NL8302159A - Zelfreinigende sanitaire inrichting. - Google Patents

Description

r i

W 6070-1 Ned.dB/LdB

Korte aanduiding: Zelfreinigende sanitaire inrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een zelfreinigende sanitaire inrichting.

5 Zoals bekend is, zijn er reeds lang zelfreinigende sanitaire eenheden in de handel verkrijgbaar, die in hoofdzaak worden gébruikt als publieke badkamers en zijn gebaseerd op het idee van het verschaffen van automatische reinigingsinrichtingen, die werken volgens een bepaalde cyclus na het inwerpen van een munt of doordat de gebruiker de binnenruim-10 te van de inrichting betreedt.

Deze bekende inrichtingen voldoen in het algemeen niet omdat de opstelling en de constructie van de verschillende automatische reinigingsinrichtingen zelden aan de gestelde eisen voldoet. Verder zijn de genoemde inrichtingen gewoonlijk zodanig geconstrueerd, dat er geen 15 bescherming bestaat in de praktijk tegen vandalisme, daar zij gewoonlijk verschillende elementen omvatten die van de wandenuitsteken, welke, behalve dat zij moeilijk schoon te houden zijn, gemakkelijker bloot staan aan vandalistische handelingen.

Een ander nadeel van de bekende inrichtingen is dat zij in het 20 algemeen veel ruimte in beslag nemen en niet gemakkelijk harmonisch in het stadslandschap kunnen worden opgenomen, waarvoor deze inrichtingen bewust worden ontworpen. Het doel van de uitvinding is daaromhet verschaffen van een zelfreinigende sanitaire inrichting, die zodanig is gevormd dat hij geen elementen heeft die in de praktijk waarschijnlijk door 25 vandalistische handelingen zullen worden beschadigd.

Binnen deze doeleinden is een aspect van de uitvinding het verschaffen van een zelfreinigende sanithire inrichting die door de rationele opstelling van zijn verschillende onderdelen kan worden onderworpen aan zeer doelmatige reinigingsbewerkingen van willekeurige delen daarvan en 30 in het bijzonder van die oppervlakken die in aanraking met de gebruiker zullen kamen.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke inrichting die door zijn speciale constructie de volledige waarborg geeft van uiterste betrouwbaarheid en hygiënische bescherming.

35 Een ander doel is de inrichting uit een stuk te kunnen vervaardigen en zodanig dat deze gemakkelijk kan worden geïnstalleerd.

Deze en andere doeleinden, die hieronder nader blijken, worden bereikt met een zelfreinigende sanitaire inrichting die volgens de uitvinding is gekenmerkt doordat hij een cabine omvat, voorzien van een 40 automatisch te openen deur en met een buitenmantel en een binnenmantel, 8302159 ' V » - 2 - waarvan het binnenwandvlak in hoofdzaak vlak is, welke mantels zijn gescheiden door een tussenruimte waarin inrichtingen voor het uitvoeren van de functies van de sanitaire inrichting zijn opgenomen, terwijl in de ruimte, begrensd door de binnenmantel, een closetzitting is aangebracht, 5 naar keuze bedienbare mondstukken voor het afgeven van spoelwater voor het onderste deel van de wanden van de binnenmantel en van de closetzitting, mondstukken voor het afgeven van desinfecterende vloeistof, in hoofdzaak voor de steunvlakken van de closetzitting en uitlaten voor het afgeven van hete lucht voor het drogen van deze steunvlakken.

10 De uitvinding zal hieronder nader wordentoegelicht aan de hand van de tekening, waarin enige uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch aanzicht in perspectief van de inrichting, waarvan bepaalde delen zijn weggenomen.

15 Fig. 2 is een horizontale doorsnede.

Fig. 3 is een doorsnede volgens III-III van fig. 2.

Fig. 4, 5 en 6 zijn vertikale doorsneden volgens IV-IV, V-V en VI-VI van fig. 2.

Fig. 7 is een horizontale doorsnede door een tweede uitvoerings-20 vorm van de inrichting.

Fig. 8 toont een detail van de bak en de bakspoelorganen, in doorsnede volgens de lijn VIII-VIII van fig. 7.

De weergegeven zelfreinigende sanitaire inrichting omvat een cabine 1, welke in de weergegeven vorm in hoofdzaak cilindrisch is, 25 maar ook een andere gewenste vorm kan hebben.

De cabine 1 heeft een automatisch te openen deur 2, die hier-onder nader wordt verklaard. De cabine 1 omvat wat betreft zijn algemene constructie een buitenmantel 3 en een binnenmantel 4, die beide worden gesteund door een basis 5.

30 De buitenmantel 3 en de binnenmantel 4 begrenzen een tussen ruimte 6, waarvan het doel is het opnemen van alle inrichtingen waarmee de functies van de sanitaire inrichting kunnen worden verkregen.

In het bijzonder kan de buitenmantel 3 de vorm hebben van een vooraf vervaardigde betoncilinder met een van een patroon voorzien 35 buitenvlak, of eventueel de vorm van een cilinder van met glasvezel versterkte beton. In elk geval kan het buitenvlak zijn voorzien van mon-tageorganen voor het opnemen van reclame-elementen wanneer men dit wenst.

Het binnenvlak 4, dat de binnenruimte van de sanitaire inrichting begrenst, is bij voorkeur gevormd van liefst geëmailleerd roestvrij staal, 40 dat de speciale eigenschap heeft in hoofdzaak gladde binnenvlakken te 8302159 - è* '* - 3 - geven., waaraan praktisch geen handgrepen of uitstekende vlakken zijn aangebracht.

Binnen de ruimte, begrensd door de binnenmantel 4, is een closetzitting, in het algemeen aangeduid met 10, aangebraeht, die een 5 concaaf bovenplatform 11 heeft, dat met zijn middendeel convergeert naar een eerste bak 12, waarnaast steunelementen 13 zijn aangebracht die bij voorkeur zwenkbaar zijn can een in hoofdzaak vertikale as en naar buiten ! kunnen zwenken bij het spoelen zoals hieronder nader wordt beschreven.

De eerste bak 12 mondt aan de bodem daarvan uit in een tweede 10 of onderste bak 14, die onder tussenplaatsing van een bekend sifonslot 15 is verbonden met een afvoer leiding 16. Bij voorkeur is aan de uitlaat van het sif onslot en op een punt dat niet zonder meer kan worden bereikt, een af valsnij-inrichting 17 aangebracht, waarmee eventueel verstoppen van de afvoerleiding kan worden voorkomen.

15 De vloer van de genoemde ruimte bestaat uit een rooster 20, dat tastorganen bestuurt, die reageren op het gewicht van een gebruiker en daardoor de werkcyclus van de inrichting in werking :stellen. Het rooster is aangebracht boven een verzameltrog 21, die via een hulpsif onslot 22 is verbonden met de genoemde afvoerleiding 16.

2Q De inrichting volgens de uitvinding omvat verder aan de binnen zijde daarvan mondstukken voor het afgeven van spoelwater aan de genoemde onderste bak 14, welke mondstukken met 30 zijn aangeduid en zijn ingericht voor het continu toevoeren van water aan de onderste bak. Verder zijn af— geefmondstukken 31 voor spoelwater aangebracht voor het spoelen van de on- ' 25 derste oppervlakken van de binnenwanden en van de bakken, welke mondstukken uitsteken in een verdieping, welke aan de omtrek van de binnenmantel is aangebraeht, zodat in de praktijk daar een watergordijn wordt gevormd dat de wanden bestrijkt evenals het oppervlak boven het concave platform 11 van de closetzitting 10, voor het toevoeren van het water aan de 30 eerste bak en vandaar aan de afvoerleiding.

Aan de binnenwand, ter plaatse van de zijkanten van de closetzitting 10, zijn grote handgrepen 40 aangebracht, die zijn voorzien van afgeefmondstukken voor een desinfecterende vloeistof, waarvan de stralen in hoofdzaak de steunvlakken bestrijken van de closetzitting, terwijl 35 uitlaten voor het afgeven van hete lucht zijn aangebracht voor het drogen van de genoemde steunvlakken.

De inrichting omvat verder in de genoemde ruimte 6 een automatische deuropener 39, die met een munt kan worden bediend, een automatische houder 41 voor papieren closetzittingbekledingen, welke houder is voorzien 40 van een sleuf 42, naar het inwendige van de ruimte, en een houder 43 voor 8302159 - 4 - toiletpapier, van het type dat automatisch papier af geeft en is voorzien van een afgeefsleuf 44.

In de ruimte tussen de mantels is een wasruimte 50 gevormd, voorzien van een houder 51 voor vloeibare zeep, een afzuiginrichting 52 5 voor bedorven lucht, die deze lucht naar buiten afzuigt, en een waterkraan 53, evenals een drooginrichting 54 werkend met hete lucht, welke inrichtingen alle toegankelijk zijn door een opening 55, aangebracht in de zijwand van de ruimte binnen de cabine. Boven de genoemde opening is bij voorkeur een spiegel 60 aangebracht.

10 Verder is op de vloer van de cabine een bedieningspedaal 70 aangebracht voor het besturen van de afgifte van water voor het wassen van de handen, een pedaal of drukknop 71 voor het openen van de deur en een waarschuwingsdrukknop 72.

Aan de buitenzijde van de eabine zijn aanwijsorganen aangebracht 15 die aangeven dat de cabine bezet resp. vrij is, evenals een facultatieve alarmaanwi j sinrichting.

Het gebruik en de werking van de zelfreinigende sanitaire inrichting volgens de uitvinding zijn zeer eenvoudig en:,automatisch. De gebruiker behoeft namelijk slechts een of meer munten in het mechanisme 20 voor automatisch openen van de deur te werpen, waardoor de deur automatisch opent en het aanwijsorgaan "bezet” aan de buitenzijde wordt ingeschakeld, evenals een lamp aan de binnenzijde, de luchtventilator wordt gestart en de verlichting van een eventueel aan de binnenzijde aangebracht paneel wordt ingeschakeld, dat de gebruiker er van in kennis stelt dat 25 de inrichting voor hem of haar beschikbaar is voor een vastgestelde tijdsduur.

Wanneer de gebruiker de inrichting binnengaat doet de op het rooster 20 uitgeoefende druk, welk rooster het vloeroppervlak van de inrichting vormt, de deur automatisch sluiten en een continue waterstroom 30 inschakelen door de mondstukken 30 in de onderste bak 14. Bovendien worden eveneens automatisch een papieren afdekzitting en een afgepaste hoeveelheid toiletpapier afgegeven, terwijl een tijdklok wordt ingeschakeld voor het aftellen van de tijdsduur gedurende welke de inrichting voor de gebruiker gereserveerd moet zijn.

35 De gebruiker kan, na te zijn opgestaan van de zitstand, het bedieningspedaal 70 op de vloer indrukken, waardoor water en zeep voor het wassen van de handen worden afgegeven, evenals een straal hete lucht voor het drogen van de handen.

Na het gebruik van de inrichting wordt de deur door indrukken van 40 de drukknop 71 automatisch geopend.

8302159 - 5 -

Wanneer de gebruiker naar buiten stapt bestuurt het rooster 20, dat wordt -ontlast van het gewicht van de gebruiker, achtereenvolgens de bediening van de volgende handelingen: het automatisch weer sluiten van de deur en het uitschakelen van het binnenlicht, bediening van drukwater-5 stralen, zowel door de mondstukken 30 als de mondstukken 31, waardoor de inrichting geheel wordt gespoeld, terwijl tegelijk de snij-inrichting die stroomafwaarts is gelegen van de afvoerleiding, in werking wordt gesteld cm verstopping van de leiding te voorkomen. Na voltooiing van deze stap worden de stralen desinfectiemiddel op de steunelementen 13 in 10 werking gesteld, waarbij de steunelementen bij voorkeur naar buiten worden gezwenkt voor het vergemakkelijken van de afvoer,, van eventueel overgebleven delen van de zittingbedekking naar de bovenste bak, welke delen dan worden fijngesneden.

Daarna wordt een volgende spoelstap uitgevoerd en worden de 15 afgeefuitlaten voor hete lucht in werking gesteld voor het drogen van de steunvlakken.

Na voltooiing van het spoelen kan een deodorant- of parfumeerstof in de cabine worden gespoten, zodat de inrichting geheel schoon en gereed voor een volgend gebruik kan worden achtergelaten.

20 Aan het einde van alle, zojuist beschreven handelingen, die ongeveer een aantal minuten vragen voor de uitvoering daarvan, wordt het aanwijsorgaan "vrij" aan de buitenzijde getoond en kan de inrichting opnieuw op de bovenbeschreven wijze worden gebruikt. In een noodgeval kan de gebruiker de nooddrukknop 72 bedienen, die behalve onmiddéllijk 25 het toegang gevende deurslot vrij te maken, een intermitterend noodsignaal aan de buitenzijde van de cabine in werking stelt.

Het noodsignaal aan de buitenzijde en het vrijmaëkorgaan voor de deur worden automatisch in werking gesteld wanneer de inrichting langer wordt gebruikt dan de toegestane tijd.

30 Het is uit het bovenstaande duidelijk dat de voor de uitvin ding gestelde doeleinden worden gebruikt en in het bijzonder dat de speciale uitvoeringsvorm van de inrichting, zoals beschreven, een grondige spoelwerking toelaat, waardoor alle oppervlakken worden schoongemaakt die mogelijk vuil worden, welke werking wordt begunstigd doordat 35 minder zogenaamde steunvlakken aanwezig zijn, welke namelijk in de praktijk alleen tot het zitoppervlak worden beperkt.

Verder gaat de afwezigheid van uitstekende elementen vandalistische handelingen tegen, daar geen enkele van de hulporganen toegankelijk is aan de binnenzijde van de cabine.

40 De weergegeven uitvoeringsvorm kan worden gewijzigd binnen het 8302159 - 6 - kader van de uitvinding.

Zo kan, zoals bijvoorbeeld weergegeven in fig. 7, de binnen-mantel 4 excentrisch zijn aangebracht ten opzichte van de buitenmantel 3, waardoor zij dichter bij elkaar liggen ter plaatse van de deur 2 en 5 een grotere ruimte overlaten op de plaats waar de verschillende bediening smechanismen zi.jn opgenomen.

Verder kan een bak 80 met een ongeveer afgeknotte kegelvorm worden gebruikt met een inwendige spoelcycloon, zoals deze op zichzelf bekend zijn.

10 Verder zijn organen aangebracht voor het afgeven van een des- infectievloeistof o.p de steunvlakken van de bak 80, wélke bak een plaat 81 heeft, die scharnierend is verbonden langs de onderrand van een opening 82, aangebracht in de mantel 4, welke opening wegneembaar kan worden afgesloten met een klep 83, welke scharnierend is verbonden met 15 de bovenrand van de opening.

De plaat 81 is verbonden met afgeeforganen voor desinfecterende vloeistof en met een ventilator 84 voor hete lucht en heeft een vorm, die in hoofdzaak overeenkomt met de bovenzijde van de steunvlakken van de bak 80. Wanneer de plaat 81 moet worden gebruikt wordt deze 20 automatisch gezwenkt naar de ruimte binnen de mantel 4, waarbij de klep 83 omhoog wordt bewogen en komt de plaat 81 te liggen boven de bak 80 zoals met gebroken lijnen in fig. 8 is weergegeven.

Doordat de plaat dicht bij de bovenvlakken van de bak 80 komt te liggen, kan doelmatig desinfecteren en drogen van de bovensteunvlakken 25 van de bak 80 in zeer korte tijd worden bereikt.

8302159

Claims (15)

1. Zelfreinigende sanitaire inrichting, gekenmerkt doordat deze bestaat uit een cabine, voorzien van een automatisch te openen deur en met een buitenmantel en een binnenmantel, waarvan de binnenwand een in hoofdzaak glad oppervlak heeft, welke mantels zijn gescheiden door 5 een tussenruimte, waarin inrichtingen voor het uitvoeren van de functies van de inrichting zijn opgenomen, terwijl binnen de ruimte, begrensd door de binnenmantel, zijn aangebracht een closetzitting, naar keuze be-dienbare afgeefmondstukken voor spoelwater voor het onderste deel van de wanden van de binnenmantel en de closetzitting, afgeefmondstukken 10 voor desinfectievloeistof, in hoofdzaak voor de steunvlakken van de closetzitting en afgeefuitlaten voor hete lucht voor het drogen van de steunvlakken.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de closetzitting aan de bovenzijde een concaaf oppervlak heeft, dat in een 15 middendeel daarvan overgaat in een eerste bak, die op zijn beurt overgaat in een onderste bak, welke via een sifonslot is verbonden met een af-voerleiding, terwijl naast de eerste bak steunelementen zijn aangebracht, welke naar buiten zwenkbaar zijn gemonteerd.

3. Inrichting volgens de voorgaande conclusies, met het kenmerk, 20 dat deze is voorzien van afgeefmondstukken voor spoelwater voor de onderste bak, aangebracht tussen de eerste bak en de onderste bak en ingericht voor het continu af geven van water.

4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afgeefmondstukken voor spoelwater, welke naar keuze bedien- 25 baar zijn, zijn aangebracht in een verdieping in de binnenwand voor het verschaffen van een watergordijn dat het genoemde onderste oppervlak en het oppervlak gelegen boven het concave vlak bestrijkt.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afgeefmondstukken voor desinfectievloeistof en de uitla- 30 ten voor hete lucht zijn opgenomen in grote handgrepen, aangebracht aan de binnenwand, aan de zijde van de closetzitting.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een snij-inrichting, gelegen stroomafwaarts van het sifonslot in de afvoerleiding.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien van een rooster, dat het vloeroppervlak vormt van de binnenruimte van de cabine en is ingericht voor bediening 8302 1 59 - 8- Y 4 w van op gewicht werkende tastorganen voor het in werking stellen van de functies van de inrichting.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het rooster is gelegen boven een verzameltank die is ver- 5 bonden met de afvoerleiding.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat deze is voorzien/in de ruimte tussen de-beide mantels,van een automatische deuropener van het door munten bedienbare type, een automatische opslaghouder voor papieren closetafdekkingen en een opslag- 10 houder voor toiletpapier, ingericht voor het afgeven in de binnenruimte van de cabine van afgepaste hoeveelheden toiletpapier en van een papieren closetafdekking.

10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting in de ruimte tussen de mantels een wasruimte 15 heeft, voorzien van een voorraadhouder voor vloeibare zeep, een waterkraan voor het wassen van de handen, een met hete lucht werkende droger en een luchtventilator, welke wasruimte bereikbaar is door een opening in de binnenwand.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 20 kenmerk, dat de inrichting in het inwendige daarvan een met de voet bestuurbare drukknop heeft voor het afgeven van waswater voor de handen en een drukknop voor het openen van de deur, terwijl ook een drukknop is aangebracht voor een waarschuwings- of noodsignaal.

12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 25 kenmerk, dat aan de buitenzijde van de inrichting aanwijsorganen voor "vrij "en"bezet"/l evenals een waars chuwings signaal zijn aangebracht.

13. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenmantel en de binnenmantel excentrisch ten opzichte van elkaar zijn aangebracht, waarbij de kleinste onderlinge afstand zich 30 bevindt ter plaatse van de deur.

14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat afgeeforganen voor desinfectievloeistof en voor hete lucht zijn aangebracht in een plaat, opgenomen in de ruimte tussen de beide mantels en scharnierend verbonden met de onderrand van een opening in 35 de binnenmantel, welke opening wegneembaar afsluitbaar is met een klep die scharnierend is verbonden met de bovenrand van de opening, waarbij de plaat zwenkbaar is tot boven een bak van in hoofdzaak conische vorm.

15. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaat een vorm heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de 40 bovenste steunvlakken van de bak. 8302159