NL7807345A - Montagegoot. - Google Patents

Description

- *· V .

> VO 5308

Gouda Holland Holdings S.A., LUXEMBURG, Luxemburg.

Titel: Montagegoot.

De uitvinding heeft betrekking op een montagegoot waarvan de zijwanden worden gevormd door een tweetal onderling in hoofdzaak evenwijdige, geprofileerde langsliggers, terwijl de bodem wordt gevormd door met tussenruimten haaks op de langsliggers geplaatste, in hoofd-5 zaak U-vormig geprofileerde dwarsliggers, waarbij elke langsligger is voorzien van een puntdakvormig uitgebogen gedeelte met een in de langsrichting van de langsligger lopende noklijn en onderling gespatieerde opneemuitsparingen, waarin telkens een einddeel van een dwarsligger is opgenomen en aan de langsligger is bevestigd door middel van 10 een losneembaar in de holle nok van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte ingestoken pen die door in beide wangen van de dwarsligger aangebrachte doorlopende gaten is gevoerd.

Een dergelijke montagegoot is bekend uit het Nederlandse octrooi-sehrift 150.281. Bij deze voor kabels dienende montagegoot zijn de 15 langsliggers betrekkelijk gecompliceerd gevormd, zodat voor de vervaardiging een betrekkelijk groot aantal bewerkingen nodig is.

Volgens de uitvinding wordt een aanzienlijke vereenvoudiging en daardoor een verlaging van de kosten verkregen, doordat elk punt-dagvormig uitgebogen gedeelte met de nok naar de andere langsligger 20 toe in het opstaande lijf van de langsligger is aangebracht, en elke dwarsligger met elk kopeinde tegen het lijf van de betreffende langsligger is afgesteund, doordat elke wang van de dwarsligger door een afzonderlijke opneemuitsparing reikt en aan de ene zijde van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte het lijf van de dwarsligger en aan de 25 andere zijde van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte buiten de opneemuitsparingen reikende eindranddelen van de wangen tegen het lijf van de langsligger rusten.

Daardoor kunnen op betrekkelijk eenvoudige wijze ook voor zware _ kabels of leidingen uit zwaarder materiaal goten worden vervaardigd C^8 0 7 3 4 5 Γ 2 t die met grote overspanningen kunnen worden toegepast.

Voorts geeft deze constructie de mogelijkheid om op eenvoudige wijze, bv. ter vervanging van een door corrosie versleten goot, een montagegoot onder een bestaand kabel- of leidingenpakket aan te brengen, 5 doordat een samenstel van een langsligger met daaraan bevestigde dwars liggers met de vrije einden van de dwarsliggers vooruit vanaf de ene kant van het pakket er onder wordt geschoven en de andere langsligger vanaf de andere kant op de vrije einden van de dwarsliggers wordt bevestigd.

10 Bij een montagegoot waarbij de langsliggers in hoofdzaak U- vormig zijn geprofileerd, zijn volgens de uitvinding de wangen van elke langsligger van de andere langsligger afgericht.

Daardoor wordt een betere en handiger benutting in' de breedte van de goot verkregen.

15 Ook kan daardoor elke dwarsligger afzonderlijk gemakkelijk naar boven of naar beneden worden uitgenomen om bv. een kabel of leiding ter plaatse uit de montagegoot af te buigen.

Volgens de uitvinding is voorts bij voorkeur elk kopeinde van elke dwarsligger met zijn tegen de langsligger rustende lijfgedeelte 20 op de basis van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte afgesteund.

Daardoor wordt een zeer stevige afsteuning van de dwarsliggers, en een sterk en stijf samenstel verkregen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekening van een uitvoeringsvoorbeeld. Daarbij toont: 25 fig. 1 in perspectief een lengtedeel van een montagegoot; fig. 2 een doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1.

De in fig. 1 afgebeelde montagegoot heeft twee evenwijdige langsliggers 1 en 2. Elke langsligger heeft een U-vormig dwarsprofiel.

De benen van de U zijn gevormd als vanaf de basis van de U van de an-30 dere langsligger afgerichte omgebogen randen.

Het lijf 3 van elke langsligger is voorzien van een in langs-richting verlopend puntdakvormig naar de andere langsligger toe uitgebogen gedeelte k waarin op onderlinge afstand van elkaar gelegen tweetallen opneemuitsparingen 55 zijn gesneden. In deze opneemuitsparingen 35 5 passen de wangen van dwarsliggers 6 die een U-vormig dwarsprofiel hebben met een lijf 7 en wangen 8. Het lijf 7 heeft een breedte die ] 7807345 % 3 ‘ % * overeenkomt met de tussenruimte tussen de tot een tweetal behorende opneemuitsparingen 5, terwijl de wangen 8 een grotere breedte hebben dan de opening van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte h.

De eindgedeelten van elke dwarsligger 6 zijn elk op de ook in 5 fig. 2 afgebeelde wijze met hun kopeinde tegen het lijf 3 van een langsligger 1 of 2 geplaatst met de wangen 8 in de opneemuitsparingen 5 en lijf 7 tegen de basis van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte.

De wangen van de dwarsliggers 6 zijn in de eindgedeelten voorzien van in de langsrichting van de montagegoot in één lijn liggende 10 doorlopende gaten 9, waardoor een pen 10 passend en losneembaar kan worden gestoken. De gaten 9 zijn op een zodanige plaats aangebracht, dat bij een dwarsligger 6 die met de eindgedeelten van zijn wangen 8 in een tweetal opneemuitsparingen 5 reikt en met het kopeinde van zijn lijf 7 op de basis van het puntdakvormige gedeelte k tussen de opneem-15 uitsparingen 5 tegen het lijf 3 van de langsligger rust, de gaten 9 in register liggen met de holte van de nok van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte zodat een door de gaten 9 gestoken pen 10 passend in de holte van de nok van dat puntdakvormig uitgebogen gedeelte k komt te liggen en aldus de dwarsligger 6 ten opzichte van de betreffende 20 langsligger 1 of 2 vergrendelt. Doordat het lijf 7 van de dwarsligger 6 is afgesteund op zowel het lijf'3 van de langsligger 1 of 2 als op de basis van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte k, terwijl de wangen 8 van de dwarsligger 6 aan de van het lijf 7 afgekeerde zijde buiten de opneemuitsparingen 5 uitsteken en daar met hun kopeinden tegen 25 het lijf 3 van de langsligger steunen, wordt een zeer sterke en stijve losneembare verbinding verkregen.

De aldus geconstrueerde montagegoot is door zijn eenvoud in het bijzonder geschikt om uit betrekkelijk zware metaalplaat te worden vervaardigd, en leent zich door zijn grote sterkte en stijfheid uit-30 stekend voor het dragen van zware kabels of leidingen over grote over spanningen. De tussenruimte tussen twee opeenvolgende dwarsliggers kan daarbij afhankelijk van de eigen stijfheid van de te dragen leidingen en kabels betrekkelijk groot zijn, en afwijkend van het getekende voorbeeld tot ongeveer de lengte van een dwarsligger bedragen.

35 Zonodig kan een dwarsligger 6 worden uitgenomen, nadat de be treffende pennen 10 zijn verwijderd. Dit kan bv. noodzakelijk zijn O 7807345 i j ~v k \ wanneer de kabels naar beneden toe gebogen worden (uitvallen) op de plaats waar zich een dwarsligger bevindt.

Ook is het mogelijk om de ophanging van een bestaand pakket van kabels of leidingen te renoveren, bv. een door corrosie verteerde kabelgoot 5 te vervangen, doordat de ene langsligger,bv. de langsligger 1 in zijn geheel wordt losgenomen en de andere langsligger 2 met de daaraan vergrendelde dwarsliggers 6 onder het kabelpakket wordt geschoven en de eerder losgenomen ene langsligger 1 wederom door middel van pennen 10 op de aan de andere zijde van het pakket uitstekende vrije einden van 10 de dwarsliggers 6 wordt bevestigd.

J 7807345 \

Claims (3)

5' * CONCLUSIE S

1. Montagegoot -waarvan de zijwanden worden gevormd door een tweetal onderling in hoofdzaak evenwijdige» geprofileerde langsliggers, terwijl de bodem wordt gevormd door met tussenruimten haaks op de langsliggers geplaatste, in hoofdzaak U-vormig geprofileerde dwarsliggers, waarbij 5 elke langsligger is voorzien van een puntdakvormig uitgebogen gedeelte met een in de langsrichting van de langsligger lopende noklijn en onderling gespatieerde opneemuitsparingen, waarin telkens een einddeel van een dwarsligger is opgenomen en aan de langsligger is bevestigd door middel van een losneembaar in de holle nok van het puntdakvormig 10 uitgebogen gedeelte ingestoken pen die door in beide wangen van de dwarsligger aangebracht doorlopende gaten is gevoerd, met het kenmerk, dat elk puntdakvormig uitgebogen gedeelte (¼) met de nok naar de andere langsligger toe in het opstaande lijf (3) van de langsligger (1,2) is aangebracht, en elke dwarsligger (6) met elk kopeinde tegen het lijf 15 (3) van de betreffende langsligger is afgesteund, doordat elke wang (8) van de dwarsligger (6) door een afzonderlijke opneemuitsparing (5) reikt en aan de ene zijde van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte (U) het lijf (7) van de dwarsligger (6) en aan de andere zijde van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte (M buiten de opneemuitsparingen (5) 20 reikende eindranddelen van de wangen (8) tegen het lijf (3) van de langsligger (1,2) rusten.

2. Montagegoot volgens conclusie 1, waarbij de langsliggers in hoofdzaak U-vormig zijn geprofileerd, met het kenmerk, dat de wangen van elke langsligger van de andere langsligger af zijn gericht.

3. Montagegoot volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk kopeinde van elke dwarsligger (6) met zijn tegen de langsligger rustende lijfgedeelte (7) op de basis van het puntdakvormig uitgebogen gedeelte (10 is afgesteund. O 7807345 Λ