NL8100111A - Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen. - Google Patents

Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen. Download PDF

Info

Publication number
NL8100111A
NL8100111A NL8100111A NL8100111A NL8100111A NL 8100111 A NL8100111 A NL 8100111A NL 8100111 A NL8100111 A NL 8100111A NL 8100111 A NL8100111 A NL 8100111A NL 8100111 A NL8100111 A NL 8100111A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
piston
lever
cylinder
chamber
injection pump
Prior art date
Application number
NL8100111A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Unic Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Unic Sa filed Critical Unic Sa
Publication of NL8100111A publication Critical patent/NL8100111A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60KARRANGEMENT OR MOUNTING OF PROPULSION UNITS OR OF TRANSMISSIONS IN VEHICLES; ARRANGEMENT OR MOUNTING OF PLURAL DIVERSE PRIME-MOVERS IN VEHICLES; AUXILIARY DRIVES FOR VEHICLES; INSTRUMENTATION OR DASHBOARDS FOR VEHICLES; ARRANGEMENTS IN CONNECTION WITH COOLING, AIR INTAKE, GAS EXHAUST OR FUEL SUPPLY OF PROPULSION UNITS IN VEHICLES
    • B60K31/00Vehicle fittings, acting on a single sub-unit only, for automatically controlling vehicle speed, i.e. preventing speed from exceeding an arbitrarily established velocity or maintaining speed at a particular velocity, as selected by the vehicle operator
    • B60K31/06Vehicle fittings, acting on a single sub-unit only, for automatically controlling vehicle speed, i.e. preventing speed from exceeding an arbitrarily established velocity or maintaining speed at a particular velocity, as selected by the vehicle operator including fluid pressure actuated servomechanism in which the vehicle velocity affecting element is actuated by fluid pressure
    • B60K31/08Vehicle fittings, acting on a single sub-unit only, for automatically controlling vehicle speed, i.e. preventing speed from exceeding an arbitrarily established velocity or maintaining speed at a particular velocity, as selected by the vehicle operator including fluid pressure actuated servomechanism in which the vehicle velocity affecting element is actuated by fluid pressure and one or more electrical components for establishing or regulating input pressure

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Control Of Throttle Valves Provided In The Intake System Or In The Exhaust System (AREA)
  • High-Pressure Fuel Injection Pump Control (AREA)
  • Control Of Vehicle Engines Or Engines For Specific Uses (AREA)

Description

B - T Tj/Se/UNIC Si A -1
Snelheidbegrenzingsinrichting--voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen.
De uitvinding heeft betrekking op een snelheid-begrenzingsinrichting voor motovoertuigen, in het bijzonder voor een vrachtwagen.
Bedrijfsvoertuigen, in het bijzonder vrachtwa-5 gens, omvatten een Diesel motor,die gevoed wordt door een inspuitpomp,waarvan de commandohefboom verbonden is met een bedieningsorgaan, namelijk het door de bestuurder bediende gaspedaal.
Overigens zijn verschillende middelen bekend 10 voor het beperken van de snelheid van een voertuig, maar met deze kan niet altijd de werkelijke verplaatsingssnelheid van het voertuig worden beperkt, onafhankelijk van de ingeschakelde versnelling.
Het doel van de uitvinding is hiervoor een op-15 lossing te geven. De huidige uitvinding omvat dienovereenkomstig een besturingsinrichting, die bij een vooraf bepaalde snelheid een impuls naar een relais stuurt, waardoor een elektrische klep wordt bediend, die een cilinder via een gekalibreerde opening ofwel met een persluchtbron ofwel met de at-20 mosfeer verbindt, in welke cilinder een zuiger tegen de werking van een elastisch orgaan in verplaatsbaar is, waarbij de zuiger een zuigerstang omvat, die in kontakt kan komen met de hefboom van de inspuitpomp, om de slag van deze hefboom te regelen, welke hefboom door elastische middelen verbonden 25 is met de overbrenging van het door de bestuurder bediende bedieningsorgaan.
Doordat de informatie van de snelheidsbegren-zing direkt door de besturingsinrichting wordt afgegeven, begrenst men de werkelijke snelheid van het voertuig onaf-30 hankelijk van de ingeschakelde versnelling.
Omdat de inrichting bovendien geen rekening houdt met de werkelijke snelheid als funktie van het koppel van de aandrijving van een voertuig, en de gekozen grenssnel-heid, kunnen verschillende overbrengingen van de versnellings-8100111 -2- & + l—· ' bak bij deze beperking betrokken zijn, en in dit geval zorgt de inrichting voor een ekonomisch brandstofgebruik.
Bijvoorbeeld kan men, met een koppel dat een theoretische snelheid van 115 km/h heeft, bij een beperking 5 tot 80 km/h en een versnellingsbak met 13 versnellingen, verkrijgen: 80 km/h in de zevende versnelling groot bij 3.000 omw./min., 80 km/h in de achtste versnelling klein bij 2.500 omw./min., 80 km/h in de achtste versnelling groot bij 2.000 omw./min.
10 Het is dus te zien, dat bij een zelfde ver- plaatsingssnelheid van het voertuig de motor met 1000 omw./ min. minder kan draaien, waardoor een zuiniger brandstofverbruik wordt gerealiseerd.
Dé werking van de inrichting kan tijdens het .15 rijden niet door de bestuurder worden overwonnen, door een grotere kracht op het gaspedaal uit te oefenen.
In het geval dat de werking van het gaspedaal op de hefboom van de inspuitpomp begrensd wordt door de werking van de bedieningszuiger van de snelheidsbegrenzing, 20 worden de elastische middelen samengedrukt en blijft de hefboom van de inspuitpomp in zijn bij de begrensde snelheid behorende stand staan, omdat het gaspedaal dat tegengesteld aan de zuigerstang werkt het elastische orgaan niet kan samendrukken zonder op de bedieningshefboom van de pomp in te 25 werken.
Volgens een ander kenmerk kan de inrichting, vanwege zijn kleine omvang, altijd naderhand worden ingebouwd. De inrichting maakt geen enkele modifikatie van de gaspedaaloverbrenging nodig, omdat de bedieningszuiger direkt 30 op .de bedieningshefboom van de inspuitpomp werkt, waardoor alle oorspronkelijke kenmerken van het voertuig gehandhaafd kunnen blijven.
Bovendien wanneer een wijziging in de afstelling van de gaspedaaloverbrenging op zou treden, blijft de 35 nauwkeurigheid van de werking van de snelheidsbegrenzings-inrichting behouden, omdat deze onafhankelijk-werkt van de gaspedaalbediening, 8100 1 11 F > -3-
Daar de inrichting volgens de uitvinding eenvoudig is, is deze zeer betrouwbaar. De soepele werking wordt bereikt door middel van sproeiers, die geen enkele afregeling behoeven, terwijl alleen het niveau van de druk-5 stang van de commandozuiger ingesteld behoeft te worden, waardoor het toerental van de motor min of meer als funktie van de gekozen grenssnelheid beperkt kan worden.
Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende beschrijving van ver-10 scheidene uitvoeringsvoorbeelden aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.'
Figuur 1 is een schematisch aanzicht van de snelheidbegrenzingsinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 2 is een uitvoeringsvariant van de in 15 fig.1 weergegeven snelheidsbegrenzingsinrichting.
In fig.1 is een uitvoeringsvorm van de snelheidsbegrenzingsinrichting volgens de uitvinding weergegeven, die een meter 1 omvat, welke normaal in het voertuig is gemonteerd om de rijsnelheid te controleren, waarbij deze meter een con-20 tactorgaan omvat, dat ervoor zorgt, dat een controlelampje gaat branden wanneer een gekozen maximale snelheid is bereikt. Een opnemer 2 is met het elektrische circuit van dit contactorgaan van de meter verbonden en verder met de spoel van een elektromagneet 3 van een relais 4, door middel van een gelei-25 der 5. De spoel van het relais 4 wordt gevoed via de aansluitingen B en C, die respektievelijk via de geleider 5 met de opnemer 2 en via de geleider 7 met massa 6 zijn verbonden. -Het relais 4 omvat een contactorgaan 8, dat door de plunjer 9 van de elektromagneet wordt bediend en contact kan maken 30 met de contacten 10,11, waarvan het contact 10 via een geleider 12 verbonden is met een van de aansluitingen 13a van een spoel 13 van een elektromagneet 14 van een elektrische klep 15 en het andere contact 11 verbonden is met een aansluiting E dat verder niet aangesloten is. Bovendien is het contact-35 orgaan 8 via een geleider 16 verbonden met een elektrische stroombron 17, terwijl de aansluiting 13b van de spoel 13 van de elektrische klep met de massa 6 is” verbonden. 8100111 «i -4- L— '
De elektrische klep 15 omvat een eerste kamer 18, die via een leiding 19 met een gekalibreerde opening in verbinding staat met de atmosfeer, een tweede kamer 20 die via een leiding 21 en een sproeier met een gekalibreerde 5 opening 22 verbonden is met een commandocilinder 23, en een derde kamer 24 die via een leiding 25 verbonden is met een persluchtbron. De kamers 20 en 24 staan onderling in verbinding via een opening 26 waarvan de doorlaat afgesloten kan worden door een klep 27, die in de gesloten stand wordt ge-10 houden door een. veer 28, die ondersteund wordt door de bodem van de kamer 24. Een door de elektromagneet 14 bediende plunjer 29 is verschuifbaar in de boringen 30 en 31 van de de kamers 18 en 20 begrenzende wanden aangebracht, waarbij de plunjer 29 een axiaal kanaal 32 heeft, dat enerzijds aan 15 het uiteinde van de plunjer 29 uitkomt en anderzijds via een dwarsopening'32a in de kamer 18. Bij het verschuiven van de .plunjer 29 kan deze de opening 26 passeren en in kontakt komen met de klep 27, teneinde deze in de open stand te bewegen.
20 De commandocilinder 23 heeft, nabij een van zijn via de leiding 21 met de elektrische klep 15 verbonden einde co:i een schouder 23a, waar een zuiger 33 tegen aan gedrukt wordtoonder invloed van de werking van een veer 34, die zich tegen de bodem van de cilinder af steunt. De zuiger 25 33 is voorzien van een zuigerstang 35 die verschuifbaar is gemonteerd in een boring 36 van de cilinder 23 en waarvan het einde 35a in kontakt kan komen met een scharnierend om een as 38 gemonteerde hefboom 37, welke hefboom de inspuit-pomp van de in de tekening niet weergegeven motor bedient.
30 Aan het einde van de hefboom 37 is bij 40 schar nierend een vast met de cilinder 41 verbonden stang 39 aangebracht, in welke cilinder 41 een zuiger 42 verschuifbaar is gemonteerd, die tegen de werking van een veer 43 in kan bewegen, welke veer 43 steunt op de bodem van de cilinder 41.
35 De zuiger 42 is vast verbonden met een stang 44 die een deel vormt van de overbrenging^van het door de bestuurder bediende gaspedaal 46. De slag van de zuiger 42 en_de cilinder 41 is tenminste gelijk aan de verplaatsing van het gaspedaal.
8100 11 1 De snelheidbegrenzingsinrichting werkt op de 5 -5- » volgende manier:
Zodra het voertuig de gekozen grenssnelheid heeft bereikt, gaat het lampje van de meter branden, waardoor de spoel van de elektromagneet 3 van het relais 4 door de 5 opnemer 2 en de geleiders 5 en 7 onder spanning komt. Het relais 4 wordt geexciteerd, het door de plunjer 9 van de elektromagneet. 3 bediende contact 8 komt in contact met het contact 10 en zorgt ervoor, dat de spoel 13 onder spanning komt te staan via de geleider 12 en de met de massa 6 verbonden 10 aansluiting 13b.
Wanneer de elektromagneet 14 geaktiveerd is, wordt de plunjer 29 in de richting van de pijl P verplaatst, waardoor deze aan het einde in contact komt met de.'klep 27, waardoor de leiding 32 eerst wordt afgesloten en daarna, 15 bij een verdere beweging de klep 27 van zijn zitting wordt gelicht waardoor de opening 26 vrijkomt en perslucht via de leiding 25, van de kamer 24 naar de kamer 20 kan stromen.
De perslucht ontsnapt uit de kamer 20 via de leiding 21 en de sproeier 22 naar de cilinder 23, waar de zuiger 33 tegen 20 de veer 34 in wordt verplaatst. De stang 35 van de zuiger wordt uit de cilinder 23 naar buiten gedrukt en komt in contact met de hefboom 37 van de inspuitpomp totdat deze zich in de stand 37a bevindt overeenkomend met het maximaal vermogen van de motor, zodanig, dat onder invloed van de stang 25 35 de hefboom 37 teruggedrukt wordt in de met stippellijnen weergegeven stand 37b , welke stand overeenkomt met de begrensde instelling van de motor. De sproeier 22 heeft tot doel om het naar buiten bewegen van de stang 35 gelijkmatiger ~ te doen verlopen, zonder afbreuk te doen aan de reaktiesnel-30 heid.
Terwijl het voertuig vertraagt, gaat het lampje van de meter weer üit en valt de voeding van het relais 4 weg, waardoor de elektromagneet daarvan niet langer geaktiveerd blijft, zodat het .contactorgaan 8 terugkomt in zijn 35 uitgangsstand, tegen het contact 11 aan, dat in verbinding staat met de open aansluiting E.
Hierdoor wordt de spoel 13 van de elektrische klep niet langer gevoed en verplaatst de plunjer 29 zich in 8100111 -6- de richting tegengesteld aan de door pijl F aangegeven rich-r ting, teneinde de in fig.1 weergegeven uitgangsstand weer in te nemen. Het gevolg is, dat de klep 27 de opening 26 afsluit en de leiding 32 wordt geopend, welke de kamer 20 in verbin-5 ding brengt met de kamer 18. Op dit moment wordt de cilinder 23 niet langer met perslucht gevoed en de zich in het circuit tussen de elektrische klep en de zuiger bevindende lucht kan wegstromen via de opening 19, die gekalibreerd is om de teruggaande beweging van de zuiger 33 te vertragen, zonder 10 afbreuk te doen.aan de reaktie van het voertuig.
Zodra het lampje weer gaat branden vangt de werkingscyclus van de snelheidsbegrenzingsinrichting opnieuw aan. Om te vermijden, dat de gebruikers het elektrische systeem niet demonteren om zonder snelheidsbegrenzing te rijden, 15 is het mogelijk om een modifikatie in de werking van de zuiger aan te brengen overeenkomstig de in fig.2 weergegeven uitvoeringsvariant.
In dit geval staat de zuiger 33 van de commando-hefboom 37 onder invloed van perslucht zolang de inrichting 20 in de ruststand staat waarbij de zuigerstang 35 zich in de teruggetrokken stand bevindt, zoals in fig.2 is weergegeven.
De veer 34 is dus in de samengedrukte toestand zodanig, dat deze alleen de zuiger 23 verplaatst bij de snelheidsbegrenzing. De spoel 13 van de elektrische klep 15 is verbonden 25 met de aansluiting E in plaats van met de aansluiting D, waardoor deze spoel permanent met een elektrische stroom wordt gevoed via de geleider 12.
De permanente aktivering van de elektromagneet 14 heeft tot gevolg, dat de plunjer 29 in de richting van de 30 pijl F is verplaatst, waardoor wordt verzekerd, dat de klep .
27 in de geopende stand blijft, om dë cilinder 23 continu met perslucht te voeden via de kamers 24, 20 en de leiding 21. Deze voeding van de spoel 13 houdt op, zodra het lampje van de meter gaat branden en de elektromagneet 3 van het 35 relais 4 wordt geaktiveerd. Op dat moment komt het contactorgaan 8 in contact met de aansluiting 10 en wordt de voeding van de spoel 13 onderbroken, waardoor de elektromagneet 8100 1 1 1 ? * -7- 14 wordt uitgeschakeld en de plunjer 29 terugbeweegt. Bij het terugbewegen van de· plunjer 29 sluit de klep 27 de opening 26 weer af waardoor de voeding van de cilinder 23 wordt onderbroken. De in de cilinder 23 aanwezige lucht ontsnapt 5 via het kanaal 32 van de plunjer 29 door de gekalibreerde opening 19 naar de buitenlucht en de veer 34 drukt de zuiger 33 weer terug evenals de stang 35, die op de hefboom 37 werkt om aldus de snelheid van het voertuig te begrenzen.
8100111

Claims (5)

1. Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen, waarvan de motor gevoed wordt door een inspuitpomp welke een via een overbrenging met een door de bestuurder bediend bedienings-5 orgaan verbonden commandohefboom omvat, gekenmerkt door een bij een vooraf bepaalde snelheidsdrempel een impuls aan een relais (4) afgevende meter (1), welk relais (4) een elektrische klep (15).bedient die een cilinder (23) via een gekalibreerde opening (19) ofwel met een persluchtbron ofwel met 10 de atmosfeer kan verbinden, in welke cilinder (23) een zuiger (33) verplaatsbaar is tegen de werking van een elastisch orgaan in, en deze zuiger (33) een zuigerstang (35) omvat, welke in contact kan komen met de hefboom (37) van de inspuitpomp, teneinde de slag daarvan te beheersen, welke hef-15 boom (37) via elastische middelen (43) verbonden is met de overbrenging van het door de bestuurder geaktiveerde bedie-ningsorgaan.
2 ,. -Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elektrische klep een lichaam omvat met een via 20 een leiding (19) met een gekalibreerde opening met de atmosfeer verbonden eerste kamer (18), een met de cilinder (23) van de commandohefboom van de inspuitpomp verbonden tweede kamer (20) en een met een persluchtbron verbonden derde kamer (24), waarbij de tweede (20) en de derde(24) kamer met elkaar zijn 25 verbonden via een opening (26) waarvan de doorlaat geregeld wordt door een in de derde kamer aangèbrachte'klep (27), welke klep (27) bediend wordt door een zich door de eerste en de tweede kamer uitstrekkende plunjer (31), die door een elektromagneet (14) wordt bediend, terwijl de plunjer een aan 30 zijn einde open kanaal (32) omvat, dat de eerste met de tweede kamer kan verbinden.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de coromandocilinder (23) van de de inspuitpomp aktiverende hefboom aan zijn met de tweede kamer (20) verbon-35 den einde van de elektrische klep een aanslag (23a) omvat, waartegen, onder invloed van een veer (34) , de zuiger (33) 8100111 -9- aanligt, waarvan de zuigerstang (35) in contact kan komen met de commandohefboom (37) van de inspuitpomp / wanneer de ziiiger onder invloed staat van perslucht.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het 5 kenmerk, dat de commandocilinder (23) van'de de inspuitpomp aktiverende hefboom permanent gevoed wordt door perslucht, zodanig, dat de zuiger (33) de veer (34) in samengedrukte toestand houdt en de zuigerstang (35) van de zuiger onder invloed van de veer op de hefboom (37) in kan werken, zodra 10 de druk van de perslucht vermindert of wegvalt.
5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de elastische verbindingsmiddelen (43) tussen de overbrenging en de commandohefboom (37) van de inspuitpomp gevormd worden door een cilinder (41) waarin een zui- 15 ger (42) tegen de werking van een tussen de bodem van de cilinder en één van de vlakken van de zuiger werkzame veer (43) in verplaatsbaar is. 81 00 Mi
NL8100111A 1980-01-16 1981-01-12 Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen. NL8100111A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8000928A FR2473432A1 (fr) 1980-01-16 1980-01-16 Dispositif limiteur de vitesse pour vehicule automobile, notamment pour camion
FR8000928 1980-01-16

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8100111A true NL8100111A (nl) 1981-08-17

Family

ID=9237595

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8100111A NL8100111A (nl) 1980-01-16 1981-01-12 Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen.

Country Status (7)

Country Link
BE (1) BE887077A (nl)
CH (1) CH642012A5 (nl)
DE (1) DE3100628A1 (nl)
FR (1) FR2473432A1 (nl)
GB (1) GB2067244B (nl)
IT (1) IT1143269B (nl)
NL (1) NL8100111A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3307968A1 (de) * 1983-03-07 1984-09-13 Vdo Adolf Schindling Ag, 6000 Frankfurt Einrichtung zur uebertragung der stellposition eines sollwertgebers
GB8526953D0 (en) 1985-11-01 1985-12-04 Veeder Root Ltd Speed control actuator
DE3617630A1 (de) * 1986-05-26 1987-12-03 Teves Gmbh Alfred Tempostatregelvorrichtung fuer kraftfahrzeuge
DE3918971C2 (de) * 1989-06-12 1998-07-02 Siegfried Baatsch Abfallsammelfahrzeug mit automatischer Geschwindigkeitsbegrenzung
DE4222997A1 (de) * 1992-07-13 1994-01-20 Strasser Spezialtransporte Gmb Vorrichtung und Verfahren zur Geschwindigkeits- und/oder Drehzahl-Begrenzung
DE10230864A1 (de) * 2002-07-09 2004-02-05 Continental Teves Ag & Co. Ohg Vorrichtung zur Steuerung der Geschwindigkeit eines Fahrzeugs
CN105984338A (zh) * 2015-02-03 2016-10-05 李吉世 汽车加速器踏板控制装置

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR853063A (fr) * 1938-04-14 1940-03-09 Maybach Motorenbau Gmbh Dispositif de sécurité pour moteurs à combustion interne, notamment de véhiculesautomobiles
US3026908A (en) * 1958-07-09 1962-03-27 Bendix Corp Three-position valve
US3099328A (en) * 1960-08-25 1963-07-30 Rheem Mfg Co Hydraulic speed control device
US3297104A (en) * 1964-11-27 1967-01-10 Borg Warner Speed control device
DE2052792A1 (de) * 1970-10-28 1972-05-04 Maschinenfabrik Augsburg Nürnberg AG Zweigniederlassung München, 8000 Mun chen Anlage zur Kraftstoffeinsparung fur Kraftfahrzeuge
JPS4920826A (nl) * 1972-06-22 1974-02-23
DE2241818A1 (de) * 1972-08-25 1974-03-07 Maschf Augsburg Nuernberg Ag Vorrichtung zur begrenzung der hoechstgeschwindigkeit von nutzfahrzeugen
US3923020A (en) * 1974-02-11 1975-12-02 Alert Control Company Throttle control device for motor vehicles
GB1493623A (en) * 1974-03-05 1977-11-30 Ass Eng Ltd Speed control systems
US3954152A (en) * 1974-07-15 1976-05-04 Clark Equipment Company Vehicle speed control
US4072207A (en) * 1974-12-07 1978-02-07 Diesel Kiki Co., Ltd. Automotive speed control device
US4133407A (en) * 1976-11-11 1979-01-09 Schantz Spencer C Vehicle speed controller

Also Published As

Publication number Publication date
IT1143269B (it) 1986-10-22
GB2067244B (en) 1983-10-05
FR2473432A1 (fr) 1981-07-17
CH642012A5 (fr) 1984-03-30
BE887077A (fr) 1981-07-15
GB2067244A (en) 1981-07-22
DE3100628A1 (de) 1981-12-03
IT8167040A0 (it) 1981-01-15
FR2473432B1 (nl) 1983-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1502833B1 (en) Brake fluid pressure retaining device
KR970706460A (ko) 변속비 셀렉터기구(ratio selector mechanisms)
FR2574736A1 (fr) Dispositif de surveillance d'un systeme de freinage
NL8100111A (nl) Snelheidbegrenzingsinrichting voor een motorvoertuig, in het bijzonder voor een vrachtwagen.
US4205639A (en) Anti-stall device in a diesel engine
US5906256A (en) Automatic clutch unit for vehicle use
JP2006506269A (ja) 車両の油圧ブレーキ設備の作動方法
US4518067A (en) Automobile brake device
US5020623A (en) Traction control system
NL7808685A (nl) Inrichting voor het begrenzen van het maximum toerental van een verbrandingsmotor van een motorvoertuig
FR2605561A1 (fr) Dispositif de regulation du glissement de traction et de la vitesse, pour un vehicule automobile
CN205225358U (zh) 车辆发动机减速减压装置
US2560870A (en) Automatic shifting mechanism for hydraulic-mechanism transmissions
EP1138565A2 (en) Method of controlling hydraulic brake system for vehicle
EP0239471A1 (fr) Dispositif d'assistance hydraulique
KR100387793B1 (ko) 차량용 주차 브레이크 시스템
KR970007717B1 (ko) 자동차용 제동력 유지장치
SU806486A1 (ru) Устройство дл автоматического управлени КОРОбКОй пЕРЕдАч ТРАНСпОРТНОгОСРЕдСТВА
RU2226160C2 (ru) Способ управления трансмиссией транспортной машины и устройство для его осуществления
US3382956A (en) Fluid pressure engaged clutch with throttle closing means
KR100356855B1 (ko) 자동차의 자동브레이크 장치
SU1754522A2 (ru) Электропневматическа тормозна система двухзвенного транспортного средства
KR200196354Y1 (ko) 도어 개방시 기어조작 방지장치
SU1636265A1 (ru) Система управлени автомобил
KR0145669B1 (ko) 자동차의 역진 방지 시스템

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed