NL2011744C2 - Device for breaking eggs. - Google Patents

Claims (7)

1. Inrichting voor het breken van eieren, uitgevoerd in ten minste een rij van dergelijke inrichtingen en met een frame dat aan een eindloze transporteur is gekoppeld om dergelijke inrichting in een transportrichting T te transporteren, waarbij elke genoemde inrichting achtereenvolgens een 5 ei ontvangt, klemt, en breekt, en eischaalhelften splitst voor het afgeven van eivloeistof door neerwaarts te stromen, waarbij genoemde inrichting omvat: -twee cupachtige steunklemmen bij de onderzijde voor het ontvangen van een ei na overdracht aan genoemde inrichting, waarbij de klemmen in hoofdzaak parallel zijn en een voorafbepaalde ruimte daartussen hebben, 10 zijnde distale einden van klemstangen welke scharnierbaar zijn en bestuurbaar beweegbaar gekoppeld aan het genoemde frame, -een aanslag bij de bovenzijde voor het up genoemd ei rusten, welke ten minste een bovendeel van het genoemde ei aangrijpt, en het genoemde ei klemt nadat het ei op genoemde klemmen is ontvangen, waarbij de aanslag 15 als een distaai eind van een aanslagstang scharnierbaar en bestuurbaar beweegbaar gekoppeld is aan het frame, -een meseenheid voor het breken van het genoemde ei, met het genoemde mes als distaai eind van een messtang zijnde scharnierbaar en bestuurbaar beweegbaar gekoppeld aan het genoemde frame, terwijl tijdens het breken 20 het genoemde mes baar boven beweegt in genoemde ruimte voor het breken en klieven van het genoemde ei, waarbij alle genoemde stangen zich in genoemde transportrichting T uitstrekken en genoemd ei een lange as heeft loodrecht op genoemde richting bij het op genoemde klemmen rusten, 25 met het kenmerk, dat genoemde aanslag scharnierbaar is gekoppeld aan genoemde aanslagstang, met een scharnieras die loodrecht staat op genoemde transportrichting.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde aanslag een in hoofdzaak schelpvormig rustoppervlak omvat in hoofdzaak aangepast aan een eioppervlak.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde 5 schelpgevormd rustoppervlak een enigszins uitstrekkende strook heeft opgesteld in genoemde transportrichting waarbij de aanslag drie rust- en klemdelen heeft, omvattende genoemde strook als een middenstuk, en twee schelphelften.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat genoemde 10 strook een in hoofdzaak vlak rustoppervlak heeft.

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat genoemde strook een in hoofdzaak convex rustoppervlak heeft.

6. Inrichting volgens conclusie 3, 4 of 5, met het kenmerk, dat genoemde strook een breedte heeft tussen 1 en 5 mm.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de genoemde cupvormige steunklemmen een uitsparing heeft voor ontvangst van een ei.