NL8103510A - Hydrodynamische eenheid voor het overdragen van een draaimoment, in het bijzonder hydrodynamische rem. - Google Patents

Description

t 81320 vA/inm

Korte aanduiding: Hydrodynamische eenheid voor het overdragen van een draaimoment, in het bijzonder hydrodynamische rem.

De uitvinding gaat uit van de de aanhef van conclusie 1 aangegeven hydrodynamische draaimoment-overdraageenheid, die bij voorkeur als hydrodynamische rem kan zijn uitgevoerd, _ Een dergelijke rem is bekend uit de Duitse openbaarmaking 5 22.38.726, in het bijzonder figuur 2. Deze rem is in een huis aangebracht, waarvan de binnenruimte naar buiten toe open is, die dus onder atmosferische druk staat. De lekvloei-stof, die onder bepaalde omstandigheden aan de buitenzijde van de asafdichtingen vrijkomt, verzamelt zich allereerst in 10 de binnenruimte van het huis. Vandaar uit komt hij volgens figuur 2 via een terugslagklep in een buiten het huis aangebrachte verzamelhouder. In het onderbereik van het huis is een laadhouder aangebracht, die meer of minder met werkvloer-stof is gevuld en die met druklucht kan worden bediend, terwijl 15 deze laadhouder in leidingsverbinding staat met de buitenkringloop van de rem. Volgens figuur 2 is nog een verbindingsleiding aangebracht vanaf de lekvloeistof-verzamelhouder naar de laadhouder. De verzamelhouder kan onafhankelijk van de laadhouder onder luchtdruk worden gezet, om hierdoor de lekvloei-20 stof in de laadhouder en daarmede in de buitenkringloop van de rem terug te brengen.

Volgens figuur 1 kan de lekvloeistof, die zich in het inwendige van het huis heeft verzameld, in vrije val in de laadhouder komen, zolang deze niet onder luchtdruk staat. Dit 25 veronderstelt, dat de laadhouder in het ondergedeelte van het remhuis is aangebracht. Aan deze veronderstelling wordt echter 8103510 - 2 - niet altijd voldaan.

De inrichting volgens figuur 2 is weliswaar ook tot werking in staat, wanneer de laadhouder zich op een andere plaats bevindt, bijvoorbeeld boven het remhuis. Deze inrichting 5 heeft echter speciaal voor het terugbrengen van de lekvloeistof bijkomende besturingselementen en druklucht nodig.

Het doel van de uitvinding is het zodanig verbeteren van de bekende hydrodynamische draaimoment-overdraageenheid, dat het terugvoeren van de lekvloeistof in de buitenkringloop 10 met zomin mogelijk inspanning automatisch kan plaatsvinden, en wel onafhankelijk van de ruimtelijke opstelling van de tot de buitenkringloop behorende leidingen en/of vloeistofhouder.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door de in conclusie 1 aangegeven hydrodynamische draaimoment-over-15 draageenheid. Door de uitvinding wordt op inventieve wijze gebruik gemaakt van de omstandigheid, dat bij. het uitschakelen van de rem de uit de laadhouder via de inschakelklep ontwijkende druklicht nog een bepaalde restdruk heeft. Deze is zo groot, dat hij, indien men de afgewerkte lucht naar de 20 verzamelhouder toevoert, voldoende is voor het terugbrengen van de lekvloeistof in een hoogliggend bereik. Volgens de uitvinding behoeft daardoor uitsluitend een verbindingsleiding aanwezig te zijn vanaf de ontlast -aansluiting van de inschakelklep naar de lekvloeistof-verzamelhouder. De tot nu 25 toe (in fig. 2 van de Duitse Openbaarmaking 22.38.726) nood-. zakelijke, bijkomende besturingselementen kunnen allen komen te vervallen. Ook de tot nu toe gebruikelijke druklucht wordt bespaard..

Wanneer de buitenkringloop van de rem een als regel 30 hoogliggende en onder atmosferische drukstaande koelhouder bezit, dan is het doelmatig, de lekvloeistof volgens fig. 2 aan deze koelhouder toe te voeren.

Door de kenmerken van conclusie 3 wordt gewaarborgd, dat bij het uitschakelen van de rem de uit de laadhouder ont-35. wijkende druklucht bij behoefte gedeeltelijk naar buiten kan ontwijken. Hierdoor wordt gewaarborgd, dat de uitschakeltijd van de rem als gevolg van de inrichting volgens de uitvinding niet noemenswaard wordt verhoogd.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de 40 hand van de bijgaande tekening van een uitvoeringsvoorbeeld.

8103510 - 3 -

Deze tekening toont schematisch een hydrodynamische rem met de wezenlijke delen van de buitenkringloop, de besturing en de inrichtingen voor het terugvoeren van lekvloeistof.

Tot de weergegeven rem 9 horen een rotorschoepenwiel 5 10, een rotoras 11 en een remhuis 12 met een daarin aangebracht Statorschoepenwiel 13- De rotoras 11 is met behulp van twee rollen legers 14 in het huis 12 gelegerd; hij dringt aan zijn beide einden door het huis heen. Aldaar zijn telkens twee asafdichtingsringen 15 en 16 aangebracht.

10 De door de schoepenwielen 10 en 13 begrensde, torus vormige werkruimte is via een uitlaatleiding 17 met een hoogliggende koelhouder 18 verbonden. Vandaaraf leidt een in1aanleiding 19 terug in de werkruimte. In de inlaatleiding 19 zijn twee schakelkleppen 20 en 21 aangebracht. Hiertussen is 15 de inlaatleiding 19 via een leiding 23 met een laadhouder 22 verbonden.

Men herkent verder een druklucht-voorraadhouder 24 en een bijvoorbeeld met de handbedienbare stuurklep 25. Deze verbindt ee8p de laadhouder aangesloten drukluchtieiding 26 20 of wel met de druklucht-voorraadhouder 24 of met een ontlast-leiding 27. In het eerstgenoemde geval is de rem ingeschakeld; in het andere geval is hij uitgeschakeld.

Aan de buitenzijde van de buitenste dichtingsringen 16 zijn lekvloeistof-leidingen 28 aangesloten. Deze kunnen ge-25 scheiden of (zoals in de tekening is weergegeven) tezamen via een terugslagklep 29 in een lekvloeistof-verzamelhouder 30 uitmonden. Deze is als drukhouder uitgevoerd. Vanaf zijn onderbereik verloopt een leiding 31 naar de koelhouder 18. In zijn bovenbereik mondt de ontlast-leiding 27 uit. Bovendien kan aan 30 zijn bovenbereik, zoals in de tekening is weergegeven, een uitlaat· 32 worden aangebracht, die van een instelbare smoor-plaats 33 is voorzien en die in de buitenlucht uitmondt.

Zolang de laadhouder 22 via de leiding 26 onder luchtdruk staat en hierdoor de werkruimte van de rem 9 met vloei-35 stof is gevuld, kan de lekvloeistof zich in de verzamelhouder 30 verzamelen. Wanneer de rem wordt uitgeschakeld, dan komt de uit de laadhouder 22 ontwijkende afgewerkte lucht via de leidingen 26 en 27 in de verzamelhouder 30. Daardoor transporteert de restdruk van deze afgewerkte lucht de lekvloeistof uit de 8103510 ' *1 - 4 - * verzamellïouder 30 via de leiding 31 in de koelhouder 18, dus terug in de buitenkringloop 17, 18, 19.

De lekvloeistof die zich in de tussenruimten 8 (tussen de binnenste en buitenste dichtingsringen 15, 16) verzamelt, 5 kan via (niet weergegeven) leidingen direct in de koelhouder worden teruggevoerd. .

Bij hydrodynamische remmen van de in de tekening weergegeven constructie wordt als werkvloeistof als regel olie toegepast. Deze dient tegelijkertijd voor de smering van de 10 rollegers 14. Daarom zij aldaar, van binnen naar buiten gezien, de rollegers 14 voorafgaande aan de dichtingsringen 15 en 16 aangebracht. Dit is echter geen voor de uitvinding wezenlijk kenmerk; men kan immers ook andere werkvloeistoffen toepassen, bijvoorbeeld water, waaraan naar gelang behoefte een anti-vries-15 middel wordt toegevoegd. In dit geval is het noodzakelijk om de legers voor de rotoras ten opzichte van de werkruimte van de rem af te dichten, opdat de legers met olie, vet of derge-lijke kunnen worden gesmeerd. De legers en de afdichtingen worden in dit geval bij voorkeur als volgt aangebracht; op-20 nieuw van binnen naar buiten gezien: Op een eerste asafdich-tingsring volgt een tweede asafdichtingsring, waarbij op de buitenzijde daarvan de bovengenoemde lekvloeistofleiding 28 wordt aangesloten. Daarna volgen een derde asafdichtingsring, vervolgens het leger en tenslotte een vierde asafdichtingsring, 25 waarbij de derde en de vierde asafdichtingsring zoals algemeen gebruikelijk zodanig zijn aangebracht, dat zij het uittreden van leger-smeermiddel.verhinderen.

In de tekening bevinden de kleppen 20, 21 en 23 zich in de stand ."remuitgeschakeld". Hierbij vult de laadhouder 30 zich via de open klep 20 uit de koelhouder. Wanneer door het omschakelen van de klep 25 de leiding 26 onder druklucht wordt geplaatst, dan schakelt deze ook de kleppen 20 en 21 over. Hierdoor wordt door de klep 20 de verbinding verbroken tussen de houders 18 en 22, maar in plaats daarvan de verbinding van 35 de laadhouder naar de rem 9 geopend, zodat deze met werkvloeistof wordt gevuld.

8103510

Claims (3)

1. Hydrodynamische eenheid voor het overdragen van een draaimoment, in het bijzonder hydrodynamische rem, voorzien van een huis en een door schoepenwielen begrensde werkruimte, 5 waarop - voor de vorming van een uitwendige werkvloeistof -kringloop - een inlaatleiding en een uitlaatleiding zijn aangesloten, evenals met een door het huis dringende rotoras, waarbij : a) een tussen het huis (12) en de rotoras (11) aan- 10 wezige spleet door tenminste een asafdichting (16) is afgesloten; b) de buitenzijde van de asafdichting (16) via een lek-vloeistofleiding (28) , die een terugslagklep (29) heeft,, is verbonden met een onder de rotoras (11) liggende verzamelhou- 15 der (30), die met de uitwendige kringloop in leidingsverbinding (31) staat; c) de verzamelhouder (30) als drukhouder is uitgevoerd, zodat de lekvloeistof door belasting met drukgas in de uitwendige kringloop (17, 18, 19) kan worden teruggebracht; 20 d) een stuurklep (25) verbindt een drukgas-verbruiker, bijvoorbeeld de drukruimte van een op de uitwendige kringloop (17, 18, 19) aangesloten laadhouder (22),of wel met een druk-gas-bron (24) of met een ontlastleiding (27); met het kenmerk, dat de ontlastleiding (27) in de verzamelhou- 25 der (30) uitmondt, zodat de restdruk van het uit de laadhouder (22) ontwijkende drukgas dient voor het terugbrengen van de lekvloeistof in de uitwendige kringloop (17, 18, 19).

2. Inrichting volgens conclusie 1 met een hoogliggende, in de uitwendige kringloop aangebrachte koelhouder, met het 30 kenmerk, dat voor het terugbrengen van de lekvloeistof vanuit de verzamelhouder (30) in de uitwendige kringloop (17, 18, 19) een verbindingsleiding (31) vanaf de verzamelhouder in de koelhouder (18) is aan gebracht .-

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 35 dat het bovendeel van de verzamelhouder (30) is voorzien van 'een smoorinrichting (33) en een in de vrije buitenlucht uitmondende uitlaat (32) heeft. 8103510