NL8105152A - Werkwijze en inrichting voor de plaatsinstelling van werktuigen. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor de plaatsinstelling van werktuigen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8105152A NL8105152A NL8105152A NL8105152A NL8105152A NL 8105152 A NL8105152 A NL 8105152A NL 8105152 A NL8105152 A NL 8105152A NL 8105152 A NL8105152 A NL 8105152A NL 8105152 A NL8105152 A NL 8105152A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- tools
- tool
- implements
- origin
- sliders
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B26—HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
- B26D—CUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
- B26D7/00—Details of apparatus for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting
- B26D7/26—Means for mounting or adjusting the cutting member; Means for adjusting the stroke of the cutting member
- B26D7/2628—Means for adjusting the position of the cutting member
- B26D7/2635—Means for adjusting the position of the cutting member for circular cutters
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B26—HAND CUTTING TOOLS; CUTTING; SEVERING
- B26D—CUTTING; DETAILS COMMON TO MACHINES FOR PERFORATING, PUNCHING, CUTTING-OUT, STAMPING-OUT OR SEVERING
- B26D7/00—Details of apparatus for cutting, cutting-out, stamping-out, punching, perforating, or severing by means other than cutting
- B26D7/26—Means for mounting or adjusting the cutting member; Means for adjusting the stroke of the cutting member
- B26D2007/2657—Auxiliary carriages for moving the tool holders
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/04—Processes
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/04—Processes
- Y10T83/0605—Cut advances across work surface
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/162—With control means responsive to replaceable or selectable information program
- Y10T83/173—Arithmetically determined program
- Y10T83/175—With condition sensor
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/647—With means to convey work relative to tool station
- Y10T83/6584—Cut made parallel to direction of and during work movement
- Y10T83/6587—Including plural, laterally spaced tools
- Y10T83/6588—Tools mounted on common tool support
- Y10T83/659—Tools axially shiftable on support
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/768—Rotatable disc tool pair or tool and carrier
- Y10T83/7809—Tool pair comprises rotatable tools
- Y10T83/7822—Tool pair axially shiftable
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/768—Rotatable disc tool pair or tool and carrier
- Y10T83/7809—Tool pair comprises rotatable tools
- Y10T83/7822—Tool pair axially shiftable
- Y10T83/7826—With shifting mechanism for at least one element of tool pair
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T83/00—Cutting
- Y10T83/768—Rotatable disc tool pair or tool and carrier
- Y10T83/7872—Tool element mounted for adjustment
- Y10T83/7876—Plural, axially spaced tool elements
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Forests & Forestry (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Control Of Position Or Direction (AREA)
- Shaping Metal By Deep-Drawing, Or The Like (AREA)
- Multi-Process Working Machines And Systems (AREA)
- Machine Tool Positioning Apparatuses (AREA)
- Automatic Tool Replacement In Machine Tools (AREA)
Description
* 813241/Keijser
Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor de plaatsinsteliing van werktuigen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor de plaatsinsteliing van een aantal werktuigen of stellen werktuigen die verschuifbaar zijn aangebracht op een draag-as of een stel draagassen, langs die as of assen tot in verschil-5 lende gewenste standen.
Onder de bekende inrichtingen voor het uitvoeren van dit soort werkwijzen voor plaatsinsteliing van werktuigen is er een die wordt gebruikt in inrichtingen voor rillen en doorsnijden bij de vervaardiging van golfkarton, om de werktuigen opnieuw in te stel-10 len overeenkomstig orders voor golfkarton die achtereenvolgens moeten worden uitgevoerd. Uiteraard is de uitvinding niet beperkt tot het gebruik bij die ril- en snij-inrichtingen maar is hij toepasbaar bij machines voor de behandeling van papier, weefsel, kunststoffolie en vellen, en dunne metaalfolie. De hierna volgende 15 beschrijving zal echter gegeven worden in verband met inrichtingen voor het maken van kerven en voor het doorsnijden.
Het Amerikaanse octrooischrift 3.646.418 beschrijft een werkwijze en een inrichting voor het genoemde doel.
De inrichting volgens dit octrooischrift wordt gewoonlijk 20 gebruikt voor vier kerf- en snijeenheden, en de inrichting heeft dan ook een deel dat daartoe noodzakelijk is. Aldus een inrichting veronderstellend voor de plaatsinsteliing van snij- en kerfwerktui-gen voor één van de vier eenheden met die funktie is de inrichting voorzien van evenveel schuivers als het totale aantal paren werk-25 tuigen van de eenheid, waarbij elke schuiver in staat is om een paar snij- en kerfwerktuigen te grijpen en los te laten. De inrichting is ook voorzien van een draaiende as, in de vorm van een aangedreven schroef, voor de verplaatsing van de reeks schuivers.
Elke schuiver wordt zo geregeld dat hij al of niet kan worden ver-30 plaatst wanneer de as draait, en de stellen werktuigen worden gelijktijdig verplaatst door middel van de schuivers langs een stel draagassen wanneer de gereedschappen in dezelfde richting moeten worden verplaatst, om dan op gewenste plaatsen te worden ingesteld.
Omdat elke schuiver voorzien is van een signaalgenerator om 35 zijn feitelijke plaats door te geven aan een besturingssysteem, * 8105152
* I
- 2 - kan dit systeem signalen uit elke signaalgenerator vergelijken met signalen die overeenkomen met een werkelijke plaats van een stel werktuigen die door de schuiver kunnen worden gegrepen, of signalen die overeenkomen met een gewenste plaats van een stel werktuigen 5 die door de schuiver zijn gegrepen, en elke schuiver opdracht geven om al of niet te bewegen overeenkomstig de draaiing van de draaias. De reeks schuivers kan dus gelijktijdig worden bewogen wanneer ze in dezelfde richting moeten worden bewogen.
In het besturingssysteem worden, als signalen overeenkomend 10 met de werkelijke plaatsen van werktuigen, waarvan de bijbehorende schuivers losgekomen zijn, signalen vastgelegd die aan het besturingssysteem zijn doorgegeven als de werkelijke plaats van de schuivers toen de werktuigen van de schuivers los kwamen.
De werkelijke plaats van elk werktuig en elke schuiver wordt 15 geteld als een afstand vanaf een oorsprong die door elk werktuig en elke schuiver moet worden gepasseerd wanneer ze verplaatst worden vanuit een van een tweetal wachtbereiken die gelegen zijn aan beide einden van de draagassen, naar een plaatsinstellingsbereik dat zich uitstrekt over de middelste delen van de draagassen.
20 Als voordeel van de werkwijze volgens dit octrooischrift kan worden gewezen op het feit dat de signalen overeenkomend met een werkelijke plaats van een werktuig of schuiver signalen zijn die opgewekt zijn overeenkomstig een totale afstand waarover de schuiver verplaatst is na het passeren van de oorsprong. Uiteraard wordt 25 een afstand waarover de schuiver in tegengestelde richting beweegt geteld als een negatieve afstand. Als gevolg van de nauwkeurigheid van het mechanisme van de inrichting ontstaan dan ook onvermijdelijk fouten tussen een werkelijke plaats van de schuiver en een plaats die overeenkomt met de signalen die opgewekt worden door de 30 signaalgenerator van de schuiver, en deze fouten worden evenredig groter met de totale afstand waarover de schuiver verplaatst is en met de frekwentie van de verplaatsing van de schuiver. Om deze fouten te elimineren is het noodzakelijk de schuivers in de wacht-stand te brengen zodat de gegevens die vastgelegd zijn in het be-35 sturingssysteem kunnen worden verwijderd.
Als tweede voordeel wordt erop gewezen dat elke schuiver voorzien is van een bijbehorende signaalgenerator, zodat er dus vele 8105152 * * - 3 - soorten signalen zijn en het besturingssysteem ingewikkeld is.
Een eerste oogmerk van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor de plaatsinstelling van werktuigen waarbij de nadelen van de bovengenoemde werkwijze zijn opge-5 lost en de werktuigen nauwkeurig worden gepositioneerd.
Een tweede oogmerk is het verschaffen van een inrichting waarmee de bezwaren van de bekende inrichting worden opgelost en waardoor het besturingssysteem eenvoudig Wordt.
De wijze waarop deze doeleinden worden gerealiseerd is om-10 schreven in de toegevoegde conclusies en zal hierna worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.
Fig. 1 dient ter toelichting van de inrichting volgens de uitvinding en ter vergemakkelijking van de beschrijving van de werkwijze; 15 Fig, 2 is een schema van een eerste reeks handelingen in een eerste voorbeeld van de werkwijze;
Fig. 3 is een schema van een tweede reeks handelingen in het eerste voorbeeld;
Fig. 4 is een schema van een tweede reeks handelingen bij 20 een tweede voorbeeld van de werkwijze;
Fig. 5 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting;
Fig. 6 is een zijaanzicht van de inrichting;
Fig. 7 is een zijaanzicht van een schuiver, en 25 Fig. 8 is een schema van een besturingssysteem van de inrich ting.
Alvorens de werkwijze zal worden beschreven zal eerst aan de hand van fig. 1 een korte uiteenzetting van de inrichting worden gegeven.
30 Zoals weergegeven in fig. 1 is er een bereik dat ‘zich uit strekt aan de rechterkant van een grenslijn (in de tekening afgekort door BL) en die ongeveer in het midden is getrokken; dit wordt plaatsinstellingsgebied genoemd (in de tekening afgekort PR) waarin de werktuigen moeten worden ingesteld. Het andere gebied strekt 35 zich aan de linkerkant van de grenslijn uit en wordt wachtgebied genoemd (afgekort door SR), waarin de werktuigen moeten wachten.
(¾) de grenslijn is een oorsprong aangebracht, wat een standaardpunt 8105152 ί' ΐ 1 t - 4 - is voor de plaatsinstelling van de werktuigen.
Door verwijzingscijfers 1 t/m 7 zijn respektievelijk de zeven werktuigen aangeduid, en door 10 een draagas. De werktuigen 1 t/m 7 zijn verplaatsbaar aangebracht op de draaias 10. De ver-5 wijzingscijfers 11 t/m 17 worden respektievelijk zeven schuivers aangeduid. De schuivers 11 t/m 17 zijn in ingrijping getekend met de respektieve werktuigen 1 t/m 7. Door 20 wordt een draaias aangeduid voor de verplaatsing van de schuivers 11 t/m 17.
Aan een einde van de draaias is een motor 30 aangesloten om 10 de as aan te drijven, en een signaalgenerator 40 is aangesloten om signalen op te wekken synchroon met de draaiing van de draaias op de motor. De signaalgenerator wordt aangedreven door middel van een transmissieriem 41 (fig. 6). De motor kan van snelheid veranderen tussen een hoge en een lage snelheid, en ook van draairich-15 ting, van een normale richting naar een omkeerrichting. Verder wordt de toestand van de draaiing van de draaias aan een besturingssysteem (fig. 8) doorgegeven door middel van signalen die door de signaalgenerator worden opgewekt.
De schuivers 11 t/m 17 zijn respektievelijk voorzien van een 20 koppeling 70 (fig. 7), zodat ze al of niet kunnen bewegen wanneer de as 20 draait. In een-toestand waarin dus de schuivers 11 t/m 17 gereed zijn om te verplaatsen overeenkomstig de draaiing van de as 20, en de as 20 in normale richting draait, worden de werktuigen 1 t/m 7 tezamen met de schuivers 11 t/m 17 langs de draagas 10 bewo-25 gen in de richting van het wachtgebied naar het plaatsinstellings-gebied, waarbij de zich op de grenslijn bevindende oorsprong wordt gepasseerd.
De werkwijze volgens de uitvinding omvat nu een eerste reeks handelingen om alle werktuigen in het wachtgebied te brengen door 30 middel van de bijbehorende schuivers, en een tweede reeks handelingen om het gewenste aantal v,an alle aanwezige werktuigen vanuit het wachtgebied in het plaatsinstéllingsgebied te brengen door middel van de bijbehorende schuivers. De volgende beschrijving wordt gegeven aan de hand van twee voorbeelden van de werkwijze volgens 35 de uitvinding.
In het eerste voorbeeld worden de plaatsen ingesteld van zeven werktuigen, die in dit geval worden verondersteld alle 8105152 ? * - 5 - * aanwezige werktuigen te zijn. Gemakshalve zal de tweede reeks handelingen eerst worden beschreven en wel aan de hand van fig. 3.
Eerst wordt de motor 30 gestart met hoge snelheid in de normale draairichting en draait de as 20 met hoge snelheid in de 5 normale draairichting. Dan worden de werktuigen 1 tot 7, die in het wachtgebied gebracht zijn zoals aangeduid door R in fig. 3, met hoge snelheid in de richting van de oorsprong verplaatst. Een korte tijd, wanneer het werktuig 1 een stoplijn bereikt (in de tekening afgekort door ST) wordt de motor veranderd zodat hij met 10 lage snelheid draait, zodat dus de werktuigen 1 t/m 7 zich met lage snelheid verplaatsen. Dan worden de werktuigen 1 t/m 7 gestopt overeenkomstig het stoppen van de motor wanneer werktuig 1 de oorsprong bereikt, zoals aangeduid door S in fig. 3. Op dat moment, met andere woorden nadat het werktuig 1 de oorsprong heeft bereikt 15 en de motor tot stilstand is gebracht, wordt de motor veranderd zodat hij met hoge snelheid draait en wordt het bestutingssysteem omgeschakeld zodat het signalen kan tellen die uit de signaalgene-rator komen.
