NL8004354A - Roentgenfotografeer- en ontwikkelinrichting. - Google Patents

Description

·*

Rontgenfotografeer- en ontwikkelinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een Rontgenfotografeer- en ontwikkelinrichting voor het bedienen van een werkpost, ingericht voor het maken van Röntgen-opnamen , waarbij de werkpost is uitgerust met een beeldversterker, een 5 televisie-opnamecamera gekoppeld daaraan en een werkpostmonitor verbonden met de video-uitgang van de camera.

Het is bekend, dat een Röntgenfotografeeruit-rusting moet worden bediend op zodanige wijze, dat gedurende de tijdperiode van belichting een niet-belichte film moet worden vast-10 gezet in een vlak overeenkomend&et het gebied, waarvan het beeld moet worden genomen en de uitrusting moet zijn voorzien van het tijdig veranderen van de niet-belichte films, dat wil zeggen van toevoer van de nieuwe film.

Er zijn verscheidene uitvoeringsvormen bekend 15 van zulk een Rontgenuitrusting. Een gemeenschappelijk kenmerk van zulke uitrustingen is gelegen in het feit, dat het belichten en het wisselen van de films geschiedt in elk geval bij de betreffende Röntgenwerkpost. Er zijn ook Röntgenfotografeeruitrustingen bekend, voorzien van een zogenaamd opzamelmagazijn, ingericht 20 voor het opzamelen van een aantal niet-belichte en belichte films, dat is samengebouwd met een ontwikkelinrichting.

De filmproduktietechniek, uitgevoerd bij afzonderlijke werkposten, verhoogt de vraag naar ruimte en materiaal bij zulke werkposten.

25 Bij de fotografische stelsels, uitgerust met een beeldversterker, is de rol van de beeldversterker gelegen in de juiste bepaling van het gebied van belichting en in het verkrijgen van voorafgaande beeldinformatie. De werkelijke belichting wordt niet genomen via de beeldversterker, maar door middel van 30 het belichten van een niet-belichte film, aangebracht over de baan 800 4 3 54

If 2 van de Róntgenbundels. Het is bekend, dat aanzienlijk hogere stralingsintensiteit wordt vereist voor het nemen van een foto dan voor het bekijken van een beeld via de beeldversterker. Bij zulke fotografeerstelsels heeft de Röntgenspecialist niet de mogelijk-5 heid van het testen van het beeld via een monitor tijdens de opname en om deze reden worden meer opnamen gemaakt dan nodig is»

Volgens een andere gebruikelijke fotografeer-methode, wordt het beeld, verkregen op het scherm van de beeldversterker, overgedragen via een geschikte optische lichtsplitsinrich-10 ting eerst naar een televisie-opnamecamera en in de tweede plaats naar een speciale fotografeereenheid (vlekbelichtingstechniek).

De lichtintensiteit van het beeld op het scherm van de beeldversterker is niet voldoende voor het voorbereiden van beelden van aanvaardbare kwaliteit met praktische filmgevoeligheidswaarden.

15 Wanneer dus opnamen worden gemaakt, wordt de stralingsintensiteit vergroot op een impulsvormige wijze en wordt de lichtsplitser ingesteld op zodanige wijze, dat de televisie-opnamecamera ongeveer 3 % van het volle licht van de beeldversterker zal ontvangen.

Bij zulke stelsels wordt beeldafmetingsreductie uitgevoerd door 20 het optische stelsel gebruikt voor het maken van de opname, teneinde daardoor de belichting van de film te verhogen. De kwaliteit van de aldus gemaakte gereduceerde opnamen bereikt niet de kwaliteit van de niet-gereduceerde opnamen genomen door direkte belichting en deze kwaliteit is niet voldoende hoog voor het 25 vormen van een basis voor een nauwkeurige medische diagnose.

Het doel van de uitvinding is te voorzien in een Röntgenfotografeer- en ontwikkelinrichting, welke de werking van filmpreparering in elke werkpost onnodig maakt, welke voorziet in de mogelijkheid van het aanzienlijk reduceren van de stralings-30 belasting voor de patient tijdens belichting en welke tenminste een even hoge beeldkwaliteit levert als kan worden verkregen door opnamen, direkt genomen door de Röntgenbundels.

De uitvinding is gebaseerd op het feit, dat het beeld, dat wordt weergegeven op het scherm van de beeld-35 versterker, dat een voldoende goede kwaliteit heeft, kan worden 80 0 4 3 54 3 * omgezet door middel van televisie-aftast- en beeldreconstructie-techniek tot een televisiebeeld met goede kwaliteit, waarvan een normale foto kan worden genomen. Het toepassen van de televisietechniek maakt het gebruik van hoge Röntgendoses gedurende het 5 opnemen onnodig en voorziet in de mogelijkheid, dat de film- preparering centraal kan worden uitgevoerd, ver weg van de respectievelijke werkposten.

Volgens de uitvinding wordt voorzien in een Röntgenfotografeer- en ontwikkelinrichting voor het bedienen van 10 werkposten, waarbij de werkpost is voorzien van een beeldversterker, een televisie-opnamecamera gekoppeld daarmee, en een werk-postmonitor gekoppeld met de uitgang van de camera, gekenmerkt doordat de inrichting is voorzien van verscheidene werkposten en een centrale videoverdeler, welke de videokabels ontvangt van de 15 opnamecamera1s behorende bij de betreffende werkposten, waarbij de uitgang van de videoverdeler is gekoppeld via een kabel met een tweede monitor aangebracht in een centrale fotografeereenheid, en voor het scherm van de tweede monitor een optisch en sluiter-stelsel is aangebracht met een beeldvlak, waarin een niet-belichte 20 film is geplaatst in een vlakke geleidingsinrichting. De centrale fotografeereenheid is gekoppeld via kabels voor het signaleren van zijn werkingstoestand en de parameters voor het weergeven van de opname, met de respectieve werkposten, en er in de centrale fotografeereenheid een opzamelplaats is voor de niet-belichte films 25 en een verdere opzamelplaats voor de belichte films, en een film-wisselinrichting voorzien van paren rollen en aangebracht tussen de opzamelplaatsen en de opzamelplaats voor de belichte films is gekoppeld via een vlakke filmwisselinrichting met transportrollen, aan een automatische ontwikkelinrichting.

30 De Röntgenfotografeer- en ontwikkelinrichting volgens de uitvinding veroorlooft het gemeenschappelijk bedienen van verscheidene werkposten, waardoor de uitrusting gebruikt in de afzonderlijke werkposten aanzienlijk minder ingewikkeld zal zijn. Er zal geen noodzaak zijn voor het gebruik van verhoogde Röntgen-35 doses voor het nemen van beelden van hoge kwaliteit en de impuls- 8 0 0 4 3 54 r 4 vormige wijze van werken van de RSntgenbuis zal ook zijn opgeheven. De Röntgenspecialist kan verder continu het beeld waarnemen op het scherm van de werkpostmonitor en hij kan het maken van opnamen starten op de meest geschikte ogenblikken.

5 De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.

De tekening toont het blokdiagram van een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding.

Men ziet het blokdiagram van de centrale 10 Röntgenfotografeer- en ontwikkelinrichting. De inrichting omvat werkposteenheden, aangebracht op de plaatsen van de werkposten, waar de Röntgenbeelden worden genomen, en een centrale eenheid.

In de tekening zijn eenheden behorende bij twee werkposten getekend. Het aantal werkposten kan echter worden vergroot zonder beper-15 kingen om te voldoen aan de eisen van de gebruikers.

In elke werkpost is tegenover de te onderzoeken patiënten in de baan van de uitgezonden Róntgenbundels een beeldversterker 1 of 2 aangebracht, welke is samengebouwd met een televisiecamera 4 of 5 zodanig dat de camera een videosignaal 20 levert vanaf het optische beeld, zichtbaar op het scherm 3 van de beeldversterker 1 of 2 door middel van standaardtelevisie-aftasttechniek.

Uitgangen van de opnamecamera's 4 en 5 zijn gekoppeld via videokabels 7 en 8 met respectieve werkpost-25 monitors 9 en 10, gelegen in de betreffende werkposten. De videosignalen worden buitendien gekoppeld via videokabels 11 en 12 naar een videoverdeler 13 behorende bij de centrale eenheid.

Voor identificatie van de patiëntgegevens is een patientidentificatieprojectiestelsel 6 samengebouwd met de 30 respectieve opnamecamera1s 4 en 5. De patient moet zijn kaart, voorzien van zijn naam en zijn identificatiegegevens bij het begin van het onderzoek inbrengen in het stelsel 6 en dit projecteert de karakteristieke gegevens vanaf de kaart op een vooraf bepaald veld van de televisiecamera 4 en 5. De uitgang van de video-35 verdeler 13 is gekoppeld via een kabel 14 met de centrale foto- 800 4354 % 5 grafeereenheid 15, voorzien van een tweede monitor 16. De centrale fotografeereenheid 15 kan slechts één van de werkposten tegelijk bedienen en gedurende de bedieningswerking is de mogelijkheid cm beelden te nemen vanaf de andere werkposten geblokkeerd. De samen-5 werking tussen de werkposten wordt geleverd via geschikte toela-tings- en verhinderingsketens. De werkposteenheden ontvangen informatie betreffende de werking van de centrale fotografeereenheid 15 via kabels 17 en 18 door middel van de centrale videoverdeler 13.

In de centrale fotografeereenheid 15 zal 10 op het waarnemingsscherm 19 van de tweede monitor 16 het beeld zichtbaar zijn, verkregen door televisie-aftasting vanaf het scherm 3 van de beeldversterker behorende bij de gekozen werkpost. Voor het waarnemingsscherm 19 is een lens-sluiterstelsel 21 geplaatst in dichte nabijheid en het stelsel 21 levert het beeld van de op-15 name op het scherm 19 op een film 22 aangebracht achter het stelsel 21, zodanig dat de tussenlenssluiter een opname levert exact voor de duur van een volledig televisiebeeld.

Een gesloten filmopzamelruimte 23 is aangebracht in de centrale fotografeereenheid 15, waarin een vooraf 20 bepaald aantal niet-belichte films kan worden opgezameld. Vanaf de opzamelruimte 23 wordt de vereiste volgende film afgenomen door middel van geschikte bewegingen van twee paren rollen 25 en 26, welke een deel vormen van een filmwisselstelsel gelegen in een kamer 24. De film 22 wordt gestrekt tussen de rollenparen 25 en 26 25 in het vlak van opname. Het filmwisselstelsel in de kamer 24 voorziet in het transport van de belichte film 22 naar een opza-melplaats 28 voor belichte films. De beweging van niet-belichte en belichte films geschiedt gelijktijdig met éénzijdig gerichte translatiestappen. Een paar rollen 27 is geplaatst voor de ingangs-30 opening van de opzamelplaats 28, welke worden bewogen samen met de beweging van de rollenparen 25 en 26. De hoeveelheid belichte films opgeslagen in de opzamelplaats 28, wordt getest door een test-schakelaar 30, welke een signaal levert wanneer het aantal opgezamelde belichte films een vooraf bepaald toegelaten maximumwaarde 3 5 overschrijdt.

800 A 3 54 f 6

Vanuit de opzamelplaats 28 worden de belichte films bewogen via transportrollen 33 naar een ingangsopening 34 van een automatische ontwikkelinrichting 29. De beweging van de film wordt geregeld door een vlak filmwisselstelsel, aangebracht in 5 de kamer 32, die zich uitstrekt tussen de opzamelplaats 28 en de automatische ontwikkelinrichting 29. De beweging van de belichte films is betrekkelijk langzaam, met een snelheid van tussen ongeveer 100 en 120 centimeter per minuut). Maar deze beweging van de belichte films is continu, hetgeen tegengesteld is aan de snelle, 10 maar stapsgewijze beweging van de niet-belichte films. Op deze wijze voert de opzamelplaats 28 ook de taak uit van een opzamel-buffer. De testschakelaar 30, indien in werking gesteld, regelt een elektronische regeleenheid aangebracht in kamer 31 voor het blokkeren van de beweging van niet-belichte films en daardoor het 15 werk van het nemen van opnamen. De blokkeerperiode duurt in het algemeen tien minuten en gedurende deze tijdperiode worden ongeveer 85 tot 90 films ontwikkeld. Na de werkpauze zal de opzamelplaats 28 klaar zijn voor het ontvangen van een overeenkomend aantal recent belichte films.

20 Uit de automatische ontwikkelinrichting 29 bewegen de ontwikkelde films 35 via een uitgangsopening 36 naar een verzamelwagen 37, welke kan worden gerold naast de centrale fotografeereenheid. Teneinde het ontwikkelproces economisch te maken, is een zilverterugwininrichting aangebracht in een ruimte 25 38 van de eenheid.

De werking van de centrale Röntgenfotografeer-en ontwikkelinrichting is als volgt.

In elke werkpost stelt de dokter de Rontgen-inrichting in door het waarnemen van het scherm van de bijbe-30 horende werkpostmonitor in overeenstemming diagnostische opname-eisen zoals bekend bij gebruikelijke beeldversterkertechnieken. Wanneer hij een opname wil maken, moet hij dat berichten aan de centrale fotografeereenheid, welke tengevolge van zulk een vraag de videoverdeler 13 regelt, zodat deze speciale werkpost zal wor-35 den gekoppeld met de centrale fotografeereenheid 15. De centrale 800 4 3 54 7 fotografeereenheid 15 zal de opname uitvoeren met parameters (dosering, lengte van opnamereeks, enz.) bepaald en ingesteld bij de bepaalde werkpost, en de tweede monitor 16 zal het beeld van de betreffende werkpostmonitor 9 weergeven,, De tijd en opeen-5 volging van openingen van het lenssluiterstelsel 21 hangt af van de ingestelde parameters van de opnamereeks. De filmwisselinrich-ting, aanwezig in de kamer 24, voorziet in de toevoer van respectievelijke nieuwe niet-belichte films in het opnamevlak gedurende elke opname. Natuurlijk zorgt een gebruikelijk ontworpen bekende 10 regelelektronika voor het feit dat slechts zulke belichtings- parameters kunnen worden ingesteld, die kunnen worden uitgevoerd binnen het gebied van begrenzingen van de inrichting.

Het hoofdverschil, vergeleken met gebruikelijke fotografeermethoden, is gelegen in het feit, dat er geen 15 noodzaak zal zijn voor het nemen van een beeld vanaf het op het scherm 3 van de beeldversterker weergegeven beeld via een licht-splitser met de kleine lichtintensiteit, die daar beschikbaar is, maar dat een beeld van goede kwaliteit kan worden genomen vanaf het scherm 19 van de tweede monitor 16 met een veel hogere licht-20 intensiteit, gekozen in overeenstemming met de mogelijkheden van elektronische afbeeldingstechnieken. Door het gebruik van deze fotograf eermethode zal de Röntgenstraalbelasting van de patiënt aanzienlijk worden verminderd, omdat de belichtingsdosering zal worden gekozen in zodanige mate, als slechts is vereist voor het vor-25 men van een beeld op het scherm van de beeldversterker zodanig dat dit voldoende is voor het verkrijgen van een elektronisch afgetast beeld van vereiste kwaliteit.

De aanzienlijke vermindering van stralingsintensiteit voorziet in het toepassen van Rontgenfokusseerinrich-30 tingen van kleine afmetingen, waardoor een hogere resolutie en een verhoogde contrastgradatie mogelijk is.

Aangezien de dokter op het scherm van zijn werkpostmonitor 9 het beeld ziet, waarvan de foto wordt genomen, kan hij de optimum tijd en plaats van de opname kiezen en testen.

35 Het patientidentificatieprojectiestelsel 6, 800 4 3 54 8 aangebracht bij elke werkpost, voorziet in goede identificatie van de Röntgenopnamen door het projecteren van de identificatiegegevens en het serienummer van de opname in het weergegeven beeld.

5 Het gebruik van de centrale fotografeereen- heid 15 wordt onder andere bepaald door het feit, dat de foto's discontinu worden genomen in de afzonderlijke werkposten en dat er tussen respectievelijke intervallen bij een gegeven werkpost de mogelijkheid is om de andere werkposten te bedienen, Ten-10 einde te zorgen voor ongestoorde continue werkomstandigheden, heeft het de voorkeur om meer dan een enkele centrale fotografeer-eenheid 15 te gebruiken in Rontgenafdelingen met verscheidene zodanige werkposten, waardoor meer dan een enkele werkpost tegelijk kan werken.

15 De specialiteit van het RSntgenwerk maakt het nodig dat bepaalde werkposten moeten worden verkregen, welke tenminste in gegeven perioden, onvoorwaardelijke voorrang hebben, dat wil zeggen dat zij niet moeten wachten in geval van noodzaak van een opname. Met een geschikt ontwerp van de centrale regel-20 eenheid kan worden gezorgd, dat elke werkpost van hogere voorrang een toegang zal hebben tot de centrale fotografeereenheid 15 wanneer zodanige vraag optreedt, zelfs indien het werk van een andere werkpost daarom moet worden onderbroken.

Het bovenbeschreven ontwerp van de centrale 25 fotografeereenheid 15 maakt het toepassen van een fotografeer- uitrusting, zoals tot nu toe gebruikt bij elke werkpost, onnodig, waardoor aanzienlijke kostenbesparingen optreden.

Volgens proeven kan het fotograferen van de tweede monitor 16 beelden van zulk een goede kwaliteit leveren, 30 waarbij de resolutie wordt bepaald door de kleinste brandafmeting, welke kan worden verwezenlijkt met de Rontgeninrichting. Indien deze minimum brandpuntsafmeting bijvoorbeeld is gelegen tussen 0,2 en 0,3 mm, zal de resolutie van het beeld, verkregen via de beeldversterker en de televisiemonitor, een overeenkomende waarde 35 hebben, indien het aantal lijnen voldoende groot wordt gekozen, 800 43 54 9 bijvoorbeeld tot 1240 lijnen/beelden in het videostelselo Deze resolutie valt samen met het oplossend vermogen van een gemiddeld menselijk oog. Opgemerkt wordt, dat de resolutie van het scherm van de beeldversterker alleen veel gunstiger is dan de bovengenoemde 5 waarde, zodat de toepassing van de beeldversterker de kwaliteit van de verkregen beelden niet zal verminderen.

800 4 3 54

Claims (6)

1. Röntgenfotografeer- en ontwikkelinrich-ting voor het bedienen van een werkpost ingericht voor het maken van Röntgenfoto's, waarbij de werkpost is voorzien van een beeld- 5 versterker, een televisie-opnamecamera gekoppeld met de beeldversterker en een werkpostmonitor gekoppeld met de video-uitgang van de camera, met het kenmerk, dat verscheidene werkposten aanwezig zijn en een centrale videoverdeler (13) voor het ontvangen van videokabels (11, 12) vanuit de opnamecamera's (4, 5) van de werk-10 posten, terwijl de videoverdeler (13) is voorzien van een uitgang gekoppeld via een kabel (14) met een tweede monitor (16) aangebracht in een centrale fotografeereenheid (15) terwijl een lens-sluiterstelsel (21) is aangebracht voor het scherm (19) van die tweede monitor (16), en een niet-belichte film (22) wordt geleid 15 in het beeldvlak van dat stelsel, terwijl de centrale fotografeereenheid (15) is gekoppeld met de respectievelijke werkposten via kabels (17, 18) voor het overdragen van signalen overeenkomend met de werktoestand en met belichtingsparameters, en de centrale fotograf eereenheid (15) is voorzien vein een opzamelplaats (23) 20 voor niet-belichte films en een opzamelplaats (28) voor belichte films, terwijl een filmwisselinrichting is aangebracht tussen deze opzamelplaatsen en is voorzien vein paren rollen (25, 26, 27) en de opzamelplaats (28) voor de belichte films is verbonden via een vlakke filmwisselinrichting voorzien van transportrollen 25 (33) met een automatische ontwikkelinrichting (29).

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze is voorzien van meer dan één van de centrale fotografeereenheden (15).

3. Inrichting volgens conclusie 1, 30 met het kenmerk, dat in bedrijf de filmwisselinrichting is ontworpen voor stapsgewijze filmbewegingen en de vlakke filmwisselinrichting is uitgevoerd voor het leveren van langzamere continue filmbeweging, en een testschakelaar (30) is geplaatst in de opzamelplaats (28) voor de belichte films voor het detecteren van 35 het toegelaten maximum aantal van opgeslagen belichte films ter- 800 4 3 54 11 wijl de uitgang van deze schakelaar (30) is gekoppeld met een blokkeeringang van de filmwisselinrichting.

4. Inrichting volgens conclusie lr met het kenmerk, dat een patientidentificatieprojectiestelsel 5 (6) is aangebracht bij de opnamecamera (4, 5) in elke werkpost voor het doorgeven van patiëntgegevens geregistreerd op een patiëntenkaart, naar de camera.

5. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de centrale fotografeereenheid (15) is 10 voorzien van een zilverherwinningsinrichting.

6. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 80 0 4354 i F 4 7 jj-A / S' o T“j I 7Ί Oc^ ini ,-- 3-^-—7- 18 14 f13 ΡΜμηημ^η^ημμ/^^·ΜΜΜΜ·«·Η _· 20 23 3B ^ v^WXz:26 36v-O y^aWlX--^?* 35^ 31 /χ \ ^ "27 37^ __ 34 33 28 -7^32 wêü-j X^38 - ' .........—*i 800 43 54 MEDICOR MOVER, te Boedapest, Hongarije