NL8005620A - Processorcamera voor diffusieoverdracht. - Google Patents

Description

:\Z0 1109 -

Processorcamera voor diffusieoverdracht.

Dé uitvinding heeft betrekking op het gebied van processor-camera ’ s.

Het Amerikaanse ootrooischrift No.3.257,926 beschrijft een vloeistofbadstelsel, waarin de emulsiekant van een negatief film-5 vel aanligt tegen een aluminiumreeeptorvel wanneer de beide vellen het vloeistofbad passeren. Diffusieoverdracht van het beeld vindt plaats wanneer de vellen de kneep van het stel afgeefrollen passeren. Volgens dit ootrooischrift bevindt het negatieve of lichtgevoelige vel zich boven het receptorvel. In de opzet van de proces-10 sorcamera volgens de onderhavige uitvinding zullen de receptorvel- len vaak nogal dun of flexibel zijn in vergelijking met de doorgaans nogal stijve filmvellen en uit proefnemingen is gebleken, dat het receptorvel in het bad de neiging vertoont te gaan opdrijven. Door deze eigenschap blijft tussen da vellen een goede separa-15 tie bestaan wanneer zij het bad passeren, hetgeen van groot belang is. Er is ook vastgesteld, dat het over het algemeen flexibele receptorvel gaat omkrullen wanneer het onder het filmvel wordt geplaatst, en tengevolge van de neiging van het receptorvel om in het bad op te drijven wordt dan juist geen goede separatie verkre-20 gen. Zou het negatief boven liggen dan zou ook het achtereinde daarvan als gevolg van de U-vormige geleiding onmiddellijk van de wig (443 afspringen, waardoor de vloeistof tussen de beide vellen Weggeduwd wordt, hetgeen ongelijkmatige ontwikkeling tot gevolg heeft.

25 In tegenstelling met het bovengenoemde octrooischrift open baart het Amerikaanse octrooischrift No.3.203.335 een volledige processorcamera. Nadat het filmvel is belicht wordt het in een ingewikkeld vastgrijpmechanisme gebracht, dat ook het receptorvel vastgrijpt. Dit mechanisme trekt vervolgens beide vellen door het bad 30 en de diffusieoverdracht vindt plaats bij uittreerollen 86 en 87.

8005620 - 2 -

Evenals volgens het eerstgenoemde octrooischrift bevindt het recep-torvel zich dus onder het belichte vel, hetgeen, zoals boven vermeld, onbevredigend is gebleken. Een doelstelling van de uitvinding is het ingewikkelde aangrijpmechanisme volgens het tweede genoemde 5 octrooischrift overbodig te maken.

De eerstgenoemde ontwerpbenadering hield in dat het filmvel in een magazijn werd belicht en dat vervolgens het magazijn naar het ontwikkelstation werd gevoerd. Deze verplaatsing van de film in een magazijn werd nodig geacht omdat het receptorvel anders IQ de beeldvorming zou storen, daar de emulsiekant van het negatief- vel tegen het receptorvel moet aanliggen. Zulk een opbouw vergt evenwel aanzienlijke 'ruimte en het is bijgevolg een andere doelstelling van de uitvinding een processorcamera te verschaffen met een compacte cpbouw en waarin het niet compacte verschuifbare magazijn-15 stelsel achterwege blijft. Daarbij dient de onderhavige processor camera zo te zijn opgebouwd, dat het veelal dunne receptorvel zodanig wordt gericht dat het het ontwikkelbad boven het negatiefvel passeert.

Eenvoud, compactheid van de machine, de eis dat de film-20 emulsiekant moet aanliggen tegen het receptorvel, en de eis dat het receptorvel het ontwikkelbad boven het negatiefvel passeert, werden verkregen door de bewegingsrichting van het beelddragende vel om te keren, zodat het omhoog wordt gestuurd tot in een positie ongeveer evenwijdig aan de belichtingstafel, bij voorkeur door 25 een enkel stel aandrijfrollen, terwijl, wanneer de rollen het film vel omhoog sturen het receptorvel eenvoudig in zijn positie bij de kneep van de rollen blijft staan, tengevolge van de nagenoeg verticale stand van het vel. Daarna wordt de draairichting van de rallen omgekeerd om het filmvel en het receptorvel gelijktijdig naar bene-30 den te bewegen in de ingang van het ontwikkelbad. Bijgevolg worden beide vellen door slechts één stel rollen gehanteerd. Deze eenvoudige opbouw leidt ook tot het nauwkeurig aan elkaar evenwijdig stellen van de randen van beide vellen bij de kneep van de rollen.

De figuur toont een voorraadcassette 1 voor negatieffilm, 35 die via mechanische verbindingen 3 en 4 wordt aangedreven door een 8005620 - 3 - regeldrijfwerk 2. Dit doet de cassetteaandrijving 6 en de eerste transportrol 7 tegen de klokrichting in draaien, hetgeen de band 8 door rol 7 naar beneden doet bewegen over de vacuumtafel 9. De film passeert tussen cassettegeleidingsmiddelen 7 en de rol 13.

5 Deze arbeidsfase gaat door totdat de voorrand van de film een voor af bepaalde positie op de tafel inneemt. Nauwkeuriger gezegd, het materiaal wordt in een positie geplaatst, welke symmetrisch is ten opzichte van de optische as onder gebruikmaking van een door de poreuze band 8 heen werkzaam vacuum dat bovendien het materiaal 10 tijdens de belichting vlak houdt. Het regeldrijfwerk 2 stelt dan de mesaandrijving 14 in werking om het lichtgevoelige materiaal op een vooraf bepaalde'lengte af te snijden nadat het negatief in de belichtingspositie is geplaatst. Door de lens 16 wordt vervolgens een beeld op het lichtgevoelige materiaal geprojecteerd om het te 15 belichten. Uiteraard zou het materiaal kunnen worden afgesneden voor of na de belichting. Eerste geleidingsmiddelen 17 vergemakkelijken het transport van het vel door de tweede veltransportmiddelen 18, totdat de achterste rand van het vel aan de bovenzijde aanligt tegen de kneep van de tweede transportmiddelen 18. Het nog-20 al dunne receptorvel wordt eveneens in deze positie geplaatst.

Derde veltransportmiddelen 19 worden gebruikt om de film in het ontwikkelbad 21 te brengen en vierde veltransportmiddelen 22 dienen om het belichte vel en het receptorvel tegen elkaar te drukken om het beeld over te dragen, overtollige vloeistof uit te persen en 25 het vel uit het ontwikkelbad 21 te verwijderen. Tweede velgelei- dingsmiddelen 23 worden gebruikt om de beide vellen naar de derde transportmiddelen 19 te geleiden. Een derde ondergeleiding 26 en een vierde bovengeleiding 27 bevinden zich in het bad om de vellen door het ontwikkelbad 21 te geleiden.

30 Na belichting van het lichtgevoelige vel doet het regel drijfwerk 2 opnieuw de rollen 7 en 6 tegen de klokrichting in draaien waardoor de film passeert door de kneep van de rollen 6 en 29, door de eerste geleidingsmiddelen 17 en door de kneep van de rollen 31 en 32 van de tweede transportmiddelen 18. Tevoren is het 35 over het algemeen nogal dunne receptorvel geplaatst tussen vijfde 80 05 62 0 - 4 - geleidingsmiddelen 34 en zesde geleidingsmiddelen 36, zodat de voorste rand ervan tegen de Kneep van de rollen 31 en 32 van de tweede veltransportmiddelen 1Θ rust. De geleidingen 34 en 36 maken een zekere hoek met de verticaal om een aanligoppervlak voor het 5 dunne receptorvel te verschaffen, waarop het kan rusten zonder om krullen en zonder in een verkeerde stand te geraken ten opzichte van de kneep 18. De rollen 7, 6 en 32 zijn mechanisch met elkaar verbonden, zoals door de deskundigen zal worden begrepen, waarbij gebruik kan worden gemaakt van een aandrijving met ketting en ket-10 tingwiel, of riem met riemschijf. Het regeldrijfwerk 2 wordt aan gedreven door de motor 38 en drijft de transportmiddelen in de ene of in de andere draairichting aan, afhankelijk van hetgeen door de machine wordt vereist, zoals hiervoor uiteengezet. Zulk een regeldrijfwerk kan op allerlei manieren werken. Details worden voor de 15 duidelijkheid achterwege gelaten, daar ze geen onderdeel van de onderhavigs uitvinding vormen. Een bijzonder efficiënt regeldrijfwerk vormt het onderwerp van een andere octrooiaanvrage ten name van dezelfde Aanvraagster^ingediend met beroep op de prioriteit van de Amerikaanse octrooiaanvrage No.83.428 van 10 oktober 1979.

20 Na het belichten worden de rollen 6, 7 en 32 tegen de klok- richting in gedraaid om het vel te doen passeren door eerste geleidingsmiddelen 17 en door de kneep van de rollen 31, 32 en het vervolgens omhoog te bewegen in de ruimte gevormd tussen het zesde ge-leidingsmiddel 36 en het zevende geleidingsmiddel 41. De achterste 25 rand van het lichtgevoelige vel bevindt zich dan tegen de kneep aan de bovenzijde van de rollen 31 en 32. Hoewel het receptorvel bij voorkeur op zijn plaats wordt gebracht vóór het uitvoeren van'de hiervoor beschreven bewegingen door het lichtgevoelige vel, zal de draaiing tegen de klokrichting in van rol 32 het op de juiste 30 plaats brengen van de voorrand van het receptorvel niet nadelig be ïnvloeden, en als het draaien van de rol 32 ophoudt bevindt de achterrand van het lichtgevoelige vel zich in de juiste stand tegen de kneep van de rollen 31 en naast de voorrand van het receptorvel. In feite worden de vellen zodanig gericht, dat de randen evenwij-35 dig zijn en met elkaar samenvallen tegen de kneep 18. Een belang- 8005620 ' Hi -& - 5 - rijk kenmerk van de onderhavige uitvinding is dat het eerste geleidingsmiddel 17 de emulsiekant van het lichtgevoelige vel zo plaatst dat deze van de lens 16 is afgekeerd, hetgeen voldoet aan de ontwerpeis, dat de: emulsiekant moet aanliggen tegen het receptorvel 5 en bovendien het antwikkelbad 31 moet passeren onder het over het algemeen dunne receptorvel, dat opdrijft tegen het vierde boven-geleidingsmiddel 27, teneinde de juiste separatie te handhaven. Deze opbouw maakt het toepassen van een verschuifbaar magazijn, zoals in de inleiding genoemd, overbodig en het resultaat is een 10 compactere machine.

Het tweede transportmiddel 18 wordt nu zo aangedreven dat de rol 32 met de klokrichting mee draait waarop beide vellen het tweede geleidingsmiddel 23, de kneep van de rollen die het derde transportmiddel. 19 vormen en het ontwikkelbad passeren, zoals ge-15 toond. Een eenvoudige wig 44 zorgt voor de aanvankelijke separatie van de vellen als zij het ontwikkelbad 21 ingaan. Het dunne receptorvel 2' heeft de neiging om op te drijven, zoals getoond, zodat het door het bovenste geleidingsmiddel 27 wordt geleid, terwijl het over het algemeen stijvere negatiefmateriaal niet opdrijft, 20 zodat een goede separatie gehandhaafd blijft. De voorranden van de vellen passeren vervolgens de kneep van de rollen die het vierde transportmiddel 22 vormen en het beeld wordt op het receptorvel overgedragen, waarna de vellen op het oppervlak 47 worden heerge-legd. Dan wordt de deur 48 van de machine geopend en het materiaal 25 verwijderd.

8 0 0 5 5 2 0

Claims (8)

1. Processorcamera voor diffusieoverdracht, gekenmerkt door: a. een projectielens C163 voor het projecteren van een beeld met een optische as (42); b. middelen voor het doen belichten van een filmvel door genoemd 5. beeld; c. een voorraadstation (1) voor de film; d. eerste filmtransportmiddelen (7, 13, 6 en 291 voor het bewegen van de film van het voorraadstation langs de belichtingsmidde-len, zodat vervolgens een beeld op de naar de lens toe gerichte 10 .emulsiekant van de film kan worden geprojecteerd; e. tweede veltransportmiddelen (31, 32); f. middelen om de voorrand van een receptorvel te plaatsen in de ingang van de tweede veltransportmiddelen (34, 36); g. eerste geleidingsmiddelen (17) voor het geleiden van de voor- 15 rand van de film van de eerste filmtransportmiddelen door de tweede filmtransportmiddelen, waarbij de eerste transportmiddelen zo zijn ingericht, dat de bewegingsrichting van de film wordt omgekeerd, zodat de emulsiekant van de lens afgewend wordt; h. een regeldrijfwerk (2) om de tweede transportmiddelen aan te 20 drijven in een eerste draairichting om de achterrand van de film tegen de kneep van de tweede transportmiddelen te plaatsen; i. een ontwikkelbad (21) met veltransportmiddelen (19, 22); j. een regeldrijfwerk om de tweede veltransportmiddelen in een 25 tweede draairichting, tegengesteld aan de eerste te draaien om de film tezamen met het receptorvel in de ingang van het ontwikkelbad te brengen; en k. in het ontwikkelbad geplaatste geleidingsmiddelen (26, 27) om het receptorvel en de film door het bad te geleiden.

2. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de film relatief stijf is, dat het ontwikkelbad (21) een bad is voorzien van derde en vierde veltransportmidde- 80 05 62 0 ëi -at· - 7 - len (19, 22), dat het onder j. genoemde regeldrijfwerk de film tezamen met het receptorvel in de ingang van het derde veltransportmiddel doet bewegen, en dat de geleidingsmiddelen bovenste en onderste geleidingsmiddelen (26, 27] omvatten, die in het ontwikkel-5 bad zijn geplaatst tussen het derde veltransportmiddel en het vier de veltransportmiddel om het relatief flexibele receptorvel langs het bovenste geleidingsmiddel en de relatief stijve film langs het onderste geleidingsmiddel te geleiden en vervolgens door het ont-wikkelbad naar de vierde veltransportmiddelen.

3. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de middelen voor het belichten van de film een belichtingstafel (9] omvat, alsmede snijmiddelen (12) voor het afsnijden van de film en tweede geleidingsmiddelen (23) waarbij het als tweede genoemde regeldrijfwerk de film en het re-15 ceptorvel via de tweede geleidingsmiddelen doet bewegen.

4. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens een of meer van de conclusies 1 - 3, met het kenmerk, dat de middelen voor het inbrengen van het receptorvel in het tweede veltransportmiddel een eerste buitengeleidingsmiddel en een centraal geleidingsmiddel 20 (34, 36) omvat voor het ondersteunen van het flexibele receptorvel in een eerste kamer gevormd aan één kant van het centrale geleidingsmiddel.

5. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens conclusie 4, gekenmerkt door een tweede buitenste geleidingsmiddel (41) welke 25 met het centrale geleidingsmiddel een tegenover de eerste gelegen tweede kamer vormt voor het ondersteunen van de film voordat het tweede filmtransportmiddel de film en het receptorvel naar de derde veltransportmiddelen voert. ·

6. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens conclusie 4 30 of 5, met het kenmerk, dat het eerste buitenste geleidingsmiddel ook zodanig is gevormd, dat het een lichtafsluiting vormt om sluiering van de negatieffilm te voorkomen.

7. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens een of meer van'de conclusies 4 - 6, met het kenmerk, dat de tweede transport- 35 middelen uit een enkel stel naast het eerste buitenste geleidings- a η η ς R ? n - 8 - middel gelegen rallen bestaan.

8. Processorcamera voor diffusieoverdracht volgens een of meer van de conclusies 4-7, met het Kenmerk, dat het eerste gelei-dingsmiddel zodanig is gevormd dat het de richting van de film over 5 ongeveer 180? omkeert. ï 8005520