NL1032886C1 - Werkwijze voor het vervaardigen van een hek met staanders. - Google Patents

Description

*

Korte aanduiding: Werkwijze voor het vervaardigen van een hek met staanders.

BESCHRIJVING

5 De onderhavige uitvinding heeft volgens een eerste aspect betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een hek met staanders die zich uitstrekken door ten minste één kokervormige ligger, omvattende de stappen van: a) het verschaffen van ten minste één kokervormige ligger voorzien 10 van doorgangen voor het opnemen van staanders; b) het door doorgangen in de ten minste ene kokervormige ligger steken van staanders; en c) het in de lengterichting van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger fixeren van zich door de ten minste ene 15 kokervormige ligger uitstrekkende staanders.

Een dergelijke werkwijze is algemeen bekend. Bij de bekende werkwijze worden staanders aan de bovenkant en aan de onderkant door doorgangen in een kokervormige ligger gestoken. Daarbij kan een staander door twee doorgangen worden gestoken die aan de bovenzijde respectievelijk aan de 20 onderzijde van de kokervormige ligger zijn voorzien, maar het is ook mogelijk dat een staander door slechts één doorgang in de kokervormige ligger wordt gestoken zodat de staander met een uiteinde afsteunt tegen de binnenwand van de kokervormige ligger. Meestal worden de staanders door twee liggers, een hogere en een lagere ligger, gestoken, maar het is ook mogelijk dat slechts één kokervormige 25 ligger of juist meer dan twee kokervormige liggers worden voorzien. Wanneer de staanders in de kokervormige ligger zijn gestoken worden de staanders volgens de bekende werkwijze aan de kokervormige ligger gelast.

Een nadeel van de bekende werkwijze is dat iedere staander afzonderlijk aan de koker(s) moet worden gelast. Dit maakt de werkwijze voor het 30 vervaardigen van een dergelijk hek duur, omdat het lassen een tijdrovend werk is dat door vaklieden moet worden uitgevoerd.

De onderhavige uitvinding beoogt daarom een werkwijze volgens de aanhef van conclusie 1 te verschaffen die goedkoper kan worden uitgevoerd dan de bekende werkwijze. Dit doel wordt door de onderhavige uitvinding bereikt doordat de 1032886 1 t 2 te fixeren staanders zijn voorzien van een aanslagdeel, waarbij de aanslagdelen van de staanders voorafgaand aan of bij stap c) binnen de ten minste ene kokervormige ligger ten opzichte van elkaar worden uitgelijnd en dat bij stap c) het fixeren van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger geschiedt door 5 het doen aangrijpen van een fixeerelement op aanslagdelen van de betreffende staanders. Hierdoor worden de staanders binnen de koker via het fixeerelement althans ten minste in de lengterichting van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger, en daarmee ook ten opzichte van elkaar gefixeerd. Als gevolg daarvan zijn de staanders gezamenlijk gefixeerd ten opzichte van de ten 10 minste ene kokervormige ligger, althans in zoverre dat de staanders niet verder ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger kunnen worden verplaatst dan een eventuele speling tussen het aldus aangebrachte fixeerelement en de ten minste ene kokervormige ligger toestaat. Aldus is de doelstelling volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding bereikt.

15 Bij een de voorkeur genietende werkwijze volgens de onderhavige uitvinding wordt bij stap c) een langwerpig fixeerorgaan door de aanslagdelen van de staanders binnen de holte van de ten minste ene kokervormige ligger geschoven voor het fixeren van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger. Wanneer de aanslagdelen binnen de ten minste ene kokervormige ligger zijn 20 uitgelijnd is een langwerpig fixeerorgaan eenvoudig door de aanslagdelen in de koker te schuiven. Een verder voordeel is dat het langwerpig fixeerorgaan later ook weer eenvoudig uit de koker kan worden verwijderd voor het opheffen van de fixering tussen de staanders en de ten minste ene kokervormige ligger.

