NL2001568C2 - Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. - Google Patents
Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2001568C2 NL2001568C2 NL2001568A NL2001568A NL2001568C2 NL 2001568 C2 NL2001568 C2 NL 2001568C2 NL 2001568 A NL2001568 A NL 2001568A NL 2001568 A NL2001568 A NL 2001568A NL 2001568 C2 NL2001568 C2 NL 2001568C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- core part
- water
- growth
- growth device
- openings
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/02—Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
- A01G9/022—Pots for vertical horticulture
- A01G9/025—Containers and elements for greening walls
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G31/00—Soilless cultivation, e.g. hydroponics
- A01G31/02—Special apparatus therefor
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G24/00—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor
- A01G24/10—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing inorganic material
- A01G24/18—Growth substrates; Culture media; Apparatus or methods therefor based on or containing inorganic material containing inorganic fibres, e.g. mineral wool
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P60/00—Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
- Y02P60/20—Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02P—CLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES IN THE PRODUCTION OR PROCESSING OF GOODS
- Y02P60/00—Technologies relating to agriculture, livestock or agroalimentary industries
- Y02P60/20—Reduction of greenhouse gas [GHG] emissions in agriculture, e.g. CO2
- Y02P60/21—Dinitrogen oxide [N2O], e.g. using aquaponics, hydroponics or efficiency measures
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/49826—Assembling or joining
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Cultivation Receptacles Or Flower-Pots, Or Pots For Seedlings (AREA)
- Cultivation Of Plants (AREA)
Description
P84261NL00
Titel: Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee.
De uitvinding heeft betrekking op een groei-inrichting voor gewas. De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op een groei-inrichting voor gewas, ten minste gedeeltelijk vervaardigd uit minerale wol zoals steenwol.
Groei-inrichtingen voor het kweken van gewas zijn bekend. Zo 5 worden bijvoorbeeld teeltmatten toegepast voor het kweken van planten. ' Dergelijke kweekmatten omvatten een strook water opnemende steenwol, omsloten door een koker van kunststof folie. In de folie zijn openingen aangebracht in een bovenzijde, waarin planten kunnen worden geplaatst. Doordat de steenwol enigszins water kan vasthouden worden de wortels van 10 de planten vochtig gehouden, hetgeen de groei stimuleert. Bovendien kunnen eenvoudig groeistoffen worden toe gevoerd. Dergelijke teeltmatten dienen vlak te worden neergelegd, met de openingen omhoog.
De uitvinding beoogt een alternatieve groei-inrichting te verschaffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een groei-inrichting te 15 verschaffen die eenvoudig op hellende of zelfs verticale vlakken kan worden gebruikt, waarbij gewas aan een hellende of verticale zijde kan worden aangebracht.
Een ander doel van de uitvinding is een groei-inrichting te verschaffen die een isolerende functie kan hebben en bovendien decoratief 20 kan zijn door daarin groeiend gewas.
Een nog ander doel van de uitvinding is een groei-inrichting te verschaffen die aan een gevel of wand kan worden bevestigd en is voorzien van water geef middelen.
Deze en andere doelen worden bereikt met een groei-inrichting 25 volgens de beschrijving.
2
In een eerste aspect wordt een groei-inrichting voor gewas volgens de beschrijving gekenmerkt doordat deze is voorzien van ten minste een mantel en een kerndeel, waarbij de mantel in hoofdzaak is vervaardigd uit minerale wol zoals steenwol. Het ten minste ene kerndeel wordt ten minste 5 grotendeels door de mantel omgeven, waarbij het kerndeel een groeimedium omvat of daaruit is gevormd.
In een ander aspect wordt de uitvinding gekenmerkt doordat een bovenzijde en een onderzijde zijn voorzien, waarbij nabij de bovenzijde ten minste een deel van het ten minste ene kerndeel bereikbaar is voor water.
10 Aan de onderzijde is ten minste een waterafvoeropening voorzien voor afvoer van water uit het ten minste ene kerndeel. Terugvoermiddelen zijn voorzien voor het nabij de bovenzijde naar het kerndeel terugvoeren van water opgevangen bij de waterafvoeropening.
In een nog verder aspect wordt de uitvinding gekenmerkt doordat 15 een samenstel van ten minste twee groei-inrichtingen is voorzien, waarbij kerndelen van de betreffende groei-inrichtingen onderling in verbinding staan, zodanig dat water vanuit een van de kerndelen in ten minste één ander kerndeel kan vloeien.
In een ander aspect wordt de uitvinding gekenmerkt door een 20 bekleding of bouwdeel, omvattende ten minste een groei-inrichting volgens de uitvinding.
In een nog ander aspect wordt de uitvinding gekenmerkt door een werkwijze voor de vervaardiging van een groei-inrichting, waarbij eep kerndeel wordt vervaardigd uit een enigszins hydrofiel materiaal, welk 25 kerndeel ten minste gedeeltelijk wordt omgeven door een mantel die in hoofdzaak is vervaardigd uit minerale wol en ten minste grotendeels waterondoorlatend en/of hydrofoob is.
