NL8001303A - Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen. - Google Patents

Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8001303A
NL8001303A NL8001303A NL8001303A NL8001303A NL 8001303 A NL8001303 A NL 8001303A NL 8001303 A NL8001303 A NL 8001303A NL 8001303 A NL8001303 A NL 8001303A NL 8001303 A NL8001303 A NL 8001303A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
basin
circular
elements
construction
chamber
Prior art date
Application number
NL8001303A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Novex Foreign Trade Co Ltd
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from HU79GU329A external-priority patent/HU180771B/hu
Priority claimed from HUNO000234 external-priority patent/HU182551B/hu
Application filed by Novex Foreign Trade Co Ltd filed Critical Novex Foreign Trade Co Ltd
Publication of NL8001303A publication Critical patent/NL8001303A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D21/00Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
    • B01D21/003Sedimentation tanks provided with a plurality of compartments separated by a partition wall
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D21/00Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
    • B01D21/0039Settling tanks provided with contact surfaces, e.g. baffles, particles
    • B01D21/0051Plurality of tube like channels
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D21/00Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
    • B01D21/10Settling tanks with multiple outlets for the separated liquids
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B01PHYSICAL OR CHEMICAL PROCESSES OR APPARATUS IN GENERAL
    • B01DSEPARATION
    • B01D21/00Separation of suspended solid particles from liquids by sedimentation
    • B01D21/24Feed or discharge mechanisms for settling tanks
    • B01D21/2427The feed or discharge opening located at a distant position from the side walls
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W10/00Technologies for wastewater treatment
    • Y02W10/30Wastewater or sewage treatment systems using renewable energies
    • Y02W10/33Wastewater or sewage treatment systems using renewable energies using wind energy

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Sewage (AREA)
  • Treatment Of Sludge (AREA)
  • Physical Water Treatments (AREA)
  • Removal Of Floating Material (AREA)
  • Separation Of Solids By Using Liquids Or Pneumatic Power (AREA)
  • Separation Using Semi-Permeable Membranes (AREA)

Description

—v ί *'* 80.3040/M/Rey/sme
Aanvraagster : NOYEX Talélményfejleszté' és Ertékesit<? Külkereskedelmi Rt. te Boedapest, Hongarije.
Korte aanduiding: Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het behandelen van vloeistoffen, in het bijzonder voor het afscheiden van in de vloeistof aanwezige, soortelijk lichtere of soortelijk lichtere en zwaardere vaste en/of vloeibare deeltjes, in het 5 bijzonder voor een cilindrisch of veelhoekig basin met een verticale hartlijn, welk basin in de stromingsrichting van de vloeistof gezien, een voorafscheidingskamer en een uit één of meer trappen bestaande scheidingskamer bevat.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een lamellen-10 constructie, die geschikt is voor de genoemde behandeling van de vloeistof. De lamellenconstructie is voorzien van kanalen, waarvan de hartlijnen evenwijdig aan elkaar lopen, welke constructie eerst in de genoemde inrichting voor het behandelen van vloeistoffen wordt geplaatst.
15 Onder het behandelen van vloeistof wordt hier in het algemeen het reinigen van vloeistoffen, bijvoorbeeld afvalwaterbehandeling, verstaan, waarbij vaste stoffen of andere vloeistoffen uit de vloeistof worden afgescheiden, of waarbij de vloeistof met een gas, bijvoorbeeld lucht, in aanraking worden gebracht of 20 aan een biologische behandeling worden onderworpen. Onder het behandelen van vloeistof wordt vervolgens het koelen en ontgassen van vloeistof verstaan.
De moderne technologie van het reinigen van water en afvalwater vereist bovenal het aanleggen van moderne systemen voor 25 het scheiden van vloeistoffen, bijvoorbeeld neerslag- of bezink-systemen. Met dergelijke systemen kunnen moderne milieubescher-mende inrichtingen worden opgebouwd.
Yoor het afscheiden van de in de vloeistoffen aanwezige vaste- en zwevende stoffen zijn talrijke oplossingen bekend. Een 50 aantal van deze inrichtingen bestaat uit basins met een cirkelvormige of een veelhoekige doorsnede en een verticale hartlijn, bijvoorbeeld schachtvormige uitgevoerde basins van geprefabriceerde betonringen.
O A Λ 4 7 AT
- 2 -
Se tot op heden bekende schachtvormige inrichtingen» die in de eerste plaats als benzine-» olie- of zandopvangbasin met een kleine capaciteit of als voor- reap, na-afscheider worden gebruikt» bevatten slechts een uit één kamer bestaand cilindrisch 5 reservoir, waarin het scheidingsproces plaatsvindt met een beperkt nuttig effect-. Het rendement van deze inrichtingen is gering, terwijl de afmetingen van de inrichtingen aanzienlijk zijn. Seze inrichtingen zijn zodoende dus oneconomisch.
In feite wordt er bij scheidings-, bijvoorbeeld bezink-10 inrichtingen naar gestreefd, de turbulente stroming zo veel mogelijk te vermijden. Yoor het bezinken is een laminaire stroming een belangrijk vereiste, daar op deze wijze de afzonderlijke zwevende stoffen, korreltjes ongestoord kunnen neerslaan.
Yoor het onderscheiden van een laminaire en een turbu-15 lente stroming, dient het zogenaamde Reynolds kental, waarvan de ,waarde zo mogelijk onder de 500 moet liggen, bij welke waarden het neerslaan bij een laminaire stroming optimaal verloopt.
He tegenwoordig bekende afscheidingsbasins met een cirkelvormige dwarsdoorsnede hebben nog vele andere nadelen* He 20 stromingsverhoudingen van de vloeistof zijn ongunstig, turbulente stromingen worden gevormd, en in kleinere installaties kan geen as-symmetrische radiale stroming ontstaan, waardoor de bij deze stroming verkregen voordelen niet kunnen worden benut. Een dergelijke mogelijkheid vormt bijvoorbeeld de radiale stroming tussen 25 samengestelde (druppelvormende) platen, waarmee bij het reinigen van oliehoudend afvalwater een aanzienlijk betere reinigingsgraad kan worden verkregen.
He uitvinding beoogt in de tegenwoordig bekende schei-dingsinrichtingen met cirkelvormige, ringvormige of veelhoekige 50 dwarsdoorsneden en verticale hartlijnen mogelijkheden te verschaffen voor complexe scheidingsprocessen bij een laminaire stroming. Hit geschiedt met behulp van lamellensystemen. He uitvinding beoogt vervolgens het scheidend vermogen van reeds bestaande inrichtingen te vergroten, bijvoorbeeld bij oliehoudend afvalwater het rende-55 ment van de druppelvorming te verhogen, dus in het algemeen de nadelen van de cirkel-, ring- of veelhoekvormige basins zowel met betrekking tot de werking als tot de kosten te vermijden. Het doel van de uitvinding is voorts om met behulp van inrichtingen, waarvan 800 1 3 03 r t - 3 - het volume kleiner is dan van de bekende schei dings sy s t emen, een hoger rendement te verkrijgen, teneinde zodoende de bouw- en be-drijfkosten en tevens de benodigde plaatsruimte te verkleinen.
De hiervoor genoemde nadelen treden in het bijzonder 5 op bij neerslagbasins met een radiale doorstroming, die zijn voorzien van een rondgaande slibschraapinrichting, daar in deze basins - ten gevolge van de bewegingsbaan en de onderdelen van de schraper - geen vast ingebouwde lamellenelementen kunnen worden toegepast.
10 De radiaal doorstroomde, met rondgaande slibsohrapers uitgeruste bezinkbasins hebben vervolgens het nadeel, dat hierin secundaire stromingen ontstaan, die het technische en hydraulische rendement ongunstig beïnvloeden. Secundaire stromingen kunnen bijvoorbeeld worden veroorzaakt door temperatuurverschillen in het 15 afval- of ongezuiverd water. Een temperatuurverschil van 1 tot 2° C kan reeds aanleiding geven tot het ontstaan van secundaire stromingen, die de neergeslagen deeltjes in de bovenste lagen van het basin brengen, waardoor het neerslagproces wordt vertraagd en een belangrijk deel van de zwevende stoffen met het wegstromende water 20 wordt afgevoerd.
Bij de bekende basins met een radiale doorstroming oefent ook de wind een ongunstige invloed uit op de stromingsver-houdingen, daar de wind de stromingen nabij het oppervlak aanzienlijk verandert. Dit treedt in de eerste plaats op bij de grotere 25 neerslagbasins (bijvoorbeeld de DOER-afschelders) waarbij de vloei-stofspiegel door de inwerking van de wind een aantal milimeters van de horizontaal kan afwijken. Dit leidt tot een ongelijkmatige belasting van de overloopkant, hetgeen met betrekking tot de verdeling van de verblijftijden buitengewoon ongunstig is.
30 De bewegende onderdelen van de slibsohrapers, de gelei- dingswanden en dompelplaten, kunnen eveneens een ongunstige invloed hebben, en kunnen ongewenste stromingen en dode ruimten doen ontstaan.
Het doel van de uitvinding is om bij heden bekende van 35 een rondgaande slibschraper voorziene neerslagbasins met een cirkelvormige- of veelhoekige doorsnede laminaire stromingen te verschaffen, waarbij de genoemde nadelen worden vermeden, en het 80 0 1 3 03 - 4 - nuttig effect en het rendement worden verhoogd, hetgeen betekent dat met een kleiner voltime kan worden volstaan, waardoor de inves-terings- en bedrijfkosten alsmede de benodigde ruimte wordt verkleind.
5 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, door dat het in aanbouw zijnde of reeds bestaande scheidingsbasin met een cirkelvormig grondvlak door middel van een concentrische cirkelvormige wand of door evenwijdig met het manteloppervlak lopende vlakke wanden wordt omgezet in een inrichting met meerdere kamers 10 en doordat voor het neerslaan een lamellensysteem en eventueel voor het verbeteren van de werking bijvoorbeeld radiaal doorstroomde samengestelde trappen zijn aangebracht.
In aanbouw zijnde of reeds bestaande neerslagbasins met cirkelvormige grondvlakken, die zijn voorzien van een rond-15 gaande slibschraper (bijvoorbeeld afscheiders van het DORB-type), zijn volgens de uitvinding voorzien van lamellenelementen, die zijn opgehangen aan drijflichamen en/of aan rondgaande bevestigingsar-men of zijn verbonden met de onderste sohraapconstructie. De elementen bestaan uit schuin aangebrachte, met elkaar verbonden boog-20 vormige elementen, waartussen het neerslaan plaatsvindt bij een laminaire stroming, terwijl de lamellenelementen zijn verbonden met de schraapinrichting en hiermee gezamenlijk rondlopen. Alleen bij schrapers, die op de bodem van het basin roteren, kunnen de lamellenelementen ook vast zijn aangebracht.
25 De uitvinding is tevens belichaamd in een lamellen systeem, dat bijvoorbeeld in de verschillende ruimten van de inrichting kan worden ingebouwd en daar een optimale stroming waarborgt .
De uitvinding berust op het inzicht, dat ook in slechts 30 uit één ruimte bestaande verticale cilindrische scheidingsinrich-tingen een laminaire stroming kan worden verkregen, indien men schuine lamellenelementen inbouwt, en dat een lineaire of as-symmetrische radiale stroming kan worden verkregen, indien men de ruimte in een aantal kamers onderverdeelt. Buiten de mogelijk-35 heid van het scheiden bij een laminaire stroming, waardoor een specifiek kleiner volume noodzakelijk is, bestaat tevens de mogelijkheid om in de ter beschikking staande ruimten scheidings-trappen, bijvoorbeeld voor het voorafscheiden, of samengestelde 800 1 3 03 f ot - 5 - (druppelvormende ) extra scheidingstrappen, in te "bouwen en het afgescheiden materiaal vervolgens op te slaan.
Op deze wijze worden volgens de uitvinding een groot aantal nieuwe extra effecten verkregen, die met de bekende ter 5 plekke uit beton of uit geprefabriceerde betonringen gebouwde neerslagbasins niet kunnen worden bereikt.
De uitvinding gaat uit van een inrichting voor het behandelen van vloeistoffen, in het bijzonder voor het afscheiden van in de vloeistof aanwezige, soortelijk lichtere of soortelijk 10 lichtere en zwaardere vaste en/of vloeibare deeltjes, bij voorkeur in een cilindrisch of veelhoekig basin met een loodrechte hartlijn, welke inrichting in de stromingsrichting van de te behandelen vloeistof gezien een voorafscheidingsksmer en een uit één of meerdere trappen bestaande scheidingskamer bevat. De in-15 richting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat in de scheidingskamer of in een deel hiervan tenminste één lamellenconstructie aanwezig is, met evenwijdig aan elkaar lopende kanalen.
Betreft het een as-symmetrische radiaal doorstroomd basin dan bevindt zich in de stromingsrichting, dat wil zeggen 20 van binnen naar buiten toe gezien, in de middelste kamer om het centrale schachtdeel een schuin aangebracht, in hoofdzaak radiaal lamellenvulstuk dat van binnen naar buiten toe wordt doorstroomd.
In de hieromheen aangebrachte, voor het afscheiden (druppelvorming en separatie) dienende ringvormige kamer, bevindt zich een hori-25 zontaai of nagenoeg horizontaal samengesteld lamellensysteem met een inwendig cirkelvormig instroom- en een uitwendig cirkelvormig uitstroomvlak.
Het horizontale of nagenoeg horizontale lamellensysteem is bij voorkeur opgebouwd uit half-cirkelvormige- en/of cirkel-30 vormige bogen, die boven elkaar in verticale en horizontale richting symmetrisch met elkaar zijn verbonden. Be stromingsrichting staat loodrecht op de bogen, resp. de cirkelbogen.
Bij een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is het doelmatig om een cirkelvormige, lineair doorstroomd basin door een 35 in hoofdzaak evenwijdig aan de buitenomtrek lopende vlakke schei-dingwand, gezien in de stromingsrichting te verdelen in een vooraf-scheidingskamer, een afscheidingskamer (separatiekamer) en een ver- an n 1 Ti oi - 6 - blijfkamer. Be scheidingskamer bevat een schuin aangebrachte lamellenvulstuk.
Bij een radiaal doorstroomd bezinkbasin met een rondgaande schraapinrichting zijn de lamellenelementen of lamellencon-5 structies opgehangen aan drijflichamen en/of aan rondgaande radiale armen, en roteren gezamenlijk met de schraapconstructie. Bij voorkeur zijn ze zodanig aangebracht, dat de kanalen tussen de lamellen radiaal lopen en vanaf het middelpunt naar buiten toe omhoog lopen. In een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de uit-10 vinding strekt de schuin aangebrachte lamellenconstructie zich over het totale oppervlak van het basin uit. Br zijn echter ook uitvoeringsvormen mogelijk waarbij de schuin aangebrachte lamellenconstructie slechts langs de buitenomtrek van het basin of een segment van het cirkeloppervlak is gelegen, en eventueel slechts 15 het buitenste ringvormige deel van het segment in beslag neemt.
In dit geval is de grootte van de middelpunthoek van het segment bij voorkeur gelegen tussen 30°en 270°.
In een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm, zijn de lamellenelementen in radiale richting met hun inwendige en uitwen-20 dige uiteinden opgehangen aan een drijflichaam, welke drijflichamen met elkaar zijn verbonden door middel van boven de vloeistof-spiegel aangebrachte radiale draagarmen.
Yolgens een andere uitvoeringsvorm, bestaan de voor de ophanging dienende drijflichamen uit aan hun omtrek geribte, voor-25 af vervaardigde holle of compacte constructies. Twee van de om-treksribben van de drijflichamen lopen in radiale richting, terwijl de beide andere loodrecht hierop staan.
Het is doelmatig, wanneer de loodrecht op de radiale richting staande ribben van de drijflichamen zijn voorzien van 50 openingen.
Be diepgang van de drijflichamen wordt bij voorkeur zodanig gekozen, dat de in radiale richting aangebrachte openingen voor tenminste 80% vrij zijn, dat wil zeggen boven het wateroppervlak blijven.
55 Aan de bovenste ribben van de drijflichamen zijn bij voorkeur haken voor het transport aangebracht.
Het onderste deel van de radiaal lopende ribben van de drijflichamen is bij voorkeur uitgevoerd als een schuin driehoekig 800 1 3 03 - 7 - prisma. De voor de ophanging dienende armen kunnen zijn verlengd en als steunvoeten zijn uitgevoerd.
let is doelmatig wanneer vanaf de laatste drijflichamen voor de aan de omtrek van het "basin aanwezige overloopkant een 5 omlaaghangende wand is aangehracht die zich tot op de bodem van het basin uitstrekt. De drijflichamen zijn door.middel van beves-tigingselementen met elkaar verbonden. De drijflichamen bestaan doelmatig uit holle lichamen van een corosie-bestendige kunststof, bijvoorbeeld uit met glasvezel versterkt polyester, PVC, poly-10 ethyleen enz., of uit een met een overeenkomstige corosie-bestendig beschermlaag voorzien hol lichaam van staal of aluminium. Ook massieve of holle houtconstructies kunnen worden toegepast.
In een gunstige uitvoeringsvorm bestaan de drijflicha-men uit een gesloten schaalvormige constructie of uit een meerla-15 gige sandwich-constructie, die is gevuld met een materiaal, dat soortelijk lichter is dan water, zoals bijvoorbeeld kunststofschuim. De drijflichamen kunnen ook bestaan uit onder gasdruk staande kunststof- of rubberlichamen.
Met behulp van de uitvinding kan de capaciteit en het 20 rendement van de vele duizenden reeds bestaande basins worden verhoogd. Een zeer belangrijk voordeel van de uitvinding is dat ook bij de overal ter wereld gebouwde basins met rondgaande schraap-constructies een hoog rendement kan worden gerealiseerd, terwijl het neerslaan geschiedt bij een laminaire stroming.
25 De vormgeving van de lamellenconstructie is zeer be langrijk. Gebleken is, dat bijzonder goede scheidings- en reini-gingseigenschapppe n kunnen worden verkregen, indien de lamellenconstructie een groot aantal hoekpunten met een scherpe hoek bevat. Eondom deze hoekpunten hopen de zich afscheidende stoffen op.
30 De lamellenconstructie is voorzien van kanalen met evenwijdig aan elkaar lopende hartlijnen. De wanden van deze kanalen worden gevormd door scheidingselementen met een cirkelboogvormige dwarsdoorsneden die bij voorkeur dezelfde straal hebben, waarbij de randen van de afzonderlijke cirkelbogen telkens in het 35 midden van het inwendige vlak van de aangrenzende cirkelboog liggen of daar zijn bevestigd, en de middelpunten van de cirkelbogen vervolgens in elk tweede snijpunt van een vierkant- of rechthoekig netwerk vallen.
o η n 1 x fl 3 - 8 -
In een gunstige uitvoering is de maaswijdte van het vierkante of rechthoekige netwerk groter dan de straal van de cirkelbogen. Tevens is het gunstig wanneer de scheidingselementen een dwarsdoorsnede hebben van een halve cirkelboog.
5 Yolgens een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm, bestaan de scheidingselementen met een cirkelboogvormige dwarsdoorsnede uit buizen, waarvan de buitenwand in de lengterichting tot halverwege is opengespleten, welke buizen met deze spleten in elkaar zijn gestoken.
10 Yolgens een andere uitvoeringsvorm hebben de scheidings elementen een dwarsdoorsnede van een halve cirkelboog en zijn met hun buitenoppervlakken aan elkaar bevestigd en vormen een samengesteld bouwonderdeel.
Yolgens een andere uitvoeringsvorm, zijn de scheidings-15 elementen met halve cirkelboogvormige dwarsdoorsneden aan hun buitenoppervlakken via hiertussen aangebrachte vlakke platen met elkaar verbonden.
Yolgens de uitvinding zijn voor het vergroten van het specifieke oppervlak tussen de scheidingselementen met cirkelboog-20 vormige dwarsdoorsneden bij voorkeur in de lijnen van het vierkante of rechthoekige netwerk, vlakkke scheidingselementen aangebracht.
Een verdere vergroting van de oppervlakken kan worden bereikt, wanneer in de cirkelboogvormige en/of de vlakke scheidingselementen verhogingen zijn aangebracht. Tot slot is het te-25 vens gunstig, wanneer de rand van de uit scheidingselementen met een cirkelboogvormige dwarsdoorsnede opgebouwde lamellenconstructie is begrensd door afsluitende scheidingselementen, die een volledige cirkelboogrormige dwarsdoorsnede hebben en waarvan de buitenwand langs één enkele lijn is opengespleten.
30 Uitvoeringsvormen van de uitvinding, die tevens een co-aziaal lamellensysteem bevatten, hebben radiale en laminaire stroming en hebben het voordeel, dat bijvoorbeeld oliehoudend afvalwater goed kan worden gereinigd, daar de oliedeeltjes (orde van grootte: enige microns) tot druppels worden verenigd en ver-35 volgens worden afgescheiden.
Met behulp van de inrichting volgens de uitvinding, kan een goede afscheiding met specifieke geringe volumes resp. geringe doorstroomtijd worden bereikt. Een groter voordeel is, dat met behulp van de uitvinding reeds bestaande afscheidingsbasins, olie- 800 1 3 03 ψ * - 9 - en vetafscheingsbasins enz. in korte tijd kannen worden omgebouwd, waardoor de capaciteit wordt verhoogd en de kosten afnemen.
Het is tevens voordelig, dat bij de bouw van nieuwe inrichtingen deze uit geprefabriceerde betonringen, staal-beton-5 segmenten, profielen en dergelijke kunnen worden samengesteld, hetgeen een verdere kostenbesparing betekent.
De inrichting volgens de uitvinding kan uit verschillende constructiematerialen, zoals bijvoorbeeld staal, aluminium, kunststof enz. worden gerealiseerd, zowel uit geprefabriceerde 10 elementen als door middel van terplaatse toegepaste bouwtechnieken. Wanneer kunststof als constructiemateriaal wordt toegepast, is een doosvormige of containerachtige uitvoering aan te bevelen, omdat hierdoor het prefabriceren van de elementen en het monteren op hun uiteindelijke bestemmingsplaats wordt vergemakkelijkt.
15 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, die een aantal uitvoeringsvormen van de uitvinding toont.
Fig. 1 toont een schematische dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont schematisch een bovenaanzicht van de in-20 richting volgens Fig. 1.
Fig. 5 toont een bovenaanzicht van een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 4 toont een evenwijdig aan de lamellenscheider lopende doorsnede door de inrichting volgens Fig. 5· 25 Fig. 5 is een schematische doorsnede van de inrichting volgens Fig. 3 en wel in het vlak waarin het te reinigen water wordt toegevoerd.
Fig. 6 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van de inrichting met in het basin een rondgaande schraapinrichting.
30 Fig. 7 toont een schematisch bovenaanzicht van de in richting volgens Fig. 6.
Fig. 8 is een vooraanzicht van een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van de in de inrichting volgens de Fig. 6 en 7 toegepaste lamellenelementen.
35 Fig. 9 toont een zijaanzicht van een lamellenelement volgens Fig. 8.
Fig. 10 toonte schematisch de verticaal aangebrachte lamellenconstructie volgens de uitvinding.
800 1 3 03 - 10 -
Fig. 11 toont een dwarsdoorsnede van een gunstige uitvoeringsvorm van de lamellenconstructie.
Fig. 12 toont twee gespleten pijpen, die in elkaar gestoken een uitvoeringsvorm van de lamellenconstructie vormen.
5 Fig. 13 en 14 geven mogelijke uitvoeringsvormen weer van de schei dings e1ementen van de lamellenconstructie.
Fig. 15 toont een dwarsdoorsnede van een uitvoeringsvorm van het scheidingselement, waarvan de vlakken zijn voorzien vah verhogingen.
10 In Fig. 1 is een uit twee concentrische hasins samen gestelde inrichting weergegeven. De inrichting is opgehouwd uit geprefabriceerde betonringen, maar kan natuurlijk ook op andere wijze zijn vervaardigd.
In het inwendige cirkelvormige basin 15 is as-symme-15 trisch het schuine lamellenvulstuk 5 aangebracht, dat uit twee, drie, vier, vijf, zes of meer aaneengeschakelde delen kan bestaan. Binnen dit vulstuk vindt de scheiding van bijvoorbeeld olie, vet, zwevende stoffen enz. plaats bij een laminaire stroming.
Boven het lamellenvulstuk 5 bevindt zich een verzamel-20 kamer 4 voor de afgescheiden stoffen. Het onderste uiteinde van de kamer mondt uit in een verticale schacht 2, die dient om een vloeistofstroming tussen de verzamelkamer 4 en de slibverzamelka-mer 5 mogelijk te maken. De verzamelkamer 5 grenst met de bovenkant aan het lamellenvulstuk 5, terwijl de kamer aan de onderkant 25 schuin is uitgevoerd voor het verzamelen en verdichten van het slib. Radiaal buiten het lamellenvulstuk 5 bevindt zich een middelste kamer 6, waarin het alsnog afgescheiden slib wordt verzameld en in een van een schuine wand voorziene slibverzamelkamer 14 van de middelste kamer 6 wordt geleid.
30 Concentrisch om het inwendige cirkelvormige basin 15 is het buitenste ringvormige basin 16 aangebracht, waarin ringvormige ruimten 8 en 10 zijn gevormd. De ringvormige ruimten 8 en 10 zijn van elkaar gescheiden door een geleidingswand 9· In de ringvormige ruimte 8 bevindt zich een uit samenwerkende lamellen 7 35 bestaand systeem, dat bestaat uit ringvormige-, cirkelvormige- of veelhoekige segmenten. De vloeistof stroomt laminair in radiale richting door de lamellen 7. De lamellen 7 hebben een druppelvor-mende werking en verbeteren de afscheiding. In de ringvormige 800 1 3 03 - 11 - ruimte 10 bevindt zich ter hoogte van de waterspiegel een ringvormige overloopgoot 11, waar de gereinigde vloeistof via de over-loopkant 12 instroomt. De gereinigde vloeistof wordt van hier via een leiding 13 uit het systeem afgevoerd.
5 De in de Fig. 1 en 2 weergegeven inrichting werkt als volgt. De te reinigen vloeistof wordt via de leiding 1 door middel van de zwaartekracht of onder druk toegevoerd en komt in de slib-verzamelkamer 3» waar zand en soortgelijke verontreinigingen bezinken. Na deze voorafscheiding stroomt de te reinigen vloeistof 10 naar boven, waarbij de soortelijk lichtere stoffen, bijvoorbeeld olie, vet enz. in de verzamelkamer 4 naar de oppervlakte drijven. De te reinigen vloeistof stroomt radiaal door het schuine lamellenvulstuk 5> en ten gevolge van de laminaire stroming vindt een goede afscheiding plaats. De in het lamellenvulstuk 3 afgescheiden 15 verontreinigingen, bijvoorbeeld olie, stromen langs de schuine lamellen omhoog en komen via de schacht 2 in de verzamelkamer 4.
Het tussen de lamellen neergeslagen slib glijdt naar beneden en komt in de middelste kamer 6 terecht, waarvan het onderste deel als slibverzamel- en verdichtingsdeel is uitgevoerd.
20 Het slib kan van hier periodiek worden afgezogen of met behulp van de zwaartekracht of met druk worden afgevoerd en elders worden opgeslagen.
De voorgereinigde vloeistof wordt vervolgens in de richting van de buitenomtrek geleid, en doorstroomt een lamellen-25 systeem 7 met horizontale samenwerkende lamellen, waartussen zich een laminaire stroming vormt. De slechts enige microns grote oliedeeltjes verenigen zich tussen de samenwerkende lamellen tot druppeltjes. Deze stijgen naar boven en kunnen door middel van afscheppen of dekanteren worden verwijderd. De gereinigde vloei-30 stof wordt door de geleidingswand 9 omgebogen en komt in de ringvormige ruimte 10, sijgt hier naar boven en stroomt via de over-loopkant 12 in de overloopgoot 11. Tan daar wordt de gereinigde vloeistof via de leiding 13 uit het systeem verwijderd.
Zoals blijkt uit de Fig. 1 en 2, zijn het cirkelvormige 35 basin 15 en het ringvormige basin 16 concentrisch om de hartlijn aangebracht. Onder de centrale schacht 2 bevindt zich de slibkamer 3. Rondom de centrale schacht 2 is in radiale richting het lamellenvulstuk 5 aangebracht, waarvan de elementen aan de zijkanten 800 1 3 03 - 12 - zijn gesloten, zodat de vloeistof alleen door het lamellenvulstuk 5 kan stromen. Aansluitend op de middelste kamer 6 is het lamellensysteem 7 aangebracht. De vloeistof stroomt door in de scheidingswand van het binnenste cirkelvormige basin 15 aangebrachte 5 geperforeerde vlakken in het lamellensysteem 7*
De hierop aansluitende ringvormige ruimten 8 en 10, de overloopgoot 11 en de overloopkant 12 zijn geheel cirkelvormig.
De leiding 13 kan op elk gewenst punt van de omtrek op de over-loopgootH zijn aangesloten.
10 In Fig. 3 is een andere uitvoeringsvorm weergegeven.
let cirkelvormige basin 17 is onderverdeeld in meerdere kamers, en maakt zodoende een compacte, rendabele uitvoering mogelijk. De te reinigen vloeistof, bijvoorbeeld oliehoudend water, komt via de toe-voerleiding 18 door middel van de zwaartekracht of onder druk in 15 de voorafscheidingskamer 19, waar zand, korrelige verontreinigingen, slib enz. neerslaan. De vloeistof stroomt onder de geleidings-wand 20 verder, let onderste deel van de voorafscheidingskamer 19 is geschikt voor het opslaan van zand en slib en is voor het verdichten van de slib voorzien van een schuine zijwand.
20 In de lengterichting van de inrichting is het schuine lamellenvulstuk 21 aangebracht, dat met scheidingswanden 22 en 23 van het cirkelvormige basin is afgescheiden. Vanuit de voorafscheidingskamer 19 stroomt het water via een opening 24 in de afscheidingskamer 25, waar andere zwevende stoffen worden neerge-25 slagen. Ook deze kamer is voorzien van een onderste slibverzamel-kamer 26. Vanneer het water geen grote verontreiniging bevat, kan het ook direct in de afscheidingskamer 25 worden gevoerd, dat wil zeggen het afvalwater kan gelijktijdig via de leidingen 27 en 18 worden teegevoerd. Bij dit tweezijdig toevoeren mengen de beide 30 waterstromen zich in afscheidingskamer 25. Het water stroomt vervolgens uit de afscheidingskamer 25 via de overloopkant 28 in het schuine lamellenvulstuk 21 en doorstroomt dit vulstuk met een laminaire stroming.
Voor het lamellenvulstuk 21 kunnen een groot aantal 35 bekende doorsneden worden toegepast. Het algemene doel van het lamellenvulstuk is om de stroming laminair te houden, zodat de af te scheiden elementen bijvoorbeeld olie, vet enz. door de wer- 800 1 3 03 - 13 - king van de zwaartekracht worden afgescheiden, en naar het oppervlak van de inrichting stijgen, terwijl de eventueel nog aanwezige af te scheiden deeltjes tussen de schuine lamellen naar de onderste slihverzamelkamer glijden.
5 De zich op het wateroppervlak verzamelende drijvende olielaag kan met behulp van een geschikte bekende afschepinrichting worden verwijderd en bijvoorbeeld via een leiding, naar de opslag-kamer 29 worden gevoerd, van waaruit de olie van tijd tot tijd voor een verdere behandeling, gebruik of bijvoorbeeld voor ver-10 branding kan worden afgezogen. Het in het schuine lamellenvulstuk 21 gereinigde water wordt onder de scheidingswand 39 geleid, en stroomt via de overloopkant 31 in de overloopgoot 32 en verlaat de inrichting via de leiding 33·
De onder de voorafscheidingskamer 19 aanwezige slib-15 verzamelkamer 26 is door een scheidingswand 34 van de onder de afscheidingskamer 25 aanwezige slibverzamelkamer 36 gescheiden.
Uit alle drie de verzamelkamers 19, 26 en 36 kan het afgescheiden slib met een pomp of door de zwaartekracht voor het verder verdichten, het machinaal ontwateren enz. worden verwijderd.
20 Het schuine lamellenvulstuk 21 kan, afhankelijk van zijn functie, met verschillende hellingshoeken zijn aangebracht, bijvoorbeeld tussen 45-70°. Bij slibhoudend afvalwater is een hoek van 55-60° gunstig, omdat de lamellen bij deze hoek zelfreinigend zijn, dat wil zeggen het slib glijdt door de zwaartekracht vanuit 25 de kanalen in de onderste slibverzamelkamers 26 en 36.
Het schuine lamellenvulstuk 21 kan kistvormig zijn geprefabriceerd, bijvoorbeeld in een stalen frame, waardoor het transport en de montage wordt vergemakkelijkt.
Met betrekking tot de stromingsrichting van de vloeistof, 30 kan het schuine lamellenvulstuk 21 op twee manieren zijn aangebracht: - Yoor het verwijderen van stoffen, waarvan het soortelijk gewicht kleiner is dan van de vloeistof, bijvoorbeeld olie, vet, zwevende stoffen, moet de vloeistof van boven naar beneden door het schuine lamellenvulstuk 21 worden geleid, terwijl 35 - voor het verwijderen van bestanddelen, waarvan het soortelijk gewicht groter is dan van de vloeistof, de vloeistof van onderen naar boven door het lamellenvulstuk 21 wordt geleid.
800 1 3 03 - 14 -
Zoals blijkt uit Pig. 4 kan het afvalwater ook direct via de leiding 27 in de scheidingskamer 25 worden gevoerd en vandaar via de overloopkant 28 direct in het schuine lamellenvulstuk 21 stromen.
5 Se onderste slibverzamelkamers 26 en 56 zijn door middel van een scheidingswand 34 van elkaar gescheiden. Door deze onderverdeling is gewaarborgd, dat het in de afscheidingskamer 25 voorgereinigde water met een directe gedwongen stroming door het schuine lamellenvulstuk 21 stroomt. De scheidingswand 34 kan evenals 10 de buitenwand van de inrichting bestaan uit verschillende materialen, bijvoorbeeld uit beton, staal-beton, aluminium of kunststof, of bijvoorbeeld uit met glasvezels versterkt polyester.
De slibverzamelkamers 26 en 36 ijn voorzien van een schuine zijwand bijvoorbeeld met een helling van 60°, die ter-15 plaatse uit beton of een ander materiaal kan zijn vervaardigd.
De overloopkant 31 bestaat uit een verstelbare staalconstructie, terwijl de overloopgoot 32 uit beton of een andere grondstof kan bestaan.
Zoals blijkt uit de Pig. 3-5» stroomt het via de afval-20 waterleiding 18 toegevoerde afvalwater door de werking van de geleidingswand 20 direct naar beneden, waardoor gunstige stromings-voorwaarden voor het voorafscheiden worden verkregen. De onder de voorafscheidingskamer 19 aanwezige slib- resp. zandverzamelkamer is eveneens voorzien van een schuine zijwand.
25 Zand en slib kunnen periodiek door middel van een slib- pomp of door de zwaartekracht, via de leiding 37 worden afgezogen. Het is tevens mogelijk, in de genoemde kamer bijvoorbeeld een container aan te brengen, waarin zand en slib zich verzamelt, en dit vervolgens door het weghalen van de container kan worden verwijderd, 30 terwijl een lege container in de inrichting wordt geplaatst.
In de Pig. 6-9, is een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij in het cirkelvormige basin 40 een rondgaande schraapconstructie 41 is aangebracht. Deze constructie kan een, twee of meerdere armen hebben. De slib-schraap-35 constructie is op zich bekend.
Het neerslagbasin 40 bestaat in het algemeen uit staal-beton en heeft een naar het midden toe hellende bodem, in welk 800 1 3 03 - 15 - midden een slibkuil 44 is gevormd. In het midden is een waterver-deelinrichting 45 aangebracht, die wordt gevoed door de afvalwaterleiding 42.
Hondom het basin 40 is een ringvormige overloopgoot 46 5 · en zijn geleidingsbalken voor de rondgaande schraapconstructie aangebracht, die wordt aangedreven door een motor 48, en met een geschikte draaisnelheid om de hartlijn van het basin roteert.
De te reinigen vloeistof wordt via de afvalwaterleiding 42 toegevoerd en stroomt in de verdeelinrichting 43» waar het wa-10 ter gelijkmatig wordt verdeeld om vervolgens in radiale richting de gehele dwarsdoorsnede van het basin te doorstromen. Het hierbij afgescheiden slib zinkt naar de bodem en wordt van daar via de rondgaande schraapinrichting 41 in de slibkuil 44 getransporteerd, van waaruit het slib via de slibleiding 49 voor verdere behande-15 ling (mestverwerking, machinaal ontwateren, verbranden) kan worden afgevoerd.
Het gereinigde water verlaat het basin via de overloop-kant 47 en de goot 46 door de leiding 61. Yoor de overloopkant 47 bevindt zich in het algemeen een geleidingswand 45» die het weg-20 stromen van het zogenaamde drijvende slib tegengaat.