Bij een alternatieve de voorkeur genietende werkwijze volgens de 25 onderhavige uitvinding wordt bij stap c) een zich tegenover de ten opzichte van elkaar uitgelijnde aanslagdelen bevindende wand van de ten minste ene kokervormige ligger ingedrukt, zodat de ingedrukte wand aangrijpt in de aanslagdelen van de staanders die zich door de ten minste ene kokervormige ligger uitstrekken. Hierdoor wordt het aantal onderdelen voor het fixeren van de staanders 30 ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger beperkt. Er zijn immers, althans voor de basis uitvoeringsvorm van deze werkwijze, geen extra onderdelen nodig. Op deze wijze kan eenvoudig een permanente fixering worden gerealiseerd.

Het heeft de voorkeur dat bij het voor uitlijning oriënteren van de staanders een uitlijnorgaan wordt toegepast, om te verzekeren dat de één of meer r 3 staanders voorafgaand aan het in het aanslagdeel van de staander(s) voeren van het fixeerorgaan juist ver genoeg door de ten minste ene kokervormige ligger worden gestoken, zodat de aanslagdelen juist binnen de ten minste ene kokervormige ligger zijn gepositioneerd.

5 Volgens een tweede aspect heeft de onderhavige uitvinding betrekking op een hek omvattende staanders die zich ten dele uitstrekken door ten minste één kokervormige ligger en, althans ten minste in de lengterichting van de staanders, ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger zijn gefixeerd.

Een dergelijk hek is bekend, bijvoorbeeld als een hek zoals 10 vervaardigd volgens de hierboven beschreven bekende werkwijze voor het vervaardigen van een hek. De staanders zijn daarbij door middel van lassen aan de ten minste ene kokervormige ligger bevestigd. Een nadeel van het bekende hek is dat aan die bekende werkwijze het eerder besproken nadeel van tijd en kosten kleeft.

15 De onderhavige uitvinding beoogt volgens het tweede aspect een hek te verschaffen dat eenvoudiger en/of goedkoper kan worden vervaardigd dan het bekende hek. Dit wordt door de onderhavige uitvinding bereikt door een hek omvattende staanders die zich ten dele uitstrekken door ten minste één kokervormige ligger en, althans ten minste in de lengterichting van de staanders, 20 ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger zijn gefixeerd, waarbij de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger zijn gefixeerd door aangrijping van een fixeerelement op aanslagvlakken in de staanders, welke aanslagvlakken zich bevinden binnen de ten minste ene kokervormige ligger. Een dergelijk hek kan, zoals eerder in dit document besproken, op relatief eenvoudige 25 en goedkope wijze met een werkwijze volgens het eerste aspect van de onderhavige uitvinding worden vervaardigd. Aldus is de doelstelling van de onderhavige uitvinding bereikt.

Het heeft de voorkeur, dat zich door de ten minste ene kokervormige ligger een fixeerorgaan uitstrekt dat aangrijpt op aanslagdelen die in 30 de staanders zijn voorzien. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze de beoogde fixering tot stand gebracht, doordat dit fixeerorgaan zich in de lengterichting van de holle kokervormige ligger door de aanslagvlakken van de staanders uitstrekt.

Bij een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het aanslagdeel in een staander een insnijding die in een * f 4 hoek ten opzichte van de lengteas van de staander is georiënteerd. Een dergelijke insnijding is eenvoudig in een staander te voorzien, bijvoorbeeld door het maken van een zaagsnede. Daarbij kan de zaagsnede zich in hoofdzaak parallel uitstrekken aan een hoek waarin de uiteindeoppervlakken van de staander zich 5 uitstrekken.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het fixeerorgaan een langwerpige plaat. Een langwerpige plaat kan eenvoudig worden gehanteerd voor het binnen de koker in de inkepingen voeren van de langwerpige plaat. Bovendien mag van een langwerpige plaat een zekere 10 stijfheid worden verondersteld die nodig is voor het in de lengterichting van de staanders fixeren van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger.

Voor het verschaffen van een eenvoudige doch betrouwbare fixering van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger is 15 de langwerpige plaat bij voorkeur aan één lange zijde in inkepingen in de staanders opgenomen en steunt de langwerpige plaat aan de andere lange zijde af tegen een binnenwand van de ten minste ene kokervormige ligger. Op deze wijze wordt eenvoudig gebruik gemaakt van aanslagmogelijkheden die door de staanders en de ten minste ene kokervormige ligger worden verschaft.

20 De ten minste ene kokervormige ligger heeft bij voorkeur een rechthoekige dwarsdoorsnede. De langwerpige plaat steunt daarbij bij voorkeur in een hoek tussen een onderwand en een zijwand van de ten minste ene kokervormige ligger af. Hierdoor is de lange zijde van de langwerpige plaat die afsteunt tegen de binnenzijde van de ten minste ene kokervormige ligger ook min of 25 meer gefixeerd ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger.

Bij een alternatieve voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding is het fixeerelement gevormd door een wand van de ten minste ene kokervormige ligger, die in de inkepingen van de liggers is gedrukt. Het in de inkepingen van de staanders drukken van een wand van de ten minste ene 30 kokervormige ligger is een eenvoudige wijze voor het ten opzichte van de ligger fixeren van de staanders. Er zijn geen extra onderdelen nodig voor het maken van de verbinding. Slechts de bewerking van het in de inkepingen drukken van de betreffende wand verschaft een goede gewenste fixering.

Bij nog een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige ' 1 5 uitvinding omvat de inkeping in een staander een doorgaand gat dat zich parallel aan de lengteas van de ten minste ene kokervormige ligger uitstrekt, waarbij een fixeerorgaan zich door de ten opzichte van elkaar uitgelijnde doorgaande gaten van de staanders uitstrekt. Ook hierbij verschaffen de doorgaande gaten een uitstekend 5 aanslagvlak voor een zich door de gaten uitstrekkend fixeerorgaan.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding strekken zich binnen de ten minste ene kokervormige ligger ten minste twee fixeerorganen uit, die steeds in ten minste twee aanslagdelen van een betreffende staander aangrijpen. Dit verschaft een nog betere fixering.

10 Het heeft de voorkeur dat het hek twee of meer kokervormige liggers omvat, waardoorheen zich de staanders uitstrekken, waarbij de staanders althans ten minste in de lengterichting van de staanders ten opzichte van een tweede kokervormige ligger door middel van een fixeerelement zijn gefixeerd zoals hierboven beschreven. Hierbij strekken de staanders zich uit tussen de ten minste 15 twee kokervormige liggers, waardoor een stevige constructie wordt verschaft. Bovendien wordt hierbij ook de fixering ten opzichte van de tweede kokervormige ligger op eenvoudige en goedkope wijze gerealiseerd.

Hiernavolgend zal de onderhavige uitvinding slechts bij wijze van voorbeeld nader in detail worden toegelicht onder verwijzing naar de bijgevoegde 20 tekeningen, waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een hek volgens de onderhavige uitvinding; figuur 2a een stap uit de werkwijze volgens de onderhavige uitvinding toont; 25 figuur 2b een staander toont voor toepassing bij een werkwijze volgens figuur 2a; figuur 3a een perspectivisch aanzicht toont van een staander en een ligger van een hek voorafgaand aan het fixeren van de staander; figuur 3b een zijaanzicht toont van de staander en ligger uit figuur 30 3a; figuur 3c de staander en ligger uit figuur 3a toont na het fixeren; figuur 3d een zijaanzicht toont van de staander en ligger uit figuur 3c; figuur 3e een uitvoeringsvorm toont van een staander voor ' 1 6 toepassing bij de werkwijze uit figuur 3a; figuur 4a een perspectivisch aanzicht toont van een staander en een ligger van nog een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding voorafgaand aan het fixeren; 5 figuur 4b een zijaanzicht toont van de staander en ligger uit figuur 4a; figuur 4c de staander en ligger uit figuur 4a toont na het fixeren; en figuur 4d een zijaanzicht toont van de staander en ligger uit figuur 4c.

10 Nu kijkend naar figuur 1 wordt een hek 1 getoond met een aantal staanders 2 die zich uitstrekken door doorgangen in twee liggers 3 in de vorm van een holle buis met een rechthoekige dwarsdoorsnede. De staanders 2 en liggers 3 zijn ten opzichte van elkaar gefixeerd door middel van een metalen strip 4 die zich door de ligger 3 uitstrekt, maar waarvan slechts één uiteinde zichtbaar is.

15 Nu kijkend naar figuur 2a wordt een deel van een hek 11 getoond waarbij staanders 12 zich uitstrekken door een ligger 13 en waarbij een metalen strip 14 in de ligger 13 wordt geschoven en zich daarbij deels uitstrekt door insnijdingen in de staanders 12. Figuur 2a toont aan de onderkant een metalen strip 14 die zich uitstrekt door de staanders 12, en waarbij slechts voor een duidelijke 20 toelichting de bijbehorende ligger is weggelaten. In figuur 2b is de staander 12 afzonderlijk getoond waarbij de insnijdingen 5a en 5b duidelijk zichtbaar zijn.

Figuren 3a en 3b tonen een perspectivisch aanzicht respectievelijk een zijaanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding waarbij een staander 22 zich uitstrekt door een ligger 23. De staander 22 25 is voorzien van twee insnijdingen 25 die zich beide binnen de ligger 23 bevinden. In figuur 3c en 3d zijn dezelfde staander 22 en ligger 23 te zien, maar nu nadat een wand 23a van de ligger naar binnen is gedrukt en materiaal tussen de insnijdingen 25a en 25b van de staander heeft weggedrukt. Figuur 3e toont staander 22 afzonderlijk.

30 In figuren 4a tot en met 4d is nog een andere uitvoeringsvorm van een staander 32 en een ligger 33 volgens de onderhavige uitvinding getoond. Bij deze uitvoeringsvorm is de staander 32a over de gehele buitenomtrek verjongd en worden de wanden 33a, 33b van de ligger 33 in de verjonging van de staander 32 gedrukt.

7

Nu kijkend naar figuur 1 is een hek 1 te zien waarbij staanders zich uitstrekken door doorgangen (niet zichtbaar) die in de liggers 3 van het hek zijn voorzien. De uiteinden van de staanders 2 zijn schuin afgezaagd en binnen de kokervormige liggers 3 zijn de staanders bovendien voorzien van inkepingen die 5 zich in hoofdzaak parallel uitstrekken aan de vlakken van de schuine uiteinden van de staanders 2. Een metalen strip 4 is in de holle ligger 3 geschoven en strekt zich daarbij uit door de niet getoonde inkepingen in de staanders 2 en steunt af in een hoek van de ligger 3. In figuur 1 strekken de metalen strips 4 zich in een hoek ten opzichte van elkaar uit, maar het is evengoed mogelijk dat de metalen strips 4, en 10 dus ook de inkepingen in de staanders 2, zich parallel aan elkaar uitstrekken. De metalen strip 4 voorkomt dat de staanders 2 in hun lengterichting ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de ligger 3 kunnen worden verschoven.

Nu kijkend naar figuren 2a en 2b is een detailaanzicht gegeven van een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zoals ook zichtbaar is in 15 figuur 1. De staanders 12 strekken zich uit dóórgaten in de ligger 13, waarbij aan de bovenkant van de figuur het deel van de staanders 12 dat zich binnen de ligger 13 maar voor de metalen strip 14 uitstrekt met stippellijnen is getekend. In figuur 2a is duidelijk zichtbaar dat de metalen strip 14 zich uitstrekt tot in de insnijdingen 15a. In deze figuur wordt de stap uitgebeeld waarbij de metalen strip 14 volgens pijl A in de 20 ligger 13 wordt geschoven. Onder in de tekening is dezelfde situatie weergegeven, maar in dit geval, slechts voor een beter begrip van de uitvinding, zonder ligger. De metalen strip 14 voorkomt dat de staanders 12 ten opzichte van elkaar en/of ten opzichte van de ligger 13 kunnen worden bewogen. Bij deze uitvoeringsvorm is noch verplaatsing in de lengterichting van de staander noch rotatie van de staander 25 binnen de doorgang in de ligger 13 mogelijk. Zijwaartse verplaatsing van de staanders 12 ten opzichte van de ligger 13 wordt voorkomen doordat de gaten in de ligger 13 de staanders 12 nauw omsluiten.

Nog een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding wordt getoond in de figuren 3a tot en met 3e. Hierbij zijn in een staander 30 22 ter hoogte van de ligger 23 twee insnijdingen 25a, 25b voorzien. Bij deze uitvoeringsvorm wordt een aantal staanders 22 ten opzichte van de ligger 23 gepositioneerd, waarna een wand 23a van de ligger 23 naar binnen wordt geduwd, waarbij de wand 23a tussen de insnijdingen 25a en 25b op de staander 22 aangrijpt en een deel van het materiaal tussen die insnijdingen wegdrukt. In figuur 3d is δ zichtbaar dat de staander 22 op deze wijze is gefixeerd ten opzichte van de ligger 23.

Bij nog een andere werkwijze volgens de onderhavige uitvinding, zichtbaar in figuren 4a tot en met 4d worden staanders 32 die zijn voorzien van 5 rondlopende verjonging 35 in een ligger 33 geplaatst. De twee zijwanden 33a, 33b van de ligger 33 worden vervolgens naar binnen gedrukt, waarbij de naar binnen gedrukte wanden 33a, 33b in de verjonging 35 van de staander 32 grijpen. Bij deze uitvoeringsvorm kan een staander 32, afhankelijk van de mate waarop de wanden 33a, 33b in de verjonging 35 van de staander 32 ingrijpen, al dan niet roteerbaar ten 10 opzichte van de ligger 33.

De onderhavige uitvinding is in de onderhavige octrooiaanvrage toegelicht aan de hand van enkele getoonde voorbeeelduitvoeringsvormen van de uitvinding. De toelichting en de figuren hebben echter geen enkele beperkende invloed op de beschermingsomvang van de onderhavige octrooiaanvrage, die wordt 15 gedefinieerd door de hiernavolgende conclusies. Ten opzichte van de beschreven uitvoeringsvormen zijn voor de vakman bekende variaties mogelijk, die vallen binnen de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding. Zo is het mogelijk om met een werkwijze volgens de onderhavige uitvinding ook andere constructies met langsliggers en dwarsliggers te vervaardigen, zoals bijvoorbeeld trappen en 20 ladders.Volgens de onderhavige uitvinding is het echter ook mogelijk verbindingen tussen in een hoek ten opzichte van elkaar georiënteerde elementen met een andere oriëntatie onderling te fixeren. Zo kunnen de elementen die in de conclusies en in de beschrijving zijn gedefinieerd als “staanders” en” liggers” zich ook horizontaal respectievelijk verticaal of beide schuin uitstrekken. Bovendien hoeft de 25 hoek tussen dwarsligger (kokervormige ligger) en langsliggers (staanders) niet recht te zijn, maar zijn ook andere hoeken denkbaar. In verband met het vereenvoudigen van de toelichting van de onderhavige uitvinding zijn in de tekst de termen liggers en staanders gebruikt.

1 03288 6 30

Claims (15)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een hek met staanders die zich uitstrekken door ten minste één kokervormige ligger, omvattende de stappen 5 van: a) het verschaffen van ten minste één kokervormige ligger voorzien van doorgangen voor het opnemen van staanders; b) het door doorgangen in de ten minste ene kokervormige ligger steken van staanders; en 10 c) het althans ten minste in de lengterichting van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger fixeren van zich door de ten minste ene kokervormige ligger uitstrekkende staanders, met het kenmerk, dat de te fixeren staanders zijn voorzien van een aanslagdeel, waarbij de aanslagdelen van de staanders voorafgaand aan of bij stap c) binnen de 15 ten minste ene kokervormige ligger ten opzichte van elkaar worden uitgelijnd en dat bij stap c) het fixeren van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger geschiedt door het doen aangrijpen van een fixeerelement op aanslagdelen van de inkeping van de betreffende staanders.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij stap c) een 20 langwerpig fixeerorgaan door de aanslagdelen van de staanders binnen de holte van de ten minste ene kokervormige ligger wordt geschoven voor het fixeren van de staanders ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat bij stap c) een zich tegenover de ten opzichte van elkaar uitgelijnde aanslagdelen bevindende 25 wand van de ten minste ene kokervormige ligger wordt ingedrukt, zodat de ingedrukte wand aangrijpt in de aanslagdelen van de staanders die zich door de ten minste ene kokervormige ligger uitstrekken.

4. Werkwijze volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij het voor uitlijning oriënteren van de staanders een uitlijnorgaan 30 wordt toegepast, om te verzekeren dat de één of meer staanders voorafgaand aan het in het aanslagdeel van de staander(s) doen aangrijpen van het fixeerelement juist ver genoeg door de ten minste ene kokervormige ligger worden gestoken, zodat de aanslagdelen juist binnen de ten minste ene kokervormige ligger zijn gepositioneerd. 1032886

5. Hek omvattende staanders die zich ten dele uitstrekken door ten minste één kokervormige ligger en, althans ten minste in de lengterichting van de staanders, ten opzichte van de ten minste ene kokervormige ligger zijn gefixeerd, met het kenmerk, dat de staanders ten opzichte van de ten minste ene 5 kokervormige ligger zijn gefixeerd door aangrijping van een fixeerelement op aanslagvlakken van de staanders, welke aanslagvlakken zich bevinden binnen de ten minste ene kokervormige ligger.

6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat zich door de koker een fixeerorgaan uitstrekt dat aangrijpt op aanslagdelen die in de staanders 10 zijn voorzien.

7. Hek volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het aanslagdeel in een staander een insnijding is die in een hoek ten opzichte van de lengteas van de staander is georiënteerd.

8. Hek volgens conclusie 5, 6 of 7, met het kenmerk, dat het 15 fixeerorgaan een langwerpige plaat omvat.

9. Hek volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de langwerpige plaat aan één lange zijde in aanslagdelen in de staanders is opgenomen en aan de andere lange zijde afsteunt tegen een binnenwand van de ten minste ene kokervormige ligger.

10. Hek volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 9, met het kenmerk, dat de ten minste ene kokervormige ligger een rechthoekige dwarsdoorsnede heeft.

11. Hek volgens één of meer van de conclusies 6 tot en met 10, met het kenmerk, dat het fixeerorgaan afsteunt in een hoek tussen een onderwand en een 25 zijwand van de ten minste ene kokervormige ligger.

12. Hek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het fixeerelement is gevormd door een wand van de ten minste ene kokervormige ligger, die in de aanslagdelen van de staanders is gedrukt.

13. Hek volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het aanslagdeel in 30 een staander een doorgaand gat omvat dat zich parallel aan de lengteas van de ten minste ene kokervormige ligger uitstrekt, waarbij een fixeerorgaan zich door de ten opzichte van elkaar uitgelijnde doorgaande gaten van de staanders uitstrekt.

14. Hek volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 13, met het kenmerk, dat zich binnen de ten minste ene kokervormige ligger ten minste twee fixeerorganen uitstrekken die steeds in ten minste twee aanslagdelen van een betreffende staander aangrijpen.

15. Hek volgens één of meer van de conclusies 5 tot en met 14, met het kenmerk, dat het hek twee of meer kokervormige liggers omvat, waardoorheen zich 5 de staanders uitstrekken, waarbij de staanders althans ten minste in de lengterichting van de staanders ten opzichte van een tweede kokervormige ligger door middel van een fixeerelement zijn gefixeerd zoals beschreven in één of meer van de conclusies 5 tot en met 14. 10 1 03 2 8 8 6