NL8006793A - Werkwijze en inrichting voor het scheiden van stroken uit lange platen. - Google Patents

Description

e>ü -» # VO 1325

Werkwijze en inrichting voor het scheiden van stroken uit lange platen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het scheiden van stroken uit lange platen» in het bijzonder metaalplaten en een inrichting voor het toepassen van die werkwijze.

Er zijn reeds rollenscharen en daarmede toe te passen werkwijzen 5 bekend, waarbij een draaiend cirkelmes met behulp van een slede·, in de snijlijn van een metaalplaat continu vooruitgeschoven wordt.

Omdat bij de praktisch toepasbare diameter van het schijfvoimige mes slechts zeer ongunstig grote snijhoeken tussen 30 en 60° bereikbaar zijn, worden de plaat stroken sterk naar omlaag verbogen. Wanneer men 10 dus op deze wijze afgescheiden plaat stroken weer wil gebruiken, moet men deze op zeer kostbare wijze narichten.

Bij plaatscharen kan men daarentegen de bovenmessen onder een snijhoek van 2 —1° schuin stellen, waarbij verbuigen van de plaat uitgesloten is. Nadelig is bij plaatscharen, dat men deze slechts 15 tot aan een lengte van 6 m, ten hoogste echter 8 m, kan verwezenlijken.

Ook reeds bij derg.lengtes worden tafel en meswangen bijzonder sterk op doorbuigen belast» welke met de 3§ macht van de afstand toeneemt.

De doorbuiging wordt door de op· de tafel noodzakelijke neerhouders nog versterkt. Een vereffening van de doorbuiging zou zeer kostbaar zijn.

20 Men moet de hierdoor veroorzaakte onnauwkeurigheden op de koop toe nemen.

Zeer ongunstig werkt bij lange plaatscharen ook het materiaalkostenprobleem. Het gewicht van een plaatschaar van 12 m zou ten opzichte van die van 8 m tenminste verdubbelen.

25 Op al deze gronden heeft aen'^töt nog toe plaatseharen slechts zelden langer dan 6 tot 8 m lang gebouwd. Voor vele doeleinden en ook met het oog op het continu werken zouden echter ook veel grotere tafellengtes voordelig zijn.

Het doel van de uitvinding bestaat daarin een werkwijze te 30 verschaffen alsmede een inrichting daartoe, waarbij de beschreven nadelen van de bekende werkwijze en inrichting ondervangen worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat bij een plaatschaar met een beweegbaar in verhouding tot de tafellengte kort bovenmes volgens de snijlijn van een vasthoudplaat een snede over 8 0 0 6 79 3 > -2- eenkomstig· zijn lengte maakt en vervolgens over een meslengte verder bewogen en aldus stapsgewijze snede voor snede op elkaar volgen, totdat de strook aan het andere einde van de plaat geheel is afgescheiden.

5 . De plaat zal men tijdens het maken van de snede in het snede- bereik tegen een steun aandrukken en tijdens het bewegen van de plaat-schaar losmaken, terwijl deze aan de tegenoverliggende plaatkant voortdurend wordt vastgehouden.

De plaat schaar welke dient om de bovenomschreven werkwijze toe 10 te passen is gekenmerkt doordat bij de schaartafel behalve het schaar-frame een in verhouding tot de bovenmeslengte een enige malen langere steuntafel behoort en de kolom van de plaatschaar met glijdelen in . aan de langste zijde daarvan aangebrachte geleidingsrails in langs -richting verschuifbaar wordt vastgehouden en anderzijds met een 15 aandrijfbaar rij gestel in een geleiding, resp. een glijdende tandstang ' op de grond wordt gesteund, waarbij het vaste ondermes hetzij aan de schaartafel danwel langs aan de steuntafel over de gehele lengte bevestigd is en neerhouders dienovereenkomstig aan de schaar- of tegen de steuntafel werkend aanwezig zijn.

20 De uitvoeringsvorm met mes en neerhouders op de schaartafel heeft het voordeel, dat de snijd- en neerhoudkrachten door de kolom van de schaar worden opgenomen, zonder dat de geleidingen daarbij belast worden.

Het is duidelijk, dat door het hierdoor mogelijke stapsge-25 wijze werken, dat uit het snijden van een gedeeltelijke snijlijn, het verdere bewegen van de schaar langs de steuntafel over de lengte van een bovenmes en vervolgens wederom uit een volgende insnijding bestaat, slechts kleine krachten voor het bewegen van een snijorgaan nodig zijn, hetgeen ook gunstig qp het gewicht van de plaatschaar werkt 30 en dat vanwege de korte steunlengtes slechts praktisch te verwaarlozen vervormingen kunnen optreden, zodat plaatscharen volgens de uitvinding zonder begrenzing van de lengte gemaakt kunnen worden.

Vervormingen kunnen in de afgesneden plaatstrook ook niet meer optreden, omdat steeds met dezelfde kleine snijkoek gesneden 35 wordt.

Een verder voordeel van de uitvinding bestaat daarin, dat bestaande tafels naar behoefte verlengd of de tafellengte desgewenst ook kleiner gemaakt kan worden.

8 00 6 79 3 -3- tl* 4

De plaatschaar volgens de uitvinding kan men dus ook gemakkelijk aan wisselende omstandigheden aanpassen.

Het ondermes is doelmatig aan de achterkant van de schaartafel aangebracht.

5 In derregel zal men plaatscharen met een C-frame toepassen, dat naar de steunt af el toe open is.

Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn aan de van de afgesneden strook afgekeerde zijde van de steuntafel-in dvars-groeven vast gehouden spanmiddelen voor de platen aangebracht.

10 Als steunen voorr de afgesneden plaatstukken zijn volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding aan de steunt af el onder het snijvlak glijdend gelegerde telescoopachtig uitschuifbare consoles aangebracht.

Volgens' een andere gedachte kunnen de consoles ook op het frame 15 van de machine in beide richtingen omzvenkbaar zijn uitgevoerd.

De zwenkbeweging kan daarbij bestuurd of ook door een aanslag aan de kolom van de schaar bewerkstelligd worden.

Om het continu snijden van de plaatschaar in beide bewegingsrichtingen. mogelijk te maken, is er volgens de uitvinding voor gezorgd, 20 dat een aandrijforgaaa.-met ö^aessenslede over» "twee spifa en vèrbondenis en de spilmoeren zodanig van een omkeerbare aandrijving zijn voorzien, dat het bovenmes met de stoter afwisselend schuin op de siijlijn instelbaar is.

Deze manier van werken kan volgens de uitvinding ook worden 25 bereikt, doordat de stoter over twee met het freem verbonden hydran— Λ lische cilinders-zuigereenheden kan worden aangedreven, waarbij de cilinder-zuigereenheid als differentiaalcilinder is uitgevoerd, waarvan de bovenste cilinder door een pomp belast is, terwijl de onderste cilinderruimte via een pendelende oliekolom onder druk met de bovenste 30 cilinderruimte van de andere cilinder-zuigereenheid in verbinding staat.

.Uiteraard is reiniging van de geleidingsrails mogelijk, zodat borstels of dergelijke aanwezig zijn en deze door de aandrijving van de / inrichting in werking gesteld kunnen worden.

Op voordelige wijze is het bij de plaatscharen vólgens de 35 uitvinding ook mogelijk, in de opening een door een slede naar de snijkant van de plaat verschuifbare freeskop met aandrijving voor het bewerken van de kanten toe te passen, welke daartoe om een dwars op 8 00 6 79 3 -k- de verplaatsingsrichting liggende, as zwenkbaar is.

Een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding is voorts, dat aan de geleidingsrails van de steuntafel consoles met extra steun-vlakken glijdend gelegerd'Hoor middel van flexibele deze onderling 5 verbindende trekorganen in een een bepaalde stand van elkaar -waarborgende stand langs de steuntafel verdeeld en in een samenge schoven ruststand gebracht kunnen worden en een eveneens aan de langszijde van de steuntafel verschuifbare inrichting voor het snijbranden aanwezig is waarvan "de snijkop over een buiten de steunconsole reikende 10 arm. dwars op de verplaatsingsbaan verschuifbaar is.

Met de snijbrander kan men nu grote platen onderverdelen en vervolgens met de plaat schaar recht maken.

7oor het drijfwerk zowel van de plaatschaar als voor de snijbrander zijn volgens de uitvinding glijrails op de grond aangebracht, 15 waarbij tenminste een glijrail als geleidende tandstang voor een aangedreven rondselviel van tenminste de plaatschaar is uitgevoerd.

Volgens een verder kenmerk van de uitvinding is de plaatschaar voorzien van een dwarsverdeelinrichting. Deze kan volgens de uitvindinggedachte op het frame van de plaatschaar zijn aangebracht 20 danwel evenals de steuntafel afzonderlijk verplaatsbaar zijn.·

Als dwarsverdeelinrichting kan. ook de freeskop worden gebruikt, welke in dat geval in een snij^stand dwars op de snijlijn van de plaatschaar verstelbaar is.

Verdere bijzonderheden van de uitvinding worden onder 25 verwijzing naar de tekening toegelicht. Daarin toont: fig. 1 een plaatschaar vanaf de achterzijde van de steuntafel; fig. 2 de plaatschaar volgens fig. 1 in zijaanzicht; fig. 3 een detail van de plaatschaar volgens fig. 1 en 2; fig. k een plaatschaar volgens fig. 1 met een extra inrichting; en 30 fig. 5 een zijaanzicht van de plaatschaar volgens fig. k.

In de tekening is in fig. 1 en 2 door 1 een steuntafel en door 2 een daarop liggende metaalplaat weergegeven. 3 is een C-vormig frame, waarvan de opening H zich tegenover de.:steuntafel 2 bevindt. Op dezelfde hoogte als de steuntafel is onder de opening ^ een smalle schaartafel 5 35 -zie fig. 2 - aangebracht; daarboven bevindt zich een neerhouder.

Aan de achterkant van de schaartafel 5 is een vast ondermes 7a aanwezig.

8 0 0 6 79 3 4 -5-

Een met het ondermes Ta samenwerkend bovenmes Tb is aaa een stoter 8 bevestigd* welke via twee spillen 9 en. spilmoeren 10 op een aandrijf-schommel 11 in hoogterichting verstelbaar is aangehracht.

De zijarmen 11a en 11b van de aandrijf schommel zijn in scharnieren 5 12 van het freem 3 zwenkbaar gelegerd en door een aan de achterste dwarsbalk 11c van de aandrijf schommel aandrijvende cilinder-zuigereenheid 13 beweegbaar.

Zoals uit fig. 1 blijkt, is de schaarlengte slechts een gedeelte van de lengte van de steuntafel. Over de gehele lengte van de steun-10 tafel strekken zich aan de voorzijde daarvan geleidingsrails lU uit, waarin met het schaarframe 3 verbonden glijrollen 15 in langsrichting verschuifbaar zijn gelegerd. Op de grond is het schaarframe 3 met een aandrijf rondsel 16 in een rail IT met gelei dingstandst ang gesteund*

Een van de aandrij frondsels l6 wordt door een aandrijfmotor 18 via een car-15 danas 19 aangedreven.

De aandrijfmotor 18 drijft'via een tweede cardanas 20 een aandri j f rondsel 21, adat een geleidingstandstang van de geleidingsrails l4b grijpt. Onder de geleidingsrail l^b zijn over de langszijde van de steuntafel 1 verdeeld teleskoopachtige, uit huizen 23 beweegbare 20 consoles 2k aangebracht.

Aan de bovenzijde van de tafel zijn dwarsgroeven 25 aanwezig, waarin spancilinders 26 glijdend worden vastgehouden, waarmee de plaat 2 aan de van de af te snijden strook af gekeerde plaatkant wordt vastgehouden.

25 Aan het frame 3 zijn, zoals uit fig. 2 en 3 blijkt, geleidingen 2T en 28 aanwezig, waarover een slede 29 met een frees 30 in de richting van de pijl c verschuifbaar is aangebracht, welke voorts in de ' richting van de pijl d zwenkbaar is. Met behulp van de frees 30 worden de snijkanten van de metaalplaat 2 bewerkt.

30 De werking van de plaatschaar is in fig. 1 verduidelijkt, waar de ze links in de stand na de eerste snede van de plaat 2 is getekend.

Eu wordt de plaatschaar met behulp van de aangedreven rondsels 16 en 21 voor de tweede snede in de snijlijn - pijl a - naar rechts bewogen en een verder stuk van de plaatstrook 2a afgescheiden.

35 Zodra de plaatschaar de consoles 2^b en 2kc gepasseerd is, worden deze automatisch naar buiten geschoven, zodat deze evenals de console 2ka de af gesneden plaatstrook 2a steunen. Zodra de plaatschaar aan de rechter zijde - zoals met streeppuntlijnen aangeduid - 8 0 0 6 79 3 -6- » is aangekomen, wordt via een niet weergegeven aandrijving van de spilmoer 9 de stoter 8 met het ondermes 1* in de tegengestelde schuine stand gebracht en na een inschuiven van de plaat 2 in de opening 4 van het freem een volgende plaatstrook in tegengestelde werkrichting -5 pijl b - af gesneden*

Zoals uit. fig. 4 en. 5 blijkt, kan volgens de uitvinding de plaat schaar op voordelige wijze gecombineerd worden met een snijbrander 30, welke in de geleidingsrails 17 met rollen 31 en 33 in een andere rails 32 langs de voorzijde van de steuntafel 1 kan worden 10 verplaatst. Op een uüleggearm. 34 van de snij-inrichting 30 is, zoals blijkt, een snijbrander 36 in een geleiding 35 verschuifbaar, welke bijvoorbeeld voor het voorsnijden van bredere:.stroken dient.

In de geleidingsrails l4a en l4b zijn consoles 39 glijdend over rollen 37 en 38 aangebracht en met banden - fig. 4 - onderling ver-15 bonden. Daardoor kan men de consoles 30 in de rechts in fig. 4 aangeduide uitgetrokken bedrijfsstand of in een links aangeduide ruststand brengen.

De werking van een dergelijke snijinrichting is algemeen bekend, zodat deze niet nader beschreven behoeft te worden.

8 0 0 6 79 3

Claims (13)

1. Werkwijze voor het afscheiden van stroken uit lange platen in het "bijzonder metaalplatenj met het kenmerk» dat een plaatschaar met een "beweegbaar in verhouding tot de tafellengte kort bovenmes langs de snijlijn van een vastgehouden tafel een snede overeen- 5 komstig zijn lengte maakt en vervolgens over ongeveer een lengte van éen bovenmes verder bewogen en aldus stapsgewij s snede voor snede op elkaar volgend worden gemaakt, tot de strook aan het andere einde van de tafel geheel is afgescheiden.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk» dat de plaat 10 tijdens let maken van de snede in het snedebereik tegen een steun aangedrukt en tijdens het stapsgewijs voortbewegen van de plaatschaar wordt losgelaten», terwijl deze aan de tegenoverliggende plaatkant voortdurend wordt vastgehouden.

3. Plaatschaar met een ten opzichte van een vast ondermes beweeg— 15" baar bovenmes en een schaart af el, met het kenmerk» dat bij de schaart af el (5) behalve het schaarframe (3) een in verhouding tot zijn bovenmeslengte een vele malen langere steuntafel (l) behoort en het frame (3) van de plaatschaar met glijdelen (15 en 21) in een aan de langszijde aangebrachte geleidingsrails (ik) in langsrichting ver-20 schuifbaar is en anderzijds met een aandrijfbaar rijgestel (l6) in een gelei dingsrail, resp. een geleidingstandstang (17) op de grond wordt gesteund, waarbij het vaste ondermes (7a) hetzij aan de schaartafel (5) in zijn breedte of aan de steuntafel in de lengte bevestigd is en neerhouders (6) dienovereenkomstig aan de schaar- of steuntafel 25 aanwezig zijn. k. Plaatschaar volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ondermes (7a) aan de achterkant van de schaartafel (5) is aangebracht.

5. Plaatschaar volgens conclusies 2 en kt met het kenmerk, dat het frame (3) C-vormig is uitgevoerd en de opening (M tegenover 30 de steuntafel (l) ligt.

6. Plaatschaar volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de van de schaarzijde afgekeerde zijde van de steuntafel daarover verdeeld dwarsgroeven (25) aanwezig zijn en daarin spanmiddelen voor de platen (2) glijdend worden vast gehouden. 35 7* Plaatschaar volgens een der voorgaande conclusies, met het 8 00 6 79 3 -8- kenmerk, dat aan de steuntafel onder het snijvlak glijdend gelegerde telescoopachtig naar huiten schuifbare consoles (2k) voor de afge-sneden plaatstrook (2a) zijn aangebracht. 8» Plaat schaar volgens een van de voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat op de fundering van de machine voor de steuntafel (1) in beide richtingen zwenkbaar aangebrachte consoles voor de afgesneden plaat =, stroken (2a) aanwezig zijn en dat de zwenkbeweging door ter weerszijde aangebrachte aanslagen op het machineframe bewerkstelligd wordt. 9„ Plaat schaar volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, 10 dat een aandrijf or gaan met het bovenmes (7b) via twee spillen (9) verbonden is en spilmoerën (10) met een omkeerdrijfwerk zodanig worden aangedreven, dat het bovenmes (7b) met de stoter (8) voor het werken in beide richtingen ~ pijlen a en b - langs de steuntafel (l) afwisselend schuin instelbaar is,

10. Plaatschaar volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stoter via twee met het frame verbonden hydraulische cilinderezuigereenheden kan worden gedreven, waarbij een cilinder-zuigereenheid als differentiaalcilinder is uitgevoerd, waarvan de bovenste cilinder door een pomp wordt belast, terwijl 20 de onderste cilinderruimte via een pendelende bron van olie onder druk met de bovenste cilinderruimte van de andere cilinder-zuigereenheid in verbinding staat»

11. Plaatschaar volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de opening (b) van het frame (3) een op een 25 slede (29) naar de snijkant van de plaat over een geleiding (27/28) verschuifbare freeskop - pijl c - met aandrijving voor het bewerken . van de kanten van de plaat door een snijbrander aangebracht en daartoe om een dwars op de voortbewegingsrichting liggende as - pijl d -zvenkbaar is.

12. Plaatschaar volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de geleidingsrails (lU) van de steuntafel (l) consoles (30) met extra steunvlakken glijdend gelegerd en door middel van flexibelei deze onderling verbindende trekorganen (39) in een een bepaalde onderlinge afstand van elkaar waarborgende stand over de 35 steuntafel verdeeld en in een samengeschoven ruststand gebracht kunnen worden en deze steunconsoles (30) een snijbrandinrichting kunnen bevatten, welke aan de langszijde van de steuntafel over een rijgestel 8 00 6 79 3 -9-' verschuifbaar aangebracht Is en waarvan de snij kop (36) over een boven de steunconsoles (30) reikende arm (3¾) dwars op de voortverplaatsings-richting, verschuifbaar is,

13. Plaatschaar volgens een van de voorafgaande conclusies, 5 met het kenmerk,, dat hij het „jpijgester· (16,31,33) geleidingsrails op de grond behoren. 1¾. Plaatschaar volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat twee geleidingsrails (17 en 32) aanwezig zijn, waarvan de binnenste voor de rollen (16) van de plaatschaar en beide voor de rollen 110 (31 en 33) van de brandsnijInrichting (30) dienen.

15. Plaatschaar· volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat tenminste len geleidingsrail (17) als tandstang is .uit gevoerd..waar in ·. door een aandrijfmotor (l8) gedreven rondselwiel (17) van de plaatschaar grijpt.

16. Plaatschaar volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze een dwarsscheidingsinrichting heeft.

17- Plaatschaar volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de dwarsscheidingsinrichting aan het frame van de plaatschaar is aangebracht. 20 l8. Plaatschaar volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de freeskop over 90° ten opzichte van de snijlijn van de plaatschaar is aangebracht.

19. Plaatschaar volgens conclusie 13 of 13 en 1^, met het kenmerk, dat de geleidingsrails (17 en 3¾) een reinigingsin— 25 richting bevat «1 deze door de motor (l8) aangedreven kan worden. 8 0 0 6 79 3 -Λ7- VEKEENIGDS OCTHOOIBURMUX O.a.Ho. 8θ.θ6Τ93 's-Gravenhage (Holland) Behoort schri>sn dd‘ 3:-3.198l Verbetering(en) van erratum(a) in de beschrijving, behorende bij octrooiaanvrage no. 8006793 voorgesteld door aanvrager(ster) onder,datum 3 maart 1981 : Op blz. regel 35 ontbreekt na "neerhouder" het verwijzingscijfer"6"; . op blz. 5j regel 18 moet voör "l^b" ingelast worden "lha en"; op blz. 6, regels 8 en'10 moet het verwijzingscijfer "30".in "ko" veranderd worden ; op blz. 6 regel 1^ moet na "banden" het verwijzingscijfer "Ul" ingevoegd worden; - — · « op blz. 6, regel 15 moet het verwijzingscijfer "30" in "39" gewijzigd· worden. • / t 80 0 6 79 3