Op het oppervlak van het basin 40 is tenminste één drijflichaam 50 aangebracht, waaraan het met behulp van ophang-elementen 51 ongeveer 20 tot 80 cm onder het wateroppervlak plaatvormige neerslagelementen, met schuine lamellen 52 zijn opgehangen, 25 en wel zodanig dat deze in radiale richting naar buiten toe omhooglopen.
De drijflichamen 50 zijn met elkaar en met de rondgaande slib-sehraapconstructie 41 verbonden door middel van ver-bindingsprofielen 53» en voeren zodoende tezamen met de schraap-50 constructie een rondgaande beweging in het basin 40 uit.
Aan de naar de wand van het basin toegekeerde drijflichamen is een hangende wand 56 bevestigd, die het water dwingt door de schuine lamellen 52 te stromen.
Het uit de afvalwaterleiding 42 toegevoerde water 35 stroomt na het doorlopen van de verdeelinrichting 43 eerst horizontaal in radiale richting naar buiten, stijgt dan iets naar boven en stroomt tussen de schuine lamellen 52, waarbij in de micro-cellen, microruimten bij een laminaire stroming een intensief 800 1 3 03 - 16 - reinigings- en afscheidingsproces plaats vindt. De soortelijk zwaardere stoffen slaan neer op de bodem van het basin, en de soortelijk lichtere stoffen stijgen naar het oppervlak en vormen hier een drijvende sliblaag.
5 Het zich op het oppervlak van het basin verzamelende drijvende slib drijft naar buiten en wordt met behulp van een op de slibschraper 41 aangesloten, op zich bekend element verwijderd en in de hiervoor aanwezige verzamelkamer 62 gebracht.
De drijflichamen 50 zijn in de radiale richting voor-10 zien van geschikte openingen 55» die de oppervlaktestroming en het afvoeren van het drijvende slib mogelijk maken. De stangen van de ophangelementen 51 van de drijflichamen 50 kunnen als steunvoeten 54 zijn uitgevoerd, die een functie hebben bij eventueel optredende bedrijfsstoringen of bij het voor schoonmaakdoeleinden leeg-15 pompen van het basin. Hierbij rusten de drijflichamen 50 en de lamellen 52 op de steunvoeten 54 en staan op de bodem van het basin. De lengten van de steunvoeten 54 kannen onderling verschillen overeenkomstig het verloop van de bodem van het basin.
Zoals blijkt uit Fig. 7» zijn in de cirkelvormige 20 van een rondgaande slibschraapeonstructie 41 voorziene basins 40 de van een geribde lijst voorziene drijflichamen 50 bijvoorbeeld in radiale richting aangebracht. Aan de drijflichamen zijn de afscheidingselementen, resp. de schuine lamellen 52 opgehangen.
De drijflichamen 50 zijn met elkaar en met de slibschraapinrich-25 ting verbonden en voeren tezamen hiermee een draaiende beweging uit. De lamellen 52 worden gezamenlijk omvat door een lamellenhouder 63.
Bij inrichtingen, waar de rondgaande schraapinrichting 41 slechts over de bodem van het basin loopt en waarbij aan de 30 bovenzijde geen rondgaand element aanwezig is, kan het uit drijflichamen bestaande ophangsysteem ook vast zijn aangebracht. In dit geval kunnen ook radiale, vast gemonteerde brugconstructies voor montage-, reinigings- en bedrijfsdoeleinden worden toegepast.
De drijflichamen 50 en de lamellen 52 kunnen op eenvoudige wijze 35 in een fabriek worden vervaardigd. Zij bestaan doelmatig uit een corosie-vast materiaal, bijvoorbeeld uit kunststoffen, zoals in de eerste plaats met glasvezels versterkt polyester, FVC, polyethyleen, of uit staal, aluminium, hout, rubber. De drijflichamen 800 1 3 01 - 17 - kunnen massief, hol of gelaagd zijn opgebouwd. Ook opblaasbare lichamen kunnen als drijflichamen worden toegepast.
De aandrijfmotor 48 van de rondgaande slibschraap-constructie 41 is in het algemeen aan de buitenomtrek van het 5 basin aangebracht. Wanneer reeds bestaande inrichtingen volgens de uitvinding worden omgebouwd, dan moet erop worden gelet, dat voor de rondgaande beweging van de drijflichamen 50 een grotere hoeveelheid energie noodzakelijk is. De aandrijfmotor 48 moet dan worden verwisseld voor een sterkere motor.
10 De drijflichamen 50 zijn voorzien van massieve of holle . ribben, die gezamenlijk in radiale richting lopen, terwijl de hier ongeveer loodrecht op staande ribben de bovenste bevestigingsele-menten 57 vormen, waar het water en het drijvende slib ongehinderd onderdoor kunnen stromen. De diepgang van de drijflichamen is zo-15 danig gekozen, dat in radiale richting een ongehinderde oppervlak-testroming mogelijk is. De radiale ribben van de drijflichamen 50 bestaan aan de onderkant uit wigvormige driehoekige lichamen, zodat de opstijgende slib ongehinderd hierlangs kan glijden. Toor het inbrengen, het opheffen en het transport zijn haken 59 aan de 20 drijflichamen bevestigd. De drijflichamen zijn aan hun ribben resp. aan hun buitenste vlakken bekleed met een elastisch materiaal, bijvoorbeeld polyethyleenschuim of een rubberlaag. De afzonderlijke drijflichamen 50 hebben in radiale richting resp. loodrecht hierop losneembare verbindingselementen 60, bijvoorbeeld schroefverbin-25 dingen, waarmee de drijflichamen 50 tot een samengesteld systeem kunnen worden verbonden. Door het losmaken van de verbindingselementen 60 kan het systeem weer in zijn onderdelen worden uiteengenomen.
Het lamellensyteem 5 en 7 volgens de Fig. 1 en 2, de 30 elementen van het lamellenvulstuk 21 volgens de Fig. 3-5 en de lamellen volgens de Fig. 6-9 werken het gunstigst en het meest rendabel wanneer zij zijn uitgevoerd volgens de Fig. 10-15.
In Fig. 10 is een lamellenconstructie weergegeven, waarvan de verticaal lopende kanalen 64 zijn gevormd resp. worden 35 begrensd door cirkelboogvormige scheidingselementen 65.
Bij de uitvoering volgens Fig. 11 worden bijzonder goede neerslageigenschappen verkregen, daar de dwarsdoorsnede vele 800 1 3 03 - 18 - scherpe hoekpunten "bevat, waar de verontreinigingen "bijzonder goed neerslaan. jDe scheidingselementen 65 zijn zodanig opgehouwd, dat de randen van de afzonderlijke cirkelbogen telkens in het midden van de binnenzijde van de grenzende boog raken of daar 5 zijn bevestigd.
De stralen r van de scheidingselementen 65 zijn bij voorkeur gelijk. Met het oog op de fabricage en de montage alsmede voor het verkrijgen van een zo groot mogelijk specifiek oppervlak is het gunstig wanneer de middelpunten van de afzonderlijke cir-10 kelbogen met elk tweede snijpunt 67 van het vierkante of rechthoekige netwerk 66 samenvallen. De maaswijdte t van het vierkante of rechthoekige netwerk 66 is doelmatig groter dan de straal r, echter (bij vierkante netwerken) kleiner dan het produkt r.V2.
Zou de maaswijdte t namelijk kleiner zijn dan de straal r, dan 15 zouden moeilijk te vervaardigen, gecompliceerde dwarsdoorsneden ontstaan. Bij t^rT^Ö raken de cirkelbogen elkaar niet meer, en er ontstaan geen scherpe hoekpunten.
In een gunstige uitvoeringsvorm is de lamellenconstructie op de in Fig. 12 weergegeven wijze uit buizen samengesteld.
20 In het buitenoppervlak van de buizen 68, zijn in de lengterichting spleten 69 aangebracht, die zich over de halve lengte van de buis uitstrekken. Door middel van deze spleten kunnen de buizen worden s amengevo egd.
De lamellenconstructie kan ook uit de in Fig. 15 weer-25 gegeven boogvormige scheidingselementen 65 bestaan. Het betreft hier halve cirkelbogen, die langs hun buitenste manteloppervlak met elkaar zijn verbonden tot een samengesteld systeem. Op deze wijze ontstaat een golfvormig element, dat met een tweede, evenzo uitgevoerd element wordt samengevoegd, zodat de boogranden van het 50 eerste element tegenover het midden van het tweede element zijn gelegen. De elementen bestaan doelmatig uit vacuüm gevormde kunststof of uit een andere ten opzichte van de te behandelen vloeistof neutraal materiaal. De elementen kunnen door middel van verbindingselementen, door middel van lijmen of door middel van lassen met el-55 kaar zijn verbonden.
Bij de in Pig. 14 weergegeven uitvoering zijn de afzonderlijke halve cirkelbogen met elkaar verbonden door tussen 800 1 3 03 - 19 - komst van vlakke platen 70. De halve cirkelbogen en de vlakke platen 70 vormen een samengesteld bouwelement.
In Fig. 15 ia een uit de elementen volgens Fig. 14 opgebouwde lamellenconstructie weergegeven) waarbij de tussen de 5 scheidingselementen 65, bij voorkeur in de lijnen van het vierkante of rechthoekige netwerk 66 vlakke scheidingselementen 72 zijn aangebracht. Een verdere vergroting van het specifieke oppervlak wordt verkregen door de op de cirkelboogvormige scheidingselementen 65 en/of de vlakke scheidingselementen 72 gevormde verhogingen 71* 10 Aan de randen van de lamellenconstructie volgens Fig. 10 bevinden zich afsluitende scheidingselementen 73 met een geheel cirkelvormige dwarsdoorsnede, die langs een enkele beschrijvende zijn gespleten.
De in de Fig. 10-15 weergegeven lamellenconstructie 15 volgens de uitvinding kan niet alleen op de hier weergegeven wijze maar nog op talrijke andere manieren met voordeel worden toegepast. In een schuine opstelling is de lamellenconstructie zeer geschikt voor het reinigen van slibhoudend water door middel van de zwaartekracht .
20 Een ander belangrijk -toepassingsgebied vormt het af scheiden van vlokken. De lamellenconstructie wordt hierbij gebruikt voor het neerslaan van de in het drink- of afvalwater aanwezige vlokken, en vervolgens bij de derde graads reiniging.
Een eveneens belangrijk toepassingsgebeid vormen de 25 flotatiesys temen, waarbij de lamellenconstructie volgens de uit vinding met voordeel kan worden toegepast voor de na de flotatie noodzakelijke afscheiding. Ook kunnen bijvoorbeeld vetten, oliën, vezelstoffen (de verontreinigingen van de papierindustrie) worden verwijderd, alsmede stoffen die soortelijk zwaarder zijn dan water 30 (bijvoorbeeld in het industriële afvalwater van de metaal- en kolenverwerking), en het levende slib van de met levend slib werkende af valwat err einigings sys temen.
Het schuin aangebrachte lamellensysteem kan ook worden toegepast voor het door middel van de zwaartekracht verdichten en 35 ontwateren van slib. Hierbij kan gelijktijdig tussen de buisvormige lamellen nog een estra trillingsverdichting worden toegepast.
Bij een verticaal aangebrachte lamellenconstructie stroomt de vloeistof in de vorm van een film naar beneden, welke 800 1 3 03 - 20 - film met de lucht in aanraking is. In deze vorm is de lamellenconstructie geschikt om vloeistoffen in contact te brengen met gassen, bijvoorbeeld bij het biologisch reinigen van afvalwater met druppellichamen.
5 Een ander toepassingsgebied is het ontgassen van vloei stoffen. De te ontgassen vloeistof wordt van boven af aan het lamellensysteem toegevoerd en loopt door de werking van de zwaartekracht gelijkmatig naar beneden, waarbij het gas uit de vloeistof treedt.
10 Een volgend belangrijk toepassingsgebied is het koelen van technologisch afvalwater, waarbij de lamellenconstructie volgens de uitvinding ten gevolge van de ten opzichte van het volume grote oppervlakken een intensieve koeling mogelijk maakt, daar tussen de vloeistof en de lucht een groot aanrakingsvlak aanwezig 15 is.
800 1 3 03

Claims (25)

1. Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen in het bijzonder voor het afscheiden van in de vloeistof aanwezige soortelijk lichtere of soortelijk lichtere en zwaardere vaste en/of vloeibare deeltjes, in het bijzonder voor cilindrische of veel- 5 hoekige basins met een loodrechte hartlijn, welke basins in de stromingsrichting van de vloeistof gezien, een voorafscheidings-kamer en een uit één of meer trappen bestaande afscheidingskamer bevatten, met het kenmerk, dat in de scheidingskamer of in een deel van de scheidingskamer een of meerdere lamellen- 10. constructies zijn aangebracht, die evenwijdig aan elkaar lopende kanalen bevatten.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het basin as-symmetrisch en radiaal wordt doorstroomd, met het kenmerk, dat in de voor de afscheiding (druppelvorming + separatie) 15 dienende kamer (6) een horizontaal of nagenoeg horizontaal samengesteld lamellensysteem (7) aanwezig is met een inwendig cirkelvormig instroom- en een uitwendig cirkelvormig uitstroomoppervlak en in de middelste kamer (6) om de centrale schacht (2) een schuin aangebrachte lamellenvulstuk (5) is aangebracht, dat van 20 binnen naar buiten toe wordt doorstroomd.
5. Inrichting volgens conclusie 2,met het ken merk, dat de dwarsdoorsnede van het horizontale of nagenoeg horizontale samengestelde lamellensysteem (7) uit horizontale met elkaar verbonden half-cirkelboogvormige en/of cirkelboogvormige 25 elementen bestaat, die boven elkaar in verticale en horizontale richting symmetrisch op elkaar aansluiten, en de stromingsrichting loodrecht op de bogen resp. cirkelbogen staat.
4. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij het basin li neair wordt doorstroomd, met het kenmerk, dat het bij 30 voorkeur cirkelvormige basin (17) door tn hoofdzaak evenwijdige scheidingswanden (22, 23) in de richting van de stroming gezien in een voorafscheidingskamer (19), een afscheidingskamer (25) en een 800 1 3 03 - 22 - opslagkamer (29) is verdeeld, welke kamers door middel van buis-leidingen met elkaar zijn verbonden, en in de afscheidingskamer (25) voor de overloopkant (28) een schuin lamellenvulstuk (21) is aangebracht.
5. Inrichting volgens conclusie 1, voor een radiaal door- stroomd basin, dat is voorzien van een rondgaande slibschraapcon-structie, met het kenmerk, dat de lamellen (52) zijn bevestigd aan drijflichamen en/of aan de rondgaande radiale brug-constructie, en gezamenlijk met de schraapconstractie rondlopen en 10 dat de kanalen tussen de lamellen radiaal gericht zijn en vanaf het middelpunt naar buiten toe omhooglopen.
6. Inrichting volgens conclusie 3, 1 e t het ken merk, dat de schuin aangebrachte lamellenconstructie (52) zich over het gehele oppervlak van het basin uitstrekt. 15 7* Inrichting volgens conclusie 5» ® e t het ken merk, dat de schuin aangebrachte lamellenconstructie (52) slechts de buitenste ring van het basin (40) beslaat.
8. Inrichting volgens conclusie 5» m e t het ken merk, dat de schuin aangebrachte lamellenconstructie (52) slechts 20 in een segment van het basin (40) en eventueel slechts in het buitenste ringvormige deel van het segment is aangebracht en de middelpuntshoek van het segment bij voorkeur 30-270° bedraagt.
9· Inrichting volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de lamellen (52) met hun uiteinden aan een 25 drijflichaam (50) zijn bevestigd en de drijflichamen (50) door middel van boven het vloeistofoppervlak aanwezige radiaal lopende verbindingselementen (57) met elkaar zijn verbonden.
10. Inrichting volgens een der conclusies 5-9, met het kenmerk, dat de drijflichamen (50) aan hun omtrek zijn voor-50 zien van ribben. 800 1 3 03 - 23 -
11. Inrichting volgens een der conclusies 5-10, met het kenmerk, dat in de drijf lichamen (50) loodrecht op de radiale richting staande openingen (55) zijn aangebracht en elke opening voor tenminste 80% boven het wateroppervlak ligt.
12. Inrichting volgens een der conclusies 5-11, met het kenmerk, dat de drijf lichamen (50) aan hun bovenste ribben zijn voorzien van haken (59).
13· Inrichting volgens een der conclusies 5-12, met het kenmerk, dat het onderste deel van de radiale ribben van de -|0 drijf lichamen (50) zijn gevormd als wigvormige drie-hoekige licha men (58).
14· Inrichting volgens een der conclusies 5-13, met het kenmerk, dat de verlengde ophangelementen (51) van de drijf-lichamen (50) zijn uitgevoerd als steunvoeten (54).
15. Inrichting volgens een der conclusies 5-14» met het kenmerk, dat vanaf de direct voor de overloopkant (47) gelegen drijflichamen (50) een hangende wand (56) zich tot aan de bodem van het basin (40) uitstrekt.
16. Inrichting volgens een der conclusies 5-15» met het 20 kenmerk, dat de drijflichamen (50) door middel van losneembare verbindingselementen (60) met elkaar zijn verbonden.
17. Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen in het bijzonder voor het afscheiden van vreemde stoffen, voor het met gas in contact brengen van de vloeistof of voor het biologisch 25 behandelen of het koelen van de vloeistof, waarbij de inrichting is voorzien van een lamellenconstructie met evenwijdig aan elkaar lopende kanalen, m et het kenmerk, dat de wanden van de kanalen (64) zodanig zijn gevormd door scheidingselementen (65) met cirkelboogvormige dwarsdoorsneden met bij voorkeur gelijke 50 stralen, dat de randen van de afzonderlijke cirkelbogen het midden van de inwendige vlakken van de aangrenzende cirkelboog raken of daar zijn bevestigd, en de middelpunten van de cirkelbogen in 800 1 3 03 - 24 - elk tweede snijpunt (67) van een vierkant of rechthoekig netwerk (66) liggen.
18. Inrichting volgens conclusie 17, a e t het ken merk, dat de maaswijdte (t) van het vierkante of rechthoekige 5 netwerk (66) groter is dan de straal (r) van de cirkelbogen.
19· Inrichting volgens conclusie 17 of 18, a e t het kenmerk, dat de lamellencons truc tie is opgebouwd uit sehei-dingselementen (65) met een dwarsdoorsnede van een halve cirkelboog.
20. Inrichting volgens conclusie 17, met het ken merk, dat de scheidingselementen (65) met een cirkelboogvormige dwarsdoorsnede bestaan uit buizen (68) waarvan het buitenoppervlak langs een beschrijvende tot halverwege de lengte van de buizen is opengespleten en de afzonderlijke buizen (68) door het in elkaar 15 steken van de spleten (69) zijn samengevoegd.
21. Inrichting volgens een der conclusies 17-19» met het kenme rk, dat de scheidingselementen (65) met een cirkelboogvormige dwarsdoorsnede met hun buitenoppervlakken aan elkaar zijn bevestigd en een samengesteld bouwelement vormen.
22. Inrichting volgens een der conclusies 17-19» met het kenmerk, dat de scheidingselementen (65) met een cir kelboogvormige dwarsdoorsnede via hier tussen aangebrachte vlakke platen (70) met hun buitenoppervlakken aan elkaar zijn bevestigd en een samengesteld bouwelement vormen.
23. Inrichting volgens een der conclusies 17-22, met het kenmerk, dat tussen de scheidingselementen (65) cirkelboogvormige dwarsdoorsnede - doelmatig op de lijnen van een vierkant of rechthoekig netwerk (66) - ook vlakke scheidingselementen (72) zijn aangebracht.
24. Inrichting volgens conclusie 23,met het ken merk, dat de boogvormige scheidingselementen (65) en/of de 800 1 3 03 - 25 - vlakke scheidingselementen (72) zijn voorzien van verhogingen (71)·
25· Inrichting volgens een der conclusies 17-24» met het kenmerk, dat aan de rand een afsluitend scheidings-element (73) is aangebracht met een volledig cirkelvormige dwars-5 doorsnede, waarvan de buitenomtrek langs één enkele beschrijvende is opengespleten.
26. Inrichting volgens een der conclusies 1-16, m e t het kenmerk, dat de elementen van de lamellenconstructie zijn uitgevoerd volgens de conclusies 17-25· 800 1 3 03
NL8001303A 1979-03-26 1980-03-04 Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen. NL8001303A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
HUGU000329 1979-03-26
HU79GU329A HU180771B (hu) 1979-03-26 1979-03-26 Berendezés folyadékok kezelésére kör- vagy sokszögalakú, radiális átfolyású, körbejáró iszapkotró szerkezettel ellátott medencével
HUNO000234 1979-06-15
HUNO000234 HU182551B (hu) 1979-06-15 1979-06-15 Berendezés folyadékok kezelésére

