoeg gelijk zijn, is de wer-king ook gelijk.
30 Voor het met elkaar verbinden van twee buiselementen i 22 worden twee koppelstukhelften genomen en tegen elkaar ge-plaatst op de in fig. 1 weergegeven wijze, waarbij de binnen-I I gedeelten 7 in het ene uiteinde van een buiselement worden : i ; i gestoken. Het oppervlak 16 van het buitengedeelte 6 wordt 35 om een van de twee zwaluwstaartvormige delen van het tweede ; buiselement gehaakt. Deze delen worden gevormd door de wand-: | secties 23 en 25. Door het vastzetten van de schroef 3 .'kunnen· de | oppervlakken 16 de secties 25 omklemmen, waarbij ten gevolge van de schuine stand hiervan tegelijkertijd de oppervlakken :8 12 0347
OViO:;7LC
- 7 - 14 tegen de wandsectie 13 wordt gedrukt en een stevige greep wordt verkregen. Tijdens het vastzetten worden tevens de bin-nengedeelten 7 van de twee koppelstukhelften 2 tegen elkaar gedrukt. Gedurende dit proces worden eerst de oppervlakken 21 5 op de uitstekende schouders 12 tegen de binnenwanden van in totaal vier wandsecties 25 gedrukt. De oppervlakken 11 dienen bij voorkeur enige speling te bezitten ten opzichte van de tegenoverliggende wandsecties 25. Naarmate het vastzetten ver-der gaat wordt een zekere veerkracht verkregen in het buis-10 profiel, waardoor ook de oppervlakken 11 contact maken. Beide koppelstukhelften maken contact en wel op twee plaatsen voor elk uitsteeksel 10, zodat in totaal op zestien plaatsen door het koppelstuk contact met het buiselement wordt gemaakt. Deze i contactpunten zijn ten gevolge van de rotatie van de verschil-75 ' lende uitsteeksels 10 ten opzichte van elkaar symmetrisch ver-deeld rond het middenvlak. In fig. 4 is het duidelijkst weer-gegeven op welke wijze het klemmen plaatsvindt.
Opgemerkt wordt, dat het klemmen van het buitenge-deelte 6 tegen het buisprofiel plaatsvindt, doordat de opper-20 vlakken 16 naar elkaar toe worden gebracht en dus stevig om het buiselement grijpen. De oppervlakken 21 worden ook naar elkaar toe gebracht en drukken bijgevolg tegen de naar buiten gerichte binnenoppervlakken van het buiselement. Anderzijds ! zijn de oppervlakken 11 van de uitsteeksels 10 aan de andere 25 zijde van het middenvlak gelegen, zij staan onderling in I "visgraadverband", en bijgevolg komen zij verder van elkaar te liggen, als de koppelstukhelften naar elkaar toe worden getrokken, en maken bijgevolg contact met de binnenwaarts gerichte (naar het middenvlak gerichte) oppervlakken aan de 30 : binnenzijde van het buiselement. Dankzij dit ingewikkelde ! principe wordt een goed verdeeld contact bereikt.
! Industriele toepasbaarheid | Dankzij de uitvoering van de onderdelen van de be- schreven inrichting wordt door slechts het vastzetten van een I : 35 i schroef een bijzonder sterk en robuust vastklemmen van de buiselementen bereikt door middel van koppelstukken, die ver-! , spreide, goed verdeelde oppervlakken verschaffen en in het j bijzonder een vastklemmen, dat een beweging tussen onderdeleh verhindert, waardoor de kans op vervorming en speling wordt :11 2.03 4 7 ............-......... ................ !
014022LC
- 8 - geelimineerd. Het systeem waarborgt dat het uiteinde van een buiselement altijd kan worden verbonden met een kruisend buis-element over de gehele lengte hiervan en in vier onderling loodrechte richtingen. Zoals in fig. 5 is weergegeven, kan 5 met behulp van deze verbindingsmogelijkheden een oneindig aantal constructies worden bereikt.
Een gestel voor een machine, een transporteur of een tentoonstellingsvitrine kan bijvoorbeeld worden gecon-strueerd met een buitenhoek met δδη verticaal buiselement 10 26 (fig. 5) en twee horizontale buiselementen 27, die onder een rechte hoek met elkaar met het buiselement 26 zijn verbonden. In de langsrichting van de profielen 26 en 27 kan op elk punt een dwarssteun 28 worden aangebracht. De zwaluwstaart-vormige secties, die door de buiselementen worden gevormd, zijn 15 ook zeer geschikt voor de bevestiging van verschillende onder-delen, bijvoorbeeld door middel van klemorganen, die overeen-komen met die, welke worden gevormd door het buitengedeelte i 6 van het koppelstuk. Het principe van het binnengedeelte 7 van het koppelstuk kan ook worden toegepast voor speciale on-20 derdelen, zoals voetstukken, die vanaf de bodem in een verticaal buiselement steken en tevens voor verbindingsdelen voor i het met elkaar verbinden van twee buiselementen,die met elkaar in lijn liggen, welke verbindingsdelen dan zijn uitgevoerd als twee met elkaar verbonden binnengedeelten.
25 Zoals reeds werd opgemerkt, zijn de koppelstukhelf- ten hier bij voorkeur uitgevoerd als gietsecties, waarbij het feit dat de koppelstukhelften identiek zijn van voordeel is uit gereedschaps- en fabricage-oogpunt en tevens vanwege opslag-en montageredenen. Uiteraard zijn ook andere fabricagemetho- ; 30 den geschikt en in dit verband kan nog worden opgemerkt, dat
I
| de enige plaats, waar de koppelstukhelften nauwkeurig dienen I te zijn uitgevoerd, bestaat uit de contactvlakken, die met de i buiselementen gaan samenwerken, dat wil zeggen de oppervlakken 11 , 21 en 16.
35 De buiselementen kunnen zijn uitgevoerd als ge§x- trudeerde profielen, maar bij toepassing van staal,dat niet | kan worden ge^xtrudeerd, kan het buiselement ook gemakkelijk. worden vervaardigd door buigen uit een plaat in een rolbuig-machine. Dit betekent dat voor de fabricage uiteenlopende 8120347
GM022LC
- 9 - materialen en fabricagetechnieken beschikbaar zijn.
' j | ' ; j
j i I
"8:1 2 0 3 4 7
014022L.C