Vervolgens wordt, wanneer de motor weer wordt gestart met 20 hoge snelheid, het werktuig 1 verplaatst binnen het plaatsinstel-lingsgebied, terwijl de werktuigen 2 t/m 7 bewegen in het wachtge-bied. Zoals aangeduid bij T in fig. 3 worden, wanneer het werktuig 2 de stoplijn bereikt, de werktuigen gestopt overeenkomstig het stoppen van de schuivers 12 t/m 17 als gevolg van ontkoppeling van 25 alle koppelingen van de schuivers, terwijl het werktuig 1 wordt verplaatst. Zoals aangeduid bij U in fig. 3 zal, wanneer het werktuig 1 vanaf de oorsprong verplaatst is over een afstand die gelijk is aan een gewenste afstand (a) tussen het werktuig 1 en het werktuig 2 in het plaatsinstellingsgebied, het besturingssysteem, dat 30 signalen heeft geteld overeenkomend met de gewenste afstand, de motor opdragen te stoppen, en dan stopt de motor. Het stoppen van de motor wordt uitgevoerd nadat de motor is veranderd en met lage snelheid is gaan draaien zodra het werktuig 1 verplaatst is over een afstand die iets minder is dan de gewenste afstand (a). Omdat 35 de afstand tussen de stoplijn en de oorsprong kort is kan het werktuig 2 de stoplijn bereiken voordat het werktuig 1 over de gewenste afstand (a) is verplaatst, met andere woorden: het werktuig 2 kan 8105152 1 , - 6 - de stoplijn bereiken terwijl de motor draait.
Terwijl de motor wordt gestopt wordt hij omgeschakeld zodat hij met lage snelheid draait en dan wordt de schuiver 11 veranderd zodat hij niet beweegt overeenkomstig de'draaiing van de draaias 5 of de motor, terwijl de schuivers 12 t/m 17 zo worden veranderd dat ze bewegen. Verder wordt het besturingssysteem veranderd zodat de signalen uit de signaalgenerator niet worden geteld. Vervolgens wordt de motor gestart met lage snelheid en dan worden dus de werktuigen 2 t/m 7 met lage snelheid verplaatst, terwijl het werktuig 10 1 niet wordt verplaatst. Zoals aangeduid bij V in fig. 3 wordt, wanneer het werktuig 2 de oorsprong bereikt, de motor gestopt en dus de werktuigen 2 t/m 7 gestopt. Omdat het werktuig 2 zich aan de oorsprong bevindt, wordt een afstand tussen het werktuig 1 en het werktuig 2 gelijk aan de gewenste afstand (a). Gedurende de 15 stilstand van de motor worden de schuivers 11 tot 17 zo veranderd dat ze verplaatsen en wordt het stuursysteem zo veranderd dat signalen worden geteld.
Vervolgens wordt de motor verdraaid met hoge snelheid en worden dus de werktuigen 1 en 2 in het plaatsinstellingsgebied 20 verplaatst terwijl de werktuigen 3-7 verplaatst worden in het wachtgebied. De werktuigen 1 en 2 bewegen terwijl de onderlinge afstand (a) bewaart blijft. Zoals aangeduid bij W' in fig. 3 wordt, wanneer het werktuig 2 vanuit de oorsprong verplaatst is over een afstand gelijk aan een gewenste afstand (b) tussen werktuig 2 en 25 werktuig 3, de motor gestopt op een opdracht van het besturingssysteem, dat signalen heeft ontvangen overeenkomend met de gewenste afstand (b), en dan worden dus de werktuigen 1 en 2 gestopt. Het stoppen van de motor wordt uitgevoerd nadat de motor zo is veranderd dat hij met lage snelheid draait, op dezelfde wijze als be-30 schreven aan de hand van U in fig. 3. Anderzijds, wanneer het werktuig 3 de stoplijn bereikt, worden de schuivers 13-17 zo veranderd dat ze niet meebewegen met de draaiing van de motor, en dan worden dus de werktuigen 3-7 gestopt op dezelfde wijze als beschreven aan de hand van U in fig. 3.
35 Terwijl de motor wordt gestopt wordt hij zo veranderd dat hij met lage snelheid draait en worden de schuivers 11 en 12 veranderd zodat ze niet meebewegen met de draaiing van de motor, 8105152 - 7 - terwijl de schuivers 13-17 worden veranderd zodat ze wel bewegen. Ook wordt het besturingssysteem veranderd zodat geen signalen worden geteld. Vervolgens wordt de motor met lage snelheid gestart en bewegen de werktuigen 3-7 dus met lage snelheid. De werktuigen 3-7 5 worden gestopt, zoals aangeduid bij X in fig. 3, overeenkomstig het stoppen van de motor, wanneer het werktuig 3 de oorsprong bereikt. De afstand tussen het werktuig 2 en het werktuig 3 wordt gelijk aan een gewenste afstand (b) wanneer het werktuig 3 de oorsprong bereikt.
10 Op dezelfde wijze als weergegeven bij Y in fig. 3 maakt men de onderlinge afstanden tussen de werktuigen 4 en 3, tussen 4 en 5, tussen 5 en 6, en tussen 6 en 7 respektievelijk gelijk aan gewenste afstanden (c), (d), (e) en (f). Vervolgens worden, zoals weergegeven bij Z in fig. 3, de werktuigen 1-7 verplaatst en gestopt wan-15 neer de motor stopt, als het werktuig 7 verplaatst is over een afstand gelijk aan een gewenste afstand (g) tussen het werktuig 7 en de oorsprong.
Zoals hierboven beschreven wordt het gewenste aantal werktuigen in plaats ingesteld langs de draagas, waarbij ze allemaal de 20 gewenste afstand tot elkaar hebben.
Vervolgens wordt een eerste reeks handelingen beschreven, dat Wil zeggen een reeks om werktuigen vanuit het plaatsinstel-lingsgebied te verplaatsen naar het wachtgebied. Bij de eerste reeks handelingen moeten werktuigen die op opdracht van een vorige 25 operatie in het plaatsinstellingsgebied waren ingesteld, verplaatst worden naar het wachtgebied. De volgende eerste handelingen in de reeks zal gemakshalve worden uitgevoerd na de tweede die hierboven besproken is.
Bij R in fig. 2 zijn de plaatsen van de werktuigen 1-7 ge-30 tekend op het moment waarop de tweede handelingenreeks beëindigd is. Die plaatsen zijn dan ook hetzelfde als weergegeven bij Z in fig. 3. Eerst worden de schuivers 11-17 veranderd zodat ze verplaatsen overeenkomstig de draaiing van de motor en wordt de motor gestart zodat hij draait met hoge snelheid in omkeerrichting. De 35 werktuigen 1-7 worden dan ook in de richting van het wachtgebied verplaatst met handhaving van de onderlinge afstanden. Zoals weergegeven bij S in fig. 2 wordt, wanneer het werktuig 7 de wachtstand 8105152 j v - 8 - # bereikt, de schuiver 7 veranderd zodat hij niet met de draaiing van de motor meebeweegt en stopt. Op dezelfde manier wordt, zoals weergegeven bij T in fig. 2, wanneer het werktuig 6 de wachtstand bereikt, de schuiver 16 veranderd zodat hij niet meebeweegt met de 5 draaiing van de motor. Bij U in fig. 2 is een situatie weergegeven op een moment waarop het werktuig 2 de wachtstand bereikt, en bij V een situatie op het moment waarop het werktuig 1 de wachtstand bereikt. Daarna wordt de motor gestopt en is de eerste handelingenreeks voltooid.
10 Een tweede voorbeeld van de werkwijze volgens de uitvinding zal worden beschreven aan de hand van fig. 2 en 4.
De eerste handelingenreeks voor het verplaatsen van gereedschappen vanuit het gebied van positie-instelling tot in het wacht-gebied is hetzelfde als bij de eerste reeks in het eerste voorbeeld. 15 Zoals weergegeven bij R in fig. 2 blijven de werktuigen 1-7 in het gebied van positie-instelling. Wanneer de motor wordt gestart met hoge snelheid in omkeerrichting worden de werktuigen 1-7 gelijktijdig verplaatst naar het wachtgebied door middel van de schuivers 11—17. De schuivers 11-17 worden veranderd zodat ze niet 20 meebewegen met de motor en de schuivers worden dan dus gestopt, wanneer ze hun respektieve wachtstanden bereiken. Tenslotte wordt de motor gestopt. De situatie op het moment waarop,de motor stopt is weergegeven bij V in fig. 2.
De tweede handelingenreeks wordt uiteengezet aan de hand van 25 fig. 4.
Zoals blijkt uit fig, 4 zijn vier werktuigen gereed om in de juiste stand te worden gesteld. Zoals aangeduid bij R in fig. 4 worden schuivers 11-14 overeenkomend met de werktuigen 1-4 veranderd zodat ze meebewegen met de draaiende motor, terwijl schuivers 30 15-17 overeenkomend met de werktuigen 5-7 worden vastgehouden zo dat ze niet meebewegen met de draaiende motor. Vervolgens wordt de motor gestart met hoge snelheid in de normale draairichting en daar door worden de werktuigen 1-4 met hoge snelheid naar de oorsprong toe bewogen. Wanneer werktuig 1 een stand heeft bereikt kort voor 35 de oorsprong, wordt de motor veranderd zodat hij met lage snelheid draait. Wanneer dan, zoals voorgesteld bij S in fig. 4, het werktuig 1 de oorsprong bereikt, wordt de motor gestopt. De werktuigen 8105152 ~ 9 - % 5-7 worden uiteraard niet verplaatst en blijven in hun wachtstand.
Nadat het besturingssysteem is veranderd zodat door de sig-naalgenerator opgewekte signalen worden geteld, wordt de motor met hoge snelheid gestart en bewegen de werktuigen 1-4 dus met hoge 5 snelheid. Wanneer het werktuig 2 een positie bereikt kort voor de oorsprong, wordt de motor veranderd zodat hij met lage snelheid draait. Vervolgens wordt, wanneer het werktuig 2 de oorsprong bereikt, zoals weergegeven bij T in fig. 4, de motor gestopt en dus de werktuigen 1-4 gestopt.
10 Vervolgens worden de schuivers 2-4 overeenkomend met de werktuigen 2-4 veranderd zodat ze niet bewegen met de draaiing van de motor. Wanneer de motor met hoge snelheid wordt gestart v/ordt alleen het werktuig 1 bewogen met hoge snelheid in het plaatsin-stellingsgebied. Zoals weergegeven bij U in fig. 4 wordt, wanneer 15 het werktuig 1 vanuit de oorsprong verplaatst is over een afstand gelijk aan een gewenste afstand (a') tussen werktuig 1 en werktuig 2, de motor gestopt door een opdracht uit het besturingssysteem dat signalen heeft ontvangen overeenkomend met de gewenste afstand. Het stoppen van de motor wordt uitgevoerd nadat hij veranderd is 20 zodat hij met lage snelheid draait wanneer werktuig 1 verplaatst is over een afstand die iets minder is dan de gewenste afstand (a1).
Vervolgens worden de schuivers 12-14 overeenkomend met de werktuigen 2-4 veranderd zodat ze meebewegen met de draaiing van de 25 motor en wordt het besturingssysteem veranderd zodat opnieuw signalen worden geteld die opgewekt worden door de signaalgenerator. Wanneer de motor met hoge snelheid wordt gestart, bewegen de werktuigen 1-4 en dan, wanneer werktuig 3 een positie bereikt kort voor de oorsprong, wordt de motor veranderd zodat hij met lage snelheid 30 draait. Zoals weergegeven bij V in fig. 4 wordt, wanneer werktuig 3 de oorsprong bereikt, de motor gestopt en dus de werktuigen 1-4 gestopt. Omdat elke afstand tussen de vier werktuigen behouden blijft, blijft de afstand tussen werktuig 1 en werktuig 2 gelijk aan de gewenste afstand (a')« 35 Vervolgens worden de met de werktuigen 3 en 4 overeenkomende schuivers 13 en 14 veranderd zodat ze niet bewegen met de draaiing van de motor en dan wordt de motor met hoge snelheid gestart, en 8105152 ί * - 10 - worden dus de werktuigen 1 en 2 verplaatst. De motor wordt veranderd zodat hij met lage snelheid draait, wanneer werktuig 2 vanuit de oorsprong is verplaatst, namelijk vanaf het werktuig 3 dat zich in de oorsprong bevindt, over een afstand die iets kleiner is dan 5 een gewenste afstand (b’) tussen werktuig 2 en werktuig 3. Zoals weergegeven bij W in fig. 4 wordt, wanneer werktuig 2 vanuit de oorsprong verplaatst is over een afstand gelijk aan de gewenste afstand, de motor gestopt en dus de werktuigen 1 en 2 gestopt.
Op dezelfde manier worden, zoals weergegeven bij X in fig.4, 10 werktuigen 1-4 verplaatst met handhaving van de onderlinge positie-relaties, totdat werktuig 4 naar de oorsprong is verplaatst. Vervolgens worden, zoals weergegeven bij Y in fig. 4, werktuigen 1-3 verplaatst totdat werktuig 3 vanaf het zich in de oorsprong bevindende werktuig 4 is verplaatst over een afstand gelijk aan een ge-15 wenste afstand (c*). Tenslotte worden, zoals weergegeven bij Z in fig. 4, werktuigen 1-4 verplaatst totdat werktuig 4 vanuit de oorsprong verplaatst is over een afstand gelijk aan een gewenste afstand (d’)· Zo zijn de posities van de vier werktuigen tenslotte ingesteld.
20 Zoals uiteengezet in de bovenstaande twee voorbeelden worden, bij de werkwijze voor de piaatsinstelling van werktuigen volgens de uitvinding, de werktuigen vanuit het positie-instellingsgebied verplaatst tot in een wachtgebied, en dan worden ze vanuit dat wachtgebied verplaatst tot in het positie-instellingsgebied waar-25 bij ze onderweg de oorsprong passeren. Verder worden ’bij de tweede handelingenreeks de volgende speciale stappen uitgevoerd. Zoals beschreven in het eerste voorbeeld wordt, nadat het werktuig dat zich van alle zich in het wachtgebied bevindende werktuigen het dichtst bij de oorsprong bevindt naar de oorsprong is verplaatst, 30 het werktuig verplaatst tot in het positie-instellingsgebied over een afstand die gelijk is aan een gewenste afstand tussen het werktuig en het volgende werktuig in het wachtgebied. In het geval dat sommige werktuigen reeds in het positie-instellingsgebied gekomen zijn worden het zich in de oorsprong bevindende werktuig en de 35 werktuigen die zich bevinden in het positie-instellingsgebied gezamenlijk verplaatst met handhaving van de onderlinge afstanden.
