NL8000505A - Voerhek voor veestallen. - Google Patents
Voerhek voor veestallen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000505A NL8000505A NL8000505A NL8000505A NL8000505A NL 8000505 A NL8000505 A NL 8000505A NL 8000505 A NL8000505 A NL 8000505A NL 8000505 A NL8000505 A NL 8000505A NL 8000505 A NL8000505 A NL 8000505A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- operating rod
- feeding fence
- profile
- fence
- profile beam
- Prior art date
Links
- 244000144972 livestock Species 0.000 claims description 9
- 210000003739 neck Anatomy 0.000 claims description 7
- 230000005484 gravity Effects 0.000 claims description 2
- 230000000087 stabilizing effect Effects 0.000 claims description 2
- 241000283690 Bos taurus Species 0.000 description 9
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 description 3
- 230000001154 acute effect Effects 0.000 description 2
- 210000000689 upper leg Anatomy 0.000 description 2
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/06—Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings
- A01K1/0606—Devices for fastening animals, e.g. halters, toggles, neck-bars or chain fastenings by means of grids with or without movable locking bars
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Zoology (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
Description
79217 vA/mm 4 *
Aanvraagster: De Erven G. de Boer B.V.
Westerplantage 1-7, 8911 DC LEEUWARDEN.
Korte aanduiding : Voerhek voor veestallen.
De uitvinding heeft betrekking op een voerhek voor veestallen, voorzien van tenminste een horizontale profiel-ligger en van. een aantal doorlaatopeningen voor de koppen en halzen van telkens een stuk vee met door het vee bediende 5 vanginrichtingen, welke elk tenminste één evenwijdig aan het vlak van het hek beweegbare, om een aan een vast deel van het hek scharnierende spijl omvatten, welke door een ont-grendelbare centrale vergrendeling in de vangstand kan worden vastgezet, waarbij de centrale vergrendeling een zich 10 langs het voerhek uitstrekkende, beweegbare bedieningsstang heeft voor het gemeenschappelijk ver- of ontgrendelen van de scharnierende spijlen.
Een voerhek van deze soort is uit de praktijk bekend. Daarbij omvat het hek een horizontale bovenligger en een 15 horizontale onderligger, waartussen een aantal vertikale spijlen op een zodanige afstand van elkaar zijn bevestigd, dat een rund zijn kop niet tussen de spijlen kan doorsteken.
Op bepaalde afstanden bevindt zich een doorlaatopening voor de koppen en halzen van telkens een stuk vee. Deze doorlaat-20 openingen worden gevormd, doordat in plaats van een doorlopende vertikale spijl een geknikte vaste spijl aanwezig is, die nabij zijn knikpunt een beugel draagt die met behulp van een scharnieras een in het vlak van het hek scharnierende spijl draagt, welke tussen twee eindstanden kan 25 bewegen. In de ene eindstand staat de scharnierende spijl onder een scherpe hoek met de vertikaal, waardoor een V-vor-mige doorlaatopening ontstaat. Wanneer het rund zijn kop door deze opening steekt en de kop daarna naar beneden beweegt om het zich aan de andere zijde van het voerhek be-30 vindende voer te grijpen, drukt hij met zijn hals op de onder· 800 0 5 05 2 ste helft van de scharnierende spijl, die dan in de vertikale stand kantelt en automatisch wordt vergrendeld. De opening tussen de scharnierende spijl en de daaraan grenzende vaste, vertikale spijl is op zodanige wijze verkleind ten opzichte 5 van de eerder aanwezige, nagenoeg V-vormige opening, dat de hals van het rund er nog gemakkelijk inpast, maar dat het rund de bredere kop niet meer kan terugtrekken, waardoor het in het hek gevangen zit, terwijl het van het achter het hek aanwezige voer eet. Indien de runderen voldoende voer heb-10 ben gegeten, kan de dierenverzorger met behulp van de bedieningsinrichting van de centrale vergrendeling de vanginrichtingen weer openen, waarbij de scharnierende spijl weer in zijn schuine stand slaat en de runderen hun kop kunnen terugtrekken. Vervolgens kan met behulp van de bedie-15 ningsinrichting het hek weer in de vang-of gesloten stand worden gebracht, zodat de aan de ene zijde van het hek aanwezige runderen niet meer bij het aan de andere zijde aanwezige voer kunnen komen.
De uitvinding betreft meer in het bijzonder de ver-20 grendeling van de scharnierende spijlen. Bij het bekende voerhek is bovenop de horizontale ligger een beweegbare be-dieningsstang aangebracht, welke aan de bovenzijde een aantal nokken draagt, die kunnen samenwerken met aan de bovenzijde van de scharnierende spijlen draaibare pallen of klep-25 pen. Door het drdaien of verschuiven van de bedieningsstang tussen twee eindstanden kunnen de scharnierende spijlen worden ver- respectievelijk ontgrendeld.
Bij deze bekende grendelinrichting is geen bescherming aanwezig tegen vuil, voerresten en aanraking door de 30 dieren, terwijl uitstekende delen aanwezig zijn, waaraan zowel de halsbanden van het vee als de kleding en lichaamsdelen van dierenverzorgers achter kunnen blijven haken.
Het doel van de uitvinding is het opheffen van deze bezwaren, wat wordt bereikt, doordat de beweegbare bedie-35 ningsstang van het grendelmechanisme in hoofdzaak binnen de horizontale profielligger is aangebracht.
Door de uitvinding wordt bereikt, dat de bedienings-stang geheel wordt beschermd tegen vuil en mechanische invloeden door de horizontale profielligger, waardoor geen ver- SC O 0 5 05 * « ê 3 vulling of vasthaken van mens of dier kan optreden.
Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is de profielligger aan de zijde van de scharnierende spijlen voor elke vanginrichting voorzien van één of meer 5 openingen voor het doorlaten van delen van één of meer gren-delelementen voor de spijlen. Doelmatig zijn deze openingen spieetvormig en zijn met regelmatige tussenafstanden aangebracht .
Volgens een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de 10 uitvinding omvat de beweegbare bedieningsstang een U-profiel, dat met de opening naar de zijde van de scharnierende spijlen is gericht.
Doelmatig zijn daarbij tussen de fl-enzen van het U-profiel een aantal grendelpallen gescharnierd, die elk één 15 of meer scharnierende spijlen kunnen ver- of ontgrendelen.
De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening van enkele uitvoeringsvoor- · • beelden.
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een voerhek volgens 20 de uitvinding in de open stand.
Figuur 2 toont het voerhek volgens figuur 1 in de gesloten of vangstand.
Figuur 3 toont op grotere schaal een detail van de bovenzijde van een voerplaats met vanginrichting volgens 25 figuur 1.
Figuur 4 is een zijaanzicht in gedeeltelijke doorsnede over de lijn IV-IV in figuur 3·
Figuur 5 is een zijaanzicht in doorsnede over de lijn V-V in figuur 3· 30 Figuur 6 is een detail op vergrote schaal van het bovengedeelte van het hek met een voerplaats en de vanginrichting in de gesloten stand.
Figuur 7 is een zijaanzicht in doorsnede over de lijn VII- VII in figuur 6, 35 Figuur 8 is een zijaanzicht in doorsnede over de lijn VIII- VIII in figuur 6.
Figuur 9 toont een perspectivisch aanzicht op vergrote schaal van een grendelpal in de ingetrokken of ontgrendelende toestand.
800 0 5 05 4 *, * .
Figuur 10 toont een soortgelijk aanzicht als figuur 9» waarbij de grendelpal echter in de uitgestoken of vergrendelende stand is.
Volgens de tekening en in het bijzonder de figuren 1 5 en 2 is het voerhek volgens de uitvinding samengesteld uit een aantal onderling gekoppelde, hekelementen 2a, 2b, 2c, enz. naar gelang de gewenste lengte van het hek. Hier zal eenvoudigheidshalve slechts het hekelement 2b worden beschreven, dat vijf voerplaatsen met bijbehorende vangin-10 richtingen omvat.
Elk hekelement is opgebouwd uit een bovenste en een onderste horizontale profielligger 3 respectievelijk 4, bij voorkeur met een vierkante dwarsdoorsnede, welke zijn bevestigd tussen de vertikale, vaste kolommen 5 en 6. De 15 profielliggers 3 en 4 zijn in hoofdzaak onderling evenwijdig, liggen in êên in hoofdzaak vertikaal vlak en zijn verbonden door een aantal vaste spijlen 7» 8, die in hoofdzaak vertikaal verlopen en met het ene einde zijn bevestigd aan de bovenligger 3 en het andere aan de onderligger 4. Daar-20 naast is nog een ander type vaste spijl 9 aanwezig, dat geknikt is en gevormd wordt door een onderste, nagenoeg vertikaal gedeelte 10, dat aan de onderste profielligger 4 is bevestigd, en zich ongeveer over een derde van de totale hoogte van het hek uitstrekt. Op het onderste spijlgedeelte 25 10 sluit met een knik of bocht een bovenste spijlgedeelte 11 aan, waarvan het boveneinde is bevestigd aan een steun 12 die zich onder een scherpe hoek met de vertikaal uitstrekt. De steun 12 is aan het ene einde verbonden nabij het boveneinde van de vaste vertikale spijl 8, en aan het andere einde 30 aan de onderzijde bevestigd van de horizontale ligger 3» vertikaal op enige afstand rechts van het (denkbeeldige) verlengde van het spijlgedeelte 10. De bevestiging van het schuine spi jlgedeelte 11 aan de hellende steun .12 vindt op korte afstand plaats van de verbinding van de steun 12 met 35 de spijl 8. Onder de knik of bocht in de vaste, geknikte spijl 9 is een twee-armige beugel 13 bevestigd, waarbij tussen de armen van deze beugel een scharnieras 14 verloopt, die zich door de scharnierende spijl 15 uitstrekt. Deze spijl 15 kan scharnieren tussen de ene eindstand, die in figuur 1 800 0 5 05 * i 5 is weergegeven, en waarbij een in hoofdzaak V-vormige door-laatopening wordt vrijgelaten voor de schematisch aangeduide kop 16 van een rund* Wanneer dit rund de kop 16 met de hals 17 naar beneden beweegt wordt de scharnierende spijl 15 5 om de scharnieras 14' gedraaid en beweegt in de vertikale eindstand, die in figuur 2 is weergegeven, waarin de vanginrichting is gesloten, zodat het rund met de hals 17 tussen de spijlen 7 en 15 is opgesloten en met de met streep-lijnen getekende kop 16 het (niet weergegeven) voer kan be-10 reiken.
In de figuren 3 t/m 10 zijn details weergegeven van de grendelinrichting volgens de uitvinding. In de bovenste horizontale profielligger 3 is een in dwarsdoorsnede U-vormige bedieningsstang 18 voor het grendelmechanisme aange-15 bracht. Dit U-profiel 18 rust met de onderzijde van de nagenoeg vertikale flenzen 19 en 20 op de binnenzijde van het horizontale onderbeen van de vierkante profielligger 3 en is daaroverheen verschuifbaar. Tussen de flenzen 19 en 20, die vanaf de onderzijde verlopende inkepingen hebben, waar-20 van slechts de inkeping 21 zichtbaar is, zijn de astappen 22 en 23 gescharnierd van de algemeen met 24 aangeduide grendelpallen.
Zoals de figuren 9 en 10 weergeven, zijn de grendelpallen 24 voorzien van een cylindrisch gedeelte 25, dat de 25 astappen 22 en 23 draagt, terwijl in het midden van het cy-lindrische gedeelte 25 de plaatvormige palvleugel 26 is bevestigd. Aan weerszijden van de palvleugel 26 en aan het cylindrische lichaam 25 is een aanslagplaat bevestigd, waarvan slechts de aanslagplaat 27 zichtbaar is.
30 De profielligger 3 is aan de onderzijde voorzien van een aantal doorlaat&pleten 28, waardoorheen de palvleugel 26 kan steken tot in de grendelende aanraking met het boveneinde van de scharnierende spijl 15, zoals figuur 6 toont. Daarbij steunen de aanslagplaten 27 aan weerszijden van de 35 spleet 28 op de bovenkant van de binnenzijde van het horizontale onderbeen van de profielligger 3·
In de bedieningsstang 18 is tenminste per hekelement 2 één langwerpige sleuf 29 in het bovenbeen van de horizontale bovenste profielligger 3 aangebracht, onder welke sleuf 800 0 5 05 *\ -* 6 29 de bedieningsstang 18 is voorzien van een boring 30.
In de bedieningsstang 18 is tevens een vulblok 31 aangebracht met een boring 32 die dezelfde diameter heeft als de boring 30 in de bedieningsstang 18 en daarmede strookt. Verder is 5 het onderbeen van de horizontale profielligger 3 voorzien van tenminste twee even grote boringen 32 en 33 als de voorgaande boringen 30, 32, welke even grote boringen 32, 33 een onderlinge afstand hebben die gelijk is aan de slagaf-stand S van de bedieningsstang 18. In de langwerpige sleuf 10 29 en in de boringen 30, en 32 of 33 is een bedieningshand-greep 34 geplaatst welke is voorzien van een aanslagkraag 35 die op de buitenzijde rust van het bovenbeen van de horizontale bovenprofielligger 3· Door het uit de boring 33 trekken van de staafvormige bedieningshandgreep 34, 15 het over de slagafstand S naar links verplaatsen daarvan in de figuren 3 en 6 en het in de boring 32 steken van de handgreep 34 heeft tot gevolg, dat de bedieningsstang 18 zich in horizontale richting naar links verplaatst, waarbij de nok-vleugel 26 tegengesteld aan de wijzers van een uurwerk naar 20 boven draait waardoor het boveneinde van de scharnierende spijl 15 wordt ontgrendeld en deze vanuit de stand volgens figuur 6 kan bewegen naar die van figuur 3· Hoewel de gren-delpallen bij het hier weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uitsluitend onder invloed van de zwaartekracht volgens de wij-25 zers van een uurwerk naar de grendelstand roteren, zal het duidelijk zijn dat hierbij ook veren of andere voorspanelementen kunnen worden toegepast, onder invloed waarvan de grendelpallen 24 tussen de ont-en vergrendelde stand beweegbaar zijn.
30 De uitvinding is niet beperkt tot de weergegeven en/ of beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar strekt zich uit tot alle varianten daarvan.
80 0 0 5 05
Claims (18)
1. Voerhek voor veestallen, voorzien van tenminste één horizontale profielligger en van een aantal doorlaatopenin-gen voor de koppen en halzen van telkens een stuk vee per doorlaatopening en met door het vee bedienbare vanginrich-5 tingen, welke elk tenminste één evenwijdig aan het vlak van het hek beweegbare, aan een vast deel van het hek scharnierende spijl omvatten, welke door een ontgrendelbare centrale vergrendeling in de-vangstand kan worden vastgezet, waarbij de centrale yergr'endelihg' een zich langs het voerhek uit-10 strekkende, beweegbare bedieningsstang heeft voor het gemeen· 1 schappelijk ver-of ontgrendelen van de scharnierende spijlen, met het kenmerk, dat de beweegbare bedieningsstang (18) van het grendelmechanisme in hoofdzaak binnen de horizontale profielligger is aangebracht.
2. Voerhek volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de profielligger aan de zijde van de scharnierende stijlen (15) voor elke vanginrichting is voorzien van één of meer openingen (28) voor het doorlaten van delen van één of meer grendelelementen voor de stijlen (l5)· 20
3· Voerhek volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de openingen (28) spieetvormig zijn.
4. Voerhek volgens conclusies T-3» met het kenmerk, dat de openingen (28) met regelmatige tussenafstanden zijn aangebracht. 25
5· Voerhek volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de beweegbare bedieningsstang (18) een U-profiel omvat, dat met de opening naar de zijde van de scharnierende spijlsi is gericht.·
6. Voerhek volgens conclusies 1-5» met het kenmerk. 30 dat tussen de flenzen (19,20) van het U-profiel (18) een aantal grendelpallen (24) zijn gescharnierd, die elk één of meer scharnierende spijlen (15) kunnen ver-of ontgrendelen.
7· Voerhek volgens conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de pallen elk aan weerzijden uitstekende astappen heb-35 ben die scharnieren in inkepingen (21) in de flenzen (19, 20. van het U-profiel (18).
8. Voerhek volgens conclusies 1-7» met het kenmerk, dat de pallen (24) elk een plaatvormige palvleugel (26) om- 800 0 5 05 vatten, die buiten het U-profiel (18), door de spleet (28) van de profielligger (3) en tot in vergrendelende aanraking met de scharnierende spijlen (l5) kunnen steken.
9. Voerhek volgens conclusies 1-8, met het kenmerk. 5 dat de pallen (24) elk aan tenminste één zijde van de pal- vleugel een aanslag (27) bezitten die door de aanraking met de binnenzijde van de profielligger (3) het uitsteken van de palvleugels (26) beperken.
10. Voerhek volgens conclusies 1-9, met het kenmerk, 10 dat op de pallen (24) een kracht werkt, die de palvleugel (26) naar de buitenzijde van de profielligger (3) tracht te bewegen.
11. Voerhek volgens conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de pallen (24) onder invloed van de zwaartekracht staan.
12. Voerhek volgens conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de pallen (24) door het over de slagafstand verplaatsen van de beweegbare bedieningsstang (18) binnen de doorgaande profielligger (3) worden ingetrokken.
13· Voerhek volgens conclusies 1-12, met het kenmerk. 20 dat de doorgaande profielligger (3) is voorzien van een langwerpige sleuf (29) voor het doorlaten van een met de bedie-ningsstang (18) verbonden bedieningshandgreep (34), waarmede de bedieningsstang (18) over tenminste de slagafstand ( S) daarvan binnen de doorgaande profielligger (3) heen en weer 23 kan worden bewogen.
14. Voerhek volgens conclusies 1-13, met het kenmerk, dat de bedieningshandgreep (34) een van een aanslagkraag (35) voorziene staaf is, die past in een overeenkomstig gevormde boring (30) in de bedieningsstang. 30
15· Voerhek volgens conclusies 1 — 14, met het kenmerk, dat in de bedieningsstang een vulblok (31) is aangebracht met een boring (32) die dezelfde diameter heeft als de boring (30) in de bedieningsstang en daarmede strookt, terwijl de doorgaande profielligger is voorzien van tenminste twee 35 even grote boringen (32,33) als de voorgaande boringen (30, 32), welke een onderlinge afstand hebben die gelijk is aan de slagafstand (S), zodat de bedieningsstang met behulp van de bedieningshandgreep in de eindstanden van de slagbeweging kan worden vergrendeld. 800 0 5 05 _ ^ Ί»
16, Voerhek volgens conclusies 1-15» met het kenmerk, dat de bedieningsstang (18) is aangebracht in een aan de bovenzijde van het hek verlopende, nagenoeg horizontale profielligger (3)· 5
17· Voerhek volgens conclusies 1-16, met het kenmerk, dat de profielligger (3) voor de bedieningsstang vierkant van dwarsdoorsnede is.
18. Voerhek volgens conclusies 1-17» met het kenmerk, dat zich aan de andere zijde uitstrekkende, profielligger (4) 10 eveneens vierkant van dwarsdoorsnede is. i 800 0 5 05
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8000505A NL178474C (nl) | 1980-01-26 | 1980-01-26 | Voerhek voor veestallen. |
DE19818101865 DE8101865U1 (de) | 1980-01-26 | 1981-01-26 | Futtergitter fuer viehstaelle |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8000505 | 1980-01-26 | ||
NL8000505A NL178474C (nl) | 1980-01-26 | 1980-01-26 | Voerhek voor veestallen. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000505A true NL8000505A (nl) | 1981-08-17 |
NL178474B NL178474B (nl) | 1985-11-01 |
NL178474C NL178474C (nl) | 1986-04-01 |
Family
ID=19834748
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000505A NL178474C (nl) | 1980-01-26 | 1980-01-26 | Voerhek voor veestallen. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE8101865U1 (nl) |
NL (1) | NL178474C (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8400199A (nl) * | 1984-01-20 | 1985-08-16 | Spinder B V | Voerhek voorzien van een in de bovenbalk ingebouwd sluitmechanisme. |
US4940022A (en) * | 1987-12-16 | 1990-07-10 | Spinder Stalinrichting B.V. | Feeding gate |
FR2749131A1 (fr) * | 1996-05-30 | 1997-12-05 | Agrimat Elevage | Cornadis automatique |
-
1980
- 1980-01-26 NL NL8000505A patent/NL178474C/nl not_active IP Right Cessation
-
1981
- 1981-01-26 DE DE19818101865 patent/DE8101865U1/de not_active Expired
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8400199A (nl) * | 1984-01-20 | 1985-08-16 | Spinder B V | Voerhek voorzien van een in de bovenbalk ingebouwd sluitmechanisme. |
US4940022A (en) * | 1987-12-16 | 1990-07-10 | Spinder Stalinrichting B.V. | Feeding gate |
FR2749131A1 (fr) * | 1996-05-30 | 1997-12-05 | Agrimat Elevage | Cornadis automatique |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL178474B (nl) | 1985-11-01 |
NL178474C (nl) | 1986-04-01 |
DE8101865U1 (de) | 1981-06-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8000505A (nl) | Voerhek voor veestallen. | |
US4314528A (en) | Cattle stanchion having a simplified self-locking mechanism | |
EP2594509B1 (de) | Hängeförderer und Belegt-Wippe dafür | |
EP0063184B1 (en) | Feeding fence for cattle stables | |
DE2525947C2 (de) | Einsperrgitter für Lockmittel darbietende Melkstandsanlagen | |
BE1005105A4 (nl) | Zelfvangend voerhek. | |
US3059616A (en) | Stall structure | |
DE2029600A1 (de) | Vorrichtung zum selbsttätigen Schließen und Vernegeln von Schweine boxen | |
NL1001138C2 (nl) | Voerhek. | |
NL8103259A (nl) | Voederhek. | |
GB2173386A (en) | Catch system for headgate | |
NL1015228C2 (nl) | Inrichting voor het mesten van dieren, in het bijzonder kalveren. | |
DE1916966C3 (de) | Stallbox, insbesondere für Schweine | |
US581175A (en) | Hog-ringing trap | |
NL8800878A (nl) | Voerhek. | |
DE3615297A1 (de) | Fressbox fuer schweine | |
DE3416688C2 (de) | Selbstfanggitter für Rinder | |
BE902825A (nl) | Zelfsluitend vanghekken | |
DE2153863B2 (de) | Freßgitter für Viehställe | |
NL8901952A (nl) | Voederhek voor een veestal. | |
DE1031047B (de) | Auslauf- und Ruecklaufeinrichtung mit selbsttaetig schliessenden Klappen bei Huehnerkaefigen oder Huehnerstaellen | |
NL9201595A (nl) | Voerhek. | |
NL8503066A (nl) | Zelfsluitend voerhek. | |
DE6933730U (de) | Vorrichtung zum selbsttaetigen schliessen und verriegeln von schweineboxen | |
NL7809623A (nl) | Vanginrichting voor vee en vaste zij-aan-zij melkstal voorzien van de vanginrichting. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
SNR | Assignments of patents or rights arising from examined patent applications |
Owner name: DE BOER STALINRICHTINGEN B.V. |
|
TNT | Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications |
Owner name: TJ. AKKERMAN BEHEER B.V.;DE BOER STALINRICHTINGEN |
|
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20000126 |