NL8004624A - Sanitaire eenheid. - Google Patents

Sanitaire eenheid. Download PDF

Info

Publication number
NL8004624A
NL8004624A NL8004624A NL8004624A NL8004624A NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sanitary unit
cleaning
unit according
relay
pan
Prior art date
Application number
NL8004624A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192533C (nl
NL192533B (nl
Original Assignee
Decaux Jean Claude
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Decaux Jean Claude filed Critical Decaux Jean Claude
Publication of NL8004624A publication Critical patent/NL8004624A/nl
Publication of NL192533B publication Critical patent/NL192533B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192533C publication Critical patent/NL192533C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D5/00Special constructions of flushing devices, e.g. closed flushing system
    • E03D5/10Special constructions of flushing devices, e.g. closed flushing system operated electrically, e.g. by a photo-cell; also combined with devices for opening or closing shutters in the bowl outlet and/or with devices for raising/or lowering seat and cover and/or for swiveling the bowl
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D11/00Other component parts of water-closets, e.g. noise-reducing means in the flushing system, flushing pipes mounted in the bowl, seals for the bowl outlet, devices preventing overflow of the bowl contents; devices forming a water seal in the bowl after flushing, devices eliminating obstructions in the bowl outlet or preventing backflow of water and excrements from the waterpipe
    • E03D11/12Swivel-mounted bowls, e.g. for use in restricted spaces slidably or movably mounted bowls; combinations with flushing and disinfecting devices actuated by the swiveling or sliding movement of the bowl
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S4/00Baths, closets, sinks, and spittoons
    • Y10S4/02Disappearing bowl

Description

. -5 ' -1- 21375/cv/tl
Aanvrager: Jean- Claude Decaux te Parijs Frankrijk.
Korte Aanduiding: Sanitaire eenheid.
5 De uitvinding heeft betrekking op een sanitaire eenheid voorzien ' van een vat,dat tussen een eerste gebruiksstand en een tweede reini-gingsstand bewegbaar is opgesteld,terwijl reinigingsiriddelen zijn aangebracht, die inwerking worden gesteld indien het vat in de tweede stand is en de inrichting verder is voorzien van een pijp voor de af-10 voer van vuil water en uitwerpselen,van middelen voor het regelen van de verplaatsing van het vat, middelen voor het in werking stellen van de reinigingsorganen en programmeermiddelen voor het coördineren van de werking van de regelmiddelen en de middelen voor het in werking stellen van de reinigingsorganen tijdens het verloop van iedere werkingskring-15 loop van de sanitaire eenheid,waarbij de programmeermiddelen samenbangen met middelen voor het op gang brengen van een reiningscyclus.
In de oudere Nederlandse octrooiaanvrage 7811603 is een dergelijke sanitaire eenheid beschreven,waarbij als programmeermiddelen een stel nokkenschijven is aangebracht,die samenhangen met schakelaars,die de ver-20 schillende componenten van de regelmiddelen en de middelen voor het op gang brengen van de reinigingsorganen in werking steilen,waarbij de schijven zijn aangebracht op een gemeenschappelijke as, die in draaiing wordt gebracht zodra de middelen voor het starten van een Einigingscyclus in werking worden gesteld.
25 Dergelijke programmeermiddelen zijn echter moeilijk op te .stellen en zijn verhoudingsgewijs kwetsbaar,zodat de installatie onderhevig is aan vele storingen waardoor teveel technische inspecties van de sanitaire i eenheid noodjsakelijk zijn.
Het oogmerk van onderhavige uitvinding is het verkrijgen van sterke 30 programmeermiddelen waarbij de programmering niet slechts betrekking heeft op een reinigingscyclus ,maar op een complete werkingscyclus van de sanitaire eenheid.
Volgens de huidige uitvinding omvatten de programmeermiddelen een stel detectors,die zijn aangepast voor het produceren van desbetreffende 35 signalen,die ieder een bepaalde situatie van de sanitaire eenheid of een bepaalde toestand van de regelmiddelen en de middelen voor het op enn a r pa -2- 21375/CV/tl gang brengen van de reinigingsorganen weergeven, een stel geheugenorganen, die aangesloten zijn voor het opslaan van de signalen gedurende een ge-geven periode van de werkingskringloop en met de geheugenmiddelen verbonden relaisorganen voor het bekrachtigen van de regelorganen en de middelen 5 voor het op gang brengen van de reinigingsorganen als een, functie van de selectieve opwekking van de geheugenmiddelen.
Volgens een verder kenmerk van de uitvindingTiepaalt ieder geheugen-orgaan een bepaalde volgorde van de werking van de kringloop waarbij de volgorde op gang wordt gebracht door een van de detectors.
10 De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van terillustratie weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont een deel van een bovenaanzicht op een sanitaire eenheid waarbij bepaalde regelorganen en middelen voor het op gang brengen 15 van de reinigingsorganen en bepaalde detectors van de sanitaire eenheid zijn weergegeven.
Fig. 2 toont schematisch verdere regelorganen en middelen voor het op gangjbrengen van de reinigingsorganen.
Fig. 3 A, 3B en 3C vormen tesamen een gedetailleerd schema van de 20 programmeer en detecteerorganen van de sanitaire eenheid.
Fig. 4 toont een grafiek van de tijdsverlopen waarin de volgorden van de werking van de prograiraneermiddéfen is aangegeven.
Fig. 5 toont schematisch een doorsnede over een tweede uitvoerings-voorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.
25 Fig. 6 toont schematisch een bovenaanzicht op fig. 5.
De uitdrukking 11 sanitaire eenheid" omvat onder meer iedere installatie voorzien van althans een toilet,reinigings of wasvat,bijvoorbeeld een toiletpan, een wasbasin of " & la turque" of zittingloze toiletpan of een " è l'aq^aise" of zittype toiletpan. Ten einde een goed begrip 30 van de bijzonder kenmerken van de onderhavige uitvinding mogelijk te maken zullen hieronder in het kort de essentiële opstellingen in de sanitaire eenheid van de oudere aanvrage 7811603 naar de inhoud waarvan ook hier in het bijzonder wordt verwezen, worden gegeven.
Zo omvat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de sanitaire een-35 heid een pan of toiletschotel 1,welke is verlengd met een onafhankelijk rugdeel of ehment 2, waarbij de pan een toilet is van het zogenaamde 800 4 6 24 t ' i -3- 21375/CV/tl "h la turque" of zittingloze type en wprdt ondersteund door een gestel 3.
Dit gestel is zelf omsloten door een cabine gevormd door scheidingswanden 5 en aan de voorzijde afsluitbaar door een deur 6,waartoe de deur is voorzien van grendelinrichting 7,welke in werking te stellen is 5 met behulp van een geldopnemende een sleuf bezittende machine 8 MO, welke een tol vormt. Het achterste deel van de cabine is verder afsluitbaar met behulp van een deur 9, welke is aangebracht om onderhoud mogelijk te maken aan het reinigingsgedeelte ,dat aan de achterzijde van de sanitahe eenheid is opgesteld.
10 Een belangrijk kenmerk van de oudere aanvraag 7811603 is gelegen in het feit,dat het vat,( dat kan worden gevormd door een aantal toiletscho- ' tels of een aantal in lijn met elkaar gelegen wasbakken) zodanig is aangebracht,dat dit beweegbaar is tussen een gebruiksstand (waarin het rug-gedeelte zich althans nagenoeg verticaal uitstrekt) en een reinigings-15 stand,welke laatstgenoemde stand bijvoorbeeld overeenkomt met hetzij een naar achteren draaien van het vat,zoals plaatsvin3?/momenteel beschreven uitvoeringsvoorbeeld, of met een terugtrekken van het vat, bijvoorbeeld naar beneden of zijdelings indien de reinigingsorganen aan de zijkant van de cabine zijn opgesteld.
20 In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is het vat zodanig aange bracht, dat het vat terug te trekken is door een naar achteren zwaaien van het vat en de pan 1 is daarbij onafhankelijk van het ruggedeelte 2.
De reinigingsmiddelen omvatten een draaibare borstel 10,welke eveneens beweegbaar is tussen een gebruiksstand (fig.2),waarin de reiniging wordt 25 uitgevoerd, en een geheven stand voor hieronder nader uiteen te zetten redenen.
Zoals gedetailleerd in de oudere aanvrage 7811603 is beschreven is deze borstel draaibaar om een horizontale as opgesteld en over een hoek beweegbaar aangebracht op twee zijarmen,die draaibaar zijn aangebracht 30 op een as,waarbij de armen over een hoek verdraaibaar zijn in overeenstemming met de twee standen van de borstel.
De borstel is in draaiing te brengen met behulp van een omkeerbare motor- vertragingseenheid 11,zodat de borstel periodiek in de ene richting en dan in de andere richting kan draaien. De borstel is opgesteld 35 in een cirkelvormige trommel, welke althans nabij zijn bovenste gedeelte open is,terwijl het basisgedeelte van de trommel is verbonden met een 8004624 -4- 21375/CV/tl tuit 12, welke is verlengd met een stankafsluiter 13,waarbij de tuit 12 en de stankafsluiter 13 zijn beschermd door een rooster ,dat is voorzien van evenwijdige organen,die zijn gericht in de verplaatsingsrichting van de haren van de draaiende borstel. Deze evenwijdig aan elkaar verlopende 5 organen houden harde voorwerpen,welke de stankafsluiter zouden kunnen verstoppen, tegen.
Zoals verder uit fig.2 blijkt is de stankafsluiter voorzien van een pijp 14 via welke water onder druk kan worden toegevoerd ten einde door een blaaseffect materiaal ,dat zich zou hebben kunnen ophopen in de elle-10 boog van de stankafsluiter,weg te blazen.
De middelen voor het regelen van het verzwenken van de pan en het ruggedeelte omvatten twee verstelcilinders 15 en 16. Het zal duidelijk zijn,dat met deze opstelling de pan en de zitting in twee tegengestelde richtingen zwaaien,zoals aangeduid met de pijlen Fj en Fj . In de omge-15 zwaaide stand ligt de pan 11 tegenover de draaiende borstel 10 en sluit het ruggedeelte 2 het bovenste deel van de trommel van de borstel ten einde een wegwerpen van water tot buiten de trommel tegen te gaan.
Verder is de trommel voorzien van een watertoevoersysteem B uitgerust met radiale perforaties,welk systeem zich uitstrekt over de beschrijvende 20 de borstel ten einde de borstel te besproeien en de reiniging te voltooien. Het door het systeem 16 toegevoerde fluidum kan worden gevormd door zuiver water of water waaraan bacteriën en/ of microben dodende desinfecterende oplossing is toegevoegd.
De sanitaire eenheid omvat vader progrananeermiddelen waardoor de 25 beweging van de bewegende delen van de eenheid en de verschillende veiligheids en vergrendelopSrellingen van de eenheid worden gecoördineerd en geprogrammeerd.
Volgens de uitvinding zijn deze meer gedetailleerd in de fig.3A-3C weergegeven programmeermiddelen van een electromagnetisch type en 30 omvatten bijvoorbeeld een aantal detectors ( in het onderhavige uitvoe-ringsvoorbeeld 11 detectors) en eveneens een aantal geheugenmiddelen (in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 10 geheugenmiddelen),welke dienen voor het bewerkstelligen van een aantal volgorden in het verloop van de complete werkingskringloop van de sanitaire eenheid.
35 Fig. 1 en 2 tonen schematisch de ligging van de detectors namelijk:
Dj : rugdeel 2 in de wasstand (in stippellijnen).
800 46 24 ♦ t * -5- 21375/CV/tl : rugdeel 2 in de stand in het toilet (getrokken lijnen).
Dg : van een in de wasstand (in stippellijnen).
: pan in de werkzame stand in het toilet (getrokken lijnen).
Dg : aanduidorgaan van de stroming van waswater uit het systeem 17.
5 Dg : aanduidorgaan van de stroming van water in de stankafslui- - ter $3, D^ : aanduidorgaan van de draaiing van de borstel.
Dg r detectors van een verstopping van de stankafsluiter 13.
• Dg s het eind van de beweging van de deur van het voor het publiek 10 toegankelijke deel ( voorzijde van de cabine 4).
D^qï einde van de beweging van de deur van het technische deel toegankelijk voor onderhoudspersoneel (in werking gesteld door de gesloten deur).
Dj^i detector van de aanwezigheid van een persoon in de sanitaire 15 eenheid.
Een schematisch weergave van de detectors D^ - is weergegeven in de fig.3A- 3C. Sommige van de detectors zijn via hulprelais verbonden met geheugenorganen weergegeven bij M1 -M ^ in fig.3C .Zo is bijvoorbeeld de detector D^ aangesloten in het circuit van een relais RDF^ 20 waardoor geheugenorgaan Mg wordt bekrachtigd. In het onderhavige uit-voeringsvoorbeeld zijn de geheugenorganen ook electromagne- tische relais ,welke door middel van hun desbetreffende contacten, die dezelfde verwijzingscijfers bezitten in de fig.3A- 3C de werking waarmede zij samenhangen kunnen voortbrengen. Het geheugenorgaan M6 veroorzaakt 25 bijvoorbeeld indien het wordt bekrachtigd door een eerste van zijn contacten Mg de bekrachtigig van de electrische klep EVg van de losmaking van de pan,dat wil zeggen de electrische klep,welke de pan 1 via de verstelcilinder 18 verstelt vanuit de gebruiksstand naar de wasstand.
Via een tweede van de schakelaars Mg stelt het geheugenorgaan de 30 electrische wasklep EV^ in werking,welke water toevoert aan het systeem 17,dat tegenover de draaiende borstel 10 is opgesteld.
Het zal duidelijk zijn,dat zo ieder geheugenorgaan ,indien bekrachtigd door een bepaalde detector de automatische werkingen waarvoor dit geheugenorgaan is aangebracht,voortbrengt. Het zal duidelijk zijn,dat de-35 ze bekrachtiging opihoudt zodra als de desbetreffende detector niet langer het verschijnsel,dat oorspronkelijk de reactie van de detector
Λ Λ Λ L et O L
-6- 21375/CV/tl heeft veroorzaakt,waarneemt.
' Thans zal meer gedetailleerd het in de fig.3A en 3B afgeheelde relaiscircuit worden beschreven waarna de werking zal worden nagegaan met behulp van het in fig.4 weergegeven tijdschema. Het zal echter dui-5 delijk zijn,dat dit circuit slechts een mogelijke uitvoeringsvorm is. Voor/vaSman op dit gebied zal het bijvoorbeeld duidelijk zijn,om voor de beschreven electromagnetische organen electronische componenten,die soortgelijke electrische functies hebben, aan te brengen.
' Het relaiscircuit wordt met stroom gevoed via toevoerleidingen 10 LA en LB waartussen bijvoorbeeld een gelijkstroom toevoer3panning van 24 volt wordt aangebracht.
Beginnende aan de linkerzijde van fig.3A zijn de volgende functionele relais toegepast:
Relais RDF^ : bekrachtigd indien het ruggedeelte 2 in de geheven 15 wasstand is en in serie geplaatst met de detector D^.
Rela» RDF2 : bekrachtigd door de detector D2 indien het ruggedeelte zich in de gebruiksstand binnen het toilet bevindt.
Relais RDF^ : bekrachtigd door de detector indien de pan 1 zich in de wasstand bevindt.
20 Relais RDF^ : bekrachtigd door de detector indien de pan 1 in zijn gebruiksstand is.
Relais RDÏ 71 en RDT 72 : deze relais worden bekrachtigd door de sluiting van het contact van de detector D^, welke wordt gesloten voor het waar-25 nemen van de draaiing van de motor 11 van de borstel 17.
Relais RDF^ en RD^ : resp. bekrachtigd in de gesloten stand en de open stand van de deur 6 door de detector D^, welke samenhargt met de deur (resp. werkcontact en rustcontact).
30 Relais RRT: dit relais is in serie verbonden met een cireuit van een aantal contacten resp.samenhangend met de detector (rustcontact), met een relais CRB welke de neerwaartse verdraaiing van de borstel regelt en met een relais CRH,welke de opwaartse draaiing van de borstel regelt; het relais omvat een zelfbekrachtigend tijdcontact.
35 Relais RTTV : dit relais is in serie verbonden met een aantal contacten. Het is aangebracht voor het tot stand/brengen van een vertraging 800 4 6 24 Λ * r ’ -7- 21375/CV/tl f voor de washandelingen nadat een persoon de eenheid heeft verlaten met het oog op de veiligheid. Het relais RTTV is dus in&erie verbonden met een contact van de aanwezigheidsdetector , een gesloten deurrelais-contact RDF en een contact van een inrichting'1 .welke de aanwezigheid 5 in de eenheid opslaat", in het bijzonder gevormd door twee wikkelingen BMP (fig.3B).
Relais RCM : bekrachtigd hetzij door een contact MON of door een contact DC behorende bij de start van de kringloop,waarbij het contact MON samenhangt met de slotmachine MO zodra als een muntstuk,vereist 10 voor het gebruikmaken van de sanitaire eenheid in deze muntmeter wordt ingestoken.
Electrische klep EVg : deze opent de deur 6 en wordt bekrachtigd door de sluiting van twee contacten in serie, een contact Mg van het corresponderende geheugenorgaan en de andere van het relais RCM van de 15 muntmachine. De klep kan ook met de hand in werking worden gesteld door een knop Bg voor het openen van de deur.
Electromagneet EV^ : deze waarborgt de bekrachtiging van de muntmachine MO indien een muntstuk daarin is ingestoken. De klep wordt bekrachtigd door de verbinding in serie van een rustcontact van 20 het relais RCM, een werkcontact van het geheugenorgaan en ook door het werkcontact van de detector D^.
Relais CE ί bekrachtigd indien het geheugenorgaan M^ niet langer is bekrachtigd (contact M2). Als functie heeft het^in werking stellen van een inrichting voor het ventileren van de sanitaire eenheid.
25 Relais CEC: bekrachtigd via de contacten Mg of van de corres ponderende geheugenorganen. Het regelt de verlichting en de'verwarming van de installatie.
Electrische klep EV.^ · bet regelt het wasbasin van de sanitaire eenheid en wordt bekrachtigd door de contacten Mg of op voorwaarde 30 dat het relais RMP (fig.3B) is bekrachtigd (contact RMP).
* Uit het deel van het schema weergegeven in fig.3 B blijkt,dat de toevoerleiding LA is verbonden met een eerste hulptoevoerleiding LA-1 . via een met de hand in werking te stellen knop B2 en ook met een tweede hulptoevoerleiding LA-2 via een contact van de detector Dg ,welke het 35 verstopt raken van de stankafsluiter waarneemt en een relaiscontact RDF^.
Dit circuit is een veiliheidsmaatregel waardoor de stroomtoevoer naar non 4 6 24 -8- 21375/CV/t1 de relais en de electrische kleppen in de leiding LA-2 enerzijds is afgesneden indien de stankafsluiter 13 is verstopt en anderzijds indien de deur 6 niet is gesloten.
Beginnende aan de linkerzijde van fig.3B zijn de volgende relais 5 en electrische kleppen toegepast:
Electrische klep EV^ : bekrachtigd indien de geheugenorganen M^ zijn bekrachtigd of indien met het oog op onderhoud een knop B^ in werking wordt gesteld. De bekrachtiging brengt het ruggedeelte 2 in de wasstand.
10 Electrische klep EV2 : bekrachtigd indien de geheugenorganen Mg zijn bekrachtigd en op voorwaarde dat het relais RDF^ (fig.3A) is bekrachtigd. Het kan ook met de hand worden bekrachtigd met behulp van een knop B^.
Relais CRB : deze is in serie verbonden met de volgende contac ten RDFg , RRT, CR, Dg. Mg en CRM. Deze contacten kunnen worden omgaan 15 door de met de hand te bedienen knop Bg. Het contact CR is it^arallel aangesloten met twee andere contacten CRB en CRH en de contacten Dg en zijn parallel verbonden met de contacten D,. en M^. Het relais CRB bepaalt de neerwaartse beweging van de reinigingsborstel 10 en voor dit doel stelt het een omkeerschakelaar CIM van een bekend type voor de motor 20 11 in werking,welke motor door het relais CR met stroom wordt gevoed.
Relais CRH :samenhangend met het relais CRB is dit relais CRH aangepast voor het bepalen van de opwaarste draaibeweging van de motor 11 door de omkeerschakelaar CIM. Het relais CRH wordt bekrachtigd door een contact Mg ( relais bij de aansluiting tussen de contacten Dg en M^) 25 en een contact CRB. Het kan ook met de land in werking worden gesteld door de knop B^ en stelt bovendien een pomp PDI voor een desinfecterend middel in werking.
Electrische klep EVg : deze kan selectief worden bekrachtigd door de contacten Mg, M^ of Mg en ook door een met de hand in werking te stellen 30 knop Bg. Het waarborgt de toevoer van waswater aan het systeem 17.
Electrische klep EV^ : selectief bekrachtigd door de contacten Mg, M^g of M^ en waarborgt de toevoer van spodwater naar de stankafsluiter 13. Een knop Bg is aangebracht voor het met de hand in werking stellen van deze electrische klep EV
35 4\
Electrische klep EVg : bekrachtigd door het contact M^q en,mdien 800 4 6 24 I i '0 * -9- 21375/CV/tl gewenst met de hand door een knop 5^. Het bewerkstelligt de terugkeer van de pan 1 naar zijn gebruiksstand.
Electrische klep EV^: bekrachtigd door het contact M^ en RDF^ en. indien gewenst, door een knop . Het veroorzaakt een terugkeer 5 van het ruggedeelte 2 naar zijn oorspronkelijke stand.
Electromagnetische klep EV 7: bekrachtigd door dezelfde omstandig heden als de electrische klep EV^ voor het terugstellen van de munt-machine MO.
Relais RMP : deze relais,welke windingen zijn,vormen een ge- 10 heugen voor de aanwezigheid van een persoon in het voor het publiek toegankelijke deel van de sanitaire eenheid. De inwerkings telwind ing RMP^ wordt bekrachtigd door de contacten RDF^ en de bekrachtiging wordt weggenomen via een contact van de detector D^. De vrijmaakwinding KMP^ wordt bekrachtigd door het contact RDO^.
15 Relais CR : bekrachtigd door de contacten van de relais CRB of CRH en in serie verbonden met een thermische veiligheidsschakelaar TLCR.
Dit relais bewerkstelligd,dat de motor 11 van de borstel 10 met stroom wordt gevoed.
Het zal duidelijk zijn,dat het met de hand in werking stellen van 20 de verschillende in fig.3B weergegeven organen wordt verkregen door de toevoerlijn LA-1 ,welke slechts stroom draagt,indien de hoofdknop B^ is ingedrukt.
Fig. 3C toont de tien geheugenorganen M^- M^q,welke in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld worden gevormd door relais. Zij worden gevoed 25 met stroom door de leidingen LA en LB en kunnen resp .worden bekrachtigd door de volgende contacten : M^ - RDF^, M2 - RDF^, en RCM (gesloten), M. - RCM, M.- EDO. , M_ - RTTV, M, - RDF, , M -RDF. , M0 - RDT, M- -3 *4 9 5 * 6 17 3*8 ’9 RDT, en CRH, M^q - RDT, CRB. Verder kunnen de geheugenorganen met de hand in werking gesteld worden door een knop B2 door de veilgheidscon-30 tacten RDFg en RDF2< * De sanitaire eenheid heeft de volgende kringloop van werkingen (fig.4) :
Reeks 1 ( zie de rechterzijde van fig.4).
deze reeks wwrdt op gang gebracht bij het einde van de reiniging 35 ten einde het geheel van de sanitaire eenheid terug te bewegen in de toestand waarin deze weer door een persoon lan worden gebruikt.
-10- 21375/CV/tl
De reeks 1 wordt op gang gebracht indien de detector de terugkeer waarneemt van de pan 1 in de gebruiksstand. Het relais RDF^ wordt bekrachtigd en ook de geheugenorganen worden bekrachtigd.
Dit heeft tot effect de bekrachtiging : 5 a) van de werking van de electrische klep EV^, welk bekrachtigd blijft,waarbij de werking is afgenomen van het geheugenorgaan ; b) de plaatsing van het ruggedeelte in de gebruiksstand door de electrische klep EVg ; c) het terugstellen van de muntmachine M (welk daarboven "vacant" 10 vertoont) door de contacten en RDF^.
Reeks 2 deze reeks wordt op gang gebracht door de bekrachtiging van de geheugenorganen die op hun beurt worden bekrachtigd door de contacten RDF2 en ROM en de detector D^. De opslag door het orgaan kan inder-15 daad slechts plaatsvinden indien het ruggedeelte in zijn gebruiksstand is*
Dit resulteert in de bekrachtiging: a) van de werking van de electromagneet EVg waardoor het mogelijk wordt een munt in de muntmachine M in te steken. Deze werking wordt ook 20 op gang gebracht door het contact ROM (rustcontact); b) het stopzetten van de ventilatie van de installatie via een schakelaar M van het desbetreffende geheugenorgaan.
feeks ^3.
odra de gebruiker een munt in het slot insteekt,( hetgeen een op gangbrengen van waarneming binnen het raam van de beschreven program-25 meermiddelen vormt ) worden de geheugenorganen bekrachtigd voor het opslaan van het signaal.
Dit resulteert in de bekrachtiging: a) van de electrische klep EVg ,welke de deur voor de gebruiker ontsluit; 30 b) van het relais CEC voor het aandraaien van de verwarming en de - verlichting van de installatie van de sanitaire eenheid.
Reeks 4.
De detector Dg neemt de opening van de deur 6 waar en via het relais RDOg wordt het geheugenorgaan bekrachtigd. Dientengevolge worden 35 de volgende functies bekrachtigd : a) de verlichting en de verwarming van de installatie (hervatting 800 4 6 24 -11- 21375/CV/tl van de werking van de reeks 3); b) tegelijkertijd ,door middel van de detector D^ van de aanwezigheid in de installatie, de bekrachtiging van de electrische klep EV^ voor het wassen van de handen (#elais RDFg en RDOg ).
5 Gedurende reeks 4 is de sanitaire eenheid in gebruik. De detector ' Dg neemt dan ook de opening en dan het sluiten van de deur 6 waar. Indien de deur is gesloten wordt het relais RDFg bekrachtigd en de winding RMP^ in werking gesteld en na een zekere tijd de winding RMP^j welke een vei-lighèidsvertraging vormt,welke waarborgt dat een persoon niet langer in 10 de installatie aanwezig is. Bovendien waarborgt de aanwezigheidsdetector D^ met een contact van het relais RDFg de bekrachtigingen de wikkeling SMP1-
Indien de detector D^ de afwezigheid van een persoon heeft waargenomen wordt daar het relais RDFg is bekrachtigd en het contact BMP is 15 gesloten het relais TTV bekrachtigd waardoor op gang wordt gebracht :
Reeks 5
Bij bekrachtiging van het relais RTTV wordt het geheugenorgaan M,. bekrachtigd en dit bekrachtigt: - de plaatsing van het ruggedeelte 2 voor wassen door de electrische 20 klep EV^ - indien de stand is bereikt signaleert de detector D^ het uitvoeren van de handeling en bekrachtigt aet relais RDF^ , welke op gang brengt:
Reeks 6
Het relais RDF stelt het geheugenorgaan Mg in werking,hetgeen 25 bekrachtigt: a) de plaatsing van de pan 1 voor het wassen door de electrische klep EV2 ; b) de bekrachtiging van de 4ectrische klep EV^ van het waswater.
Indien de pan de wasstand heeft bereikt bekrachtigt de detector D^ 30 het relais RDF^, hetgeen op gang brengt:
Reeks 7
Het relais RDF^ bekrachtigt net geheugenorgaan hetgeen bekrachtigt : a) de neerwaartse beweging van de borstel 10 door het relais CRB 35 door de contacten RDF^ , RRT, CR , D^ , en CRH; b) de voatzetting van de bekrachtiging van de electrische klep EV^ -12- 21375/CV/tl van het waswater.
Indien het relais CRB is bekrachtigd bekrachtigt zijn contact CRB het relais CR dat stroom toevoert aan de motor. Zodra de draaiing van de motor wordt waargenomen stelt de detector de relais RDT^ 5 en RDT^ i*1 werking. Het relais RDT^ brengt na een zekere vertraging op gang: • Reeks 8.
Ren contact RDT_0 stelt het geheugenorgaan MQ in werking, hetgeen bekrachtigt: 10 a) de opwaartse beweging van de borstel door de bekrachtiging van het relais CRH (contacten RDF, RRT, CRB, D^, Mg en CRB). Het relais CR wordt eveneens bekrachtig! ten einde stroom toe te voeren aan de motor 11» b) de bekrachtiging van de electrische klep EV^, welk wordt door-15 gezet voor toevoer van waswater.
De draaiing van de motor 11 wordt weer waargenomen door de detector en nadat er een zekere tijd is verlopen bewerkstelligd door het relais RDT^, wordt het geheugenorgaan in werking gesteld voor :
Reeks 9.
20 Indien het geheugenorgaan wordt bekrachtigd betekend dit eeh bekrachtiging van: a) de neerwaartse beweging van de borstel 10 door het relais CRB en de draaiing van de motor door het relais CR; b) de bekrachtiging van de electrische klep EV^ voor het toevoeren 25 van water aan de stankafsluiter 13.
Tijdens het verloop van deze reeks is het het relais RDT^, dat ingrijpt voor het op gang brengen van :
Reeks 10.
Het relais RDT^ bekrachtigd na zijn tijdsvertraging het geheugen-30 orgaan M^, hetgeen op gang brengt: a) de plaatsing van de pan 1 in zijn oorspronkelijke gebruiksstand door de electrische klep EV^ ; b) de voortzetting van de weridng van de electrische klep EV^, van de stankafsluiter 13. Indien de pan in zijn gebruiksstand is geplaatst 35 bekrachtigd de detector het relais RDF^, hetgeen weer het geheugenorgaan bekrachtigd en dit plaatst de gehele eenheid in de situatie van reeks 800 4 6 24 ' *9 -13- 21375/CV/tl 1.
Opgemerk wordt,dat sommige functies continu (nacht en dag) kunnen worden bewerkstelligd ,zoals bijvoorbeeld de verwarming op een lage temperatuur (bijvoorbeeld 8°C) , de afvoer van slechte lucht, enz.' 5 ' Wat betreft de werking van de borstel wordt bij voorkeur de vol gende veiligheidsinrichting aangebracht.
Het relais BRT wordt bekrachtigd hetzij door het relais CRB of door het relais CRH en indien de motor 11 niet werkzaam is (contact van deteètor D^) brengt dit een tijdsvertraging op gang in het relais BRT 10 ten einde af te sluiten in het circuit van de relais CRB en CRHf<?e motor 11 zelf en de electrische kleppen EV^ en EV^ aan het einde van een periode van 100 tot 150 sec. Met andere woorden deze veiligheidsmaatregel werkt indien binnen deze periode de detector de verplaatsing van de borstel 10 niet heeft waargenomen.
15 Verder kan, ten gevolge van een tijdcontact CR in het circuit van de relais CRB en CRH dit circuit slechts worden gesloten indien de borstel gedurende een bepaalde tijdsperiode, welke bijvoorbeeld 3 sec kan bedragen, is gestopt. Bodendien kan de borstel slechts draaien: 1) indien het waswater stroomt gedurende de reeksen 7 en 8 (detector 20 ) of indien het water stroomt in de stankafsluiter 13 gedurende de reeks 9 (detector D^); 2) indien, met het relais CRB of CRH bekrachtigd,geen verplaatsing wordt waargenomen door de snelheidsdetector D^. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien een riem tussen de motor en de borstel breekt of indien de 25 thermische circuitondérbreker van de motor in werking treed(TLCR).
In het geval van een onklaarraken worden dientengevolge de motor 11 en de toevoer van het waswater stilgezet totdat een onderhoudsmonteur of dergelijke aankomt.
Zoals reeds beschreven zal het duidelijk zijn,dat iedere handeling 30 met de hand kan worden geregeld door middel van de knoppen B^ - B^.
r Alle handelingen kunnen,indien gewenst door indicators worden gesignaleerd.
Verder kan er ook een niet nader weergegeven telinrichting zijn aangebracht,welke alle gedurende een bepaalde periode uitgevoerde kringlopen sommeert.
35 Bovenstaande beschrijving toont dat de sanitaire eenheid volgens de uitvinding geheel automatisch werkt en inrichtingen omvat voor het 800 46 24 -14- 21375/CV/tl waarborgen van een perfecte veiligheid van de personen terwijl eveneens een perfecte reinheid van de installatie wordt gewaarborgd.
De fig.5 en 6 tonen een andere uitvoeringsvoorbeeld van de sanitaire eenheid volgens de uitvinding.
5, , De eenheid omvat een cabine 50 welke in bovenaanzicht gezien al- thans een in hoofdzaak rechthoekige vorm heeft,ofschoon de korte zijkanten 51 en 52 zijn afgerond. De cabine is bij voorkeur aangebracht op een betonnen basis 53,terwijl zijn bovenoppervlak, welke de bodem 54 van de cabine vormt een dubbele helling vertoont ten einde de stroming van 10 water door een stankafsluiter 55 te vergemakkelijken.
De cabine 50 is verdeeld in twee compartimenten,namelijk een compartiment 56 voor de gebruiker en een tot het technische deel van de installatie behorend compartiment 57,waarbij beide compartimenten door een scheidingswand 58 van elkaar zijn gescheiden.
15 De mechanismes en regelorganen voor het reinigen van de pan 1 en het ruggedeelte 2 zijn gelijk aan die reeds beschreven aan de hand van de fig.l - 4, waarbij het duidelijk zal zijn,dat in het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de pan wordt gevormd door een zitting van het zogenaamde " k l'anglaise" type. Verder kunnen de volgende verschillen 20 en / of toevoegingen worden vermeld.
De verstelcilinder 15,die is aangepast voor het verzwenken van de zitting 1 is verder gekoppeld met een rooster of soortgelijk vloerelement 59,dat zich voor de zitting 1 uitstrekt en in de richting volgens pijl F, omhoog te bewegen is indien de verstelcilinder 15 in werking wordt ge-25 steld. Onder dit rooster is een sproeisysteem 60 aangebracht,dat zich uitstrekt volgens de kromming van de korte zijde van de cabine en aangepast is om de bodem 54 van de basis 53 schoon te sproeien indien de hierboven beschreven reinigingshandeling plaatsvindt. Het rooster 59 kan zijn verbonden met een niet ander weergegeven detector,welke in werking wordt 30 gesteld door het gewicht van een persoon indien de persoon de cabine s, binnentreedt, waarop deze detector dan als een de aanwezigheid van een persoon vaststellende detector/1zoals hierboven ie omschreven .
Verder zijn in het compartiment 57 aan weerszijden van de zitting 1 handgrepen 61 aangebpacht,die bijvoorkeur eveneens watersproeisystemen 35 vormen,welke het desbetreffende compartiment, tijdens de reinigingsprocedu-re besproeien.
800 4 6 24 ** ' t -15 21375/CV/tl
Dientengevolge kan tijdens deze procedure het· gehele compartiment 57 gelijktijdig met de zitting en het ruggedeelte 2 worden gereinigd, doordat het waswater wordt versproeid door de zojuist beschreven systemen 60 en 61. Het reinigingswater stroomt ten gevolge van de helling van de 5 bodem 54 naar de stankafsluiter 55. Ten einde het drogen van dit samenstel te waarborgen kunnen middelen voor het toevoeren van hete luchtstromen zijn aangebracht,welke luchtstromen onder de scheidingswand doorbewegen en uit het technische gedeelte van de installatie komen.
Een handwasorgaan 62 kan zijn aangebracht,in het weergegeven uit-10 voeringsvoorbeeld in de scheidingswand 58,waarbij het wasbasin van dit handwasorgaan in het bovenste deel van het ruggedeelte 2 is aangebracht.
Verder is de zitting 1 voorzien van twee verwatmingselementen 63, die aan weerszijden daarvan zijn opgesteld en zijn aangepast voor het versnellen van de droging van de zitting na de reiniging. Deze elementen 15 zijn bij voorkeur uitgevoerd in de vorm van pijpen, die zijn opgenomen in de zitting zelf en waardoorheen hete lucht vanaf het technische gedeelte wordt door heengevoerd.
Op dezelfde wijze als de aan de hand van de fig. 1- 4 beschreven cabine omvat de cabine volgens de fig.5 en 6 een afvoerventilator 63, 20 een beluchtingsventilator 64 met een verwarmingselement 65,patrijspoorten 66 en een lamp 67.
Het technische gedeelte 56 is afgesloten door een zijdeur 68 en het voor de gebruiker bestemde gedeelte 67 is afsluitbaar met behulp van een gebogen deur 69,welke met behulp van een symbolisch met een veer 25 in fig.6 aangeduid terugstelmechanisme 70 naar zijn gesloten stand wordt gedrongen.
De deur is verder voorzien van een schematisch aangegeven openings-en sluitverstelcilinder 71 en een binnenhandgreep 72. De verstelcilinder wordt in werking gesteld volgend op het insteken van een munt in het 30 muntmechanisme ( hierboven beschreven reeks 3) waarna de deur een weinig wordt geopend en vrijgegeven ten einde dan volledig door de gebruiker te worden geopend tegen de werking van het terugstelmechanisme 70 in.
Zodoende zal de deur automatisch achter de persoon sluiten. Op soortgelijke wijze stelt voor het verlaten van de sanitaire eenheid de persoon de 35 handgreep 72 in werking,welke de verstelcilinder 71 weer in werking stelt voor het vrijgeven van de deur,waarna de persoon de eenheid kan verlaten 800 4 6 24 -16- 21375/CV/tl en de deur weer kan sluiten onder de inwerking van het terugstelmechanisme 70. De «rstelcilinder 71 vergrendelt dan weer de deur (zie hierboven beschreven reeks 4).
800 4 6 24

Claims (17)

1. Sanitaire eenheid voorzien van een vat, dat beweegbaar is opgesteld tussen een eerste gebruiksstand en een tweede voor het reinigen geschikte stand,van reinigingsmiddelen,die in werking worden gesteld indien het vat in de tweede stand is, van een pijp voor het afvoeren van 5 vuil. water en uitwerpselen,van middelen voor het regelen van de verplaatsing van het vat, van middelen voor het in werking stellen van de reinigingsmiddelen en van programmeermiddelen voor het coördineren van de werkingen van de reinigingsmiddelen en de middelen voor het starten van • een rehigingskringloop tijdens het verloop van iedere werkingskringloop 10 van de sanitaire eenheid,waarbij de programmeermiddelen samenhangen met middelen welke een reinigingskringloop op gang brengen ,met het kenmerk, dat het programmeerorgaan is voorzien van een aantal detectors voor het resp. opwekken van signalen die ieder een bepaalde situatie van de sanitaire eenheid of een bepaalde toestand van het regelorgaan en van de 15 middelen voor het starten van een reinigingskringloop weergeven en een stel geheugenorganen verbonden voor het resp. opslaan van de signalen gedurende een bepaalde periode van de werkingskringloop en met de geheugenorganen verbonden relaisorganen voor let bekrachtigen van de regelor-ganen en de middelen voor het starten van de reinigingskringloop als 20 een functie van een selectieve bekrachtiging van de geheugenorganen.
2. Sanitaire eenheid volgens conclusie l,met het kenmerk,dat ieder geheugenorgaan een bepaalde reeks van de werkingskringloop bepaal^,welke reeks door een van de detectors op gang wordt gebracht.
3. Sanitaire eenheid volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat iede-25 re detector is gekoppeld net een desbetreffend geheugenorgaan via althans een relais.
4. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat een vat wordt gevormd door een toiletpan en door een afzonderlijk rugelement ,welke over een hoek terug te trekken zijn ten einde 30 te bewegen van een gebruiksstand naar een reinigingsstand en het regel-** orgaan samenhangt met de pan en met het rugelement voor het bewegen van de pan en het rugelement tussen een eerste gebruiksstand en een tweede reinigingsstand,waarbij de pan en het rugelement in tegengestelde richtingen bewegen,terwijl een detector voor ieder van de standen van de 35 pan en het rugelement is aangebracht en relaisorganen zijn aangebracht voor het tot stand brengen van een juiste opeenvolging van bewegingen 800 4 6 24 -18- 21375/CV/tl van het rugelement en de pan.
5. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de programmeermiddelen verder zijn voorzien van veiligheidsorganen ten einde de reinigingswerking slechts mogelijk te maken na een 5 bepaald tijdsverloop na het tijdstip,dat een gebruiker de sanitaire eenheid verlaat.
6. Sanitaire eenheid volgens conclusie 5, met het kenmerk,dat de vertraging op gang wordt gebracht door een detector, welke de sluiting van de deur van de installatie van de sanitaire eenheid waarneemt.
7. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de reinigingsmiddelen zijn voorzien van een borstel,die draaibaar om een horizontale draaiingsas is aangebracht en met behulp van een een electromotor beweegbaar is tussen een bovenste en ^onderste stand , waarbij de bewegingen van de borstel op gang worden gebracht door de 15 terugkeer van het vat n^aie reinigingsstand ten gevolge van de werking van een detector,welke de terugkeer naar de reinigingsstand waarneemt en de bewegingen voor iedere verplaatsing van de borstel worden gecontroleerd door desbetreffende relais,die in werking worden gesteld door een timings-circuit,dat vooraf bepaalde werkzame perioden van de motor voor' beide 20 bewegingsrichtingen van de borstel tot stand' brengt.
8. Sanitaire eenheid volgens conclusie 7,met het kenmerk,dat de de bewegingen van de borstels controlerende relais worden bewaakt door veiligheidsorganen,welke de draaiing van de borstel waarnemen,waarbij de veiligheidsorganen in staat zijn om bepaalde functies van de reinigingshan- 25 deling.,zoals de toevoer van waswater ,door middel van een timingscircuit uit te sluiten.
9. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het' kenmerk, dat de programmeerorganen zijn voorzien van een tolorgaan , dat in staat is om de uitvoering van een werkingskringloop te regelen 30 door een betaling.
* 10. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat met de handbedienbare regelorganen zijn aangebracht voor het met de hand uitvoeren van althans de belangrijkste werkingen van de sanitaire eenheid met het oog op onderhoud en controle.
11. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat een rooster of dergelijke is aangebracht ,zodanig dat dit 800 46 24 -19- 21375/CV/tl beweegbaar is tussen een gebruiksstand en een omhoog bewogen reinigings-stand,waarbij dit rooster mechanisch met het vat is verbonden en voor het vat is geplaatst ten einde als vloer te werken tijdens gebruik.
12. Sanitaire eenheid volgens conclusie 11,met het kenmerk,dat het 5 rooster samenwerkt met een detector,welke in werking wordt gesteld indien een persoon plaatsneemt op het rooster ten einde de aanwezigheid van de persoon in de sanitaire eenheid te signaleren.
13. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de sanitaire eenheid is voorzien van watersproeisystemen 10 in een voor de gebruiker bestemd deel van de sanitaire eenheid,waarbij dit watersproeisysteem tijdens het verloop van de reiniging van de pan in werking wordt gesteld.
14. Sanitaire eenheid volgens conclusie 13,met het kenmerk,dat althans een van de sproeisystemen wordt gevormd door een langs een wand 15 van de sanitaire eenheid opgestelde handgreep.
15. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat verwarmingsorganen zijn aangebracht,die rechtstreeks zijn opgenomen in de toiletpan ten einde het drogen daarvan na de reiniging te versnellen.
16. Sanitaire eenheid volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de sanitaire eenheid is voorzien van een deur voor het afsluiten van een voor de gebruiker bestemd compartiment,welke deur is uitgerust met terugstelmiddelen,welke de deur naar zijn gesloten stand brengen,terwijl de deur samenwerkt met ontsluitmiddelen voor de deur,die 25 in werking worden gesteld hetzij door een buiten ée eenheid opgesteld tolorgaan of door een binnen de eenheid opgestelde handgreep zodanig dat daarmede de deur gedeeltelijk kan worden geopend.
17. Sanitaire eenheid althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en / of is afgebeeld in de fig. 1- 4 of fig.5 en 6. 30 800 46 24
NL8004624A 1979-12-14 1980-08-15 Sanitair samenstel. NL192533C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7930676 1979-12-14
FR7930676A FR2471453A2 (fr) 1979-12-14 1979-12-14 Bloc sanitaire

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8004624A true NL8004624A (nl) 1981-07-16
NL192533B NL192533B (nl) 1997-05-01
NL192533C NL192533C (nl) 1997-09-02

Family

ID=9232775

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004624A NL192533C (nl) 1979-12-14 1980-08-15 Sanitair samenstel.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US4301558A (nl)
JP (1) JPS5919217B2 (nl)
AT (1) AT390462B (nl)
AU (1) AU531663B2 (nl)
BE (1) BE883870R (nl)
BR (1) BR8004668A (nl)
CA (1) CA1121554A (nl)
CH (1) CH638854A5 (nl)
DE (1) DE3027207A1 (nl)
DK (1) DK158619C (nl)
ES (1) ES496870A0 (nl)
FI (1) FI73033C (nl)
FR (1) FR2471453A2 (nl)
GR (1) GR69324B (nl)
HU (1) HU182679B (nl)
IT (1) IT1129130B (nl)
LU (1) LU82549A1 (nl)
MX (1) MX150313A (nl)
NL (1) NL192533C (nl)
NO (1) NO156617C (nl)
SE (1) SE447284B (nl)
SU (1) SU1311626A3 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2499124A1 (fr) * 1981-02-05 1982-08-06 Sato Associes Unite sanitaire comportant des moyens de nettoyage
US4383341A (en) * 1981-04-02 1983-05-17 Murray Altman Bathtub self-cleaning system
FR2511408A2 (fr) * 1981-08-14 1983-02-18 Decaux Jean Claude Bloc sanitaire
EP0109469B1 (fr) * 1982-11-18 1986-07-23 Jean-Claude Decaux Bloc sanitaire
IT1173100B (it) * 1984-01-20 1987-06-18 Coopsette Scrl Servizio igienico con mezzi di pulizia automatica
FR2597524B1 (fr) * 1986-04-17 1988-07-29 Decaux Jean Claude Module sanitaire a nettoyage automatique
FR2597525B1 (fr) * 1986-04-18 1990-11-02 Sagelec Sarl Dispositif d'asservissement du nettoyage automatique des cabines de douche et toilettes
FR2609084A1 (fr) * 1986-12-29 1988-07-01 Chaussereau Lilia Systeme de securite permettant l'acces contre paiement par carte ou monnayeur a une cabine d'hygiene et de soins, entierement aseptisee par un dispositif renouvelable et auto-nettoyant
DE3704375A1 (de) 1987-02-12 1988-08-25 Wall Verkehrswerbung Gmbh Sanitaerzelle fuer oeffentliche zwecke
DE3826847C1 (nl) * 1988-08-06 1989-11-09 Hans 7517 Waldbronn De Wall
FR2635131B1 (fr) * 1988-08-08 1990-10-12 Decaux Jean Claude Module sanitaire a nettoyage automatique comportant un dossier mobile par basculement
DE4118588A1 (de) * 1991-06-06 1992-12-10 Otto Geb Kg Sanitaerzelle mit automatischer reinigungsvorrichtung fuer die toilettenschuessel
DE4309405C2 (de) * 1993-03-24 1996-07-18 Hans Victor Schoenfeld Öffentliche Toilette
US5647074A (en) * 1994-06-07 1997-07-15 White, Jr.; John N. Public toilet facility
USD409731S (en) * 1998-02-09 1999-05-11 Winfried Staudenmayer Toilet/shower cabin
US6289557B1 (en) 1998-12-15 2001-09-18 Barry F. Manson Sanitary door handle assembly
US7269863B1 (en) * 2006-03-17 2007-09-18 Blevins William J Automatic self-cleaning toilet
DE102010016200A1 (de) 2010-03-29 2011-09-29 Brähmig Fluidautomation GmbH Sanitärmodul und Verfahren zur automatischen Reinigung von Sanitärbecken für Sanitärzellen
US9644358B2 (en) 2013-03-04 2017-05-09 Prince Demond Qualls Method of automatically cleaning a toilet bowl
JP6480580B2 (ja) 2014-11-06 2019-03-13 ソウル バイオシス カンパニー リミテッドSeoul Viosys Co.,Ltd. 紫外線ベースのバスルーム表面衛生処理
US10369239B2 (en) 2014-11-06 2019-08-06 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet-based bathroom surface sanitization
US10894103B2 (en) 2014-11-06 2021-01-19 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet-based bathroom surface sanitization

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2075830A (en) * 1936-02-05 1937-04-06 Riccardo Salmona Combination water closet and bidet
US2834026A (en) * 1952-12-26 1958-05-13 Kronish Joseph Device for washing bedpans and urinals
US3121880A (en) * 1959-02-24 1964-02-25 Palma Adrien Lefebvre Dual control toilet flusher
US3624843A (en) * 1966-08-25 1971-12-07 Universal Dev Co Combustion toilet
US3683425A (en) * 1970-10-07 1972-08-15 Leroy Patterson Combustion toilet
US3747129A (en) * 1971-09-09 1973-07-24 D Dyar Automatic cleaning system for a habitable enclosure
DE2263946A1 (de) * 1972-12-29 1974-07-04 Glenwood Leigh Garvey Sanitaeranlage
US3837012A (en) * 1973-01-02 1974-09-24 Eliminex Technology Inc Incinerating toilet
US3908204A (en) * 1974-09-06 1975-09-30 Charles L Hopkins Electronic water closet controller
US3919726A (en) * 1974-12-04 1975-11-18 Gen Electric Water closet having a bowl and a wash means
JPS5398173A (en) * 1977-02-07 1978-08-28 Borukano Kk Continuously usable incineration type toilet
FR2415173A1 (fr) * 1977-12-02 1979-08-17 Decaux Paris J C Bloc sanitaire

Also Published As

Publication number Publication date
FI802395A (fi) 1981-06-15
FI73033C (fi) 1987-08-10
FR2471453A2 (fr) 1981-06-19
GR69324B (nl) 1982-05-17
FI73033B (fi) 1987-04-30
DE3027207A1 (de) 1981-09-10
SU1311626A3 (ru) 1987-05-15
AT390462B (de) 1990-05-10
AU531663B2 (en) 1983-09-01
ES8202085A2 (es) 1982-01-01
DE3027207C2 (nl) 1989-09-14
NO156617B (no) 1987-07-13
CH638854A5 (fr) 1983-10-14
BE883870R (fr) 1980-10-16
NO156617C (no) 1987-10-21
LU82549A1 (fr) 1980-10-24
IT8068292A0 (it) 1980-08-14
FR2471453B2 (nl) 1983-08-05
NL192533C (nl) 1997-09-02
DK158619C (da) 1991-01-07
BR8004668A (pt) 1981-06-16
ES496870A0 (es) 1982-01-01
HU182679B (en) 1984-02-28
NL192533B (nl) 1997-05-01
SE8005550L (sv) 1981-06-15
DK158619B (da) 1990-06-18
AU6021680A (en) 1981-06-18
MX150313A (es) 1984-04-13
SE447284B (sv) 1986-11-03
NO802291L (no) 1981-06-15
IT1129130B (it) 1986-06-04
CA1121554A (en) 1982-04-13
ATA407580A (de) 1989-10-15
JPS5817944A (ja) 1983-02-02
DK351380A (da) 1981-06-15
US4301558A (en) 1981-11-24
JPS5919217B2 (ja) 1984-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8004624A (nl) Sanitaire eenheid.
CA1092751A (en) Sanitary unit
US2753121A (en) Waste macerater
US4559959A (en) Dishwashing apparatus
EP0855475B1 (en) Automatic and self-cleaning hygienic-sanitary system for public use
DK167980B1 (da) Renseenhed med automatisk skylning
EP0396039B1 (en) Automatic hand cleaning device and relevant process
US5289799A (en) Automatic pet relief station
US5937880A (en) Under counter dish washing machine
JPH0387430A (ja) 公衆トイレ
US2619099A (en) Apparatus for washing, rinsing, and sterilizing racks and the like
JP2015523071A (ja) 家畜用衛生装置
US5267580A (en) Dishwashing machine and method
NL8302159A (nl) Zelfreinigende sanitaire inrichting.
US4853982A (en) Toilet apparatus with device for washing, disinfecting and drying toilet seats
KR101683151B1 (ko) 자동 손 세척장치
GB2090523A (en) Improvements relating to bed pan and urine bottle washing and disinfecting machines
US2920633A (en) Valves for controlling flow of liquids
JP7369977B2 (ja) 便器装置および便座装置
US2599110A (en) Dishwashing machine
JPH03290533A (ja) 洗浄水循環式の水洗トイレット装置
JPH03919Y2 (nl)
JPH03290535A (ja) 自動水洗式トイレット装置
KR20060003752A (ko) 간이 변기 및 그 제어방법
JPH0396538A (ja) 温水洗浄装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20000815