NL192533C - Sanitair samenstel. - Google Patents

Sanitair samenstel. Download PDF

Info

Publication number
NL192533C
NL192533C NL8004624A NL8004624A NL192533C NL 192533 C NL192533 C NL 192533C NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A NL 8004624 A NL8004624 A NL 8004624A NL 192533 C NL192533 C NL 192533C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
door
cleaning
detector
relay
toilet bowl
Prior art date
Application number
NL8004624A
Other languages
English (en)
Other versions
NL192533B (nl
NL8004624A (nl
Original Assignee
Decaux Jean Claude
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Decaux Jean Claude filed Critical Decaux Jean Claude
Publication of NL8004624A publication Critical patent/NL8004624A/nl
Publication of NL192533B publication Critical patent/NL192533B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL192533C publication Critical patent/NL192533C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D5/00Special constructions of flushing devices, e.g. closed flushing system
    • E03D5/10Special constructions of flushing devices, e.g. closed flushing system operated electrically, e.g. by a photo-cell; also combined with devices for opening or closing shutters in the bowl outlet and/or with devices for raising/or lowering seat and cover and/or for swiveling the bowl
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E03WATER SUPPLY; SEWERAGE
    • E03DWATER-CLOSETS OR URINALS WITH FLUSHING DEVICES; FLUSHING VALVES THEREFOR
    • E03D11/00Other component parts of water-closets, e.g. noise-reducing means in the flushing system, flushing pipes mounted in the bowl, seals for the bowl outlet, devices preventing overflow of the bowl contents; devices forming a water seal in the bowl after flushing, devices eliminating obstructions in the bowl outlet or preventing backflow of water and excrements from the waterpipe
    • E03D11/12Swivel-mounted bowls, e.g. for use in restricted spaces slidably or movably mounted bowls; combinations with flushing and disinfecting devices actuated by the swiveling or sliding movement of the bowl
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S4/00Baths, closets, sinks, and spittoons
    • Y10S4/02Disappearing bowl

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Hydrology & Water Resources (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Water Supply & Treatment (AREA)
  • Aviation & Aerospace Engineering (AREA)
  • Sanitary Device For Flush Toilet (AREA)
  • Bidet-Like Cleaning Device And Other Flush Toilet Accessories (AREA)
  • Vehicle Waterproofing, Decoration, And Sanitation Devices (AREA)
  • Toilet Supplies (AREA)

