NL8101006A

NL8101006A - Plug.

Info

Publication number: NL8101006A
Application number: NL8101006A
Authority: NL
Original assignee: Murbach Julius; Stuessi Karl
Priority date: 1980-03-05
Filing date: 1981-03-02
Publication date: 1981-10-01
Also published as: NO155739C; HU183351B; GB2071249A; IT8120119A0; DE3108016A1; NO810744L; NO155739B; TR21424A; AT380543B; ATA58581A; DE3108016C2; LU83185A1; SE8101302L; KR830005510A; IT1135636B; NL186594C; CS228550B2; FI810651L; GB2071249B; FR2482220B1

Description

J% VO 1633 * t t .

* '

Plug.

De uitvinding heeft betrekking op een plug met een spreidorgaan, dat met een gespleten eindgedeelte van een metalen spreid-huls samenwerkt.

Een plug van dit type is b.v. bekend uit het Zwitserse 5 octroóischrift h33 671. Nadelig bij deze plug is dat zijn metalen bestanddelen een goede geleider voor geluid vormen.

Het doel van de uitvinding is een plug van het bedoelde type zodanig uit te voeren, dat deze niettegenstaande goede bevesti-gingseigenschappen trillingsdempend werkt, om de overdracht van geluid 10 op zijn minst te dempen. Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat ten minste een metaalaansluitdeel van het spreidorgaan via een trillingsdempend materiaal met de spreidhuls samenwerkt en dat de spreid— huls ten minste aan het tegenover het gespleten eindgedeelte gelegen deel van een buiten het eindgedeelte uitstekende binnenbekleding uit 15 trillingdempend materiaal voorzien is.

. Doordat ten minste een metalen aansluitdeel van het spreidorgaan via een trillingdempend materiaal met de spreidhuls samenwerkt, wordt gewaarborgd, dat de door de bevestigingsmiddelen op het aansluitdeel overgebrachte geluid niet verder door de spreidhuls wordt 20 geleid. Aan de·’van het gespleten eindgedeelte afgekeerde zijden van de spreidhuls dient een binnenbekleding uit trillingdempend materiaal, welke buiten het eindgedeelte uitsteekt, evenals als blokkering voor het verder geleiden van geluid. Daarmee verenigt de plug de goede be-vestigingseigenschappen.van een plug met metalen spreidhuls met optimale 25 trillingsdempende eigenschappen.

Yoor eenvoudige toepassingsdoeleinden, welke niet aan een hoge belasting zijn onderworpen werkt het spreidorgaan via het trillingdempende materiaal met de spreidhuls samen, waarbij dit tril-lingdempende materiaal als binnenbekleding van het gespleten eindgedeelte 30 is aangebracht en daarbuiten uitsteekt.

De houdkracht van de plug kan nog worden verbeterd wanneer de spleten van het gespleten eindgedeelte van de spreidhuls aan het einde door middel van een als gewenste breukplaatsen dienende rug gesloten zijn.

Yoor grotere belastingen heeft het spreidorgaan een 35 lichaam uit trillingdempend materiaal, waarbij in het lichaam een met 8101006 2 de spreidhuls samenwerkende metalen, conische huls en op axiale afstand daarvan het metalen aansluitdeel zijn ingebed.

Volgens een uitvoeringsvorm heeft' het spreidorgaan een cilindrisch gedeelte met axiaal verlopende ribben, welke in de sleuven 5 van het gespleten eindgedeelte van de spreidhuls grijpen.

Aldus wordt een doelmatig vasthouden van het spreidorgaan in de spreidhuls tijdens, opslag, transport en het hanteren van de . - plug gewaarborgd en anderzijds is het spreidorgaan in de spreidhuls , gevoerd, zodat een gelijkmatig aantrekken van het spreidorgaan bij het 10 bevestigen van de plug mogelijk is.

Deze eigenschappen worden nog verbeterd, wanneer de conische huls een cilindrisch hulsdeel heeft,, dat ten minste over een gedeelte van de lengte van het cilindrische deel van het spreidorgaan verloopt en bij voorkeur van een buitenlaag uit trillingdempend materiaal voorzien is. Het 15 cilindrische deel van de conische huls verhoogt de stabiliteit en de geleiding van het spreidorgaan, terwijl de buitenlaag uit trillingdempend materiaal een ongewenst loswerken van het spreidorgaan uit de spreidhuls tegenwerkt.

Een zeer doelmatige uitvoeringsvorm is die waarbij het 20 aansluitdeel een conische buitenmantel heeft, welke bij voorkeur overeenstemt met het conische binnenvlak van een conische huls.

De gewenste buitendiameter van de buitenmantel van het aansluitdeel is ten hoogste even groot als de kleinste binnendiameter van het conische binnenvlak van de conische huls. Daarbij wordt ver-25 hinderd, dat een onderste buitenkant van de buitenmantel met het binnenvlak van de conische huls kan samenwerken.

Ook is een uitvoeringsvorm voordelig waarbij de grootste buitendiameter van de conische buitenmantel van het aansluitdeel ten minste even groot is als de grootste binnendiameter van het conische 30 vlak van de conische huls. Daardoor wordt het samenwerken van een bovenste buitenkant van de buitenmantel van het aansluitdeel met het binnenvlak van de conische huls verhinderd.

Een andere mogelijkheid is, dat het aansluitdeel ten minste nagenoeg cilindrisch gedeelte heeft, waarvan de buitendiameter 35 bij voorkeur kleiner is dan de kleinste binnendiameter van de conische huls, alsmede een radiale flens, waarvan de buitendiameter bij voorkeur groter is dan de grootste binnendiameter van de conische huls.

8101006

* 'C

3

Eet aansluitdeel kan als kop. van een schroef zijn uitgevoerd. Het is echter doelmatiger wanneer deze als moer is uit gevoerd.

Een andere doelmatige uitvoeringsvorm is die waarbij 5 de spreidhuls met in langsrichting lopende, over de omtrèksrichting verdeelde doordiepingen is voorzien, welke ten minste ten dele in het aan het gespleten eindgedeelte aansluitende deel van de spreidhuls zijn aangebracht en bij voorkeur met betrekking tot de sleuven .van' het gespleten eindgedeelte in de omtrèksrichting verzet zijn aangebracht. Zou tO als gevolg van een iets te grote boring in een bouwlichaam het spreid-orgaan zonder meer in het gespleten eindgedeelte van de spreidhuls getrokken worden, dan wordt het verder intrekken door deze doordiepingen verhinderd. Daardoor wordt een veilige bevestiging van de plug en het betreffende constructiedeel gewaarborgd. Deze uitvoeringsvorm van de 15 plug biedt in het bijzonder een beveiliging van de bevestiging bij brand. Zelfs bij wegsmelten van het trillingdempende materiaal vormen de doordiepingen een waarborg, dat de metalen delen van het spreidorgaan tegen de doordiepingen blijven hangen.

Het draaien van een plug in een boorgat wordt verhin-20 derd, wanneer de spreidhuls in het gespleten eindgedeelte aan de buitenzijde een ruwing heeft bij voorkeur met langsrillen.

Als trillingdempend materiaal kan doelmatig een rubber-elastisch materiaal worden gebruikt. Dit materiaal heeft een hardheid van 65 tot 95, bij voorkeur 80 shore.

25 Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder verwijzing naar de tekening besproken. Daarin toont:

Fig. 1 een zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een plug volgens de uitvinding; fig. 2 een langsdoorsnede door de plug volgens fig. 1; 30 fig. 3 een zijaanzicht, resp. een doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm van de plug; fig. U een zijaanzicht, resp. een langsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van de plug.

Zoals uit fig. 1 en 2 blijkt, bestaat de plug uit een 35 spreidhuls 2, welke gespleten eindgedeelte ^ heeft. De sleuven 6 zijn aan hun vrije einde door een zwakke, als gewenste breukplaats dienende rug 8, gesloten. In het aan het gespleten eindgedeelte U aansluitende 8101006

ί "V

4 deel van de spreidhuls 2 zijn in langsrichting van de spreidhuls verlopende doordiepingen 10 aangebracht, welke over de omtrek van de spreidhuls verdeeld zijn. In het getekende uitvoeringsvoorbeeld liggen de. doordiepingen 10 in het verlengde van de sleuven 6. Het is echter ook 5 mogelijk, de doordiepingen 10 ten opzichte van de sleuven 6 verzet aan te brengen, waarbij de sleuven 6 en de doordiepingen 10 in de langsrichting elkaar kunnen overlappen. Aan het boveneinde van het gespleten einddeel b is de spreidhuls van een opruwing 12 voorzien, welke in de vorm van langsrillen is uit gevoerd.

10 Spreidhuls 2 is aan zijn binnenzijde van een bekleding 1¾ uit trillingdempend materiaal voorzien. De bekleding 1^ steekt in het gespleten eindgedeelte ^ buiten de spreidhuls uit. De spreidhuls is aan de binnenkant 16 van het gespleten eindgedeelte U afgerond, om beschadiging van de bekleding 1¾ te verhinderen.

15 , De plug heeft voorts een spreidorgaan 20, dat een aansluitdeel 20 omvat, dat als moer met hinnendraad 22 is. uitgevoerd.

' Het spreidorgaan bevat een conisch deel 2b en een cilindrisch deel 26.

Dit laatste is van een opruwing 28 voorzien, welke in de vorm van langsrillen is uitgevoerd. Het spreidorgaan 20 is met zijn cilindrische ge-20 deelte 26 in het gespleten eindgedeelte k gestoken. Ha .het inbrengen van de plug in de boring van een constructiedeel, bijvoorbeeld een muur, wordt voor het bevestigen van een lichaam een daarmee verbonden . schroef in de plug gevoerd en in het spreidorgaan 20 gedraaid. Door het vasttrekken van de niet nader weergegeven schroef wordt het 25 spreidorgaan 20 in het gespleten eindgedeelte b getrokken en de spreidhuls naar buiten tegen de wand van de boring geperst.

De in fig. 3 weergegeven, plug bevat de spreidhuls 30, welke een gespleten eindgedeelte 32 heeft. De sleuven 3^ zijn aan het einde open. In het op het gespleten eindgedeelte 32 aansluitende deel 30 van de spreidhuls 30 zijn in de langsrichting van de spreidhuls verlopende doordiepingen 36 aangebracht.. Deze doordiepingen 36 zijn over de omtrek van de spreidhuls verdeeld'aangebracht. In het. getekende uitvoe-ringsvoorbeeld liggen de doordiepingen 36 op een lijn met de sleuven 3U. Doelmatig is het echter, wanneer de doordiepingen 36 met betrekking tot 35 de sleuven 3^ in de omtreksrichting verzet zijn aangebracht. Daarbij is het ook mogelijk, dat de sleuven 3^· en de doordiepingen 36 elkaar in 8101006 S “v 5 langsrichting ten dele overlappen. Aan het open einde van het gespleten eindgedeelte 32 is de spreidhuls van een’ opruwing 38 voorzien, welke in de vorm van langsrillen is uit gevoerd. Deze opruwing moet verdraaien van de plug in het boorgat verhinderen.

5 De spreidhuls 30 is aan het tegenover het gespleten eindgedeelte 32 gelegen einddeel Uo van een buiten het eindgedeelte uitstekende binnenbekleding b2 uit trillingdempend materiaal, voorzien. De binnenbekleding kan als insteekdeel zijn uitgevoerd, dat van langs— groeven is voorzien, waarin de doordiepingen 36 grijpen. Het buiten 10 de spreidhuls 30 uitstekende deel b6' van de binnenbekleding k2 is als radiaal uitstekende flens uitgevoerd.

De plug heeft voorts een spreidorgaan U8, dat in het gespleten eindgedeelte 32 in de spreidhuls gestoken wordt. Dit spreidorgaan heeft primair een lichaam 50 uit trillingdempend materiaal, waar-15 in een met de spreidhuls 30 samenwerkende, metalen conische huls 52 en met axiale afstand daarvan een metalen aansluitdeel 5¾'ingebed zijn.

. Het spreidorgaan b8 bevat een cilindrisch deel 56, dat axiaal verlopende ribben 58 heeft, welke in de sleuven van het. gespleten eindgedeelte van de spreidhuls grijpen. Ook de conische huls 52 heeft een cilindrisch 20 hulsgedeelte 60, dat ten minste over een gedeelte van de lengte van het cilindrische deel 56 van het spreidorgaan ^8 verloopt en van een buitenlaag 62 uit trillingdempend materiaal voorzien is.

Het aansluitdeel 5^· heeft een conische buitenmantel 6b, welke doelmatig, overeenstemt met het conische binnenvlak 66 van de co-25 nische huls 52. Bij voorkeur is de kleinste buitendiameter van de buitenmantel 6k van het aansluitdeel 5b ten hoogste even groot als de kleinste binnendiameter van het binnenvlak van de conische huls 52. Voorts is het voordelig, wanneer de grootste buitendiameter van de conische buitenmantel 6b van het aansluitdeel 5^ ten minste even groot 30 is als de grootste binnendiameter van het conische binnenvlak 66 van de conische huls 52. In het onderhavige voorbeeld is het aansluitdeel 5b als moer met binnendraad 68 uitgevoerd. In het aansluitdeel 5^· kan van buitenaf een niet weergegeven schroef gedraaid worden, welke bij het vasttrekken van het spreidorgaan b8 in het gespleten eindgedeelte 35 32 van de spreidhuls 30 trekt en deze tegen de wand van een niet weer gegeven boring perst. Daarbij dient deze schroef gelijktijdig voor de bevestiging van een constructiedeel.

8101006 :.-6

A

Fig. if toont een plug,, welke in wezen overeenstemt met die volgens fig. 3, zodat ook dezelfde delen door .'.overeenkomstige:.' verwi jzin'gsci j fers zijn aangeduid.

De binnenbekleding k2 van de spreidhuls 30 is in die 5 mate anders, dat het radiaal uitstékende deel 70 met de buitenzijde de spreidhuls 30 passend afsluit.

Het spreidorgaan lfö is daarentegen veranderd in die zin dat dit een aansluitdeel 72 heeft, dat een ten minste nagenoeg cilindrisch deel 7^ bevat, waarvan de buitendiameter doelmatig kleiner tO is dan de kleinste Dinnendiameter van de conische huls 52. Voorts is het aansluitdeel 72 van een radiaal uitstékende flens j6 voorzien, waarvan de buitendiameter bij voorkeur groter is- dan de grootste binnendia-meter van de conische huls 52· Ook bij deze uitvoeringsvorm is het aansluit deel 72 als moer met binnenschroef draad 78 uit gevoerd.

T5 Bij de plug volgens fig. U is door streep-stippellijnen een modificatie van het aansluitdeel 72 weergegeven, waarbij dit aansluit deel de kop van een schroef 80 vormt, welke eveneens door streep-stippellijnen is aangeduid.

De uit trillingdempend materiaal gevormde, delen van de . 20 plug kunnen bij voorbeeld uit rubbër-elastischmateriaal bestaan. Een dergelijk materiaal kan een natuurlijke of kunstmatige rubbersoort zijn. Goede trillingdempende eigenschappen worden verkregen, wanneer het materiaal een hardheid van 65 tot 95» bij voorkeur 80 shore heeft.

8101006

Claims

1. Plug met een sprei dor gaan, dat met een gespleten eindgedeelte van een metalen spreidhuls samenwerkt, met het kenmerk, dat ten minste een metalen aansluitdeel (21 \ 5^, 72) van het spreidorgaan (20, i;8) via een trillingdempend materiaal met de spreidhuls (2, 30) 5 samenwerkt en dat de spreidhuls (2, 30) ten minste aan het tegenover het gespleten eindgedeelte (U, 32) gelegen eindgedeelte (^0) van een huiten het eindgedeelte uitstekende hinnenhekleding (1^, k2) uit trillingdempend materiaal voorzien is.

2. Plug volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 10- spreidorgaan (20) via het trillingdempende materiaal met de spreidhuls (2) samenwerkt.

3. Plug volgens conclusies 1 of 2, met het kenmerk, dat het trillingdempende materiaal als hinnenhekleding (1 h) van het gespleten eindgedeelte (h) aangehracht is, en daarbuiten uit steekt.

15 Plug volgens conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de sleuven (6) van het gespleten eindgedeelte (h) van de spreidhuls (2) aan hun einde door een als gewenste breukplaats dienende rug (8) afgesloten zijn. 5· ' Plug volgens conclusies 1 tot U, met het kenmerk, dat 20 het spreidorgaan (U8) een lichaam (50) uit trillingdempend materiaal heeft, waarbij in het lichaam (50) een met de spreidhuls (30) samenwerkende, metalen conische huls (52) en met axiale afstand daarvan het metalen aansluitdeel (5^·, 72) ingebed zijn.

6. Plug volgens conclusies 1 tot 5» met het kenmerk, dat 25 het spreidorgaan (U8) een cilindrisch deel (56) met axiaal verlopende ribben (58) heeft, welke in de sleuven (Λ6) van het gespleten eindgedeelte (32) van de spreidhuls (30) grijpen. 7« Plug volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de co nische huls (52) een cilindrisch hulsdeel (60) heeft, dat ten minste 30 over een gedeelte van de lengte van het cilindrische deel (56) van het spreidorgaan (U8) verloopt en bij voorkeur van een buitenlaag (62) uit trillingdempend materiaal, voorzien is.

8. Plug volgens conclusies 5 tot 7» met het kenmerk, dat het aansluitdeel (5^-) een conische mantel (6H) heeft, welke bij voorkeur 8101006 overeenstemt met liet conische binnenvlak (66) van de conische huls (52).

9. Plug volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de kleinste buitendiameter van de buitenmantel (6¼) van een aansluit-deel (5¼) ten hoogste even groot is als de kleinste bixmendiameter van 5 het conische binnenvlak (66) van de conische huls (52).

10. Plug volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de grootste buitendiameter van de conische buitenmantel (6¼) van het aansluit deel (5¼) ten minste even groot is als de grootste binnendiameter van het conische binnenvlak (66) van de conische huls (52).

11. Plug volgens conclusies 1-— 7» met het kenmerk, dat het aansluitdeel (72) een ten minste nagenoeg cilindrisch deel (5¼) heeft, waarvan de buitendiameter bij voorkeur kleiner is dan de kleinste binnendiameter van de conische huls (52), alsmede een radiale flens (76) waarvan de buitendiameter bij voorkeur groter is- dan de Ï5 grootste binnendiameter van de conische huls (52).

12. Plug volgens conclusies 1 - 11, met het kenmerk, dat het aansluitdeel (21 j 5¼^ 72) als moer is uit gevoerd.

13. Plug volgens conclusies 1 - 11, met het kenmerk, dat het aansluitdeel (72) als kop van een schroef (80) is uitgevoerd. 20 1¼. Plug volgens conclusies 1. 13, met het kenmerk, dat de spreidhuls (2, 30) van in langsrichting verlopende, volgens de omtrek verdeelde doordiepingen (10, 36), voorzien is, welke ten minste in het op het gespleten eindgedeelte (W 32) aansluitende deel van de spreidhuls (2, 30) aangebracht zijn en bij voorkeur met betrekking tot de sleu-25 ven (6, 3¼) van het gespleten eindgedeelte (k9 32) in de omtreksrichting verzet zijn aangebracht.

15. Plug volgens conclusies 1 - it, met het kenmerk, dat de spreidhuls (2, 30) bij voorkeur in het gespleten eindgedeelte (k, 32) aan de buitenzijde van een opruwing (i2, 38), bij voorkeur met langs-3Q rillen, voorzien is.

16. Plug volgens conclusies 1 - 15, met het kenmerk, dat het trillingdempend materiaal een rubber-elastisch materiaal is.

17· Plug volgens conclusies 1 - 16, met het kenmerk, dat het trillingdempende materiaal, een hardheid van 65 - 95, bij voorkeur 35 80 shore heeft. 8101006