Of, zoals uiteengezet in het tweede voorbeeld, nadat een werktuig 8105152 - 11 - dat van alle zich in het wachtgebied bevindende werktuigen het dichtst bij de oorsprong ligt verplaatst is naar de oorsprong, het werktuig en het eerstvolgende zich in het wachtgebied bevindende werktuig verplaatst naar het positie-instellingsgebied totdat het 5 volgende werktuig de oorsprong bereikt en daar blijft. Vervolgens wordt het vorige werktuig verplaatst over een afstand gelijk aan een gewenste afstand tussen het vorige en het volgende. In het geval dat sommige werktuigen reeds verplaatst zijn tot in het positie-instellingsgebied, worden de werktuigen en het vorige werktuig 10 gezamenlijk verplaatst met handhaving van de onderlinge afstanden.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding wordt van elk exemplaar van een gewenst aantal werktuigen om de beurt de stand ingesteld, zodat elk werktuig een gewenste afstand kan hebben tot het erna volgende. Tenslotte worden alle werktuigen verplaatst over ]5 een afstand gelijk aan de gewenste afstand tussen het laatste werktuig en de oorsprong, terwijl de afstanden tussen de werktuigen worden gehandhaafd. Zo zijn alle stappen voor de plaatsinstelling van het gewenste aantal werktuigen voltooid. Tellingen van de door de signaalgenerator opgewekte signalen worden dan ook alleen uit-20 gevoerd wanneer elk werktuig vanuit de oorsprong is verplaatst over een afstand gelijk aan een gewenste afstand tussen dit en het volgende werktuig of de oorsprong.
Accumulatie van fouten, zoals het geval is bij de bekende techniek, komt dus bij de werkwijze volgens de uitvinding nooit 25 voor. Ook is het besturingssysteem uitermate eenvoudig in vergelijking met dat volgens de bekende techniek, omdat er slechts één soort signalen wordt opgewekt door de signaalgenerator.
In de voorbeelden wordt de motor gestopt nadat hij omgeschakeld is tot draaien met lage snelheid. Dit is echter geen nood-30 zakelijke stap doch slechts een voorkeur. Verder wordt in de voorbeelden de motor gestopt wanneer een werktuig dat het dichtst bij de oorsprong ligt van alle zich in het wachtgebied bevindende werktuigen, naar de oorsprong verplaatst is, en wanneer een werktuig vanuit de oorsprong is verplaatst over een afstand gelijk aan een 35 gewenste afstand tussen dit werktuig en het volgende. De voorbeelden kunnen echter zo worden uitgevoerd dat de met het werktuig overeenkomende schuiver wordt omgeschakeld zodat hij niet beweegt 8105152 - 12 - overeenkomstig de draaiing van de motor, terwijl de motor draait, met andere woorden zonder dat de motor wordt gestopt. Het stoppen van de motor is namelijk niet noodzakelijk maar ook slechts een voorkeursstap.
5 Vervolgens zal aan de hand van fig. 5 tot 8 een uitvoerings vorm worden beschreven van een inrichting volgens de uitvinding, welke uitvoering voorzien is van zeven schuivers.
Het principe van de struktuur is reeds uiteengezet in het verband van de beschrijving van de werkwijze.
10 Bij de inrichting volgens de uitvinding bevindt zich een oorsprong, wat een standaard positie is voor de positie-instelling van werktuigen 1-7 langs een draagas 10 en de positie-instelling van schuivers 11-17 langs een draaias 20, op een grenslijn tussen een positie-instellingsgebied waarin de standen van de werktuigen 15 1-7 worden ingesteld, en een wachtgebied dat alleen maar aan een kant van het positie-instellingsgebied is aangebracht om alle werktuigen buiten dit positie-instellingsgebied te kunnen brengen. Praktisch wordt een detector 60 voor het aangeven van de oorsprong aangebracht op de grenslijn, terwijl elke schuiver voorzien is van 20 een detecteerbaar stuk 61 voor de oorsprong, zodat het detecteerbare stuk tegenover de detector 60 kan worden gesteld wanneer het de detector passeert. Ook zijn detectors 62 voor het aangeven van de wachtstanden respektievelijk aangebracht in het wachtgebied waarin de werktuigen 1-7 blijven staan tezamen met de bijbehorende 25 schuivers, terwijl elke schuiver voorzien is van een detecteerbaar stuk 63 voor de wachtstand zodat het detecteerbare stuk in het wachtgebied tegenover de detector kan worden gesteld.
De genoemde detector 60 met de detecteerbare stukken 61, en de detectors 62 met de stukken 63 worden dienovereenkomstig ge-30 installeerd. Uiteraard kan er een detector worden geïnstalleerd in de plaats van een detecteerbaar stuk en omgekeerd.
Verder wordt een stoplijn aangebracht evenwijdig aan de grenslijn in het wachtgebied naast de grenslijn, en een detector 64 voor de indicatie van die stoplijn wordt op de lijn geïnstalleerd. 35 De stoplijn kan echter achterwege blijven.
Zoals weergegeven in fig. 8 omvat een besturingssysteem volgens de uitvinding een signaalgenerator 40, de detector 60 voor het 8 T 0 5 1 5 2 - 13 - aangeven van de oorsprong, de detecteerbare stukken 61 voor de oorsprong (zie fig. 6), de detectors 62 voor het aangeven van de wachtposities, de detecteerbare stukken 63 voor de wachtposities (zie fig. 6) en de detector 64 voor de indicatie van de stoplijn, 5 zoals tot nu toe behandeld. Het besturingssysteem omvat verder een kaartlezer 65 en besturingsinrichtingen 66.
De kaartlezer leest gegevens wat betreft de posities van de werktuigen vanaf kaarten waarop die gegevens zijn vastgelegd en hij stopt de gegevens in de besturingsinrichtingen. Deze laatste bestu-10 rende motor zodat hij start of stopt en draait in een van zijn beide richtingen en met een van zfn beide snelheden, overeenkomstig de gegevens, signalen uit de detectors 60 en 62, en signalen uit de signaalgenerator. De besturingsinrichtingen geven ook opdracht aan de magnetische klep 750 van de koppeling 70 van elk van de schui- -15 vers 11-17, zodat deze schuiver al of niet met de draaiende as mee kan gaan bewegen. Verder zorgen de besturingsinrichtingen voor het al of niet tellen van de signalen uit de signaalgenerator overeenkomstig de gegevens en de signalen uit de detector 60 voor het aangeven van de oorsprong.
20 Verder zal de mechanische konstruktie van de uitvoering wor den behandeld aan de hand van fig. 5-7.
Een draaiende as 20 is aangebracht op een wagen 200 en evenwijdig aan een draagas 10. Beide einden van de draaias 20 worden draaibaar ondersteund in zijplaten 201 van de wagen 200. Aan een 25 einde dat buiten de zijplaat 201 uitsteekt is de draaias 20 voorzien van een schuin tandwiel 21 dat in ingrijping is met een schuin tandwiel 3] op de as van een motor 30 en een schijf 22 voor een transmissieband 41 voor de aandrijving van een signaalgenerator 40. Verder is de draaiende as 20 voorzien van een spiebaan 23 die loopt 30 op het vlak van de as tussen de beide zijplaten 201.
De eerder genoemde motor 30 is een gewone gelijkstroommotor die in staat is om gewoon en in omkeerrichting te draaien, en in staat is om te draaien met een hoge snelheid en een lage snelheid.
De motor 30 en de signaalgenerator 40 zijn aangebracht aan een van 35 de zijplaten 201.
Aan de wagen 200 zijn drie vaste schroeven 24 aangebracht en een buisvormige ligger 25. Ze lopen evenwijdig aan de draaias 20 en 8105 152
V
9 - 14 - de beide einden ervan zijn respektievelijk bevestigd aan het stel zijplaten 201. De drie vaste schroeven zijn onderling allemaal identiek en ze zijn voorzien van doorlopende draad tassen de twee zijplaten 201. De buisvormige ligger 25 is voorzien van een stel 5 rails 2ó die respektievelijk een vertikaal vlak 261 en een horizontaal boven- en ondervlak 262 hebben evenwijdig aan de draagas 10.
Elk van de zeven schuivers 11-17 heeft een identieke kon-struktie en is voorzien van een lichaam 100, een aan dit lichaam 100 bevestigde plaat 101, een stel glijvlakken 102, twee stel rollen 10 103, drie draaiende moeren 104, een aandrijftandwiel 107, een koppe ling 70, een detecteerbaar stuk 61 voor de oorsprong en een detecteerbaar stuk 63 voor de wachtstand.
Elke plaat 101 is zo gevormd dat hij in ingrijping kan zijn met een omtreksgroef 81 die gevormd is in het omtreksvlak van een 15 houder 80 voor elk werktuig. Elk van de beide glijvlakken 102 is zo geplaatst dat het in aanraking kan komen met een van de vertikale zijden 261 van het stel rails 26. Elk stel rollen van de twee paren rollen 103 is zo geplaatst dat het in aanraking kan komen met de horizontale boven- respektievelijk ondervlakken 262 van de rails 20 26. Elk van de draaiende moeren 104 is draaibaar aangebracht op het schuiverlichaam 100 en zo opgesteld dat het draad ervan kan samenwerken met een van de vaste schroeven 24. Elke draaiende moer 104 is voorzien van een kamwiel 105 dat er concentrisch op bevestigd is en er is een ketting 106 om de drie kamwielen 105 geslagen.
25 Het aandrijftandwiel 107 is draaibaar in een zijvlak van het schuiverlichaam 100 zodat het verschuifbaar is aangebracht op de draaias 20, en voorzien van een spie 108 die in ingrijping is met de spiebaan 23 van de draaiende as 20.
De koppeling 70 omvat een hefboom 71 die scharnierend hangt 30 aan een legerkast van een aandrijftandwiel 107, een tussenas 72 die door de hefboom 71 steekt zodat hij daar draaibaar wordt ondersteund, een tussentandwiel 73 dat bevestigd is aan een einde van de tussenas 72, welk tussentandwiel 73 in ingrijping is met het aandrijf tandwiel 107, een koppelingstandwiel 74 dat bevestigd is aan 35 het andere einde van de tussenas 72, een op het lichaam 100 bevestigde luchtcilinder 75, een stang 751 van die luchtcilinder die zwenkbaar verbonden is met een ondereinde van de hefboom 21, en een 8105152 - 15 - aangedreven tandwiel 76 dat gegrepen kan worden door het koppelings-tandwiél 74, welk aangedreven tandwiel bevestigd is op een van de draaiende moeren 104 tezamen met het kamwiel 105. De luchtcilinder is voorzien van een magnetische klep 750.
5 De wagen 200 is zo geïnstalleerd dat hij gelijktijdig de platen 101 kan grijpen van de schuivers 11-17 met de omtreksgroeven 81 van de houders voor de werktuigen 1-7 en de platen kan vrijmaken van de omtreksgroeven; hij is voorzien van een stel luchtcilinders 203, waarvan de stangen verbonden zijn met uitsteeksels 202 aan het 10 stel zijplaten 201, en andere die nodig zijn voor de verplaatsing van de wagen. Verdere beschrijving van de wagen 200 wordt achterwege gelaten omdat die wagen niets met de uitvinding te maken heeft.
De inrichting volgens de uitvinding bevat echter een inrichting die niet voorzien is van een wagen en waarin delen vast zijn 15 geïnstalleerd overeenkomend met de genoemde onderdelen die op de wagen 200 zijn geïnstalleerd. Verder worden in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift en in het Amerikaanse octrooischrift 4.224.847 waarvan de uitvinder een van de uitvinders van de onderhavige uitvinding is, soortgelijke wagens beschreven als die vol-20 gens de onderhavige uitvinding. Ook om deze reden wordt van een verdere beschrijving afgezien.
Een andere speciale karakteristiek van de uitvoering is dat elke schuiver voorzien is van meerdere draaiende moeren en dat de moeren samenwerken met het draad van meerdere vaste schroeven en 25 draaien voor de verplaatsing van de schuiver, en dat energie voor de draaiing van de moeren afkomstig is van een draaiende as. In de beschreven uitvoering kan elke schuiver als gevolg van deze eigenschap gelijkmatig bewegen met hoge snelheid.
Bij de inrichting volgens de uitvinding zijn niet alle 30 schuivers voorzien van een signaalgenerator, terwijl de draaias voor de verplaatsing van de reeks schuivers van een signaalgenerator is voorzien. Het besturingssysteem is dus eenvoudig en de inrichting kan de werktuigen of stellen werktuigen nauwkeurig plaatsen.
8105 152
Claims (3)
1. Werkwijze voor de plaotsinstelling van werktuigen, waarbij een aantal werktuigen of paren werktuigen, aangebracht op een draagas of een paar draagassen, worden verplaatst en in positie worden gesteld langs die draagas(sen) door middel van een aantal 5 schuivers overeenkomstig het aantal werktuigen of paren werktuigen, welke schuivers zijn aangebracht op een draaiende as en worden bestuurd door een besturingssysteem zodanig dat ze al of niet langs de draaias bewegen overeenkomstig de draaiing van die draaias, welke werkwijze een eerste handelingenreeks omvat om alle werktui-10 gen of paren werktuigen die zich bevinden in een positie-instel-lingsgebied te bewegen naar een wachtgebied, en een tweede handelingenreeks om het gewenste aantal werktuigen of paren werktuigen uit dit wachtgebied in het positie-instellingsgebied te brengen, met het kenmerk, dat de tweede handelingenreeks de vol-15 gende stappen omvat: het tot aan een oorsprong bewegen van een werktuig of een stel werktuigen dat van alle zich in het wachtgebied bevindende werktuigen het dichtst bij de oorsprong bevindt, welke oorsprong gelegen is op een grenslijn tussen het positie-instellingsgebied en het wachtgebied; het verplaatsen van het werk-20 tuig of het stel werktuigen dat naar de oorsprong is gebracht, en werktuigen of stellen werktuigen wanneer die reeds in het positie-instellingsgebied zijn gebracht, over een afstand gelijk aan een gewenste afstand tussen het ene werktuig of stel werktuigen en een volgend werktuig of stel werktuigen of een gewenste afstand tussen 25 het werktuig of stel werktuigen en de oorsprong, waarbij afstanden tussen het werktuig of stel werktuigen in de oorsprong en het werktuig of stellen werktuigen in het positie-instellingsgebied worden gehandhaafd.
2. Inrichting voor de plaotsinstelling van werktuigen, waarbij 30 een aantal werktuigen of paren werktuigen die aangebracht zijn op een draagas of een paar draagassen worden verplaatst en in positie worden ingesteld langs die draagas(sen) door middel van een aantal schuivers die aangebracht zijn overeenkomstig het aantal werktuigen of paren werktuigen, welke schuivers zijn aangebracht op een draai-35 ende as en worden bestuurd door een besturingssysteem zodat ze al 8105152 - 17 - of niet langs die draaiende as worden verplaatst overeenkomstig de draaiing van de draaias, met het kenmerk, dat het besturingssysteem een signaalgenerator omvat die synchroon draait met de draaiende as; een detector of een detecteerbaar stuk dat zich 5 bevindt op een oorsprong met het oog op het aangeven van die oorsprong, welke oorsprong gelegen is op een grenslijn tussen een positie-instellingsgebied en een wachtgebied, en welk wachtgebied naast het positie-instellingsgebied is gelegen zodat werktuigen waarvan de positie in het instelüngsgebied is ingesteld, uit dit 10 positie-instellingsgebied kunnen worden bewogen naar het wachtgebied; alsmede een aantal detectors of detecteerbare stukken die aangebracht zijn op de schuivers.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een aantal detectors of detecteerbare stukken i$ geïnstalleerd ]5 overeenkomend met het aantal schuivers in het wachtgebied met het oog op het stoppen van die schuivers in verschillende wcchtposities. 8105152
Applications Claiming Priority (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
JP16031780 | 1980-11-13 | ||
JP55160317A JPS598556B2 (ja) | 1980-11-13 | 1980-11-13 | 工具位置決め方法 |
JP56027377A JPS6020157B2 (ja) | 1981-02-24 | 1981-02-24 | 工具位置決め装置 |
JP2737781 | 1981-02-24 | ||
JP13809581 | 1981-09-01 | ||
JP56138095A JPS5838146A (ja) | 1981-09-01 | 1981-09-01 | 工具位置決め装置 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8105152A true NL8105152A (nl) | 1982-06-01 |
Family
ID=27285765
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8105152A NL8105152A (nl) | 1980-11-13 | 1981-11-13 | Werkwijze en inrichting voor de plaatsinstelling van werktuigen. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US4798110A (nl) |
AT (1) | AT394822B (nl) |
CA (1) | CA1180428A (nl) |
CH (1) | CH656823A5 (nl) |
DE (1) | DE3144468C2 (nl) |
FR (1) | FR2496926B1 (nl) |
GB (1) | GB2089269B (nl) |
IT (1) | IT1145722B (nl) |
NL (1) | NL8105152A (nl) |
NZ (1) | NZ198918A (nl) |
SE (1) | SE450225B (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS59169749A (ja) * | 1983-03-15 | 1984-09-25 | Rengo Co Ltd | 工具位置決め方法 |
DE3417042A1 (de) * | 1984-05-09 | 1985-11-14 | Lenox Europa Maschinen GmbH, 7312 Kirchheim | Verfahren zur steuerung der lage der schneidkanten an einer laengsschneidevorrichtung fuer bahnen aus papier und dergleichen sowie entsprechende laengsschneidevorrichtung |
DE3504013A1 (de) * | 1985-02-06 | 1986-08-07 | Jagenberg AG, 4000 Düsseldorf | Positioniereinrichtung fuer mehrere, nebeneinander und auf gegenseitigen abstand verfahrbare einheiten |
JPS61188136A (ja) * | 1985-02-14 | 1986-08-21 | レンゴ−株式会社 | 工具の位置決め装置 |
US4604934A (en) * | 1985-05-08 | 1986-08-12 | Ppg Industries, Inc. | Carriage train precision linear positioning system |
US5125300A (en) * | 1988-06-03 | 1992-06-30 | Tidland Corporation | System for automatically positioning multiple tool-holding carriages |
FI79479C (fi) * | 1988-07-15 | 1990-01-10 | Ahlstroem Oy | Cirkelsaog med staellbara klingor |
DE4021346C1 (nl) * | 1990-07-05 | 1991-07-04 | Alpha Maschinenbau Ag, Zuerich, Ch | |
DE4235578A1 (de) * | 1992-10-22 | 1994-04-28 | Schoth Hans Peter | Elektronisches Werkzeugleitsystem |
US20030226435A1 (en) * | 1996-03-08 | 2003-12-11 | Fuji Photo Film Co., Ltd. | Slitter for slitting a wide sheet into narrow strips and a controller and a controlling method for the slitter |
JP3980678B2 (ja) * | 1996-03-08 | 2007-09-26 | 富士フイルム株式会社 | 刃物位置切り替え制御方法 |
US5779617A (en) * | 1996-07-08 | 1998-07-14 | United Container Machinery, Inc. | Tool head positioning device |
DE19632438A1 (de) * | 1996-08-12 | 1998-02-19 | Emtec Magnetics Gmbh | Messer-Zustell-Vorrichtung für Schneide-Anlagen für Bänder, insbesondere Magnetbänder |
US5888183A (en) * | 1997-04-11 | 1999-03-30 | United Container Machinery, Inc. | Method of working paperboard blanks |
DE19832871C1 (de) * | 1998-07-22 | 2000-05-31 | Voith Sulzer Papiertech Patent | Verfahren und Vorrichtung zum Längsschneiden einer Materialbahn |
JP2943110B1 (ja) * | 1998-08-24 | 1999-08-30 | 株式会社ミヤコシ | ランダム縦ミシン目加工装置 |
DE10038511A1 (de) * | 2000-08-08 | 2002-02-21 | Bhs Corr Masch & Anlagenbau | Längs-Bearbeitungs-Maschine für Wellpappe-Bahnen |
FI109213B (fi) * | 2000-11-24 | 2002-06-14 | Metso Paper Inc | Menetelmä ja laite paperirainan kosteus- tai päällystemääräprofiilin hallitsemiseksi |
FI20011005A (fi) * | 2001-05-14 | 2002-11-15 | Metso Paper Inc | Menetelmä paperi- tai kartonkikoneen pituusleikkurin asetteen teossa |
US7134372B2 (en) * | 2001-11-08 | 2006-11-14 | Blue Ip, Inc. | CNC slitter machine |
EP1319480A1 (de) * | 2001-12-11 | 2003-06-18 | Wilhelm Bilstein KG Spezialfabrik für Maschinenmesser und Kompressorventile | Verfahren und Vorrichtung zum blockweisen Positionieren von Messerhaltern an einer Einrichtung zum Längsteilen einer durchlaufenden Materialbahn |
DE20221976U1 (de) | 2002-10-30 | 2009-11-26 | Manroland Ag | Vorrichtung zum Verstellen von Anpressrollen und/oder Schneidmessern |
US20070023987A1 (en) * | 2005-05-23 | 2007-02-01 | Kling Daniel H | Folding methods, structures and apparatuses |
US9005096B2 (en) * | 2005-05-23 | 2015-04-14 | Daniel H. Kling | Folding method and apparatus |
US20070101846A1 (en) * | 2005-11-07 | 2007-05-10 | Zahn Lloyd P | Compensating stripper rings for material slitting machines |
DE102006055902A1 (de) * | 2006-11-27 | 2008-07-31 | Düspohl Maschinenbau Gmbh | Verfahren zum Positionieren von Messern einer Schneidvorrichtung und zugehörige Schneidvorrichtung |
US8647251B2 (en) * | 2009-03-11 | 2014-02-11 | Daniel Kling | Component fixturing method |
US8869668B1 (en) * | 2011-11-18 | 2014-10-28 | Hormel Foods Corporation | Product cutter |
Family Cites Families (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3646418A (en) * | 1969-07-22 | 1972-02-29 | Logic Systems Inc | Positioning of multiple elements |
CA953615A (en) * | 1970-05-06 | 1974-08-27 | James R. Mcmillan | Edger saw guide plug |
IT965709B (it) * | 1971-07-31 | 1974-02-11 | Reinhardt Gmbh | Cescia a rulli |
US3750513A (en) * | 1972-05-15 | 1973-08-07 | Industrial Woodworking Mach | Telescoping arbor assembly |
US3886833A (en) * | 1974-05-01 | 1975-06-03 | Elworthy & Co Ltd | Apparatus to effect remote automatic positioning of web slitter |
US4010677A (en) * | 1974-06-14 | 1977-03-08 | Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha | Apparatus for positioning heads |
US4033217A (en) * | 1976-01-13 | 1977-07-05 | S&S Corrugated Paper Machinery Co., Inc. | Slitter having carrier for selective adjustment of a plurality of heads |
JPS52107856A (en) * | 1976-03-04 | 1977-09-09 | Rengo Co Ltd | Positioning device |
GB2002277B (en) * | 1977-08-11 | 1982-01-06 | Masson Scott Thrissell Eng Ltd | Positioning apparatus |
CA1076020A (en) * | 1977-10-20 | 1980-04-22 | Rengo Co. | Tool positioning apparatus |
-
1981
- 1981-10-27 CA CA000388885A patent/CA1180428A/en not_active Expired
- 1981-10-30 GB GB8132718A patent/GB2089269B/en not_active Expired
- 1981-11-04 US US06/318,042 patent/US4798110A/en not_active Expired - Fee Related
- 1981-11-09 DE DE3144468A patent/DE3144468C2/de not_active Expired
- 1981-11-10 SE SE8106661A patent/SE450225B/sv not_active IP Right Cessation
- 1981-11-10 NZ NZ198918A patent/NZ198918A/en unknown
- 1981-11-12 IT IT6846681A patent/IT1145722B/it active
- 1981-11-12 FR FR8121175A patent/FR2496926B1/fr not_active Expired
- 1981-11-12 AT AT0486681A patent/AT394822B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-11-13 CH CH7320/81A patent/CH656823A5/de not_active IP Right Cessation
- 1981-11-13 NL NL8105152A patent/NL8105152A/nl not_active Application Discontinuation
-
1983
- 1983-06-22 US US06/506,849 patent/US4548109A/en not_active Expired - Fee Related
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
SE450225B (sv) | 1987-06-15 |
CH656823A5 (de) | 1986-07-31 |
IT8168466A0 (it) | 1981-11-12 |
ATA486681A (de) | 1991-12-15 |
AT394822B (de) | 1992-06-25 |
FR2496926A1 (fr) | 1982-06-25 |
GB2089269B (en) | 1984-05-02 |
DE3144468A1 (de) | 1982-07-01 |
US4548109A (en) | 1985-10-22 |
CA1180428A (en) | 1985-01-02 |
IT1145722B (it) | 1986-11-05 |
DE3144468C2 (de) | 1985-08-22 |
NZ198918A (en) | 1985-02-28 |
GB2089269A (en) | 1982-06-23 |
US4798110A (en) | 1989-01-17 |
FR2496926B1 (fr) | 1986-02-21 |
SE8106661L (sv) | 1982-05-14 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8105152A (nl) | Werkwijze en inrichting voor de plaatsinstelling van werktuigen. | |
US3595114A (en) | Web slitting apparatus | |
EP0420298A1 (en) | Processing paper and other webs | |
US3768807A (en) | Method and apparatus for handling flat, flexible workpieces | |
US3203288A (en) | Machine for cutting and/or creasing sheets of thin materials such as paper and cardboard and metal or plastic foils | |
NL8502525A (nl) | Manipulator. | |
JPS6387236A (ja) | コップあるいは缶類への印刷装置 | |
NL8702803A (nl) | Machine voor het scheiden en opwinden van vellen. | |
US2362168A (en) | Registering device in the manufacture of paper boxes | |
US5141221A (en) | Deceleration device in the folder of a rotary printing machine | |
US4282439A (en) | X-ray photographing machine using sheet films | |
NL2006931C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het aanbrengen van dubbelzijdig klevende folie op een cilindrische houder voor een flexibele drukplaat. | |
FI91382B (fi) | Laite taitettujen painoarkkien keräämiseksi | |
NL8400751A (nl) | Werkwijze voor de plaatsinstelling van gereedschappen. | |
US6220541B1 (en) | Web winding apparatus with two mandrels mounted at fixed positions and knife carriage movable therebetween | |
NL8801355A (nl) | Zeefdrukinrichting voor cilindrische voorwerpen. | |
US4153242A (en) | Sheet feed apparatus | |
JPH05213497A (ja) | 輪転印刷機のペーパーロール交換用のウエブ供給装置 | |
SE516423C2 (sv) | Rullställ för kontinuerlig avrullning av rullar | |
US5167410A (en) | Device for conveying and aligning sheets on a feed table of a printing machine | |
BE1003625A4 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het verhandelen van vellen. | |
JPS6111781B2 (nl) | ||
US5501148A (en) | Automatic sheet printing and alignment system | |
CN220702790U (zh) | 一种防伪数字标签印刷用纸张定位装置 | |
US3782715A (en) | Feeler device, especially for photocopying apparatus |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |