NL8006098A - Machine voor het omsnoeren van pakketten. - Google Patents

Description

*.' Λ

Machine voor het omsnoeren van pakketten.

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het omsnoeren van pakketten, met een het omsnoermiddel op een voorgeschreven baan om het onder een pers op een transportband gelegen pakket leggende omsnoermiddel-geleidingsinrichting 5 en met een de einden van het omsnoermiddel verbindende afsluit-inrichting.

Een dergelijke machine is bekend uit het Duitse octrooi-schrift 2.051.207.

De transportband voor het pakket is samengesteld uit twee 10 achter elkaar geplaatste afzonderlijke banden, die daartussen een spleet voor het omsnoermiddel overlaten. Na het inbrengen van het pakket in de voor omsnoering juiste stand stoppen de transportbanden, en de zich boven het pakket bevindende pers wordt hierop geplaatst en houdt het pakket ook tijdens het 15 omsnoeren vast. Wanneer dit beëindigd is worden de afzonderlijke banden opnieuw weer in beweging gebracht enzij transporteren het pakket naar een afgifteplaats. Dit stelsel maakt het mogelijk 27 tot 28 pakketten per minuut te omsnoeren, waarbij van een pakketlengte van 500 mm wordt uitgegaan. Het omsnoeren van 20 pakketten bij dergelijke machines geeft dan problemen wanneer een klein oplegvlak of een geringe stabiliteit bij de pakketten aanwezig is. ,

De uitvinding beoogt een machine^an de hierboven beschreven soort te verschaffen die een voordelig?" februik mogelijk maakt en 4 . r,e 25 die een grote/omsnoercapaciteit oplevert.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de pers op 8006098 2 \ een synchroon met de ook tijdens het persen "bewogen transportband meelopende wagen is aangebracht.

De volgconclusies beschrijven voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding.

5 Als gevolg van dergelijke uitvoeringsvormen wordt een machine van de hierboven beschreven soort verschaft die met een grote capaciteit werkzaam is. Per minuut kunnen nu ongeveer ko pakketten van de hierboven vermelde lengte worden omsnoerd.

Tijdens de doorgang van het pakket door de machine worden nu 10 bewerkingen uitgevoerd die bij de stand van de techniek bij stilgezet pakket worden uitgevoerd. De pers treedt reeds vóór het inbrengen van het pakket in de omsnoerstand in werking.

Daar de pers met dezelfde snelheid als het pakket loopt treedt geen met rukken gepaard gaand afremmen van het pakket op. Er 15 kunnen derhalve pakketten met een kleiner oplegvlak of een geringe stabiliteit zonder het omsnoeren nadelig beïnvloedende standverandering worden vastgehouden. Eerst daarna heeft het stilzetten van de transportbeweging en het aansluitende omsnoeren plaats. Heeft dit plaats gehad dan beweegt de wagen met de pers om 20 in de uitgangsstand terug en is deze klaar/het volgende pakket op te nemen. Bij pakketten met een groot oplegvlak en met een grote stabiliteit is een machine van de hierboven beschreven soort geschikt welke hierin is gekenmerkt dat de omsnoermiddel-geleidingsinrichting en de afsluitinrichting op een synchroon 25 met de ook tijdens het omsnoeren bewegende transportband mee lopende wagen zijn aangebracht.

De transportbeweging van de transportband behoeft dan niet te worden stilgezet. Heeft het pakket de voor het omsnoeren juiste stand bereikt, dan loopt de wagen met de omsnoermiddel-30 geleidingsinrichting en de afsluitinrichting mee, waarbij het omsnoeren plaats heeft. Een optimale werking wordt echter verkregen wanneer de pers en de omsnoermiddel-geleidingsinrichting met de afsluitinrichting tijdens de doorgang van het pakket hun bewerkingen uitvoeren.

35 Na het beëindigen van het omsnoeren loopt dan de wagen snel terug. Ten einde tijdverliezen zo klein mogelijk te houden 8006098 3 beweegt de wagen onmiddellijk na het beëindigen van het omsnoeren in de uitgangsstand. Men kan daarbij met éên enkele transportband volstaan, bepaald door een overeenkomende plaatsing van de de omsnoerspleet tussen zich overlatende omleidrollen 5 op de wagen. Zonder kostbare bandspaninrichtingen blijft de transportbandspanning behouden, om het even in welke richting de wagen verplaatst. Ook behoeft ondanks deze constructie niet van een ondersteuning van de transportband te worden afgezien.

De staven van de wagen en van het machinegestel verlenen het 10 pakket een betrouwbare oplegging. Wordt bijvoorbeeld een opleg- deel van de transportband kleiner dan grijpen de hieraan toegevoegde staven in sterkere mate in elkaar, terwijl de staven van het andere oplegdeel zich in tegengestelde richting bewegen.

Constructie- en montagetechnische voordelen verkrijgt men wan-15 neer de zich aan de wagenzijde bevindende staven op zwenkbare steunen van de wagen zitten. De scharnieras van de steun is dan onmiddellijk een omleidplaats voor de transportbandlus.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.

20 Fig. 1 toont schematisch een langsdoorsnede door de machine volgens de uitvinding, fig. 2 toont een vooraanzicht van de machine, fig. 3 toont een langsdoorsnede door het bovenste, zich bij de ingangszijde bevindend gebied van de transportband, en 25 wel bij een zich in de uitgangsstand bevindende wagen, fig. Ij toont een bovenaanzicht van de inrichting van fig. 3, fig. 5 toont een langsdoorsnede, gelijk aan die van fig. 3, waarbij de wagen de stand inneemt die deze na^eëindigen van het omsnoeren heeft, 30 de fig. 6 t/m 10 tonen schematisch de standen tijdens het omsnoeren van een pakket.

De machine bezit het door montagevoetstukken 1 gedragen t gestel 2. Laatstgenoemde draagt in het benedengebied in een evenwijdige plaatsing twee op dezelfde hoogte gelegen geleidings-35 staven 3 met cirkelvormige dwarsdoorsnede. Zij strekken zich uit in de transportrichting voor het pakket P en steken door 8005098 u legerbussen U van een wagen 5« Op de wagen 5 bevindt zich een aandrijfmotor 6, die via niet getoonde zich bij de wagenzijde bevindende aandrijfconstructiedelen met een spilaandrijving 7 van het machinegestel 2 is gekoppeld. Hierdoor is het mogelijk 5 dat de wagen zowel in de ene als in de andere richting kan verplaatsen.

Aan de machine is een transportband 8 toegevoegd. Deze is zowel om omleidrollen 9, 10, 11, 12 van het machinegestel 2 als om omleidrollen 13, 1^ van de wagen 5 gelegd. De omleidrollen 10 13, 1^ laten daarbij tussen zich de omsnoerspleet over. Deze omleidrollen 13» 1^ leiden het aankomende en weggaande part T1 en T2 van de transportband 8, die door een binnen de wagen 5 gelegen lus S met elkaar zijn verbonden. De omleidrollen van de lus S zijn door op de zijden van de wagen aangebrachte rollen 15, 16, 15 17 en 18 gevormd.

Bovendien zijn nog twee spanrollen 19 aangebracht, die zich tussen de boven elkaar geplaatste omleidrollen 9, 10 respectievelijk 11, 12 van het machinegestel uitstrekken.

De transportband 8 wordt in de richting van de pijl 20 geplaatst door de aandrijfmotor 6 via niet getoonde aandrijf-middelen.

Er zijn in het uitvoeringsvoorbeeld twee evenwijdig naast elkaar aangebrachte transportbanden 8 aanwezig, zoals blijkt uit fig. 2. Het bovengebied van de transportband 8 vormt daarbij 25 de oplegtafel voor het pakket P.

De de omsnoerspleet 20 tussen zich overlatende omleidrollen 13, 1k van de wagen 5 zijn in steunen 21, 22 gelegerd. Deze zijn zelf zwenkbaar op schamierassen 15' resp. 17’ in zich op de wagenzijde bevindende legers 23, 2h. De scharnierassen 15’, 17' 30 vormen met hun verlenging de omleidplaats 15 resp. 17 om de transportbandlus S.

In de nabijheid van de omleidrollen 13 en 1H worden de steunen 21, 22 door dwarsstukken 25 verbonden. Van hieruit gaan ten opzichte van elkaar verzette staven 26 uit. Het vrije einde 35 daarvan wordt door dwarsstukken 27 van de steunen 21, 22 onder steund. Op deze dwarsstukken 27 rusten voorts de vrije einden van 8006098 r Λ 5 de zich aan de machinezijde bevindende staven 28, die de vrije einden van de andere staven 26 overlappen en in hun tussenruimten dringen.

De staven 28 worden vastgehouden op zich aan de zijden van het ma-chinegestel bevindende dwarsstukken 29. De staven 26, 28 stellen de 5 de oplegdelen van de transportband 8 ondersteundende pakkettafel voor.

Binnen de transportbandlus S is op de wagen 5 het afsluit-orgaan 31 aangebracht.

Voorts zijn in de wagen 5 twee aandrijfschijven 32 gelegerd voor de de omsnoermiddel-geleidingsinrichting vormende omsnoerring 10 33. Deze zijn aan de andere zich aan de wagenzijde bevindende gelei- dingsschijven 34 toegevoegd. De omsnoerring 33 kan zowel in de richting van de pijl x als in tegengestelde richting worden gedraaid.

Daarbij wordt het van een omsnoermiddelvoorraad rol 35 afgetrokken omsnoermiddel om het pakket gelegd. De omsnoermiddel-geleidingsrol 15 35 kan eveneens aan de wagen zitten en maakt de beweging daarvan mee.

De omsnoerring 33 is omgeven door een tunnelvormige constructie 36 van het machinegestel 2. In het bovengebied draagt de constructie 36 een schakelbord 37 met de overeenkomende schakel- en regelinstrumenten.

20 Voorts bevat de wagen 5 vertikale geleidingsstangen 38 voor de persbalken 39. Aan beide zijden van het omsnoervlak strekt zich telkens een evenwijdig hieraan aangebrachte persbalk 39 uit. Hefcilindér 40 besturen de persbalken 39 in de stand van dat ogenblik.

25 In de uitgangsstand van de machine wordt het einde 35f van het omsnoermiddel door de afsluitinrichting 31 gehouden.

De wagen 5 bevindt zich in de stand van de fig. 3, 4 en 7. De transportband 8 loopt voortdurend in de pijlrichting om. Wordt nu het pakket P opgelegd, dan loopt dit tot in de in fig. 7 30 met streepstippellijn aangegeven voor correct omsnoeren juiste stand.

Na het bereiken hiervan beweegt zich de wagen met dezelfde snelheid als de transportband 8. Tijdens deze beweging gaan de , persbalken 39 omlaag en vervolgend begint het omsnoeren en wordt de omsnoering 35" tot stand gebracht, zie fig. 8. In , 35 aansluiting hierop geven de persbalken 39 pakket vrij, zie fig. 9. Het pakket P loopt verder naar een afvoerplaats, en de 8005098 6 wagen 5 verplaatst zich tot aan zijn in fig. 1 getoonde omkeer-punt. Vervolgens loopt de wagen 5 snel terug, waarbij reeds het volgende pakket P1 opgelegd kan zijn. Het voltooide omsnoerde pakket kan worden afgenomen en het pakket P1 door-5 loopt nu de machine.

De kortste tijden voor het omsnoeren ontstaan wanneer onmiddellijk na het beëindigen van het omsnoeren en het vrijgeven van het pakket door de pers de teruggaande beweging van de wagen 5 begint.

10 De machine kan ook zodanig worden bestuurd dat na het omlaaggaan van de persbalken 39 de beweging van de transportband en van de wagen wordt stilgezet. Dan volgt het omsnoeren. In aansluiting daarop loopt het pakket naar de afvoerplaats, terwijl de wagen weer naar zijn uitgangsstand terugkeert.

15 Steeds treedt echter het voordeel op dat tijdens de doorgang van het pakket door de machine bewerkingen worden uitgevoerd die de economische werking van de machine verbeteren.

8008098

Claims (7)

1. Machine voor het omsnoeren van pakketten, met een het omsnoermiddel op een voorgeschreven baan om het,onder een pers op een transportband liggende,pakket leggende orasnoermiddel- 5 geleidingsinrichting en met een de einden van het omsnoermiddel verbindende afsluitinrichting, met het kenmerk, dat de pers (39, ^O) op een synchroon met de ook tijdens het persen bewogen transportband (8) meelopende wagen (5) is aangebracht.

2. Machine voor het omsnoeren van pakketten, met een het 10 einde van het omsnoermiddel op een voorgeschreven baan om het op een transportband gelegen pakket leggende omsnoermiddel-geleidingsinrichting en met een de eindenyan het omsnoermiddel verbindende afsluitinrichting, met het kenmerk, dat de omsnoer-middel-geleidingsinrichting (33) en de afsluitinrichting (31) 15 op een synchroon met de ook tijdens het omsnoeren verplaatsende transportband (8) meelopende wagen (5) zijn. aangebracht.

3. Machine volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de pers (39, *+0), de omsnoermiddel-geleidingsinridating (33) en de afsluitinrichting (31) op een en dezelfde wagen (5) zitten.

20 U. Machine volgens de conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat het aankomende en weggaande part (Tl, T2) van de transportband (8) door de omsnoerspleet (20) tussen zich overlatende omleidrollen (13, 1¾) van de wagen (5) zijn gevormd en door een binnen de wagen gelegen transportbandlus (S) met elkaar zijn 25 verbonden.

5. Machine volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de het oplegdeel van de transportband (8) ondersteunende pakkettafel door ten opzichte van elkaar verzette, elkaar overlappende staven (26,28) is gevormd, die enerzijds van de wagen (5) en anderzijds 30 van het machinegestel (2) uitgaan.

6. Machine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de zich aan de wagenzijde bevindende staven (26) op sternen (21,22) zijn aangebracht, die in het gebied van hun vrije einde de zich aan de wagenzijde bevindende transportband-omleidrollen (13 resp. 35 1H) dragen en om scharnierassen (15' resp.17') opwaarts zwenk- baar zijn, die met een omleidplaats (15 resp.17) van de transport- 8006098 bandlus (S) samenvallen.

7. Machine voor het omsnoeren van pakketten in hoofdzaak zoals aangegeven in de beschrijving en/of afgebeeld in de tekening. 8005038