Description

1 192533
Sanitair samenstel
De uitvinding heeft betrekking op een sanitair samenstel dat toegankelijk is via een deur en is voorzien van een met een afvoerpijp verbonden toiletpot en van een rugelement, die met behulp van een bewegings-5 mechanisme beweegbaar zijn opgesteld tussen een gebruiksstand en een reinigingsstand, en van reinigingsgereedschappen, die in de reinigingsstand van de toiletpot door bedieningsmiddelen in werking te stellen zijn, waarbij zowel het bewegingsmechanisme als de bedieningsmiddelen door een programmeer-orgaan kunnen worden bestuurd, welk programmeerorgaan volgens een besturingsprogramma, dat na een automatische start bij het verlaten van het sanitaire samenstel na gebruik van het sanitaire samenstel door 10 een gebruiker en met inachtname van een pauze, gevoed door via het programmeerorgaan ontvangen signalen, de besturingscommando’s voor het gedurende een voorafbepaalde tijd doen werken aan het bedieningsmechanisme en de reinigingsgereedschappen kan afgeven en voorts aan de hand van via het programmeerorgaan ontvangen signalen van de afloop van de opvolgende reinigings- en bedienings-werkingen een reinigingskringloop kan beheersen.
15 Een dergelijk sanitair samenstel is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7811603. Bij dit bekende samenstel worden als programmeermiddelen op een gemeenschappelijke as aangebrachte nokkenschijven ........... aangebracht, die samenwerken met schakelaars, via welke het bedieningsmechanisme en de reinigingsgereedschappen in werking kunnen worden gesteld.
In de praktijk is gebleken, dat deze uitvoering mede door zijn gecompliceerdheid kwetsbaar is en dan 20 ook aanleiding geeft tot storingen.
Met de uitvinding wordt beoogd een sanitair samenstel van bovengenoemde soort te veikrijgen, dat gebruikersvriendelijk is, voor de gebruiker goed beveiligd is en weinig onderhoud eist.
Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat het sanitaire samenstel is voorzien van een detector voor het waarnemen van de gebruiksstand van de toiletpot, van een detector voor het waarnemen van de 25 reinigingsstand van de toiletpot, van een detector voor het waarnemen van de gebruiksstand van het rugelement, van een detector voor het waarnemen van de stand voor het reinigen van het rugelement, van detectie-orgaan voor het waarnemen van het vertrek van de gebruiker door sluiten van de deur en van detectie-organen voor het waarnemen van de stand en de werking van de reinigingsgereedschappen, waarbij het programmeerorgaan op een bepaald tijdstip na het vertrek van de gebruiker uit het sanitaire 30 samenstel en afhankelijk van de de werking van de bewegingsmiddelen en reinigingsgereedschappen waarnemende middelen via geheugens en relais in werking wordt gesteld.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een betrouwbare uitvoering van het bewegingsmechanisme en de reinigingsgereedschappen bewakende en regelende middelen worden verkregen, waarbij de verschillende onderdelen in gewenste volgorde kunnen worden verplaatst en/of in 35 werking worden gesteld, zonder dat men hierbij een risico loopt voor de gebruiker van de sanitaire eenheid.
Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooi 3.121.880 een toilet bekend is, waarbij de spoel-inrichting voor het toilet in werking wordt gesteld enige tijd nadat een het toilet gebruikend persoon zijn gewicht heeft afgenomen van de wc-bril respectievelijk een bij het toilet opgestelde voetplaat. Tijdens het in werking treden van het spoelmechanisme kan de desbetreffende persoon zich nog in de toiletruimte 40 bevinden.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een deel van een bovenaanzicht op een sanitair samenstel volgens de uitvinding.
45 Figuur 2 toont schematisch regelorganen en middelen voor het in weiking stellen van de reinigings-organen.
Figuren 3A, 3B en 3C tonen een schema van de programmeer- en detecteerorganen van de sanitaire eenheid.
Figuren 4A en 4B tonen een grafiek van de volgorde van de werking van de programmee rmiddelen in 50 verloop van de tijd.
Figuur 5 toont schematisch een doorsnede over een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 6 toont schematisch een bovenaanzicht op figuur 5.
55 De uitdrukking ’’sanitair samenstel” omvat iedere installatie voorzien van althans een toiletpot, welke bijvoorbeeld van het zittingtype of van het hurktype kan zijn.
Het in de figuren 1 en 2 weergegeven sanitaire samenstel omvat een toiletpot 1 en een onafhankelijk 192533 2 mgelement 2, waarbij de weergegeven toiletpot van het zogenaamde zittingloze type of hurtctype is. De toiletpot 1 wordt ondersteund door een gestel 3. Bovengenoemde onderdelen zijn opgesteld in een cabine gevormd door scheidingswanden 5 en aan de voorzijde voorzien van een deur 6. De deur 6 is voorzien van grendelinrichting 7, welke in werking te stellen is met behulp van een geldautomaat 8 MO. Het achterste 5 deel van de cabine is verder toegankelijk via een deur 9, welke is aangebracht om onderhoud mogelijk te maken van het reinigingsgedeelte, dat nabij de achterzijde van de sanitaire eenheid is opgesteld.
De toiletpot 1 is beweegbaar tussen een in figuur 2 met getrokken lijnen weergegeven gebiuiksstand en een in figuur 2 met stippellijnen weergegeven reinigingsstand hetzij door een naar achteren draaien van de toiletpot, zoals weergegeven met pijl F2 in figuur 2 of door een terugtrekken van de toiletpot, bijvoorbeeld 10 naar beneden of zijdelings indien de reinigingsorganen nabij de zijkant van de cabine zijn opgesteld.
Het rugelement 2 is eveneens vanuit een in figuur 2 in getrokken lijnen weergegeven gebruiksstand door verzwenken in de richting volgens pijl F1 in een in figuur 2 met stippellijnen weergegeven reinigingsstand te brengen. De reinigingsgereedschappen omvatten een draaibare borstel 10, welke eveneens beweegbaar is tussen een gebruiksstand (figuur 2), waarin de reiniging wordt uitgevoerd en een geheven stand.
15 Zoals gedetailleerd in de aanvrage 7811603 is beschreven is deze borstel draaibaar om een horizontale as ondersteund door twee armen, die over een hoek verdraaibaar zijn in overeenstemming met de twee standen van de borstel. .....................................................................
De borstel is in draaiing te brengen met behulp van een omkeerbare motor-vertragingseenheid 11, zodat de borstel periodiek in de ene richting en dan in de andeie richting kan draaien. De borstel is opgesteld in 20 een cirkelvormige trommel, welke althans nabij zijn bovenste gedeelte open is, terwijl het basisgedeelte van de trommel is verbonden met een afvoerstomp 12, die aansluit op een stankafsluiter 13.
Zoals verder uit figuur 2 blijkt is op de stankafsluiter een leiding 14 aangesloten, via welke water onder druk kan worden toegevoerd ten einde de stankafsluiter door te kunnen spoelen.
Voor het verzwenken van de toiletpot 1 en het rugelement 2 zijn verstelcilinders 15 en 16 aangebracht. 25 In de reinigingsstand ligt de toiletpot 1 tegenover de draaiende borstel 10 en sluit het rugelement 2 het bovenste deel van de de borstel gedeeltelijk omgevende trommel af ten einde een wegwerpen van aan de borstel toegevoerd water tegen te gaan. Een mechanisme 17 voor toevoer van water aan de borstel 10 is uitgerust met een zich over de lengte van de borstel uitstrekkende leiding met radiale perforaties, via welke de borstel kan worden besproeid.
30 Het sanitaire samenstel omvat verder een programmeerorgaan met behulp waarvan de beweging van de bewegende delen van het sanitaire samenstel en de verschillende veiligheids- en vergrendelopstellingen van het samenstel volgens een besturingsprogramma worden bestuurd.
Zoals weergegeven in figuren 3A-3C omvat het programmeerorgaan een aantal detectors (in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 11 detectors) en eveneens een aantal geheugenmiddelen (in het 35 onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 10 geheugenmiddelen), welke dienen voor het bewerkstelligen van een juiste besturing van de verschillende onderdelen van het sanitaire samenstel.
Figuren 1 en 2 tonen schematisch de ligging van de detectors namelijk:
Detector D1 neemt rugdeel 2 waar in de reinigingsstand,
Detector D2 neemt rugdeel 2 in de gebruiksstand waar, 40 Detector D3 neemt de toiletpot 1 in de reinigingsstand waar,
Detector D4 neemt de toiletpot 1 in de gebruiksstand waar,
Detector Ds neemt de toevoer van water via mechanisme 17 waar,
Detector D6 neemt de stroming van water in de stankafsluiter 13 waar,
Detector D7 neemt de draaiing van de borstel 10 waar, 45 Detector D8 neemt eventuele verstopping van de stankafsluiter 13 waar,
Detector D9 neemt de beweging van de deur 9 van het voor het publiek toegankelijke deel waar,
Detector D10 neemt de beweging van de deur 9 van het voor ondeihoudspersoneel toegankelijke deel waar,
Detector Dn1 neemt de aanwezigheid van een persoon in het voor publiek toegankelijke deel van het 50 sanitaire samenstel waar.
Een schematische weergave van de detectors D-,-0.,., is weergegeven in de figuren 3A-3C. Sommige van de detectors zijn via hulprelais verbonden met geheugenorganen M1-M10 (figuur 3C). Zo is bijvooibeeld de detector D1 aangesloten in het circuit van een relais RDF1 waardoor geheugenorgaan Me wordt bekrachtigd. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld zijn de geheugenorganen Μ,-Μ10 elektromagnetische 55 relais, welke door middel van hun desbetreffende contacten, die van dezelfde verwijzingscijfers zijn voorzien de beoogde werking op gang brengen. Het geheugenorgaan M6 veroorzaakt bijvoorbeeld indien het wordt bekrachtigd door een eerste van zijn contacten Me de bekrachtiging van een elektrische klep EV2> welke de 3 192533 verstelcilinder 15 in werking stelt voor het verzwenken van de toiletpot 1.
Via een tweede van de schakelaars M6 stelt het geheugenorgaan M6 de elektrische klep EV3 in weiking om de toevoer van water via het systeem 17 te bewerkstelligen.
Het zal duidelijk zijn, dat zo ieder geheugenorgaan, indien bekrachtigd door een bepaalde detector de 5 automatische werking waarvoor dit geheugenorgaan is aangebracht, voortbrengt. De bekrachtiging van een geheugenorgaan valt weg zodra de desbetreffende detector niet langer het verschijnsel, dat oorspronkelijk de reactie van de detector heeft veroorzaakt, waarneemt.
Thans zal meer gedetailleerd het in de figuren 3A en 3B afgebeelde relaiscircuit worden beschreven en de werking van het samenstel zal worden nagegaan met behulp van het in figuur 4 weergegeven tijd· 10 schema.
Het circuit wordt met stroom gevoed via toevoerieidingen LA en LB (figuur 3C) waartussen bijvoorbeeld een gelijkstnoomspanning van 24 volt wordt aangebracht.
Beginnende aan de linkerzijde van de figuur 3A zijn de volgende middelen toegepast:
Relais RDF,, dat bekrachtigd is indien het rugelement 2 in de reinigingsstand is en dat in serie is 15 geplaatst met de detector Dt.
Relais RDF2, dat bekrachtigd is via de detector D2 indien het rugelement zich in de gebruiksstand bevindt.
Relais RDF3, dat bekrachtigd is via de detector D3 indien de toiletpot 1 zich in de reinigingsstand bevindt.
Relais RDF4, dat bekrachtigd is via de detector D4 indien de toiletpot 1 in zijn gebruiksstand is.
20 Relais RDT 71 en RDT 72; deze relais worden bekrachtigd door de sluiting van het contact van de detector D7, welke wordt gesloten door het waarnemen van de draaiing van de motor 11 van de borstel 17.
Relais RDF8 en RD09, die respectievelijk bekrachtigd zijn in de gesloten stand en de open stand van de deur 6 via de detector D9 (respectievelijk werkcontact en rustcontact).
Relais RRT: dit relais is in serie aangebracht met een aantal contacten respectievelijk samenhangend 25 met de detector D7 (rustcontact), met een relais CRB, welke de neerwaartse verdraaiing van de borstel regelt en met een relais CRH, welke de opwaartse draaiing van de borstel regelt; het relais omvat een zelfbekrachtigend tijdcontact.
Relais RTTV: dit relais is in serie verbonden met een aantal contacten. Het is aangebracht voor het tot stand brengen van een vertraging van de teinigingshandelingen nadat een persoon het sanitaire samenstel 30 heeft verlaten met het oog op de veiligheid. Het relais RTTV is in serie verbonden met een contact van de aanwezigheidsdetector D11t een gesloten deunelaiscontact RDF en een contact van een inrichting, welke de aanwezigheid in het samenstel opslaat, in het bijzonder gevormd door twee wikkelingen RMP (figuur 3B).
Relais RCM, dat bekrachtigd wordt hetzij door een contact MON of door een contact DC behorende bij de start van de kringloop, waarbij het contact MON is verbonden met de geldautomaat MO zodra een 35 muntstuk, vereist voor het gebruikmaken van de sanitaire eenheid, in deze geldautomaat wordt ingestoken.
Elektrische klep EV8: deze opent de deur 6 en wordt bekrachtigd door de sluiting van twee contacten in serie, een contact Ms van het corresponderende geheugenorgaan en een contact van het relais RCM van de geldautomaat. De klep kan voor het openen van de deur ook in werking worden gesteld door een knop B3.
40 Elektromagneet EV9: deze waarborgt de bekrachtiging van de geldautomaat MO indien een muntstuk daarin wordt ingestoken. De klep wordt bekrachtigd door het in serie aanbrengen van een rustcontact van het relais RCM, een werkcontact van het geheugenorgaan M2 en ook door het werkcontact van de detector
Dio-
Relais CEC, dat bekrachtigd wordt indien het geheugenorgaan M2 niet langer is bekrachtigd (contact M2). 45 Het relais dient voor het in werking stellen van een ventilatie-inrichting.
Relais CE, dat bekrachtigd wordt via de contacten M3 of M4 van de corresponderende geheugenorganen. Het relais regelt de verlichting en de verwarming van de installatie.
Elektrische klep EV10, die de werking regelt van het wasfonteintje van het sanitaire samenstel en wordt bekrachtigd door de contacten M3 of M4 indien het relais RMP (figuur 3B) is bekrachtigd (contact RMP).
50 Uit het figuur 3B weergegeven deel van het schema blijkt, dat de voedingsleiding LA is verbonden met een eerste hulpvoedingsleiding LA-1 via een met de hand in werking te stellen knop B2 en met een tweede hulpvoedingsleiding LA-2 via een contact van de detector D8, welke het verstopt raken van de stankafsluiter waarneemt en een relaiscontact RDF9. Dit circuit is een veiligheidsmaatregel waardoor de stroomtoevoer naar de relais en de elektrische kleppen in de leiding LA-2 wordt onderbroken indien de stankafsluiter 13 is 55 verstopt en indien de deur 6 niet is gesloten.
Verder zijn beginnende aan de linkerzijde van figuur 3B de volgende relais en elektrische kleppen toegepast: 192533 4
Elektrische klep EV,, die is bekrachtigd indien de geheugenorganen Ms zijn bekrachtigd of indien met het oog op onderhoud een knop B4 wordt bediend. De bekrachtiging brengt het rugelement 2 in de reinigings-stand.
Elektrische klep EV2, die bekrachtigd is indien de geheugenorganen M6 zijn bekrachtigd en het relais 5 RDF1 (figuur 3A) is bekrachtigd. Het kan ook met de hand worden bekrachtigd met behulp van een knop B5.
Relais CRB: deze is in serie verbonden met de contacten RDF3, RRT, CR, D6 en CRM. Deze contacten kunnen omgaan door de met de hand te bedienen knop B6. Het contact CR is parallel aangesloten met twee andere contacten CRB en CRH en de contacten De en M9 zijn parallel verbonden met de contacten D5 en M7. Het relais CRB bepaalt de neerwaartse beweging van de reinigingsborstel 10 en voor dit doel stelt 10 het een omkeerschakelaar CIM van bekend type voor de motor 11 in werking, welke motor door het relais CR met stroom wordt gevoed.
Relais CRH: samenhangend met het relais CRB is dit relais CRH aangepast voor het bepalen van de opwaartse draaibeweging van de motor 11 door de omkeerschakelaar CIM. Het relais CRH wordt bekrachtigd door een contact M8 (relais bij de aansluiting tussen de contacten D5 en M7) en een contact CRB. Het 15 kan ook met de hand in werking worden gesteld door de knop B7 en stelt bovendien een pomp PDI voor een desinfecterend middel in werking.
ElektrischeklepEV3:dezekanselectief worden bekrachtigd door de contacten Me, M7 of M8 en ook door een met de hand in werking te stellen knop B8. De klep waarborgt de toevoer van waswater aan het systeem 17.
20 Elektrische klep EV4, die selectief bekrachtigd wordt door de contacten Mö, M10 of M1 en de toevoer waarborgt van spoelwater naar de stankafsluiter 13. Een knop B9 is aangebracht voor het met de hand in werking stellen van deze elektrische klep EV4.
Elektrische klep EV5, die bekrachtigd wordt door het contact M10 en, indien gewenst met de hand door een knop B10. De klep bewerkstelligt de terugkeer van de toiletpot 1 naar zijn gebruiksstand.
25 Elektrische klep EVe, die bekrachtigd wordt door het contact M1 en RDF4 en, indien gewenst, door een knop B1V De klep veroorzaakt een terugkeer van het rugelement 2 naar zijn gebruiksstand.
Elektromagnetische klep EV, die op soortgelijke wijze wordt bekrachtigd als de elektrische klep EV6 voor het terugstellen van de geldautomaat MO.
Relais RMP: deze door spoelen gevormde relais vormen een geheugen voor de aanwezigheid van een 30 persoon in het voor het publiek toegankelijke deel van het sanitaire samenstel. De inwerkingstelwinding RMP, wordt bekrachtigd door de contacten RDFe en de bekrachtiging wordt weggenomen via een contact van de detector D,,. De vrijmaakwinding RMP2 wordt bekrachtigd door het contact RDOe.
Relais CR, dat bekrachtigd wordt door de contacten van de relais CRB of CRH en in serie verbonden is met een thermische veiligheidsschakelaar TLCR. Dit relais bewerkstelligt, dat de motor 11 van de borstel 10 35 met stroom wordt gevoed.
Het zal duidelijk zijn, dat het met de hand in werking stellen van de verschillende in figuur 3B weergegeven organen wordt verkregen via de voedingsleiding LA-1, welke slechts onder spanning staat, indien de hoofdknop B2 is ingedrukt.
Figuur 3C toont de tien geheugenorganen Μ,-,ο. welke in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld worden 40 gevormd door relais. Zij worden gevoed met stroom via de leidingen LA en LB en kunnen respectievelijk worden bekrachtigd door de volgende contacten: M, - RDF4, M2 - RDF2 en RCM (gesloten), M3 - RCM, M4 - RDOe, Ms - RTTV, M6 - RDF„ M7 - RDF3, Me - RDT, Mj, - RDT en CRH, M10 - RDT en GRB. Verder kunnen de geheugenorganen met de hand in werking worden gesteld door een knop Bg via de veiligheids-contacten RDF9 en RDF2.
45 De werkingskringloop van het sanitaire samenstel is als volgt (figuur 4):
Fase 1 (zie rechterzijde van figuur 4).
Deze fase treedt op bij het einde van de reiniging ten einde het sanitaire samenstel terug te bewegen in de voor gebruik gereed zijnde stand.
Fase 1 wordt op gang gebracht indien de detector D4 de terugkeer waarneemt van de toiletpot 1 in de 50 gebruiksstand. Het relais RDF4 en het geheugenorgaan M, worden bekrachtigd.
Dit bewerkstelligt: a) de werking van de elektrische klep EV4, welke bekrachtigd blijft, waaibij de werking is afgenomen van het geheugenorgaan M10; b) de plaatsing van het rugelement in de gebruiksstand met behulp van de elektrische klep EV6; 55 c) het terugstellen van de geldautomaat MO (welke daarboven ’’vacant” vertoont) door de contacten M, en RDF4.
Fase 2.
5 192533
Fase 2 wordt op gang gebracht door de bekrachtiging van het geheugenorgaan M1t dat op zijn beurt wordt bekrachtigd via de contacten RDF2 en RCM en de detector D2. Het in geheugen opnemen door het orgaan M2 kan slechts plaatsvinden indien het rugelement 2 in zijn gebruiksstand is.
Dit bewerkstelligt: 5 a) de werking van de elektromagneet EV9 waardoor het mogelijk wordt een munt in de geldautomaat M in te steken. Deze werking wordt ook op gang gebracht door een contact RCM (rustcontact); b) het stopzetten van de ventilatie van de installatie via een contact M2 van het desbetreffende geheugenorgaan.
Fase 3 10 Zodra een gebruiker een munt in de geldautomaat insteekt wordt het geheugenorgaan M3 bekrachtigd voor het opslaan van het hierdoor opgewekte signaal.
Dit resulteert in de bekrachtiging: a) van de elektrische kiep EV8, welke de deur 6 voor de gebruiker ontsluit; b) van het relais CEC voor het aandraaien van de verwarming en de verlichting van het sanitaire 15 samenstel.
Fase 4.
De detector D9 neemt de opening van de deur 6 waar en via het relais RDOe wordt het geheugenorgaan M4 bekrachtigd. Dientengevolge wordt het volgende bewerkstelligt: a) de verlichting en de verwarming van de installatie in werking gesteld (hervatting van de werking van 20 fase 3); b) door middel van de detector D^, die de aanwezigheid van een persoon in het samenstel waarneemt, vindt bekrachtiging van de elektrische klep EV10 voor het wasfonteintje plaats (relais RDFe en RDOe).
Gedurende fase 4 is de sanitaire eenheid in gebruik. De detector D9 neemt de opening en dan het sluiten van de deur 6 waar. Indien de deur is gesloten wordt het relais RDF9 bekrachtigd en de spoel RMPn 25 in werking gesteld en na een zekere tijd de spoel RMP2, welke een veiligheidsvertraging vormt, welke waarborgt dat een persoon niet langer in het sanitaire samenstel aanwezig is. Bovendien waarborgt de aanwezigheidsdetector Dni met een contact van het relais RDF9 de bekrachtiging van de spoel RMPV
Indien de detector Dni heeft waargenomen, dat er niemand meer in het sanitaire samenstel aanwezig is, wordt, daar het relais RDF9 is bekrachtigd en het contact RMP is gesloten, het relais TTV bekrachtigd 30 waardoor fase 5 in werking gaat treden.
Fase 5.
Bij bekrachtiging van het relais RTTV wordt het geheugenorgaan Ms bekrachtigd en dit bewerkstelligt: -de plaatsing van het rugelement 2 in de reinigingsstand via klep EV·,;
Indien de reinigingsstand van rugelement 2 is bereikt wordt dit gesignaleerd door de detector D1 en wordt 35 het relais RDF1 bekrachtigd waardoor fase 6 in werking treedt.
Fase 6.
Het relais RDF stelt het geheugenorgaan Me in werking, hetgeen bewerkstelligt: a) de plaatsing van de toiletpot 1 in de reinigingsstand met behulp van de elektrische klep EV2; b) de bekrachtiging van de elektrische klep EV3 van het wassysteem 17.
40 Indien de toiletpot 1 de reinigingsstand heeft bereikt bekrachtigt de detector D3 het relais RDF3, waardoor fase 7 in werking treedt.
Fase 7.
Het relais RDF3 bekrachtigt het geheugenorgaan M7, hetgeen bewerkstelligt: a) de neerwaartse beweging van de borstel 10 via het relais CRB door de contacten RDF3, RRT, CR, Ds, 45 M7 en CRH; b) de voortzetting van de bekrachtiging van de elektrische klep EV3 van het waswater.
Indien het relais CRB is bekrachtigd bekrachtigt zijn contact CRB het relais CR dat stroom toevoert aan de motor. Zodra de draaiing van de motor wordt waargenomen stelt de detector D7 de relais RDT71 en RDT72 in werking. Het relais RDT71 brengt na een zekere vertraging fase 8 op gang.
50 Fase 8.
Een contact RDT72 stelt het geheugenorgaan M8 in werking, hetgeen bewerkstelligt: a) de opwaartse beweging van de borstel door de bekrachtiging van het relais CRH (contacten RDF, RRT, CRB, Ds, M8 en CRB). Het relais CR wordt eveneens bekrachtigd ten einde stroom toe te voeren aan de motor 11, 55 b) de bekrachtiging van de elektrische klep EV3, welke wordt doorgezet voor toevoer van waswater.
De draaiing van de motor 11 wordt weer waargenomen door de detector D7 en nadat er een zekere tijd is verlopen, hetgeen wordt bewerkstelligd door het relais RDT71, wordt het geheugenorgaan M9 in werking 192533 6 gesteld, waardoor fase 9 in werking treedt.
Fase 9.
Indien het geheugenorgaan M8 wordt bekrachtigd bewerkstelligt dit: a) de neerwaartse beweging van de borstel 10 via het relais CRB en de draaiing van de motor via het 5 relais CR; b) de bekrachtiging van de elektrische klep EV4 voor het toevoeren van water aan de stankafsluiter 13.
Tijdens deze fase is het het relais RDT72, dat ingrijpt voor het op gang brengen van fase 10.
Fase 10.
Het relais RDT72 bekrachtigt na een tijdvertraging het geheugenorgaan M10, hetgeen bewerkstelligt: 10 a) de plaatsing van de toiletpot 1 in zijn gebruiksstand via de elektrische klep EVS; b) de handhaving van de werking van de elektrische klep EV4 van de stankafsluiter 13. Indien de toiletpot in zijn gebruiksstand is geplaatst bekrachtigt de detector D4 het relais RDF4, hetgeen het geheugenorgaan weer bekrachtigt en dit brengt het sanitaire samenstel in de situatie van fase 1.
Opgemerkt wordt, dat sommige functies continu (nacht en dag) kunnen worden bewerkstelligd, zoals 15 bijvoorbeeld de verwarming op een lage temperatuur (bijvoorbeeld 8°C), de afvoer van slechte lucht, enz.
Wat betreft de werking van de borstel wordt bij voorkeur de volgende veiligheidsinrichting aangebracht.
Het relais RRT wordt bekrachtigd hetzij door het relais CRB of door het relais CRH en indien de motor 11 niet werkzaam is (contact van detector D7) brengt dit een tijdvertraging op gang in het relais RRT ten einde in het circuit van het relais CRB en CRH de motor 11 zelf en de elektrische kleppen EV3 en EV4 aan 20 het einde van een periode van 100 tot 150 sec. af te sluiten. Met andere woorden deze veiligheidsmaatregel werkt indien binnen deze periode de detector D7 de verplaatsing van de borstel 10 niet heeft waargenomen.
Verder kan, tengevolge van een tijdcontact CR in het circuit van de relais CRB en CRH dit circuit slechts worden gesloten indien de borstel gedurende een bepaalde tijdsperiode, welke bijvoorbeeld 3 sec. kan bedragen, is gestopt. Bovendien kan de borstel slechts draaien: 25 1) indien het waswater stroomt gedurende de fasen 7 en 8 (detector Ds) of indien het water in de stankafsluiter 13 stroomt gedurende de fase 9 (detector D6); 2) indien, met het relais CRB of CRH bekrachtigd, geen verplaatsing wordt waargenomen door de snelheidsdetector D7. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren indien een riem tussen de motor en de borstel is gebroken of indien de thermische circuitonderbreker van de motor in werking treedt (TLCR).
30 In het geval van een onklaar raken worden dientengevolge de motor 11 en de toevoer van het waswater stilgezet.
Zoals reeds beschreven zal het duidelijk zijn, dat iedere handeling met de hand kan worden geregeld door middel van de knoppen Β,-Β^.
Alle handelingen kunnen, indien gewenst, door indicators worden gesignaleerd.
35 De figuren 5 en 6 tonen een ander uitvoeringsvoorbeeld van een sanitair samenstel volgens de uitvinding.
Het samenstel omvat een cabine 50 welke in bovenaanzicht gezien althans een in hoofdzaak rechthoekige vorm heeft, terwijl de korte zijkanten 51 en 52 zijn afgerond. De cabine is bij voorkeur aangebracht op een betonnen basis 53, waarvan het bovenvlak, dat de bodem 54 van de cabine vormt hellend verloopt ten 40 einde de stroming van water naar een stankafsluiter 55 te vergemakkelijken.
De cabine 50 is verdeeld in twee compartimenten, namelijk een compartiment 56 voor de gebruiker en een tot het technische deel van de installatie behorend compartiment 57, waarbij beide compartimenten door een scheidingswand 58 van elkaar zijn gescheiden.
De mechanismes en regelorganen voor het reinigen van de toiletpot 1 en het rugeloment 2 zijn gelijk aan 45 die reeds beschreven aan de hand van de figuren 1-4, waarbij het duidelijk zal zijn, dat in het hier weergegeven uitvoeringsvooibeeld de toiletpot is voorzien van een WC-bril. Verder kunnen de volgende verschillen en/of aanvullingen worden vermeld.
De versteldlinder 15 voor het verzwenken van de toiletpot 1 is verder gekoppeld met een rooster of soortgelijk vloerelement 59, dat zich voor de toiletpot 1 uitstrekt en in de richting volgens pijl F2 omhoog 50 beweegt indien de versteldlinder 15 in werking wordt gesteld. Onder dit rooster is een sproeisysteem 60 aangebracht, dat aangepast is om de bodem 54 van de basis 53 schoon te sproeien indien de hierboven beschreven reinigingshandeling plaatsvindt. Het rooster 59 kan zijn verbonden met een niet nader weergegeven detector, welke in werking wordt gesteld door het gewicht van een persoon indien de persoon de cabine binnentreedt, waarop deze detector dan als een de aanwezigheid van een persoon vaststellende 55 detector werkt, zoals hierboven is omschreven.
Verder zijn in het compartiment 57 aan weerszijden van de toiletpot 1 handgrepen 61 aangebracht, die bij voorkeur eveneens watersproeisystemen vormen, welke het desbetreffende compartiment tijdens de

Claims (2)

  1. 7 192533 reinigingsprocedure besproeien. Dientengevolge kan het gehele compartiment 57 gelijktijdig met de toiletpot 1 en het rugelement 2 worden gereinigd, doordat het waswater wordt versptoeid door de zojuist beschreven systemen 60 en 61. Ten einde het drogen te kunnen bewerkstelligen kunnen middelen voor het toevoeren van hete lucht zijn 5 aangebracht, welke lucht uit het technische gedeelte van de installatie komt en onder de scheidingswand doorbeweegt. Een fonteintje 62 kan zijn aangebracht in het bovenste deel van het rugelement 2. Verder is de toiletpot 1 voorzien van twee verwarmingselementen 63, die aan weerszijden daarvan zijn opgesteld.
  2. 10 Op dezelfde wijze als het aan de hand van de figuren 1-4 beschreven samenstel omvat het samenstel volgens de figuren 5 en 6 een afvoerventilator 63, een beluchtingsventilator 64 met een verwarmingselement 65, vensters 66 en een lamp 67. Het technische gedeelte 56 is afgesloten door een deur 68 en het voor de gebruiker bestemde gedeelte 67 is afsluitbaar met behulp van een deur 69, welke met behulp van een symbolisch met een veer in figuur 15 6 aangeduid terugstelmechanisme 70 naar zijn gesloten stand wordt gedrongen. De deur is verder voorzien van een schematisch aangegeven openings- en sluitverstelcilinder 71 en een binnenhandgreep 72. De verstelcilinder wordt in werking gesteld volgens op het insteken van een munt in de geldautomaat (hierboven beschreven fase 3) waarna de deur een weinig wordt geopend en vrijgegeven ten einde dan volledig door de gebruiker te worden geopend tegen de werking van het terugstelmechanisme 20 70 in. Zodoende zal de deur automatisch achter de persoon sluiten. Op soortgelijke wijze stelt voor het verlaten van de sanitaire eenheid de persoon de handgreep 72 in werking, welke de verstelcilinder 71 weer in werking stelt voor het vrijgeven van de deur, waarna de persoon de eenheid kan verlaten en de deur weer zal sluiten onder de inwerking van het terugstelmechanisme 70. De verstelcilinder 71 vergrendelt dan weer de deur (zie hierboven beschreven fase 4). 25 Sanitair samenstel, dat toegankelijk is via een deur en is voorzien van een met een afvoerpijp verbonden 30 toiletpot en van een rugelement, die met behulp van een bewegingsmechanisme beweegbaar zijn opgesteld tussen een gebruiksstand en een reinigingsstand, en van reinigingsgereedschappen, die in de reinigings-stand van de toiletpot door bedieningsmiddelen in werking te stellen zijn, waarbij zowel het bewegingsmechanisme als de bedieningsmiddelen door een programmeerorgaan kunnen worden bestuurd, welk programmeerorgaan volgens een besturingsprogramma, dat na een automatische start bij het verlaten van 35 het sanitaire samenstel na gebruik van het sanitaire samenstel door een gebruiker en met inachtname van een pauze, gevoed door via het programmeerorgaan ontvangen signalen, de besturingscommando’s voor het gedurende een voorafbepaalde tijd doen werken aan het bedieningsmechanisme en de reinigingsgereedschappen kan afgeven en voorts aan de hand van via het programmeerorgaan ontvangen signalen van de afloop van de opvolgende reinigings- en bedieningswerkingen een reinigingskringloop kan beheer-40 sen, met het kenmerk, dat het sanitaire samenstel is voorzien van een detector voor het waarnemen van de gebruiksstand van de toiletpot, van een detector voor het waarnemen van de reinigingsstand van de toiletpot, van een detector voor het waarnemen van de gebruiksstand van het rugelement, van een detector voor het waarnemen van de stand voor het reinigen van het rugelement, van detectie-organen voor het waarnemen van het vertrek van de gebruiker door sluiten van de deur en van detectie-organen voor het 45 waarnemen van de stand en de werking van de reinigingsgereedschappen, waarbij het programmeerorgaan op een bepaald tijdstip na het vertrek van de gebruiker uit het sanitaire samenstel en afhankelijk van de de werking van de bewegingsmiddelen en reinigingsgereedschappen waarnemende middelen via geheugens en relais in werking wordt gesteld. Hierbij 8 bladen tekening
NL8004624A 1979-12-14 1980-08-15 Sanitair samenstel. NL192533C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7930676 1979-12-14
FR7930676A FR2471453A2 (fr) 1979-12-14 1979-12-14 Bloc sanitaire

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8004624A NL8004624A (nl) 1981-07-16
NL192533B NL192533B (nl) 1997-05-01
NL192533C true NL192533C (nl) 1997-09-02

Family

ID=9232775

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8004624A NL192533C (nl) 1979-12-14 1980-08-15 Sanitair samenstel.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US4301558A (nl)
JP (1) JPS5919217B2 (nl)
AT (1) AT390462B (nl)
AU (1) AU531663B2 (nl)
BE (1) BE883870R (nl)
BR (1) BR8004668A (nl)
CA (1) CA1121554A (nl)
CH (1) CH638854A5 (nl)
DE (1) DE3027207A1 (nl)
DK (1) DK158619C (nl)
ES (1) ES8202085A2 (nl)
FI (1) FI73033C (nl)
FR (1) FR2471453A2 (nl)
GR (1) GR69324B (nl)
HU (1) HU182679B (nl)
IT (1) IT1129130B (nl)
LU (1) LU82549A1 (nl)
MX (1) MX150313A (nl)
NL (1) NL192533C (nl)
NO (1) NO156617C (nl)
SE (1) SE447284B (nl)
SU (1) SU1311626A3 (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2499124A1 (fr) * 1981-02-05 1982-08-06 Sato Associes Unite sanitaire comportant des moyens de nettoyage
US4383341A (en) * 1981-04-02 1983-05-17 Murray Altman Bathtub self-cleaning system
FR2511408A2 (fr) * 1981-08-14 1983-02-18 Decaux Jean Claude Bloc sanitaire
EP0109469B1 (fr) * 1982-11-18 1986-07-23 Jean-Claude Decaux Bloc sanitaire
IT1173100B (it) * 1984-01-20 1987-06-18 Coopsette Scrl Servizio igienico con mezzi di pulizia automatica
FR2597524B1 (fr) * 1986-04-17 1988-07-29 Decaux Jean Claude Module sanitaire a nettoyage automatique
FR2597525B1 (fr) * 1986-04-18 1990-11-02 Sagelec Sarl Dispositif d'asservissement du nettoyage automatique des cabines de douche et toilettes
FR2609084A1 (fr) * 1986-12-29 1988-07-01 Chaussereau Lilia Systeme de securite permettant l'acces contre paiement par carte ou monnayeur a une cabine d'hygiene et de soins, entierement aseptisee par un dispositif renouvelable et auto-nettoyant
DE3704375A1 (de) 1987-02-12 1988-08-25 Wall Verkehrswerbung Gmbh Sanitaerzelle fuer oeffentliche zwecke
DE3826847C1 (nl) * 1988-08-06 1989-11-09 Hans 7517 Waldbronn De Wall
FR2635131B1 (fr) * 1988-08-08 1990-10-12 Decaux Jean Claude Module sanitaire a nettoyage automatique comportant un dossier mobile par basculement
DE4118588A1 (de) * 1991-06-06 1992-12-10 Otto Geb Kg Sanitaerzelle mit automatischer reinigungsvorrichtung fuer die toilettenschuessel
DE4309405C2 (de) * 1993-03-24 1996-07-18 Hans Victor Schoenfeld Öffentliche Toilette
US5647074A (en) * 1994-06-07 1997-07-15 White, Jr.; John N. Public toilet facility
USD409731S (en) * 1998-02-09 1999-05-11 Winfried Staudenmayer Toilet/shower cabin
US6289557B1 (en) 1998-12-15 2001-09-18 Barry F. Manson Sanitary door handle assembly
US7269863B1 (en) * 2006-03-17 2007-09-18 Blevins William J Automatic self-cleaning toilet
DE102010016200A1 (de) 2010-03-29 2011-09-29 Brähmig Fluidautomation GmbH Sanitärmodul und Verfahren zur automatischen Reinigung von Sanitärbecken für Sanitärzellen
US9644358B2 (en) 2013-03-04 2017-05-09 Prince Demond Qualls Method of automatically cleaning a toilet bowl
US10369239B2 (en) 2014-11-06 2019-08-06 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet-based bathroom surface sanitization
WO2016073831A1 (en) 2014-11-06 2016-05-12 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet-based bathroom surface sanitization
US10894103B2 (en) 2014-11-06 2021-01-19 Sensor Electronic Technology, Inc. Ultraviolet-based bathroom surface sanitization

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2075830A (en) * 1936-02-05 1937-04-06 Riccardo Salmona Combination water closet and bidet
US2834026A (en) * 1952-12-26 1958-05-13 Kronish Joseph Device for washing bedpans and urinals
US3121880A (en) * 1959-02-24 1964-02-25 Palma Adrien Lefebvre Dual control toilet flusher
US3624843A (en) * 1966-08-25 1971-12-07 Universal Dev Co Combustion toilet
US3683425A (en) * 1970-10-07 1972-08-15 Leroy Patterson Combustion toilet
US3747129A (en) * 1971-09-09 1973-07-24 D Dyar Automatic cleaning system for a habitable enclosure
DE2263946A1 (de) * 1972-12-29 1974-07-04 Glenwood Leigh Garvey Sanitaeranlage
US3837012A (en) * 1973-01-02 1974-09-24 Eliminex Technology Inc Incinerating toilet
US3908204A (en) * 1974-09-06 1975-09-30 Charles L Hopkins Electronic water closet controller
US3919726A (en) * 1974-12-04 1975-11-18 Gen Electric Water closet having a bowl and a wash means
JPS5398173A (en) * 1977-02-07 1978-08-28 Borukano Kk Continuously usable incineration type toilet
FR2415173A1 (fr) * 1977-12-02 1979-08-17 Decaux Paris J C Bloc sanitaire

Also Published As

Publication number Publication date
ATA407580A (de) 1989-10-15
DK158619B (da) 1990-06-18
US4301558A (en) 1981-11-24
FI73033B (fi) 1987-04-30
FI73033C (fi) 1987-08-10
AU6021680A (en) 1981-06-18
DK158619C (da) 1991-01-07
NL192533B (nl) 1997-05-01
ES496870A0 (es) 1982-01-01
JPS5817944A (ja) 1983-02-02
CH638854A5 (fr) 1983-10-14
FR2471453A2 (fr) 1981-06-19
DE3027207C2 (nl) 1989-09-14
BR8004668A (pt) 1981-06-16
NO156617B (no) 1987-07-13
AT390462B (de) 1990-05-10
FI802395A (fi) 1981-06-15
LU82549A1 (fr) 1980-10-24
IT1129130B (it) 1986-06-04
DK351380A (da) 1981-06-15
SE8005550L (sv) 1981-06-15
SU1311626A3 (ru) 1987-05-15
AU531663B2 (en) 1983-09-01
HU182679B (en) 1984-02-28
BE883870R (fr) 1980-10-16
MX150313A (es) 1984-04-13
SE447284B (sv) 1986-11-03
NL8004624A (nl) 1981-07-16
FR2471453B2 (nl) 1983-08-05
GR69324B (nl) 1982-05-17
IT8068292A0 (it) 1980-08-14
ES8202085A2 (es) 1982-01-01
DE3027207A1 (de) 1981-09-10
CA1121554A (en) 1982-04-13
JPS5919217B2 (ja) 1984-05-04
NO802291L (no) 1981-06-15
NO156617C (no) 1987-10-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL192533C (nl) Sanitair samenstel.
US4729342A (en) Self-cleaning pet toilet
EP0274785B1 (en) Toilet for public use
DK167980B1 (da) Renseenhed med automatisk skylning
JP5936482B2 (ja) イオン発生装置及びそれを組み込んだ便座装置
AU2015353418B2 (en) Centrifugal separator
JP6099219B2 (ja) イオン発生装置を組み込んだ便座装置
GB2237825A (en) Apparatus for ventilating a toilet bowl
KR101683151B1 (ko) 자동 손 세척장치
EP0509503B1 (en) A toilet hygiene unit with automatic cleaning apparatus
US6349430B1 (en) Automatic public toilet
EP0950771A1 (en) An automatic public toilet
GB2066509A (en) Sanitary unit
JP6099233B1 (ja) イオン発生装置
KR102527147B1 (ko) 엘리베이터용 살균 소독 장치
KR102669313B1 (ko) 착좌 감지를 이용한 비데 제어장치
JP2003278218A5 (nl)
KR960013301A (ko) 양변기
KR20240047553A (ko) 신발의 입출과 살균이 자동으로 이뤄져 오염원이 내부공간으로 유입되는 것을 차단하고 사용자의 위생을 관리하는 신발장
KR20230130856A (ko) 착좌 감지를 이용한 비데 제어장치 및 방법
JPH11181867A (ja) 便器設備
JPH053286B2 (nl)
JPH02176027A (ja) 自動手洗いシステム及びその装置
JP2004113297A (ja) 便器設備
JPH0614276U (ja) 脱臭装置付便座

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20000815