Ter illustratie zullen uitvoeringsvormen van een groei-inrichting, samenstel, bekleding, bouwdeel en werkwijze volgens de uitvinding nader 30 worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 3
Fig. 1 schematisch in vooraanzicht een groei-inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 schematisch in doorgesneden zijaanzicht volgens de lijn II -II in fig. 1 een groei-inrichting; 5 Fig. 3 schematisch een gevelbekleding omvattende een samenstel van een aantal groei-inrichtingen volgens fig. 1;
Fig. 4 schematisch een samenstel van een bouwdeel omvattende een aantal groei-inrichtingen volgens fig. 1;
Fig. 5 schematisch een groei-inrichting, in bovenaanzicht in een 10 alternatieve uitvoeringsvorm;
Fig. 6 schematisch in doorgesneden vooraanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een groei-inrichting en in het bijzonder kerndelen daarvan;
Fig. 7 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een nog verdere 15 alternatieve uitvoeringsvorm van een groei-inrichting volgens de uitvinding;
Fig. 8 schematisch in doorgesneden zijaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm;
Fig. 9 schematisch in perspectivisch aanzicht een groei-inrichting in een nog verdere alternatieve uitvoeringsvorm; en 20 Fig. 10 in perspectivisch aanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm, in gedeeltelijk fantoom beeld.
De in de tekening getoonde uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. In de figuren hebben gelijke of corresponderende delen, gelijke of 25 corresponderende verwijzingscijfers.
In fig. 1 en 2 is een uitvoeringsvorm van een groei-inrichting 1 volgens de uitvinding getoond. Fig. 1 toont in vooraanzicht en fig. 2 in doorgesneden zijaanzicht een groei-inrichting 1, omvattende een mantel 2 en een kerndeel 3. Het kerndeel 3 is in hoofdzaak omgeven door de mantel 30 2. De mantel 2 is in deze uitvoeringsvorm vervaardigd uit minerale wol, 4 zoals steenwol. De mantel 2 is bij voorkeur vervaardigd uit water afstotende of hydrofobe minerale wol zoals waterafstotende of hydrofobe steenwol. Het kerndeel 3 is bij voorkeur vervaardigd uit of omvat een groeimedium. In een uitvoeringsvorm kan het kerndeel 3 zijn vervaardigd uit een minerale wol 5 zoals steenwol, met waterretentie capaciteit. Het kerndeel 3 kan bijvoorbeeld zijn vervaardigd uit steenwol met hydrofiele eigenschappen. In een andere uitvoeringsvorm kan het kerndeel 3 zijn vervaardigd uit steenwol met water retentie eigenschappen, welke ten minste hoger zijn dan water retentie eigenschappen van de mantel 2. In een andere 10 uitvoeringsvorm kan het kerndeel bijvoorbeeld aarde, turf, oase, cocos of een ander groeimedium omvatten. Bovendien kunnen mengsel van groeimedia zijn voorzien in een of als kerndeel 3.
De groei-inrichting 1 heeft in de in fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm in hoofdzaak een blokvorm met een eerste einde 4 en een 15 tegenovergelegen tweede einde 5, een eerste zijde 6, een tegenovergelegen tweede zijde 7, een derde zijde 8 en een tegenovergelegen vierde zijde 9. Tijdens gebruik zoals getoond in fig. 1 en 2 is het eerste einde 4 bijvoorbeeld een bovenzijde, het tegenovergelegen tweede einde 5 een onderzijde. Daarbij kan de derde zijde 6 bijvoorbeeld een voorzijde en de vierde zijde 7 een 20 achterzijde zijn. Uiteraard hangt de specifieke positie van de verschillende einden 4, 5 en zijden 6, 7, 8, 9 af van de positionering van de groei-inrichting.
In een vlak van de groei-inrichting 1 kunnen in de mantel 2 openingen 10 zijn voorzien die bij voorkeur reiken tot nabij, aan en/of in het 25 kerndeel 3. In de openingen kunnen planten 11 of ander gewas worden gestoken, zodanig dat wortels 12 in en/of tegen het kerndeel 3 kunnen groeien en daaruit water en groeistoffen kunnen ontrekken, terwijl het gewas 11 langs een buitenzijde van de mantel 2 kan groeien. In de getoonde uitvoeringsvorm zijn openingen 10 in de eerste 6 en tweede zijde 7 30 aangebracht. Evenwel kunnen de openingen ook bijvoorbeeld in slechts een 5 zijde worden aangebracht of juist in meerdere zijden. De openingen 10 kunnen tijdens de fabricage van de groei-inrichting worden aangebracht maar kunnen ook pas bij het aanbrengen van het gewas 11 worden voorzien. De openingen 10 kunnen ook worden aangebracht als sneden in de mantel 5 2, welke opengetrokken kunnen worden bij het plaatsen van het gewas 11.
Het gewas 11 kan bijvoorbeeld in plugjes steenwol worden geplaatst in de openingen 10 of direct in een kerndeel 3.
In en/of nabij het eerste einde 4 is ten minste één watertoevoeropening 13 voorzien, waardoorheen het kerndeel voor water 10 bereikbaar is. Onder water dient in deze ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen zuiver water of een ander bij voorkeur vloeibaar medium waaruit het gewas groeistoffen kan onttrekken. Boven de ten minste ene watertoevoeropening 13 is een watertoevoerleiding 14 voorzien. In en/of nabij het tegenovergelegen tweede einde 5 is ten minste een 15 waterafvoeropening 15 voorzien. Daardoor kan water worden afgevoerd uit het kerndeel 3. Doordat de mantel in hoofdzaak en bij voorkeur geheel waterdicht of ten minste waterafstotend en/of hydrofoob is zal water dat in het kerndeel 3 wordt gevoerd niet door de mantel 2 kunnen wegstromen en zal daarom dan wel door gewas 11 in de openingen 10 worden op genomen 20 dan wel in de richting van de waterafvoeropening 15 vloeien. Een opvangelement 16 zoals een goot is voorzien nabij de ten minste ene waterafvoeropening 15, voor het opvangen van uit de waterafvoeropening stromend water. Waterterugvoermiddelen 17 zijn voorzien voor het uit het opvangelement 16 terugvoeren van het water naar de ten minste ene 25 watertoevoeropening 13. De waterterugvoermiddelen 17 kunnen daartoe een leiding 18 omvatten, aangesloten op de watertoevoerleiding 14, en een pomp 19. Bovendien kan een buffervat 52 zijn voorzien, zoals getoond in fig.
3. Een regelinrichting 20 kan zijn voorzien waarmee watertoevoer aan het kerndeel bijvoorbeeld in de tijd en/of hoeveelheden kan worden gestuurd.
6
Water kan daardoor worden gerecirculeerd binnen de groei-inrichting 1 en/of een samenstel daarvan.
De mantel 2 kan bijvoorbeeld uit twee of meer delen zijn samengebouwd, bijvoorbeeld twee plakken steenwol waarin delen zijn 5 uitgespaard voor het omvatten van een kerndeel 3 of deel daarvan. De plakken zijn met de uitsparingen naar elkaar gekeerd om de kerndelen 3 geplaatst, waarna zij tegen elkaar zijn vastgezet. Daartoe kunnen koppelmiddelen zijn toegepast, of een behuizing zoals hierna zal worden beschreven. Andere delingen zijn uiteraard ook mogelijk.
10 Fig. 8 toont in doorgesneden zijaanzicht schematisch een variant van een groei-inrichting volgens bijvoorbeeld fig. 1 en 2, waarbij de openingen 13 en/of 15 zich over de dikte D van de kern 3 kunnen uitstrekken, waarbij bovendien de openingen 13 en/of 15 zich over de breedte B van de kern kunnen uitstrekken, of ten minste over een 15 significant deel van de dikte D en/of breedte B, bijvoorbeeld meer dan 50 % daarvan. De afwateropening 15 kan dan open zijn, indien het groeimedium van de kerndelen 3 voldoende vormvast is, doch kan ook zijn overdekt met een bedekking 40, bijvoorbeeld een vlies, gaas, doek of dergelijke, waardoorheen wel water kan passeren doch niet het groeimedium. Bij 20 voorkeur is de bedekking 40 doorgroeibaar voor wortels. Daardoor kunnen wortels 12 van het gewas 11 uit de groei-inrichting 1 groeien, bijvoorbeeld in een kerndeel 3 van een op de afwateropening 15 aansluitend kerndeel 3 van een andere groei-inrichting 1 of in bijvoorbeeld volle grond of een ander oppervlak 41 waarmee de afwateropening 15 in verbinding staat. Daardoor 25 kunnen de wortels 12 van het gewas 11 daaruit water en groeistoffen gaan onttrekken, waardoor bewatering via bijvoorbeeld de watertoevoeropeningen 13 minder noodzakelijk wordt of zelfs achterwege kan blijven.
Fig. 10 toont een verdere uitvoeringsvorm, waarbij een reeks 30 kerndelen 3 naast elkaar is voorzien. In deze uitvoeringsvorm omvat de 7 groei-inrichting 1 een blok steenwol die de mantel 2 vormt. Vanaf aan einde 5 is een aantal gaten 50 gevormd, naast elkaar met bijvoorbeeld evenwijdige lengteassen. De gaten 50 strekken zich uit tot op een afstand van een tegenovergelegen einde 4, bijvoorbeeld tot nabij de halve hoogte van het 5 blok. Openingen 15 kunnen zijn voorzien die zich vanaf het einde van de gaten 50 uitstrekken tot in het tegenovergelegen einde 6. Deze openingen 15 kunnen watertoevoeropeningen vormen. Planten 11 zijn door een wand van het blok tot in de kerndelen 3 geplaatst, zodat wortels 12 daarin en daardoorheen kunnen groeien, bijvoorbeeld tot in de ondergrond 41, zodat 10 zij water en voedingstoffen kunnen opnemen uit de grond. Bovendien hoven de planten dan slechts de halve hoogte H van het blok 1 te groeien om een volledige begroeiing te krijgen. Immers, een deel van de planten kan omhoog en een ander deel omlaag groeien. Daardoor zal de groei-inrichting eerder begroeid zijn.
15 Een inrichting volgens bijvoorbeeld fig. 10 kan worden gevormd door de gaten 50 in het blok te boren of anderszins te vormen, vervolgens de gaten omhoog gekeerd te vullen met groeimedium zoals aarde, minerale wol, kokos, oase, peet, jute of een ander bekend groeimedium. Bij voorkeur wordt in groei-inrichtingen volgens de uitvinding gebruik gemaakt van 20 groeimedium met een relatief hoge watercapaciteit en retentie vermogen, zoals bijvoorbeeld aarde. Indien bijvoorbeeld minerale wol wordt toe gepast wordt bij voorkeur een retentiemiddel toegevoegd. Nadat de gaten 50 zijn gevuld kan een bedekking 40 over het betreffende einde 5 worden aangebracht, zoals eerder beschreven, waarna het blok kan worden 25 omgekeerd, met de bedekking omlaag, waarna planten 11 kunnen worden aangebracht. Daartoe kunnen bijvoorbeeld openingen 10 in een of meerdere zijden van de inrichting 1 worden geplaatst. In een verdere uitvoeringsvorm kunnen palen 52 door gaten 50 worden gestoken en bijvoorbeeld in de grond 41 worden gedwongen, zodat een zelfdragende wand kan worden verkregen. 30 Ook kunnen speciaal sleuven of gaten worden aangebracht voor dergelijke 8 palen. Een dergelijke oplossing met palen biedt het voordeel dat een reeks groeiinrichtingen 1 kan worden gekoppeld of geschakeld, zonder dat geluidslekken ontstaan. De minerale wol zoals steenwol zorgt daarbij voor geluidswering.
5 In de getoonde uitvoeringsvormen kan de groei-inrichting 1 zijn voorzien van een behuizing 21. De behuizing 21 kan tegen ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijden 5, 6 van de mantel 2 zijn voorzien. In een uitvoeringsvorm kan de behuizing 21 twee elementen 22 omvatten, één aan elke zijde 5, 6, onderling verbonden door koppelmiddelen 23 zoals bouten en 10 moeren, draadelementen, klemmen of andere middelen om de twee elementen te verbinden. In deze uitvoeringsvorm kunnen de andere twee zijden 7, 8 nagenoeg vrij zijn van de behuizing. In een andere uitvoeringsvorm kan de behuizing 21 bijvoorbeeld in hoofdzaak kokervormig zijn en zich rond de vier zijden 5-8 uitstrekken. De behuizing 21 is bij 15 voorkeur voorzien van openingen 24, bijvoorbeeld perforaties of mazen. In een getoonde uitvoeringsvorm kan de behuizing 21 in hoofdzaak uit gaas zijn opgebouwd. Daarbij worden de openingen 24 door de mazen van het gaas gevormd. De openingen 24 kunnen bijvoorbeeld ongeveer even groot of groter zijn dan de openingen 10. In een andere uitvoeringsvorm zijn de 20 openingen 24 kleiner dan de openingen 10. In nog een andere uitvoeringsvorm zijn de openingen 24 en/of de openingen 10 verschillend van grootte. Gewas 12 kan door de openingen 24 reiken. Het gewas kan bijvoorbeeld tussen de mantel 2 en de behuizing 21 groeien en/of langs de buitenzijde van de behuizing 23. Wanneer de behuizing 21 uit gaas is 25 opgebouwd kan het gewas de draden daarvan gebruiken als steun en/of geleiding. De behuizing 21 biedt steun aan de mantel 2 en het kerndeel 3. Bovendien kan de behuizing worden gebruikt voor bevestiging van de groei-inrichting 1 aan bijvoorbeeld een gevel, bouwdeel, andere groei-inrichting 1, steun of ander extern element. In een andere uitvoeringsvorm kunnen de 9 openingen 24 zijn voorzien als perforaties, zoals bijvoorbeeld getoond in fig.
4.
In fig. 3 zijn verschillende groei-inrichtingen 1 bevestigd tegen een gevel 25. In de gevel 25 is een opening 26 voorzien, bijvoorbeeld een raam.
5 Ter rechterzijde daarvan zijn twee groei-inrichtingen 1 boven elkaar getoond, waarbij schematisch in onderbroken lijnen kerndelen 3 zijn voorzien, welke zich meanderend uitstrekken tussen een wateraanvoeropening 13 en een waterafvoeropening 15. De waterafvoeropening 15 van de bovenste groei-inrichting 1 sluit aan op de 10 wateraanvoeropening 13 van de onderste groei-inrichting 1. Ter linker zijde zijn twee groei-inrichtingen voorzien met een rechthoekige vorm waar een hoek uit is genomen. Daardoor kunnen deze twee groei-inrichtingen het raam 26 omsluiten en aansluiten tegen de twee overige groei-inrichtingen 1. Deze groei-inrichtingen kunnen op vergelijkbare wijze zijn voorzien van 15 kerndelen die kanalen vormen tussen een wateraanvoeropening 13 en een waterafvoeropening 15. In de getoonde uitvoerngsvorm zijn in de ter linker zijde getoonde groei-inrichtingen steeds twee wateraanvoer- 13 en twee waterafvoeropeningen 15 voorzien, met evenzovele verbindende kanalen, gevormd door de kerndelen 3. Op vergelijkbare wijze kunen uiteraard ook 20 andere vormen van groei-inrichtingen worden gemaakt en toegepast, bijvoorbeeld om andere gevelelementen zoals ramen, deuren, dakranden, balkons en dergelijke te omgeven of om andere redenen onregelmatige of regelmatige vormen van samenstellen van meerdere groei-inrichtingen 1 te vormen.
25 In fig. 3 is slechts ter illustratie de links onder getoonde groei- inrichting 1, voorzien van de behuizing 21, ter vereenvoudiging, welke groei-inrichting 1 bovendien is voorzien van gewas 11. Uiteraard kunnen ook de andere getoonde groei-inrichtingen van een behuizing en/of gewas zijn voorzien.
10
In fig. 3 zijn waterterugvoermiddelen 17 voorzien voor terugvoeren van water vanaf de afvoeropeningen 15 naar de watertoevoeropeningen 13. Wederom kan water worden gerecirculeerd door de verschillende groei-inrichtingen 1. Uiteraard kan ook op andere wijze worden gezorgd voor 5 toevoer en/of afvoer van water, bijvoorbeeld door toepassen van regenwater, zonder recirculatie en/of met zich door de groei-inrichtingen 1, in het bijzonder door en/of langs de kerndelen uitstrekkende watertoevoerleidingen. De mantel 2 zorgt voor isolatie, bijvoorbeeld geluidsisolatie en/of warmteisolatie. De kerndelen 3 en in het bijzonder 10 vocht daarin worden daardoor bovendien van de gevel geïsoleerd. De groei-inrichtingen 1 kunnen zich verticaal uitstrekken, maar kunnnen ook in een andere positie worden aangebracht, bijvoorbeeld op een hellend vlak zoals een dakvlak of een talud. De groei-inrichtingen 2 kunnen vlak zijn, zoals getoond in fig. 1 en 2, doch kunnen ook gebogen zijn, in één of meerdere 15 richtingen.
In fig. 4 is een wand 27 opgebouwd met groei-inrichtingen 1, geplaast tussen palen 28, 52. De wand 27 kan bijvoorbeeld een geluidswal zijn. De mantels 2 zorgen daarbij voor geluidsisolatie, terwijl de wand bovendien vervuiling zoals C02 en/of fijnstof kan opnemen, in het bijzonder 20 wanneer daardoorheen water stroomt.
Fig. 5 toont in bovenaanzicht een alternatieve uitvoeringsvorm van een groei-inrichting 1, waarbij zich een zestal kerndelen 3 naast elkaar uitstrekt, parallel, van elkaar gescheiden door delen 2A van de mantel 2. De kerndelen 3 kunnen bijvoorbeeld recht zijn en zich tussen 25 wateraanvoeropeningen 13 en waterafvoeropeningen 15 uitstrekken.
Uiteraard kunnen op vergelijkbare wijze andere aantallen kerndelen en/of vormen van kerndelen 3 met bijpassende mantels 2 worden toegepast.
Fig. 6 toont in doorgesneden vooraanzicht een groei-inrichting 1, met kerndeel 3 en manteldeel 2, waarbij het kerndeel 3 zich meanderend 30 uitstrekt tussen de wateraanvoeropening 13 en de waterafvoeropening 15.
11
Water zal hierdoor minder snel doorstromen dan wanneer de kerndelen recht zijn.
Fig. 7 toont een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een groei-inrichting 1, waarbij een kerndeel 3 vervaardigd uit een 5 groeisubstraat zoals steenwol met water retentie capaciteit nabij een onderzijde is voorzien, terwijl een deel 2 vervaardigd uit water afstotende minerale wol zoals steenwol, bijvoobeeld hydrofoob steenwol daarboven is geplaatst. Een behuizing 21 is wederom voorzien aan ten minste twee tegenover elkaar gelegen zijden 6, 7 voor bet opsluiten daarvan en bieden 10 van stevigheid en stabiliteit van de groei-inrichting 1, ook wanneer de kerndelen 3 vochtig zijn, vergelijkbaar met de werking van de behuizing 21 in de eerder beschreven uitvoeringsvormen. Een dergelijke inrichting kan een bijzonder goede geluidsisolatie bieden en een groot oppervlak voor geleiden van gewas.
15 Fig. 9 toont een uitvoeringsvorm van een groei-inrichting 1 volgens de uitvinding die in het bijzonder doch niet uitsluitend geschikt is voor gebruik op vlakke en hellende oppervlakken zoals daken, taluds, bermen, glooiingen en dergelijke. In deze uitvoeringsvorm omvat de mantel 2 een enigszins bakvormig deel, bij voorkeur vervaardigd uit minerale wol, 20 waarbij een eerste zijde 6 een bodem vormt. Het eerste en tweede einde 4, 5 en de derde en vierde zijde 8, 9 vormen daarbij een opstaande rand die het of verschillende kerndelen 3 omgeven. De tweede zijde 7 kan open zijn, doch kan ook zijn overdekt door een bedekking 42, zoals een vlies, gaas, folie, plaat of dergelijke waarin of waardoorheen gewas 11 met wortels 12 in het 25 of een kerndeel 3 kan worden geplaatst. De bedekking kan doch hoeft niet doorgroeibaar te zijn voor wortels en is bij voorkeur doch niet doodzakelijk waterdoorlatend. Wederom kunnen in het eerste einde waterinlaatopeningen 13 zijn voorzien en/of in het tweede einde wateruitlaatopeningen 15. Op een wijze zoals eerder getoond kunnen 30 verschillende van dergelijke groei-inrichtingen naast en/of boven elkaar 12 worden gelegd, zodanig dat waterinlaatopeningen 13 met wateruitlaatopeningen 15 in fluïdum verbinding worden gebracht en water vanuit een groei-inrichting verder kan stromen in een andere groei-inrichting. De bedekking 42 kan deel uitmaken van de mantel 2 of kan als 5 een afzonderlijke bedekking worden aangebracht.
Een mantel 2 volgens de uitvinding is bij voorkeur vervaardigd uit minerale wol. Daaronder dient in deze ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen een materiaal dat een structuur heeft die ventilerend is doch warmte isolerend. Bij voorkeur is het materiaal bovendien 10 geluidsabsorberend. De vezels zijn bij voorkeur vervaardigd uit een natuurlijke grondstof zoals steen of glas of andere mineralen en kunnen ook gemengde vezels omvatten. Zo kunnen steenwol of glaswol worden toegepast. Ook kunnen kunststof vezels worden bijgemengd. Voorts is het materiaal bij voorkeur waterafstotend en/of waterdicht. Daartoe kunnen 15 eventueel toeslagen worden toegevoegd aan het materiaal, zoals coating middelen. Ook kan de dichtheid van het materiaal gekozen worden zodanig dat water niet tussen de vezels maar lucht wel tussen de vezels kan passeren.
De mantel of delen daarvan kunnen direct in de gewenste vorm 20 worden geperst, waarbij bijvoorbeeld de buitenste lagen een huid kunnen vormen die bijvoorbeeld een grotere dichtheid heeft dan een daartussen gelegen materiaal. Ook kan het materiaal eerst in blokken, matten, stroken of dergelijke worden gevormd, waarna daarin uitsparingen worden aangebracht, bijvoorbeeld door frezen, knippen, snijden of dergelijke 25 bewerkingen, en/of door plaatselijke samendrukken, voor het opnemen van kerndelen 3 of delen daarvan. Ter illustratie en geenszins beperkend kunnen als voorbeelden van materiaal waarvan de mantel 2 kan worden vervaardigd worden gegeven Taurox® en Rhinox® , welke producten beide steenwol producten zijn, gefabriceerd en vermarkt door Rockwool®. Dit zijn 30 natuurlijke materialen met een hoge warmte capaciteit, waardoor de 13 wortels van gewas dat in de kerndelen wordt geplant zowel tegen uitdroging als tegen bijvoorbeeld bevriezing goed worden beschermd.
De kerndelen 3 kunnen zijn voorzien van middelen voor het regelen van de stromingssnelheid van water door de kerndelen 3. Bijvoorbeeld 5 kunnen waterretentiemiddelen zoals gel worden toegepast in ten minste delen van de kerndelen, voor het vertragen van stroming. Alternatief of daarbij kan de doorsnede van de kerndelen worden gevarieerd, kan de dichtheid van de kerndelen veranderen, bijvoorbeeld toenemen in de richting van de waterafvoeropeningen 15, kan een capilaire werking van het 10 groeimedium in de kerndelen 3 worden aangepast en/of kan de vorm van de kerndelen 3 veranderen in de richting van de waterafvoeropeningen, in het bijzonder meer meanderend.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en beschrijving gegeven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk 15 binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding. Daaronder vallen ten minste ook alle mogelijke conbinaties van delen van de getoonde groei-inrichtingen. Ook kunnen bijvoorbeeld groei-inrichtingen 1 worden toegepast waarbij kerndelen zowel naast als achter elkaar zijn voorzien, in twee of meer lagen naast elkaar, waarbij de mantel zich ten minste 20 gedeeltelijk daartussen kan uitstrekken.
Claims (17)
1. Groei-inrichting voor gewas, voorzien van ten minste een mantel en een kerndeel, waarbij de mantel in hoofdzaak is vervaardigd uit minerale wol zoals steenwol en het ten minste ene kerndeel ten minste gedeeltelijk omgeeft, waarbij het kerndeel een groeimedium omvat of daaruit is 5 gevormd.
2. Groei-inrichting volgens conclusie 1, waarbij de mantel in hoofdzaak waterafstotend is.
3. Groei-inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de mantel in hoofdzaak is vervaardigd uit hydrofobe steenwol.
4. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de mantel ten minste twee delen omvat die tegen elkaar zijn geplaatst, onder ten minste gedeeltelijke insluiting van het ten minste ene kerndeel.
5. Groei-inrichting volgens een der voorgaand conclusies, waarbij het ten minste ene kerndeel minerale wol omvat, in het bijzonder hydrofiele 15 minerale wol.
6. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de mantel ten minste gedeeltelijk is omgeven door een behuizing, waarbij de behuizing is voorzien van openingen.
7. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het 20 ten minste ene kerndeel aan ten minste één zijde van de mantel vrij ligt.
8. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij ten minste de mantel is voorzien van openingen die reiken tot nabij en/of in het ten minste ene kerndeel.
9. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 25 watertoevoermiddelen zijn voorzien in of nabij het ten minste ene kerndeel.
10. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bovenzijde en een onderzijde zijn voorzien, waarbij nabij de bovenzijde ten minste een deel van het ten minste ene kerndeel bereikbaar is voor water en waarbij aan de onderzijde ten minste een waterafvoeropening is voorzien voor afvoer van water uit bet ten minste ene kerndeel, waarbij terugvoermiddelen zijn voorzien voor het nabij de bovenzijde naar het 5 kerndeel terugvoeren van water op gevangen bij de waterafvoeropening.
11. Groei-inrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in de mantel gewas is aangebracht, waarvan ten minste een deel van de wortels tot aan en/of in het kerndeel reikt. . N
12. Samenstel van ten minste twee groei-inrichtingen volgens een der 10 voorgaande conclusies, waarbij de kerndelen van de betreffende groei- inrichtingen onderling in verbinding staan, zodanig dat water vanuit een van de kerndelen in ten minste één ander kerndeel kan vloeien.
13. Bekleding of bouwdeel, omvattende ten minste een groei-inrichting volgens een der conclusies 1 - 11 of een samenstel volgens conclusie 12.
14. Bouwdeel omvattende een kerndeel, vervaardigd uit een substraat dat water kan vasthouden, en een gedeelte van minerale wol die geluidsabsorberend en water afstotend is, waarbij een behuizing is voorzien die ten minste het gedeelte van minerale wol en het kerndeel ten minste aan twee tegenover elkaar gelegen zijden overdekt en opsluit en is voorzien 20 van openingen.
15. Werkwijze voor de vervaardiging van een groei-inrichting, waarbij een kerndeel wordt vervaardigd uit een enigszins hydrofiel materiaal, welk kerndeel ten minste gedeeltelijk wordt omgeven door een mantel die in hoofdzaak is vervaardigd uit minerale wol en ten minste grotendeels 25 waterondoorlatend en/of hydrofoob is.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij de mantel wordt opgebouwd uit ten minste twee delen die om het kerndeel worden aangebracht.
17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij om de mantel een behuizing wordt aangebracht, voorzien van openingen, in het bijzonder een behuizing vervaardigd uit gaas en/of geperforeerde plaat. 5
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001568A NL2001568C2 (nl) | 2008-05-08 | 2008-05-08 | Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. |
PCT/NL2009/050247 WO2009136792A1 (en) | 2008-05-08 | 2009-05-08 | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith |
EP09742895A EP2291071A1 (en) | 2008-05-08 | 2009-05-08 | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith |
US12/991,421 US20110146151A1 (en) | 2008-05-08 | 2009-05-08 | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith |
CA2723678A CA2723678A1 (en) | 2008-05-08 | 2009-05-08 | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith |
CN2009801224011A CN102056476A (zh) | 2008-05-08 | 2009-05-08 | 农作物的培养设备和由该培养设备制成的覆盖物或结构件 |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2001568 | 2008-05-08 | ||
NL2001568A NL2001568C2 (nl) | 2008-05-08 | 2008-05-08 | Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2001568C2 true NL2001568C2 (nl) | 2009-11-11 |
Family
ID=40262977
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2001568A NL2001568C2 (nl) | 2008-05-08 | 2008-05-08 | Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20110146151A1 (nl) |
EP (1) | EP2291071A1 (nl) |
CN (1) | CN102056476A (nl) |
CA (1) | CA2723678A1 (nl) |
NL (1) | NL2001568C2 (nl) |
WO (1) | WO2009136792A1 (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2470001A1 (en) * | 2009-08-28 | 2012-07-04 | Hevorma B.V. | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith |
CN101803557B (zh) * | 2010-04-01 | 2011-05-25 | 周毅 | 流动式无土栽培岩棉集装箱 |
JP2013529922A (ja) * | 2010-06-30 | 2013-07-25 | ロックウール・インターナショナル・アクティーゼルスカブ | 育苗培地製品、植物の成長方法、育苗培地を製造するプロセス |
SI2587914T1 (sl) * | 2010-06-30 | 2020-04-30 | Rockwool International A/S | Proizvod iz rastnega substrata, postopek za gojenje rastlin in postopek izdelave proizvoda iz rastnega substrata |
NL2009794C2 (nl) * | 2012-11-13 | 2014-05-14 | Hevorma B V | Groei-inrichting voor gewas, gebruik van een dergelijke inrichting, en een reeks groei-inrichtingen. |
CN105120654B (zh) * | 2013-02-08 | 2019-04-09 | 罗克伍尔国际公司 | 植物生长系统 |
US11076538B2 (en) | 2019-02-13 | 2021-08-03 | United Arab Emirates University | Hydroponic turfgrass athletic field and landscape apparatus |
CN111761833B (zh) * | 2020-06-04 | 2024-07-23 | 珠海市冠浩机械设备有限公司 | 自动压棉机 |
FR3120493B1 (fr) * | 2021-03-15 | 2023-05-05 | Vert Tical Nord | Support de culture modulaire pour paroi végétalisée favorisant le ruissèlement |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0337085A2 (de) * | 1988-04-14 | 1989-10-18 | Wolfgang Behrens | Lärmschutzwand |
WO1994003679A1 (en) * | 1992-08-03 | 1994-02-17 | Grodania A/S | Method for production of noise shield and noise shield |
WO1996003858A1 (en) * | 1994-08-05 | 1996-02-15 | Rockwool/Grodan B.V. | Substrate block for cultivating a perennial crop |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3144353A1 (de) * | 1981-05-06 | 1983-01-13 | Behrens, Wolfgang, 2833 Groß Ippener | Pflanzenkultur, insbesondere zum begruenen von schalldaemmwaenden |
EP0480378A1 (en) * | 1990-10-08 | 1992-04-15 | Asanuma Corporation | A structured medium for the cultivation of greenery and a waterproofing system to facilitate the installation of said medium on buildings |
JPH05130810A (ja) * | 1991-04-18 | 1993-05-28 | Utaro Tsujimoto | 植物張り構造体の施工方法 |
JP2000333529A (ja) * | 1999-05-31 | 2000-12-05 | Koji Tamura | 植生用網袋体 |
FR2872382B1 (fr) * | 2004-06-30 | 2007-12-14 | Soprema Sa | Dispositif de vegetalisation modulaire pour facades, murs ou analogues |
-
2008
- 2008-05-08 NL NL2001568A patent/NL2001568C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2009
- 2009-05-08 CN CN2009801224011A patent/CN102056476A/zh active Pending
- 2009-05-08 US US12/991,421 patent/US20110146151A1/en not_active Abandoned
- 2009-05-08 CA CA2723678A patent/CA2723678A1/en not_active Abandoned
- 2009-05-08 EP EP09742895A patent/EP2291071A1/en not_active Withdrawn
- 2009-05-08 WO PCT/NL2009/050247 patent/WO2009136792A1/en active Application Filing
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0337085A2 (de) * | 1988-04-14 | 1989-10-18 | Wolfgang Behrens | Lärmschutzwand |
WO1994003679A1 (en) * | 1992-08-03 | 1994-02-17 | Grodania A/S | Method for production of noise shield and noise shield |
WO1996003858A1 (en) * | 1994-08-05 | 1996-02-15 | Rockwool/Grodan B.V. | Substrate block for cultivating a perennial crop |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
US20110146151A1 (en) | 2011-06-23 |
CA2723678A1 (en) | 2009-11-12 |
WO2009136792A1 (en) | 2009-11-12 |
EP2291071A1 (en) | 2011-03-09 |
CN102056476A (zh) | 2011-05-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2001568C2 (nl) | Groei-inrichting voor gewas en bekleding of bouwdeel vervaardigd daarmee. | |
US20120222352A1 (en) | Growth device for crop and cladding or construction part manufactured therewith | |
US20140325907A1 (en) | Wall planting module | |
CA2768481C (en) | Passive capillary and gravity drainage system and method | |
JP2004337054A (ja) | 壁面緑化ユニット | |
JP2011122403A (ja) | 法面保護兼緑化用擁壁 | |
NL9001854A (nl) | Bodembedekking, voorzien van vegetatie. | |
JP2002330631A (ja) | 立体プランター | |
JP2010242422A (ja) | 緑化用石詰篭構造体及び緑化用擁壁 | |
JP2011069186A (ja) | 湛水法面緑化構造 | |
DE102017114887B4 (de) | Gebäudeflächen-Pflanzsystem und Kulturtopf für Pflanzen | |
KR101061465B1 (ko) | 농업용 친환경 온실구조물 | |
JP2008220232A (ja) | 薄型緑化マット体と簡易な排水パイプを組み合わせた芝緑化工法 | |
JP4927038B2 (ja) | 緑化ブロック及びこれを用いた植え込み構造、並びに緑化工法 | |
CN205857209U (zh) | 一种水土保持生态护坡 | |
JP3924456B2 (ja) | 多肉植物類による薄層緑化方法 | |
KR102721698B1 (ko) | 빗물을 활용한 벽면 녹화 구조물 | |
AT400379B (de) | Anordnung zum begrünen von problemflächen | |
JP2002017161A (ja) | 緑化装置と建築物における屋上用緑化装置の形成方法 | |
JP2507503Y2 (ja) | 屋上庭園用の人工地盤 | |
JP3609816B2 (ja) | 屋上集合ガーデンプランター | |
AU2017297997B2 (en) | Ground mats for water distribution | |
KR20230016959A (ko) | 빗물을 활용한 벽면 녹화 구조물 | |
JP3516612B2 (ja) | 勾配部の植栽構造と苗植え付け構造 | |
JP4962895B2 (ja) | 折版屋根緑化構造及び緑化折版屋根 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20110517 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20141201 |