Claims (9)

1. Inrichting voor een frame en dergelijke, voor-zien van elementen, bijvoorbeeld afstandselementen in de vorm van buisvormige steunen (22) en vasthoudorganen, die deze steunen bij elkaar houden, in de vorm van koppelstukken (1), 5 die elk bestaan uit een eerste inwendige sectie (7), welke in een holte in β§η van de elementen (22) kan worden geklemd, en een tweede uitwendige sectie (6), welke een tweede element kan vastgrijpen door hier stevig omheen te klemmen door middel van uitwendige contactvlakken (16) van het koppelstuk, waar-10 bij het koppelstuk (1) twee secties omvat (2, 2), die zijn voorzien van kopsecties, die aan weerszijden van het midden-vlak tussen de secties zijn gelegen, welke kopsecties de ge-noemde contactvlakken (16) dragen, alsmede tenminste e§n or-gaan (3), bij voorkeur een schroeforgaan, voor het onderling : 15 verplaatsen van de onderdelen, teneinde het genoemde klemef-fect te bereiken en de contactvlakken (16) naar elkaar toe in de richting van het middenvlak te verplaatsen, met het kenmerk, dat de holte van elkaar af gerichte op-i pervlakken bezit, die aan weerszijden van het middenvlak in 20 de gewenste positie of posities van het koppelstuk (1) zijn gelegen, waarbij het eerste gedeelte (7) van de secties met de genoemde contactvlakken (16) aan de zelfde zijde van het middenvlak contactvlakken (21) bezit voor samenwerking met de genoemde van elkaar af gerichte binnenoppervlakken van de holte, : 25 waarbij gedurende het verplaatsen van de secties en de bewe-ging van de eerder genoemde contactvlakken (16) naar elkaar toe tevens de genoemde contactvlakken (21) van de eerste sec- i tie (7) naar elkaar toe worden verplaatst en tegen de contact- ! | vlakken van de holte komen te liggen. ; 30
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de contactvlakken van de holte worden ge- ! | vormd door binnenwaarts gevouwen wandsecties (25) van het element (22) , dat althans ter plaatse van de holte is uitge- ; voerd als een buis met een nagenoeg uniforme materiaaldikte. | 35
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met h el t | i kenmerk, dat de tweede uitwendige sectie (6) van het I i ' I koppelstuk (1) zodanig is uitgevoerd, dat het tezamen met de contactvlakken (16) om een sectie van het element (22) klemt^ 8120347 01.10221 C %· - 11 - welke sectie wordt gevormd door de buitenwandsectie (23) teza-men met de aangrenzende binnenwaarts gebogen secties (25), waarbij de laatste als contactvlakken dienen.
4. Inrichting volgens conclusie 3f m e t h e t 5 kenmerk, dat de buitensecties (23) van het element recht zijn en zodanig ten opzichte van elkaar. zijn gelegen, dat zij in een veelhoek,bij voorkeur een vierkant, kunnen worden ingeschreven.
5. Inrichting volgens edn der voorgaande conclusies, 10 met het kenmerk, dat de holte tevens oppervlakken bezit, die naar elkaar toe zijn gericht en die dienen voor samenwerking met contactvlakken (11) van een andere aard van de onderdelen (2, 2) van het koppelstuk, welke aan de tegen-overliggende zijde van het middenvlak zijn gelegen ten op-15 zichte van de genoemde contactvlakken (16, 21), waarbij bij het verplaatsen van de contactoppervlakken (16, 21) naar elkaar toe de laatstgenoemde contactoppervlakken (11) van elkaar af bewegen en daardoor in aanraking komen met de naar elkaar toe gerichte oppervlakken van de holte, en waarbij de positie 20 van alle inwendige contactoppervlakken (11, 21) zodanig is, ! dat zij althans nagenoeg gelijktijdig contact maken.
6. Inrichting volgens conclusie 5, m e t het kenmerk, dat de inwendige contactoppervlakken (11, 21) van de twee onderdelen (2, 2) van het koppelstuk (1) zijn ge- 25! legen op uitsteeksels (10), die in de langsrichting van het element (22) in de gemonteerde stand op elkaar volgen en die wanneer de twee onderdelen zijn samengevoegd, op laminaire wijze in elkaar grijpen.
7. Inrichting volgens conclusie 6,met het 30 kenmerk, dat elk onderdeel (2, 2) tenminste twee uit- i steeksels (10) bezit, die elk, indien de onderdelen denk-beeldig worden verdeeld in quadranten van het middenvlak en I een loodrecht hieropstaand tweede vlak, een contactoppervlak (21) van het eerste type in een eerste quadrant bezitten en een ; 35 contactoppervlak (11) van het tweede type in een quadrant, | dat hier diagonaal tegenover ligt.
8. Inrichting volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de uitsteeksels (10) van elk onderdeel (2, 2) zodanig in paren zijn onderverdeeld, dat tenminste 8120347 OKO.mC ,-12- * g§n uitsteeksels contactoppervlakken (11, 21) bezit in een eerste paar diagonaal tegenover elkaar liggende quadranten en tenminste een tweede uitsteeksel contactoppervlakken bezit in het andere paar tegenover elkaar liggende quadranten.
9. Inrichting volgens den der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de twee onderdelen (2, 2) van een koppelstuk identiek zijn en de uitsteeksels (10) zodaning versprongen zijn aangebracht, dat, wanneer de twee identieke onderdelen naar elkaar toe worden gericht, de respectieve 10 uitsteeksels van het ene onderdeel passend kunnen worden op-genomen in de ruimten tussen de uitsteeksels van het andere onderdeel. en omgekeerd. j j ' I i | | ! i | | ! i 8120347 ! ; ; Guomc
NLAANVRAGE8120347,A 1980-09-17 1981-09-17 Samenstel van buizen en koppelstukken. NL187367C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE8006509A SE420342B (sv) 1980-09-17 1980-09-17 Anordning vid stativ
SE8006509 1980-09-17
PCT/SE1981/000269 WO1982001054A1 (en) 1980-09-17 1981-09-17 Arrangement for frame and the like
SE8100269 1981-09-17

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8120347A true NL8120347A (nl) 1983-01-03
NL187367B NL187367B (nl) 1991-04-02
NL187367C NL187367C (nl) 1991-09-02

Family

ID=20341752

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8120347,A NL187367C (nl) 1980-09-17 1981-09-17 Samenstel van buizen en koppelstukken.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US4461596A (nl)
EP (1) EP0067820A1 (nl)
JP (1) JPH0218442B2 (nl)
KR (1) KR890000541B1 (nl)
AU (1) AU549180B2 (nl)
CA (1) CA1164621A (nl)
CH (1) CH649365A5 (nl)
CS (1) CS222200B2 (nl)
DE (1) DE3152347C2 (nl)
DK (1) DK150917C (nl)
ES (1) ES274359Y (nl)
FI (1) FI79399C (nl)
FR (1) FR2490316B1 (nl)
GB (1) GB2104994B (nl)
IT (1) IT1139434B (nl)
NL (1) NL187367C (nl)
PT (1) PT73687B (nl)
SE (1) SE420342B (nl)
SU (1) SU1269741A3 (nl)
WO (1) WO1982001054A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
AT395203B (de) * 1986-08-20 1992-10-27 Kreusel Ulrich Verbindungselement fuer den stirnseitigen anschluss eines rohres an ein kugelfoermiges bauteil
JPH0468034U (nl) * 1990-10-25 1992-06-16
DE9202301U1 (nl) * 1992-02-20 1993-06-17 Geisen, Johannes, Dipl.-Ing., 2800 Bremen, De
US5716155A (en) * 1993-09-16 1998-02-10 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha T-shaped connection frame
DE4406208C2 (de) * 1994-02-25 2001-10-11 P & S Plan & Scan Ingenieur Gm Anordnung mit einem Profilverbinder
DE19617653C2 (de) * 1996-05-03 1998-11-05 Friatec Keramik Kunststoff Verbindungsanordnung mit einem Profil
DE19855928A1 (de) * 1998-12-04 2000-06-08 Wolfgang Rixen Verbindung zweier Profilstäbe
DE19952403A1 (de) * 1999-10-29 2001-05-03 Wemefa Horst Christopeit Gmbh Halterungschiene mit Halterungselementen
DE20219397U1 (de) * 2002-12-13 2004-04-22 Rixen, Wolfgang, Dipl.-Ing. Verbinder
FR2853343B1 (fr) * 2003-04-04 2005-05-20 Jean Pierre Genries Dispositif de fixation d'une lisse de rambarde sur des poteaux ou analogues
WO2023079613A1 (ja) * 2021-11-04 2023-05-11 Sus株式会社 プロファイル用コネクタ

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1359796A (fr) * 1963-03-18 1964-04-30 Installations Generales Et D A Pince d'assemblage de profilés, notamment de profilés tubulaires
FR1418868A (fr) * 1964-07-03 1965-11-26 Vallourec Dispositif d'assemblage de tubes ou organes analogues
CH442870A (de) * 1966-01-24 1967-08-31 Mueller Hermann Profilschienen-Verbindung
JPS5131307B1 (nl) * 1971-05-28 1976-09-06
US3966342A (en) * 1974-10-25 1976-06-29 Seiki Hanbai Co., Ltd. Interior structure frame assembly
US3969031A (en) * 1974-11-15 1976-07-13 Kroopp Karl Gunnar Assembly of structural members
US4142343A (en) * 1977-09-20 1979-03-06 Trafton Ronald H Post apparatus and methods of constructing and utilizing same
DE8025609U1 (de) * 1980-09-25 1981-01-15 Mero-Raumstruktur Gmbh & Co Wuerzburg, 8700 Wuerzburg Befestigungselement fuer platten an stabteilen

Also Published As

Publication number Publication date
GB2104994A (en) 1983-03-16
FR2490316B1 (fr) 1986-06-06
DE3152347C2 (de) 1995-04-20
ES274359U (es) 1984-04-01
NL187367C (nl) 1991-09-02
KR830008092A (ko) 1983-11-09
DK150917B (da) 1987-07-13
WO1982001054A1 (en) 1982-04-01
FI79399B (fi) 1989-08-31
CS222200B2 (en) 1983-05-27
FI79399C (fi) 1989-12-11
DK150917C (da) 1988-02-08
PT73687B (en) 1982-11-23
JPS57501490A (nl) 1982-08-19
US4461596A (en) 1984-07-24
ES274359Y (es) 1984-11-16
CH649365A5 (fr) 1985-05-15
EP0067820A1 (en) 1982-12-29
AU7640381A (en) 1982-04-14
FR2490316A1 (fr) 1982-03-19
IT1139434B (it) 1986-09-24
IT8124014A0 (it) 1981-09-17
DE3152347T1 (de) 1984-09-20
JPH0218442B2 (nl) 1990-04-25
CA1164621A (en) 1984-04-03
FI823404L (fi) 1982-10-07
KR890000541B1 (ko) 1989-03-20
NL187367B (nl) 1991-04-02
FI823404A0 (fi) 1982-10-07
DK218982A (da) 1982-05-14
AU549180B2 (en) 1986-01-16
SU1269741A3 (ru) 1986-11-07
PT73687A (en) 1981-10-01
SE420342B (sv) 1981-09-28
GB2104994B (en) 1984-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8120347A (nl) Inrichting voor een frame en dergelijke.
US6062664A (en) Frame for a switchgear cabinet
US6247869B1 (en) Tubing connector
JPH07252906A (ja) 吊り下げ器具
US20090090686A1 (en) Shelving connector
GB1582664A (en) Joining member for frame systems
NL8001291A (nl) Verbindingsstelsel voor steigerconstructies.
US9737826B2 (en) Pairing block set and toy block thereof
JPS63170098A (ja) プラスチック紙はさみ
US4496263A (en) Coupling device for coupling panels and like structural members
JP6778953B2 (ja) プロファイル用コネクタ
JP3614926B2 (ja) 多数のロッド部材を有するフレーム構造
EP3578736B9 (en) Head for a prop
JP7194748B2 (ja) 接続要素、メカニカル継手、及びメカニカル継手における2つの接続要素の使用
EP0664094B1 (en) Cross member made from a tubular section for joining the uprights of metal shelving
NL1032886C1 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een hek met staanders.
NL1035255C2 (nl) Beugel.
EP0168544A1 (en) A corner joint for connecting bar elements
JP2589338Y2 (ja) デッキプレート用天井吊り金具
RU96106927A (ru) Узел соединения элементов пространственного каркаса здания
JP3001608U (ja) キーユニット
JP6950963B2 (ja) レール式免震装置の中間レールの井桁直交連結方法
JP3001130U (ja) 曲面状鉄筋枠組み立て用治具
NL1010826C2 (nl) Steigersysteem.
JP2020186539A (ja) 足場板

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20010917