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001303A true NL8001303A (nl) 1980-09-30

Family

ID=26318483

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001303A NL8001303A (nl) 1979-03-26 1980-03-04 Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4559141A (nl)
AT (2) AT374373B (nl)
AU (1) AU535519B2 (nl)
CA (1) CA1155068A (nl)
DD (1) DD149024A5 (nl)
DE (2) DE3002417C2 (nl)
ES (2) ES488331A0 (nl)
FR (1) FR2452304A1 (nl)
GB (1) GB2046609B (nl)
IE (1) IE49431B1 (nl)
IT (1) IT1133078B (nl)
NL (1) NL8001303A (nl)
SE (1) SE8000739L (nl)

Families Citing this family (29)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
HUT36431A (en) * 1981-03-11 1985-09-30 Imre Gyulavari Multiple-disc device for treating liquids
DE3426737A1 (de) * 1984-07-20 1986-01-30 Günther Dipl.-Ing. 6300 Gießen Förster Verfahren und vorrichtung zur aufarbeitung von klaerschlamm
DE3626484A1 (de) * 1986-08-05 1988-02-18 Passavant Werke Absetz- und eindickbehaelter fuer die fest-fluessig-trennung
DE3811078A1 (de) * 1988-03-30 1989-10-12 Berliner Wasser Betriebe Anlage zum nachreinigen von abwasser
US4933524A (en) * 1988-06-17 1990-06-12 Envirotech Corporation Clarifier apparatus and methods with 3-D arrays
SE469510B (sv) * 1990-02-14 1993-07-19 Stiftelsen Ct Foer Dentaltekni Sedimenteringsapparat i synnerhet foer att avskilja amalgam fraan vatten
GB9313589D0 (en) * 1993-07-01 1993-08-18 Southern Water Services Ltd Separating liquid suspensions
AT401013B (de) * 1995-01-23 1996-05-28 Oekologia Beteiligungs Handels Anlage zum reinigen von entfettungsmitteln
AT517U1 (de) * 1995-01-23 1995-12-27 Oekologia Beteiligungs Handels Anlage zum reinigen von entfettungsmitteln
US5814286A (en) * 1996-08-22 1998-09-29 Ormat Process Technologies, Inc. Apparatus for separating solvent in a feed of solvent and deasphalted oil
US5736037A (en) * 1996-08-29 1998-04-07 Meurer; Charles Lonnie Foldable tube settler and method of installing tube settler
US6056128A (en) * 1998-08-04 2000-05-02 Glasgow; James A. Coalescer with removable cartridge
SE519052C2 (sv) * 2001-05-14 2003-01-07 Hyosong M Lee Anordning och förfarande för att rena en kontinuerligt strömmande vätskesuspension från fina fasta partiklar
JP4470486B2 (ja) * 2003-12-26 2010-06-02 栗田工業株式会社 沈殿槽
US7367459B2 (en) * 2006-04-27 2008-05-06 Thermaco, Inc. Passive grease trap using separator technology
US7641805B2 (en) * 2007-10-30 2010-01-05 Thermaco, Inc. Passive grease trap with pre-stage for solids separation
DE102008026206A1 (de) * 2008-05-30 2009-12-03 Invent Umwelt- Und Verfahrenstechnik Ag Vorrichtung zum Reinigen von Abwasser
FR2961200A1 (fr) * 2010-06-10 2011-12-16 Water Cycle Installation de traitement d'effluent
NO333990B1 (no) * 2011-10-21 2013-11-11 Green Well Technology As Anordning for påfylling og resirkulering av smøreolje eller tetningssolje(grease) i stigerør
CN103157304B (zh) * 2013-04-15 2015-05-20 重庆大学 一种同向流斜板沉淀装置
US10343089B2 (en) 2015-02-27 2019-07-09 Recovered Energy, Inc. Liquid refinement
US10343088B2 (en) 2015-02-27 2019-07-09 Recovered Energy, Inc. Liquid refinement
US9782699B2 (en) 2015-02-27 2017-10-10 Recovered Energy, Inc. Liquid refinement
ES2584288B1 (es) * 2015-03-25 2017-09-26 Ilurco, Sa Sistema de depuración de aguas residuales
US9932247B1 (en) 2015-03-27 2018-04-03 Thermaco, Inc. Passive grease trap using separator technology
EP3378841A1 (en) * 2017-03-24 2018-09-26 Waterleau Group Nv Waste water treatment plant
US10662081B2 (en) 2018-05-11 2020-05-26 Gas Liquids Engineering, Ltd. Skim tank for treating production fluids
CN111661991B (zh) * 2020-06-01 2022-04-12 湖北众堃科技股份有限公司 一种一体化污泥浓缩池
CN114656105B (zh) * 2022-03-16 2023-05-16 农业部沼气科学研究所 多功能废水处理装置

Family Cites Families (34)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US863168A (en) * 1906-01-17 1907-08-13 Ontario Nickel Company Ltd Means for use in separating the more soluble constituents of a material from the less soluble constituents thereof.
US1718871A (en) * 1926-08-19 1929-06-25 Carl H Nordell Method of and means for separating comminuted matter from the liquid in which it is immersed
DE711914C (de) 1939-06-29 1941-10-08 Heinrich Doenges Vorrichtung zum Ausraeumen runder Absetzbehaelter
BE465066A (nl) * 1945-07-31
DE946609C (de) 1952-09-23 1956-08-02 Passavant Werke Schlammraeumer fuer Rundklaerbecken mit oberhalb des Beckenbodens eingebautem, vom Schlammraeumer zu unterfahrenden Abwasserzulauf
FR1098155A (fr) * 1954-01-09 1955-07-19 S E T U D E Procédé et dispositifs pour la décantation des liquides chargés de particules en suspension
US3067878A (en) * 1959-07-07 1962-12-11 Albert L Genter Method and apparatus for settling solids from liquids
DE1131602B (de) * 1960-06-29 1962-06-14 Westfalia Dinnendahl Groeppel Rundeindicker
US3346122A (en) * 1965-09-10 1967-10-10 Shell Oil Co Plate separator with drainage gutter
NL6618398A (nl) * 1966-12-30 1968-07-01
US3482694A (en) * 1967-06-27 1969-12-09 Neptune Microfloc Inc Method and apparatus for separation of solids from liouids
US3399135A (en) * 1967-09-29 1968-08-27 Neptune Microfloc Inc Method of removing solids from liquids
NL6801614A (nl) * 1968-02-05 1969-08-07
US3491892A (en) * 1968-04-15 1970-01-27 Neptune Microflo Inc Multichannel device for liquid treatment
NL6909974A (nl) * 1969-06-28 1970-12-30
SE368776B (nl) * 1969-06-28 1974-07-22 Pielkenrood Vinitex Bv
SE341575B (nl) * 1969-11-05 1972-01-10 Alfa Laval Ab
US3615025A (en) * 1969-12-19 1971-10-26 Neptune Microfloc Inc Solids-liquid separator with vertically spaced tube-settlers
NL7001713A (nl) * 1970-02-06 1971-08-10 Pielkenrood Vinitex Bv
US3613889A (en) * 1970-06-16 1971-10-19 Sherwood Reed Floating settler for separation of liquid and solid phases
BE789233A (fr) 1971-09-28 1973-01-15 Degremont Procede et appareil perfectionnes pour l'epuration biologique des eaux residuaires
CH530940A (de) * 1971-10-26 1972-11-30 Pista Sa Prismatisches Längsklärbecken für Flüssigkeiten
US3741401A (en) * 1971-11-26 1973-06-26 Neptune Microfloc Inc Perforated tube module for liquid treatment
US4133771A (en) * 1972-04-25 1979-01-09 Pielkenrood-Vinitex B.V. Apparatus for bringing about particle growth in a flowing liquid suspension
US3899427A (en) * 1972-06-10 1975-08-12 Begg Cousland & Co Ltd Device for separating particles from a fluid stream
NL7317649A (nl) 1973-12-22 1975-06-24 Pielkenrood Vinitex Bv Werkwijze en inrichting voor het afscheiden van in een vloeistof gesuspendeerde bestanddelen.
US3898164A (en) * 1974-06-24 1975-08-05 Neptune Microfloc Inc Perforated tube module for liquid treatment
DE2640803C2 (de) * 1975-09-18 1982-03-11 Thune-Eureka A/S, Tranby Lamellenseparator zur Sedimentierung
DE2551907B2 (de) * 1975-11-19 1979-06-07 Fried. Krupp Gmbh, 4300 Essen Flockungsreaktor
US4132651A (en) * 1976-02-19 1979-01-02 Dejong Leendert W C Separating device to separate two liquids of different specific gravity
NL7604390A (nl) * 1976-04-23 1977-10-25 Ballast Nedam Groep Nv Werkwijze en inrichting voor het van elkaar scheiden van water in daarin voorkomende stoffen.
FR2364860A1 (fr) * 1976-09-17 1978-04-14 Degremont Appareil monobloc pour l'epuration des eaux
CH615597A5 (en) * 1977-01-26 1980-02-15 Sulzer Ag Process and apparatus for settling settleable particles contained in liquids
US4184954A (en) * 1979-03-23 1980-01-22 Peterson Albert C Sedimentation device and method for purifying waste water

Also Published As

Publication number Publication date
DE8001771U1 (de) 1984-02-09
FR2452304A1 (fr) 1980-10-24
SE8000739L (sv) 1980-09-27
US4559141A (en) 1985-12-17
IE49431B1 (en) 1985-10-02
IT8067460A0 (it) 1980-03-25
ES8102062A1 (es) 1980-12-16
ES8106871A1 (es) 1981-09-01
CA1155068A (en) 1983-10-11
AT383575B (de) 1987-07-27
AU5685980A (en) 1980-10-02
ES488331A0 (es) 1980-12-16
IE800604L (en) 1980-09-26
DE3002417A1 (de) 1980-10-02
ATA136983A (de) 1986-12-15
IT1133078B (it) 1986-07-09
ATA45280A (de) 1983-09-15
DD149024A5 (de) 1981-06-24
ES495057A0 (es) 1981-09-01
DE3002417C2 (de) 1984-12-20
AT374373B (de) 1984-04-10
GB2046609A (en) 1980-11-19
GB2046609B (en) 1983-08-24
AU535519B2 (en) 1984-03-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001303A (nl) Inrichting voor het behandelen van vloeistoffen.
CN102089054B (zh) 分离装置及分离方法
JP4358906B2 (ja) 分離装置と方法
US8889000B2 (en) Apparatus, methods, and system for treatment of stormwater and waste fluids
CZ19898A3 (cs) Zařízení pro přerušovanou separaci tuhých částic z tekutiny a způsob jejího provádění
CN105293734B (zh) 可调过滤式油水混合物分离的隔油池装置
KR100649180B1 (ko) 경사판 침전을 이용한 초기우수(비점오염원) 및 하수관거월류수 처리장치
HU212539B (en) Method and apparatus for removing solid contaminations from sewage
NL8202978A (nl) Scheidingsinrichting, in het bijzonder voor het scheiden van olie en zand van afvalwater.
KR200424846Y1 (ko) 경사판 침전을 이용한 초기우수(비점오염원) 및 하수관거월류수 처리장치
CN103285628A (zh) 一种排泥斜管沉淀池
EP0215862B1 (en) A lamella separator
GB2114013A (en) Liquid treatment apparatus
NL7908539A (nl) Scheiding.
JP2005279623A (ja) 油水分離排水処理方法および装置
GB2508534A (en) Contact filter device for separating suspended matter from water
JPS5916486B2 (ja) 液体の処理装置
EP4286027A1 (en) Hydrodynamic separator
RU2467784C2 (ru) Установка разделения неустойчивых водонефтяных, водомасляных эмульсий
CA1150641A (en) Apparatus for the separation of solid and/or liquid particles from a liquid
RU160669U1 (ru) Фильтрующий патрон для очистки поверхностных сточных вод
KR102184789B1 (ko) 저에너지 동적 정수시스템 및 정수방법
NL194265C (nl) Werkwijze voor het reinigen van filtermateriaal en waterafvoersamenstel hiertoe.
HU182551B (hu) Berendezés folyadékok kezelésére
HU183927B (hu) Berendezés folyadékok kezelésére

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed